Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht ‘Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur’
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur» (ingezonden 10 maart 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
9 juli 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2445.
Beantwoording van de Kamervragen en toelichting op de processen rondom verrekenen
Toelichting
In de situatie van verrekening van toeslagen in het kader van de standaard betalingsregeling
is ten onrechte geen rekening gehouden met de beslagvrije voet, met als gevolg dat
mensen onder het bestaansminimum kunnen komen. Sinds 18 december 2020 worden er als
gevolg van de uitvoering van de motie Azarkan geen verrekeningen meer gestart1. Er is nog wel een groep mensen bij wie de verrekening in het kader van de standaard
betalingsregeling voor 18 december 2020 was gestart. In november 2020 zijn deze lopende
verrekeningen doorgezet naar het volgende jaar. De voorschotten voor 2021 zijn in
november 2020 vastgesteld en direct verlaagd met het nog te verrekenen bedrag dat
openstond. De voorschotten die in 2021 maandelijks worden uitgekeerd, zijn door de
verrekening in november 2020 verlaagd of geheel komen te vervallen.
Toeslagen biedt eenieder die een terugvordering ontvangt de mogelijkheid aan om, zonder
bijzondere voorwaarden, het verschuldigde bedrag in termijnen te voldoen. Dit wordt
de standaard betalingsregeling genoemd, omdat wordt uitgegaan van betaling van het
volledige bedrag zonder rekening te houden met de betalingscapaciteit van de burger.
Deze regeling wordt aangeboden zodat mensen de soms hoge terugvordering niet in één
keer maar in termijnen kunnen voldoen. De burger krijgt in de terugvorderingsbeschikking
de volgende mogelijkheden aangeboden om ineens of in termijnen te betalen:
a) het verschuldigde bedrag van de terugvorderingsbeschikking in één keer voldoen;
b) het verschuldigde bedrag op grond van een standaard betalingsregeling voldoen. In
de beschikking staat het maandtermijnbedrag van de aangeboden standaard betalingsregeling
vermeld. Dit termijnbedrag bedraagt minimaal EUR 20. Is het verschuldigde bedrag hoger
dan EUR 480 dan bedraagt het termijnbedrag het verschuldigde bedrag gedeeld door 24
maanden.
De burger accepteert het aanbod voor de standaard betalingsregeling:
1. door de afbetaling te starten door het in de beschikking genoemde termijnbedrag zelf
over te maken, óf
2. door niets te doen (dus door niet te betalen of door niet om de onder c) beschreven
persoonlijke betalingsregeling te verzoeken), waarna Toeslagen, als de burger op dat
moment recht heeft op een voorschot, de afbetaling start door het termijnbedrag te
verrekenen met het voorschot voor dezelfde toeslagsoort.
c. Omdat niet iedereen in staat is om in 24 termijnen het volledige bedrag te voldoen,
heeft de burger de mogelijkheid om een persoonlijke betalingsregeling te treffen,
waarbij hij zelf de aflossingsbedragen moet overmaken aan Toeslagen. Deze persoonlijke
betalingsregeling kan ook verzocht worden nadat de (verrekening in het kader van)
standaard betalingsregeling is gestart. Bij de persoonlijke betalingsregeling wordt
rekening gehouden met de betalingscapaciteit van de burger, waarbij gewaarborgd wordt
dat hij niet onder het bestaansminimum komt2. De betalingscapaciteit wordt op een andere wijze berekend dan de beslagvrije voet
en biedt de burger meer (nooit minder) financiële ruimte3. Indien na 24 maanden blijkt dat het verschuldigde bedrag niet volledig kan worden
afbetaald, vinden er in beginsel4 geen verdere invorderingsactiviteiten meer plaats om het restbedrag te innen. Hierdoor
kan de persoonlijke betalingsregeling voor de burger voordeliger uitpakken dan de
standaard betalingsregeling.
