Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over de mogelijke uitbreiding van het aantal jeugdgevangenissen
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de mogelijke uitbreiding van het aantal jeugdgevangenissen (ingezonden 16 juni 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 9 juli 2021).
Vraag 1
Hoe verhouden de prognoses over bezetting van justitiële jeugdinrichtingen zich tot
steeds vaker opgelegde gevangenisstraffen voor jeugdigen?
Antwoord 1
De capaciteitsbehoefte voor de Justitiële ketens, waaronder justitiële jeugdinrichtingen
(JJI’s), wordt geraamd met het Prognose Model Justitiële ketens (PMJ). Dit model liet
jarenlang een daling in de capaciteitsbehoefte van JJI’s zien met een uiteindelijke
stabilisatie in de PMJ-raming van 2019 van ongeveer 400 plekken, terwijl er 753 plekken
beschikbaar waren.1 In de PMJ ten behoeve van de begroting 2021 was voor het eerst een stijging zichtbaar.
Deze stijging zet zich door in de meest recente PMJ Prognose.2 De PMJ is een model dat de capaciteitsbehoefte voorspelt, maar bevat geen nadere
verklaring van een toe- of afname. Wel is in de recente monitor Jeugdcriminaliteit
tegelijkertijd zichtbaar dat de omvang van jeugdcriminaliteit stabiel is, maar dat
er een stijging is in ernstige geweldsdelicten.3 Als deze delicten zwaarder worden bestraft, verblijft een jongere langer in een JJI
en vraagt dit meer capaciteit van DJI. De trends in de jeugdcriminaliteit blijf ik
continue onderzoeken. Uiteraard deel ik de bevindingen met uw Kamer.
Vraag 2, 5
Op basis van welke doorslaggevende argumenten is in het programma Vrijheidsbeneming
op Maat besloten om twee justitiële jeugdinrichtingen te sluiten als onderdeel van
een nieuwe werkwijze?
Op welke wijze zou een toekomstbestendige visie op justitiële jeugdinrichtingen volgens
u tot stand moeten komen?
Antwoord 2, 5
Na afronding van het beleidstraject Verkenning Invulling Vrijheidsbeneming Justitiële
Jeugd (VIVJJ), heb ik uw Kamer in mijn brief van 28 juni 2019 aangegeven dat ik wil
investeren in een duurzaam stelsel van vrijheidsbeneming met meer maatwerk door gerichte
screening en differentiatie in beveiligingsniveau en zorgintensiteit.4 Dit heeft geresulteerd in het programma Vrijheidsbeneming op Maat (VOM).
Tot 2019 kende het stelsel één type instelling voor alle justitiële jongeren. De diversiteit
van de doelgroep nam echter toe, mede gelet op de invoering van het adolescentenstrafrecht,
net als de groep jongeren die een combinatie van verschillende ernstige problemen
ondervond; meer psychische problemen, verstandelijke beperking, verslaving, school-
en leerproblemen. Met de bijkomende verschillen in verblijfsduur, maakte dit dat er
behoefte was, en is, aan meer variatie in zorgaanbod en beveiliging.
Daarbij was er jarenlang de trend dat het aantal jongeren dat in aanraking kwam met
het strafrecht een daling vertoonde. De keerzijde hiervan was dat het leidde tot overcapaciteit
bij de JJI’s. Het in stand houden van deze overcapaciteit ging gepaard met hoge kosten.
Daar kwam bij dat de bezetting volgens de PMJ-ramingen toen ook de komende jaren verder
zou afnemen. Dit was voor mij een belangrijke reden om de overcapaciteit af te bouwen,
waarbij rekening is gehouden met de onzekerheidsmarges van de PMJ-ramingen. De financiële
middelen die dit heeft opgeleverd maakt het mogelijk om te investeren in meer maatwerk
op zowel lokaal als landelijk niveau.
Om deze stelselwijziging te bereiken, is het programma VOM gestart. Bij de verkenning
is de keten rondom de jeugdige maar ook de wetenschap betrokken om tot een toekomstbestendige
visie te komen. Een van de uitgangspunten van VOM is een flexibeler omgang met vraag
en aanbod. Met het programma VOM worden de uitgangspunten tot en met 2024 verder uitgewerkt
en in praktijk gebracht. We blijven kijken naar de ontwikkelingen in de zwaarte van
straffen en vergrijpen van jongeren en nemen dit mee in de toekomstplannen voor VOM,
zodat DJI hierop voorbereid is en de veiligheid en begeleiding niet in het geding
komen.
Vraag 3
Is bij de beslissing om de justitiële jeugdinrichtingen te sluiten ook meegewogen
dat het minimaal een jaar kost om een leegstaande justitiële jeugdinrichting weer
in gebruik te nemen om onder andere personeel aan te trekken, teams samen te stellen
en onderwijs te organiseren? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja. Om tot een verantwoorde afbouw te komen, is niet alleen naar gekeken naar de behoefte
aan capaciteit volgens de PMJ-ramingen, maar is extra (buffer)capaciteit aangehouden
om te kunnen anticiperen op een eventuele toename van het aantal benodigde plaatsen
in de toekomst. Aangezien het in gebruik nemen van buffercapaciteit tijd kost is er
ook extra reguliere capaciteit aangehouden om in een grotere behoefte dan de PMJ-raming
te voorzien.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de toename van zware jeugdcriminaliteit in relatie tot de capaciteit
bij justitiële jeugdinrichtingen?5
Antwoord 4
Zoals aangegeven in mijn brief van 23 juni 2021 over de ontwikkelingen en aanpak van
Jeugdcriminaliteit verblijven jongeren langer in jeugdinrichtingen door zware delicten.6 Dit geeft druk op de capaciteit. De ontwikkelingen in de zwaarte van vergrijpen van
jongeren en bijbehorende straffen hebben mijn blijvende aandacht.
