Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en brede veiligheidsinzet Irak
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 786
                   LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
            
Vastgesteld 13 augustus 2021
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
                     van Buitenlandse Zaken over de brief van 19 mei 2021 inzake de voortgangsrapportage
                     over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en brede veiligheidsinzet Irak
                     (Kamerstuk 27 925, nr. 785).
                  
De Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie hebben deze vragen beantwoord
                     bij brief van 5 juli 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
                  
De fungerend voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1
Kunt u aangeven hoe de wederopbouw van op ISIS heroverde, maar (deels) verwoeste steden
                     ervoor staat? Klopt het dat dit traag gaat. Wanneer wordt deze wederopbouw afgerond?
                  
De Wereldbank schat de totale wederopbouwkosten van op ISIS heroverde gebieden in
                        Irak op USD 88,2 miljard (januari 2018). Veel VN-organisaties werken aan de wederopbouw
                        van de verwoeste steden, waaronder het UNDP Funding Facility for Stabilization (FFS). Nederland heeft sinds 2.016 EUR 87 miljoen aan FFS bijgedragen (FFS loopt tot
                        2023). De activiteiten van FFS betreffen met name het herstel van infrastructuur,
                        elektriciteit, wegen, scholen en medische voorzieningen. Ondanks complicaties vanwege
                        de COVID-19-uitbraak en politieke onrust hebben de wederopbouwprojecten van FFS meer
                        dan elf miljoen mensen in van ISIS bevrijde gebieden geholpen met onder andere huisvesting
                        en onderwijs (FFS 2020 Annual Report).
De VN schat de totale wederopbouwkosten van Syrië op USD 250 miljard. Hoeveel huizen
                     er in Syrië zijn verwoest en weer opgebouwd is op dit moment niet te achterhalen,
                     gezien de voortdurende instabiele situatie. Het EU-beleid is dat er geen sprake kan
                     zijn van wederopbouwsteun in Syrië, zolang er geen politieke transitie plaatsvindt
                     zoals bedoeld in resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad.
2
Hoeveel Irakezen zijn vervolgd voor de honderden demonstranten die in 2019 werden
                     vermoord? Wanneer wordt het onderzoek hiernaar afgerond?
                  
Het is niet bekend hoeveel mensen er zijn vervolgd voor het plegen van gewelddadigheden
                        tijdens de demonstraties in Irak. Van lopende onderzoeken is onduidelijk wanneer zij
                        worden afgerond. Nederland maakt zich zorgen over straffeloosheid naar aanleiding
                        van de demonstraties in Irak en uit deze zorgen regelmatig in contacten met Irak.
                        Voormalig Minister van Buitenlandse Zaken Blok deed dit recentelijk tijdens een ontmoeting
                        met de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken Fuad Hussein.
3
Wat heeft de strijd tegen ISIS Nederland tot op heden in totaal gekost?
In het Defensie jaarverslag 2020 is een bedrag van EUR 1,8 miljoen opgenomen voor
                        de kosten van de strijd tegen ISIS, EUR 8,4 miljoen voor de veiligheidsinzet in Irak,
                        en EUR 239.000,- voor NMI. Het totaalbedrag is EUR 10,5 miljoen. Van 2014 tot en met
                        2020 bedroegen de kosten voor de bovengenoemde posten in totaal EUR 385 miljoen.
Op het gebied van stabilisatie heeft Nederland sinds 2.016 EUR 87 miljoen bijgedragen
                        aan de Funding Facility for Stabilization (FFS) van UNDP. Dit fonds draagt bij aan stabilisatie in op ISIS heroverde gebieden,
                        onder andere door het herstellen van essentiële infrastructuur.
4
Kunt u een volledig overzicht geven van de hoeveelheid en het type munitie die door
                     de Nederlandse luchtmacht is ingezet tegen Irak en Syrië vanaf oktober 2014? Zo nee,
                     waarom niet?
                  