Deze betaalmogelijkheden, inclusief verrekening in het kader van een standaard betalingsregeling
(zoals beschreven bij b.2.), zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving die betrekking
heeft op verrekening en op uitstel van betaling5.
Naast de verrekening die de burger met Toeslagen als betaalmethode kan overeenkomen
kent Toeslagen ook de zogenoemde «dwangverrekening». Toeslagen oefent deze bevoegdheid
zonder instemming van de burger uit als hij zijn betalingsverplichtingen zoals hierboven
genoemd, na een herinnering en een aanmaning niet nakomt. Voor de aanmaning en het
eventuele dwangbevel worden kosten in rekening gebracht en wordt er - met inachtneming
van de beslagvrije voet - verrekend tot het volledige bedrag betaald is. Toeslagen
is op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) bevoegd tot
het doen van deze verrekeningen.6
Beantwoording kamervragen
Hierna zijn achtereenvolgens opgenomen:
1. Antwoorden op vragen van het lid Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën
over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur» (ingezonden 10 maart
2021).
2. Antwoorden op vragen van de leden Omtzigt, Peters (beiden CDA), Lodders (VVD), Edgar
Mulder (PVV), Van Weyenberg (D66), Snels (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Bruins (ChristenUnie),
Van Raan (PvdD), Azarkan (Denk), Van Haga (FvD), Van Otterloo (50PLUS), Leijten (SP),
Stoffer (SGP) en Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) aan de staatssecretarissen
van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht
dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet hanteert bij de verrekening van toeslagen
(ingezonden 10 maart 2021).
3. Antwoorden op vragen van de leden Jasper van Dijk en Leijten (beiden SP) aan de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretarissen van Financiën over
falend schuldenbeleid van de Belastingdienst (ingezonden 10 maart 2021).
1. Antwoorden op vragen van het lid Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën
over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur» (ingezonden 10 maart
2021)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Schuldenbeleid van de Belastingdienst onder vuur»?7
Antwoord 1
Zoals toegelicht in de brief bij de beantwoording van deze Kamervragen doet de situatie
zich inderdaad voor dat er bij verrekening van toeslagen in het kader van de standaard
betalingsregeling geen rekening is gehouden met de beslagvrije voet, met als gevolg
dat mensen onder het bestaansminimum kunnen komen.
Met de gebruikte werkwijze is niet vast te stellen of er al dan niet is ingestemd
met het aflossingsbedrag. Met deze werkwijze is mogelijk inbreuk gemaakt op de beslagvrije
voet. Gezien het doel en de strekking van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
(Wet vBVV) concludeer ik nu met Toeslagen en de Belastingdienst dat deze werkwijze
niet had mogen worden toegepast.
Op 25 maart en op 23 april jl. heb ik, samen met Toeslagen en de Belastingdienst met
de Nationale ombudsman (No) en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR)
gesproken over deze uitermate vervelende situatie. Ik heb aan hen toegelicht hoe dit
heeft kunnen ontstaan, welke oplossingen Toeslagen en de Belastingdienst kunnen bieden
en welke oplossingsrichtingen er onderzocht worden voor de langere termijn. Dit heb
ik ook uitgewerkt in de bijgaande brief. Afgesproken is dat ik hierover in contact
blijf met hen.
Vraag 2
Klopt het bericht dat de Belastingdienst te weinig rekening houdt bij het verrekenen
van toeslagen of mensen voldoende geld overhouden om van te leven?
Antwoord 2
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1 en de meegezonden
brief. Naast de verrekening als vorm van betaling in het kader van de (veronderstelde)
tweezijdig overeengekomen standaard betalingsregeling, kan er ook sprake zijn van
de eenzijdig door Toeslagen toegepaste «dwangverrekening». Bij de verrekening in het
kader van de standaard betalingsregeling is verondersteld dat de verrekening plaatsvindt
met (stilzwijgende) instemming en ten behoeve van de burger. Bij de «dwangverrekening»
maakt Toeslagen zonder instemming gebruik van zijn wettelijke verrekeningsbevoegdheid
en past hij de beslagvrije voet actief toe.8
Beide vormen van verrekening zijn sinds 18 december 2020 niet meer opgestart als gevolg
van de uitvoering van de motie Azarkan.