Vraag 6, 8
Maken reeds gesloten penitentiaire inrichtingen, zoals bijvoorbeeld Almere, kans om
als justitiële jeugdinrichting heropend te worden? Zo ja of zo nee, waarom?
Op welke wijze kunt u de mogelijke uitbreiding van de benodigde plekken in justitiële
jeugdinrichtingen realiseren alvorens de maximale capaciteit bereikt is?
Antwoord 6, 8
Ik heb recent aangegeven, onder andere in het 2-minutendebat 6 juli j.l., dat ik aan
het onderzoeken ben op welke wijze de oplopende capaciteitsbehoefte het beste kan
worden opgelost binnen de DJI. In de loop van deze week zijn deze oplossingsrichtingen
meer concreet geworden waarbij is gezocht naar geschikte locaties om op korte termijn
gebruik van te kunnen maken. Als voorwaarde heb ik gesteld dat een locatie moet voldoen
aan de eisen die worden gesteld aan een reguliere JJI. Daarom zijn de volgende voorwaarden
gesteld:
– De locatie wordt onderdeel van de Rijks JJI en valt daarmee onder verantwoordelijkheid
van de directeur van de Rijks JJI.
– Het betreft een volledig eigenstandig gebouw met eigen ingang. Indien het een locatie
binnen het gevangeniswezen is mogen jongeren en volwassenen elkaar niet tegen kunnen
komen.
– De beginselenwet justitiële jeugd is van toepassing. Dit betekent onder meer dat het
personeel aan kwalificaties voor JJI personeel moet voldoen en er een volwaardig dagprogramma
wordt geboden.
Op basis van voorgenoemde vereisten heb ik de DJI verzocht een plan uit te werken
en een locatie te zoeken en geschikt te maken. Deze week is de PI Zuid-Oost, locatie
Ter Peel op basis van de gestelde eisen als meest geschikt naar voren gekomen. Daarbij
zou capaciteit van het gevangeniswezen beschikbaar kunnen worden vrijgemaakt voor
jeugd. Ik heb de DJI gevraagd deze oplossing voor de oplopende capaciteitsbehoefte
de komende zomer verder uit te werken en voorbereiden.
Ik hecht er aan dat de Inspectie zich kan vinden in de geboden oplossing. Daarom heb
ik de Inspectie verzocht de uitwerking van de plannen te toetsen. Ik vind het belangrijk
dat de Inspectie de wijze waarop de tijdelijke dependance van de Rijks JJI wordt ingericht
en zal gaan functioneren onderschrijft. Na het reces stuur ik uw Kamer een brief met
daarin de verdere uitwerking van mijn voornemen voor de tijdelijke Rijks JJI.
Vraag 7
Op welke wijze wordt er voor gezorgd dat de werkdruk en de veiligheid van de medewerkers
in justitiële jeugdinrichtingen gewaarborgd blijft? Kunt u daarbij ook ingaan hoe
zich dit verhoudt tot de fluctuatie van opening en sluiting van nieuwe locaties?
Antwoord 7
De veiligheid in een JJI staat altijd voorop en daarom zorgt DJI voor genoeg personeel
op een groep. Binnen de JJI’s en kleinschalige voorzieningen justitiële jeugd (KVJJ’s)
is er sprake van een maximale groepsgrootte en wordt er per jeugdige gekeken welke
behandeling het best past. Zoals ik aangaf in mijn brief van 5 maart jl. aan uw Kamer
is het programma «nieuw personeel» ingericht om actief personeel te werven bij DJI.7 Er werd en wordt blijvend geworven voor kwalitatief goed personeel. Daarnaast investeert
DJI in goede inwerking van nieuwe medewerkers. Sinds kort wordt aan alle nieuwe medewerkers
een basisopleiding aangeboden. Personeel wordt zo sneller en effectiever ingewerkt,
wat bijdraagt aan meer veiligheid op de groepen.
Met de gesloten JJI’s was DJI in gesprek om het mogelijk te maken dat kwalitatief
hoogwaardig personeel beschikbaar bleef voor de KVJJ’s.
Vraag 9
Bent u bereid het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) te herijken om te voorkomen
dat in de toekomst te snel wordt overgegaan tot het sluiten van justitiële jeugdinrichtingen
waardoor later een jaar later een groot capaciteitsgebrek kan ontstaan? Zo ja of zo
nee, waarom?
Antwoord 9
Aan uw Kamer is gemeld dat voor de lange termijn een uitgebreid traject is gestart
om de mogelijkheden voor het verbeteren van de ramingen te onderzoeken.8 De eerste fase is door een extern onderzoeksbureau onder verantwoordelijkheid van
het WODC afgerond en bestaat uit een inventarisatie van de behoefte aan ramingsinformatie
onder de betrokken organisaties en onderdelen van JenV. De conclusie is dat het instrument
PMJ in technisch opzicht naar behoren functioneert. Gebruikers zien wel mogelijkheden
om het instrument organisatorisch beter in te bedden en inhoudelijk verder te ontwikkelen.
Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie wordt de vervolgfase momenteel
vorm gegeven. Los hiervan worden de data en de verbanden in het econometrische model
ieder jaar geactualiseerd, naast de verfijningen of uitbreidingen aan het model, zoals
aangegeven bij de aanbieding van de meest recente PMJ-ramingen aan de Tweede Kamer
op 17 juni jl.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.