Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Vestering over het lage btw-tarief op sierteeltproducten
Vragen van de leden Van Raan en Vestering (beiden PvdD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het lage btw-tarief op sierteeltproducten (ingezonden 7 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen
9 juli 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2851.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat sierteeltproducten, zoals bloembollen, bloemen, planten en boomkwekerijproducten
onder het lage btw-tarief van 9% vallen, in plaats van het algemene btw-tarief van
21%?1
Antwoord 1
Ja, deze goederen worden belast tegen een verlaagd btw-tarief.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat deze verlaging in 1975 is doorgevoerd om «bloemen en planten
betaalbaar te maken voor lage inkomensgroepen en om omzet en werkgelegenheid in de
tuinbouw te stimuleren»?2
Antwoord 2
Ja, deze regeling is om deze redenen op initiatief van de Tweede Kamer ingesteld en
geldt sinds 1 januari 1975.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat lelies en tulpen (na aardappels) tot de meest intensief bespoten
gewassen behoren en dat het gebruik van landbouwgif ook in de glassierteelt relatief
hoog is?3
Antwoord 3
Uitgedrukt in de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen (kg werkzame stof) per hectare
worden er in de genoemde teelten (bloembollen en -knollen, bloemen onder glas) relatief
de meeste middelen gebruikt. Volgens de CBS-gegevens 2012 en 2016 is er over deze
jaren voor deze gewassen sprake van een daling in kg actieve stof/ha. In het kader
van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 wordt hard gewerkt
aan een voortzetting van deze lijn.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het areaal aan sierteeltgewassen de laatste decennia is toegenomen,
waarmee ook het gemiddelde gebruik van landbouwgif per hectare in Nederland is toegenomen.
Antwoord 4
Nee dat kan ik niet bevestigen. Volgens de CBS-cijfers is het areaal sierteelt in
Nederland gekrompen vanaf 2000 tot heden.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de werkgelegenheid in de sierteeltsector grotendeels wordt vervuld
door arbeidsmigranten? Zo ja, kunt u erop reflecteren of dit de werkgelegenheid is
die u wilt stimuleren?
Antwoord 5
Arbeidsmigranten spelen een belangrijke rol in de sierteeltsector. Door het vrij verkeer
van werknemers en diensten staat het EU-burgers vrij om in Nederland in deze sector
te komen werken. Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse
economie, innovatieve slagkracht en concurrentiepositie en zijn essentieel voor de
continuïteit in bepaalde sectoren.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat LTO Nederland juist pleit voor meer robotisering om de afhankelijkheid
van arbeid in de sierteelt te verminderen?4
Antwoord 6
Ja, in het door u aangehaalde artikel pleit LTO voor een tweede mechaniseringsslag
en robotisering om de afhankelijkheid van arbeid te verminderen.
Vraag 7
Deelt u het inzicht dat het niet te verdedigen is dat bloemen en planten door middel
van een verlaagd btw-tarief wel betaalbaar gemaakt worden voor lage inkomensgroepen,
maar andere luxeproducten niet?
Antwoord 7
Nee, dat inzicht deel ik niet. Volgens de btw-richtlijn is het Nederland toegestaan
om een verlaagd btw-tarief toe te passen op bepaalde goederen en diensten waaronder
bloemen en planten. Nederland heeft sierteeltproducten onder het verlaagde tarief
gebracht. De door Nederland onder het verlaagd tarief vallende goederen betreffen
niet uitsluitend goederen welke tot de primaire levensbehoeften gerekend kunnen worden.
Ook boeken, kranten, tijdschriften, bioscoop-, circus-, dierentuin- en theaterbezoek
vallen bijvoorbeeld onder het verlaagde btw-tarief.
Vraag 8
Deelt u het inzicht dat het stimuleren van de omzet van de sierteeltsector de enige
van de drie bovengenoemde redenen is die overblijft ter verdediging van het lage btw-tarief?
Antwoord 8
Nee, dat inzicht deel ik niet. De oorspronkelijk redenen voor het invoeren van een
verlaagd btw-tarief gelden nog steeds. Uit het LEI-rapport Fiscale faciliteiten agrosector
uit 2014 en het door onderzoeksbureau SEO uitgevoerde beleidsonderzoek agrobeleid
uit 2019 volgt onder meer dat een btw-verhoging primair effect heeft op de consumentenbestedingen
in Nederland. De consumentenbestedingen in sierteeltproducten zijn namelijk gevoelig
voor veranderingen in de prijs, met name voor de lage inkomens.
Vraag 9
Deelt u de mening dat deze vervuilende sector, die financieel goed presteert5 en ruimtelijk groeit, maar niet bijdraagt aan de voedselzekerheid, niet langer extra
financieel gestimuleerd zou moeten worden?
Antwoord 9
Nee, die mening deel ik niet. Het kabinet acht de hierboven genoemde argumenten voor
een verlaagd tarief nog steeds valide. Los daarvan is het kabinet van mening dat de
milieudruk van de sierteelt sector verminderd moet worden en heeft daarvoor het nodige
beleid ingezet. Ook de sector zelf is van mening dat haar milieubelasting moet verminderen.
De cijfers van het CBS tonen een verlaging van het gebruik per hectare, zie ook antwoord
op vraag 3.
Vraag 10
Bent u voornemens om bij de begroting voor 2022 sierteeltproducten weer gewoon in
het hoge btw-tarief te plaatsen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Gezien de hiervoor genoemde redenen voor behoud van het verlaagd tarief op sierteeltproducten
heeft het kabinet op dit moment geen voornemen om sierteeltproducten onder het algemeen
tarief te plaatsen. Er zal in 2022 een brede evaluatie van het lage btw-tarief, inclusief
sierteelt, plaatsvinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.