Vraag 3
Hoeveel mensen worden hierdoor geraakt?
Antwoord 3
Het is niet eenvoudig vast te stellen hoeveel mensen onder het bestaansminimum komen
door de verlaging van het maandelijkse voorschot als gevolg van de verrekening in
het kader van de standaard betalingsregeling. In 2020 maakten ongeveer 697.000 mensen
bij een terugvordering gebruik van de standaard betalingsregeling en bij ongeveer
300.000 mensen werd de terugvordering verrekend met de in dat jaar te ontvangen voorschotten
op de toeslagen.9 In 2020 waren er naar schatting 58.000 mensen bij wie een verrekening in het kader
van de standaard betalingsregeling is afgesloten en van wie het huishoudinkomen onder
de EUR 21.000 per jaar is of van wie het huishoudinkomen onbekend is. Bij een deel
van deze groep loopt de verrekening dit jaar nog door. Deze mensen worden op dit moment
met een verdiepende data-analyse op individueel niveau, per BSN, in beeld gebracht.
De verwachting is dat die data-analyse medio juli afgerond is zodat daarna contact
met hen kan worden gezocht. Pas na contact met de betreffende mensen uit deze groep
kan vastgesteld worden of hun beslagvrije voet is geschonden door de verrekeningen.
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom hier geen rekening mee gehouden wordt?
Antwoord 4
Zoals toegelicht in de meegezonden brief werd door Toeslagen ten onrechte de beslagvrije
voet niet toegepast en concluderen Toeslagen en de Belastingdienst nu dat gezien het
doel en de strekking van de Wet vBVV zowel bij de voorbereiding op de implementatie
van die wet als bij de verrekeningen in november 2020 onvoldoende rekening is gehouden
met mensen voor wie het aangeboden aflossingsbedrag te hoog is waardoor zij onder
het bestaansminimum kunnen komen. De werkwijze waarbij zij achteraf kunnen verzoeken
om de verrekening te stoppen door een persoonlijke betalingsregeling te starten waarbij
wel rekening wordt gehouden met de betalingscapaciteit sluit niet in alle gevallen
aan bij hun doenvermogen. Daarom wordt aan hen de in de meegezonden brief beschreven
oplossing aangeboden en wordt in de zomer gezocht naar een meer sluitende oplossing.
Vraag 5, 6
Klopt het dat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging
beslagvrije voet op bladzijde 49 letterlijk staat dat «door het wetsvoorstel het voor
overheidspartijen makkelijker wordt om bij de inzet van bijzondere incasso-instrumenten,
zoals de dwangverrekening, actief rekening te houden met de beslagvrije voet»?10
Kunt u toelichten waarom er ondanks deze aanpassing in de wet toch is gekozen voor
de huidige werkwijze?
Antwoord 5, 6
Het klopt dat de aangehaalde tekst in de memorie van toelichting staat. De werkwijze
waarbij de beslagvrije voet niet wordt gehanteerd, is tot stand gekomen door het onderscheid
dat Toeslagen maakt tussen de standaard betalingsregeling waarbij door de burger betaald
wordt door middel van verrekening en haar bevoegdheid tot dwangverrekening.
In het geval van verrekening in het kader van de standaard betalingsregeling veronderstelden
Toeslagen en de Belastingdienst – achteraf bezien onterecht – dat de burger instemde
met de hoogte van het aflossingsbedrag en de wijze van betaling, namelijk door verrekening
met het voorschotbedrag.
