Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Kuiken over het artikel ‘Ikke prikken – en de rest kan stikken'
Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Kuiken (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Ikke prikken – en de rest kan stikken» (ingezonden 21 mei 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 juli
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de reconstructie over de vaccinatiestrategie: «Ikke prikken – en
de rest kan stikken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op basis van welke inzichten was het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
in eerste instantie van mening dat het vaccin BioNTech/Pfizer een lage werkzaamheid
heeft bij ouderen?
Antwoord 2
In het algemeen kan worden gesteld dat met het ouder worden de functie van het verworven
immuunsysteem afneemt. Dit leidt tot een verminderde aanmaak van beschermende antistoffen
en T-cellen na vaccinatie. Het ministerie heeft daarom aan het begin van de vaccinatiecampagne
de Gezondheidsraad de vraag gesteld of de mRNA-vaccins in ouderen een goede immuunrespons
opwekken. Niet eerder in een vaccinatiecampagne in Nederland zijn mRNA-vaccins ingezet.
Dit bracht onbekendheid over de werking van een mRNA-vaccin in specifieke groepen
van de samenleving van het vaccin met zich mee. Het ministerie is niet van mening
geweest dat het vaccin van BioNTech/Pfizer een lage werkzaamheid heeft bij ouderen.
In tegendeel, de werkzaamheid van het vaccin is boven verwachting goed gebleken bij
ouderen.
Vraag 3
Waarom is het Gezondheidsraadadvies van 24 december 2020 en het Outbreak Management
Team (OMT)-advies van 4 januari 2021 niet leidend geweest om eerst ouderen en mensen
met een medisch risico te vaccineren?
Antwoord 3
In het Gezondheidsraadadvies wordt aangeraden om personen met de hoogste risico’s
op ernstige ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19 als eerste in aanmerking te
laten komen voor vaccinatie. Dat zijn ouderen boven de 60 jaar en medische risicogroepen.
Sinds het begin van de bestrijding van de coronacrisis richt de aanpak van het kabinet
zich op twee doelen: het zo goed mogelijk beschermen van mensen met een kwetsbare
gezondheid, en de mensen die voor hen zorgen. Dit is vanzelfsprekend ook leidend voor
de aanpak van de vaccinatie. Op basis van het advies van de Gezondheidsraad en het
OMT is de vaccinatiestrategie gericht op het voorkomen en verminderen van (ernstige)
ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19. Binnen de strategie hebben we gekozen voor
de hoofdroute die begint bij het vaccineren van de groepen mensen die het meest kwetsbaar
zijn en de zorgmedewerkers die voor hen zorgen.
Op 20 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de vaccinatiestrategie. Deze
strategie is vastgesteld op basis van het advies van de Gezondheidsraad van 19 november
jl. en is leidend in de keuzes voor de uitvoering. Het kabinet heeft aangegeven te
starten met het vaccineren van ouderen (60-plussers), medische risicogroepen, en zorgmedewerkers
die met deze groepen in contact komen.
Vraag 4
Hoe kijkt u zelf terug op de uitrol van de vaccinatiecampagne? Deelt u de opvatting
dat het buitengewoon bijzonder is dat tussen de eerste 300.000 vaccinuitnodigingen
geen enkele uitnodiging zat voor de meest kwetsbaren?
Antwoord 4
Vanwege de beperkte beschikbare hoeveelheid vaccins heeft het kabinet keuzes moeten
maken in de volgorde waarin mensen gevaccineerd kunnen worden. Deze prioritering is
mede afhankelijk geweest van de epidemiologische situatie van SARS-CoV-2, beschikbaarheid
van vaccins en de eigenschappen van de vaccins.
Omdat er in de eerste maanden sprake was van beperkte hoeveelheden vaccins zijn we
begonnen met het vaccineren van die groepen waar de kans op ernstige ziekte en overlijden
het hoogst is en van de mensen die voor hen zorgen. De eerste vaccins zijn beschikbaar
gesteld aan bewoners van verpleeghuizen en mensen met een verstandelijke beperking
wonend in een instelling, zoals geadviseerd door de Gezondheidsraad. Daarnaast is
het personeel van verpleeghuizen die deze mensen verzorgen aan het begin van de campagne
gevaccineerd. De volgorde van vaccineren is besproken in de Tweede Kamer en dit is
geen aanleiding geweest voor een wijziging in de volgorde van vaccineren.
Vraag 5
Wat is uw verklaring voor het gegeven dat uitnodigingen voor mensen met een medisch
risico meermaals zijn uitgesteld in de vaccinatiecampagne?