Bij de uitoefening van haar verrekeningsbevoegdheid dient de Belastingdienst altijd
de beslagvrije voet toe te passen. In geval van dwangverrekening passen Toeslagen
en de Belastingdienst sinds de implementatie van de Wet vBVV per 1 januari jl. de
beslagvrije voet daarom op eigen initiatief toe. In genoemde brief en antwoord 4 is
dit meer uitgebreid toegelicht.
Vraag 7, 8
Kunt u ingaan op het in het NOS-artikel aangehaalde voorbeeld van Ronald bij wie de
huurtoeslag dit jaar werd stopgezet terwijl er in de nota naar aanleiding van het
verslag van de eerder genoemde wetsvoorstel is vermeld dat er in principe een beslagverbod
geldt voor toeslagen (bladzijde 41) omdat, zoals u in deze nota naar aanleiding van
het verslag schrijft, «[t]oeslagen (...) immers belangrijke inkomensvoorzieningen
[zijn]. Ze zijn bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor zorgverzekering, huur
of kind. Toeslagen worden verstrekt voor bepaalde kosten die worden gemaakt. Op het
beslagverbod gelden drie uitzonderingen: verhuurder (...) huurschuld (...) huurtoeslag,
zorgverzekeraar (...) premieschuld (...) zorgtoeslag en kinderopvanginstelling (...)
kinderopvangschuld (...) kinderopvangtoeslag»?11
Deelt u de mening dat de Belastingdienst vanuit dit beslagverbod geen toeslagen mag
inhouden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u een uitgebreide toelichting geven waarom
dit toch gebeurt?
Antwoord 7, 8
De wettelijke verrekeningsbevoegdheid is – net als de in vraag 7 aangehaalde uitzonderingen
op het beslagverbod – een bijzonder incasso-instrument. Door verrekening kunnenschuldeisers
hun vorderingen op een eenvoudigere manier innen. Toeslagen is op grond van de Awir
bevoegd tot verrekening van een door de burger verschuldigd bedrag aan terugvordering
van een toeslag met een aan hem uit te betalen tegemoetkoming of voorschot daarop.12 Dit mag ongeacht de inkomensafhankelijke regeling die het betreft en ongeacht het
berekeningsjaar. Deze wettelijke bevoegdheid tot dwangverrekening valt niet onder
het door u genoemde beslagverbod noch onder de uitzonderingen daarop.
Op deze verrekeningsbevoegdheid is wel het beslagverbod van publiekrechtelijke schulden
van artikel 3:94 lid 4 Awb van toepassing.
Vraag 9
Klopt het dat het doel van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet was om de beslagvrije
voet te verbeteren en tegelijkertijd ook drastisch te vereenvoudigen en de mensen
beter te beschermen om van een minimumbedrag rond te kunnen komen? Deelt u de mening
dat mensen die hier mee te maken hebben van de regen in de drup zijn gekomen, nu het
lijkt dat de Belastingdienst/Toeslagen geen uitvoering geeft aan de wet? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Ja, dit klopt. Ik vind het erg vervelend dat mensen ervaren van de regen in de drup
te zijn gekomen. De Wet vBVV is bedoeld om de bescherming die de beslagvrije voet
moet bieden aan mensen op wiens inkomen beslag wordt gelegd of met wiens inkomen wordt
verrekend te verbeteren, door de regels rond de berekening van de beslagvrije voet
te vereenvoudigen. De wet regelt bijvoorbeeld dat mensen in beginsel geen gegevens
meer hoeven aan te leveren voor de berekening van de beslagvrije voet, maar dat deze
berekening plaatsvindt op basis van gegevens uit reeds bestaande registraties, te
weten de Polisadministratie en de Basisregistratie Personen. De Belastingdienst en
Toeslagen geven uitvoering aan de Wet vBVV bij de uitvoering van hun beslagleggende
activiteiten, waaronder de dwangverrekening.
Vanwege de veronderstelde stilzwijgende instemming met de hoogte van het aflossingsbedrag
en de verrekening als betaalmethode, heeft Toeslagen de beslagvrije voet voor de standaard
betalingsregeling niet meegenomen bij de implementatie van de Wet bvv en is de werkwijze
van vóór de invoering van de Wet vBVV gecontinueerd.
Vraag 10
Komt de situatie zoals beschreven in het artikel voor bij alleen «toeslagen» of komt
deze situatie ook voor bij de Belastingdienst «blauw»?
Antwoord 10
Deze situatie doet zich niet voor bij verrekeningen van belastingen. Verrekenen van
belastingen vindt alleen plaats bij een voorlopige teruggave inkomstenbelasting en
daarbij wordt proactief rekening gehouden met de beslagvrije voet.
Vraag 11
Kunt u op korte termijn in overleg treden met de Nationale ombudsman en de Sociaal
Raadslieden en de Kamer hierover binnen twee maanden informeren?
Antwoord 11
Op 23 maart en op 25 april jl. heb ik overleg gehad met Toeslagen, de Belastingdienst,
de No en de LOSR. Ook op medewerkersniveau vinden er gesprekken met hen plaats. Ik
heb aan hen toegelicht waardoor er nu een groep mensen is die wordt geconfronteerd
met verlaagde maandelijkse voorschotten door verrekeningen van terugvorderingen, waarbij
geen rekening is gehouden met de beslagvrije voet. Er is gesproken over de onwenselijkheid
van deze situatie en de noodzaak om dit op te lossen.
Tevens is toegelicht dat er op dit moment in het kader van de tussenoplossing gewerkt
wordt aan het in kaart brengen van de omvang van de betreffende groep tot op individueel
niveau, zodat persoonlijk contact met hen opgenomen kan worden. Uit de gesprekken
met de No en de LOSR komt naar voren dat de dienstverlening en de informatieverstrekking
via de Belastingtelefoon, de schriftelijke communicatie naar aanleiding van verzoeken
om een berekening van de beslagvrije voet en de informatie op de Belastingdienst website
over verrekeningen van toeslagen verbeterd kan worden. Toeslagen en de Belastingdienst
werken daar op dit moment aan. Voor de verbeteringen op de website wordt actief samengewerkt
met de LOSR. Toeslagen zal nu en in de toekomst inzetten op samenwerking met diverse
stakeholders om de betreffende groep beter te bereiken en hen te activeren om contact
op te nemen met de Belastingtelefoon. De aankomende weken zal gewerkt worden aan het
opstellen en uitvoeren van een communicatiestrategie. Onderdeel hiervan is een gezamenlijke
boodschap die de No en verschillende stakeholders via hun informatiekanalen kunnen
verspreiden.
De No en de LOSR hebben tevens gevraagd of de hoogte van de toeslag van vóór of ná
de verrekening wordt doorgegeven als een gerechtsdeurwaarder, in het kader van een
van de uitzonderingen op het beslagverbod, beslag wil leggen op een toeslag. Voor
het bepalen van de beslagruimte verstrekt Toeslagen het toeslagbedrag na verrekening
aan de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder kan dan in principe beslag leggen
op het resterende deel van de toeslag, voor zover de beslagvrije voet dit toelaat.
De gerechtsdeurwaarder berekent vervolgens zelf de beslagvrije voet. In deze berekening
worden verrekeningen niet standaard meegerekend. Als een gerechtsdeurwaarder Toeslagen
verzoekt om deze informatie te verstrekken, geeft Toeslagen het bedrag dat verrekend
wordt aan de gerechtsdeurwaarder door.
Met de No en de LOSR is afgesproken dat er contact blijft plaatsvinden over de oplossingsrichtingen.
Ik dank hen voor het signaal dat zij hebben afgegeven en de gesprekken die zij hierover
met mij, Toeslagen en de Belastingdienst voeren. Dat is ontzettend belangrijk om voor
de betreffende mensen snel tot een oplossing te komen en problemen in de toekomst
te voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.