Antwoord 5
De Gezondheidsraad heeft geadviseerd om personen met de hoogste risico’s op ernstige
ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19 als eerste in aanmerking te laten komen
voor vaccinatie. Aangezien mensen van 60 jaar en ouder het grootste risico lopen op
ernstige ziekte en sterfte door COVID-19, werden de beschikbare vaccins zo snel mogelijk
ingezet voor ouderen te beginnen bij de oudsten om zo de ziektelast in deze groep
te verlagen. Ik heb de Gezondheidsraad om advies gevraagd welke groepen als eerste
in aanmerking komen voor vaccinatie tegen COVID-19. Binnen de medische risicogroepen
zijn er patiëntgroepen met een hoger risico op sterfte, namelijk vergelijkbaar met
dat van mensen rond 70 jaar. Daarom zijn ook deze medische hoog-risicogroepen met
voorrang gevaccineerd.
Ook mensen met bepaalde chronische aandoeningen hebben een verhoogd risico op een
ernstig ziektebeloop. Het blijkt dat onder andere longpatiënten, hartpatiënten en
diabetespatiënten een 1 tot 2 maal verhoogd risico hebben op sterfte. Dit risico is
vergelijkbaar met het risico van de leeftijdsgroep 50–59 jaar zonder medische risico’s.
Daarom hebben we deze groep, die voor grootste deel ook correspondeert met de groep
voor de jaarlijkse griepvaccinatie, zo snel mogelijk na de groep 60-plussers uitgenodigd
om een afspraak te maken voor vaccinatie.
Vraag 6
Wanneer hebben alle mensen met een medisch risico een oproep ontvangen om zich te
laten vaccineren?
Antwoord 6
Mensen met een medische indicatie zijn met voorrang uitgenodigd voor vaccinatie. Mensen
uit de medische hoog-risico groepen zijn reeds gevaccineerd. Mensen met een medische
aandoening, die jaarlijks in aanmerking komen voor een griepvaccinatie, werden vanaf
6 mei gefaseerd uitgenodigd voor een coronavaccinatie via de huisarts. De meeste mensen
uit de medische risico groepen zijn inmiddels volledig gevaccineerd. Op 9 juni jl.
is ook besloten dat jongeren vanaf 12 jaar met een medische indicatie gevaccineerd
kunnen worden.
Vraag 7
Waar kunnen mensen terecht als ze een verhoogd medisch risico hebben maar nog geen
uitnodiging hebben ontvangen?
Antwoord 7
Alle volwassen (geboren in 2003 of later) kunnen vanaf 19 juni via www.coronavaccinatie-afspraak.nl hun vaccinatieafspraak bij de GGD maken.
Vraag 8
Bestaat er een relatie tussen het krijgen van trombose na toediening van het AstraZeneca-vaccin
en eerder lijden aan trombose of trombose in de familie? Zo ja, waar kunnen deze 60
tot 64-jarigen terecht als zij te zijner tijd een ander vaccin toegediend willen hebben?
Wanneer komt dit perspectief voor deze doelgroep? Waarom kunnen huisartsen of andere
medische professionals voor deze doelgroep geen maatwerk leveren?
Antwoord 8
Het geneesmiddelenbewakingscomité PRAC van het EMA heeft de meldingen van uitgebreide
trombose met een laag aantal bloedplaatjes na vaccinatie met het AstraZeneca-vaccin
in Europees verband onderzocht. Op basis van de huidige informatie heeft het EMA geen
specifieke risicofactoren kunnen vaststellen voor het optreden van de combinatie trombose
en trombocytopenie na vaccinatie met het AstraZeneca-vaccin. Patiënten met een voorgeschiedenis
van trombose lijken geen verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van de zeldzame
bijwerking na vaccinatie. Voor informatie over de vaccinatie wordt aan mensen geadviseerd
om contact op te nemen met de specialist.
Het is voorstelbaar dat mensen vragen of zorgen hebben over mogelijke bijwerkingen
en de risico’s die sommige vaccins met zich meebrengen. Voor mensen ouder dan 60 jaar
is het risico op ernstige ziekte en sterfte vele malen hoger dan het risico op de
zeldzame bijwerking.
Een deel van de mensen uit de leeftijdscategorie 60- tot en met 64-jarigen die AstraZeneca
kreeg aangeboden via de huisarts, heeft van dit aanbod geen gebruik gemaakt. AstraZeneca
is een veilig en effectief vaccin voor de mensen van 60 jaar en ouder. Voor degenen
die al een eerste AstraZeneca-vaccin hebben ontvangen, geldt dat zij ook de tweede
prik met het AstraZeneca-vaccin bij de huisarts krijgen. Daarnaast wil ik de groep
mensen die nog geen vaccin heeft gehad de mogelijkheid bieden zich met een ander vaccin
te laten vaccineren. Nu de ouderen en meest kwetsbare mensen de kans hebben gehad
gevaccineerd te worden, is er ruimte om mensen uit deze groep die nog niet zijn gevaccineerd
een ander vaccin aan te bieden. Daartoe krijgen zij sinds 5 juni jl. de mogelijkheid
om een afspraak te maken bij de GGD.
Vraag 9
Kunt u deze vragen vóór 26 mei aanstaande beantwoorden?
Antwoord 9
Dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.