Van oktober 2014 tot en met juni 2016 (eerste inzetperiode) en van januari 2018 tot
                        en met december 2018 (tweede inzetperiode) leverde Nederland met zijn F-16’s een bijdrage
                        aan de luchtcampagne van de anti-ISIS coalitie boven Irak en Syrië. Zoals aan uw Kamer
                        is gemeld in de voortgangsrapportage van 18 april 2019 (Kamerstuk 27 925, nr. 651), hebben Nederlandse F-16’s sinds het begin van de inzet in oktober 2014 in totaal
                        circa 3000 missies uitgevoerd, waarbij meer dan 2100 keer wapens zijn ingezet. Er
                        kunnen geen uitspraken worden gedaan over operationeel gevoelige informatie zoals
                        het type munitie dat door Nederland in deze luchtcampagne is ingezet. Wel hebben wij uw Kamer eerder geïnformeerd (zie o.a. Kamerstuk 27 925, nr. 565) over het gebruik van precisiewapens.
                  
5
Wat voor Weaponized Unmanned Aerial System (WUAS) is er gebruikt bij de aanval op
                     de militaire basis op Erbil International Airport op 14 april jl.? Hoe is deze ingezet?
                     Door wie is deze geproduceerd?
                  
Het is niet met zekerheid te zeggen welk systeem precies is gebruikt. Waarschijnlijk
                        was de WUAS die is ingezet tegen een doel op Erbil van het type Samad. Dit is een
                        familie van onbemande vliegtuigen die zeer sterke gelijkenis met elkaar vertonen,
                        maar afwijken van elkaar naar gelang het type missie (of verkenning, of bewapend,
                        of een mix van deze twee missies). De Samad is van Iraanse origine. Het is onbekend
                        door wie de WUAS is geproduceerd.
6
Hoe gaat de missie om met het vaccineren? Zijn alle Nederlandse militairen en bondgenootschappelijke
                     militairen reeds gevaccineerd?
                  
In principe geldt de beleidsinzet dat Nederlandse militairen in Nederland worden gevaccineerd
                        voordat zij op missie gaan. Militairen die reeds in het missiegebied waren, hebben
                        gebruik kunnen maken van vaccinatievoorzieningen van coalitiepartners. De Nederlandse
                        militairen zijn allemaal gevaccineerd. Er is geen overzicht over vaccinaties van militairen
                        van coalitiepartners.
7
Welke strategische communicatie wordt in Irak ingezet om het draagvlak voor de internationale
                     aanwezigheid te vergroten?
                  
In algemene zin wordt benadrukt dat de Iraakse autoriteiten hebben verzocht om internationale
                        aanwezigheid. De activiteiten van de Coalitie en de  (NMI) vinden plaats op verzoek
                        van en in nauwe afstemminNATO Mission in Iraqg met de Iraakse overheid. Het doel is om Irak te ondersteunen in de (nasleep) van
                        de strijd tegen ISIS en de Iraakse veiligheidssector te versterken via training en
                        advies.
8
Wat zijn de laatste plannen van de Verenigde Staten met betrekking tot de terugtrekking
                     van troepen uit Irak? Zijn hierover nieuwe communicatie-afspraken gemaakt met de nieuwe
                     Amerikaanse administratie?
                  
Er is geen aanvullende informatie beschikbaar dan de informatie zoals weergegeven
                        in de voortgangsrapportage. De VS en Irak zijn het erover eens dat Amerikaanse gevechtstroepen
                        op termijn kunnen worden teruggetrokken uit Irak, en dat achtergebleven strijdkrachten
                        zich zullen concentreren op training, uitrusting en bijstand aan de Iraakse strijdkrachten.
                        Op welke termijn dit zal plaatsvinden is op dit moment nog niet bekend.
9
Wat is het huidige tijdpad voor het project «vrijwillige compensatie Hawija»?
Het kabinet heeft twee afzonderlijke projecten geselecteerd om de vrijwillige compensatie
                        ten gunste van de getroffen gemeenschap in Hawija, Irak, te effectueren. Het gaat
                        hierbij om projecten van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het
                        United Nations Development Programme (UNDP) – Funding Facility for Stabilization (FFS).
Het contract met IOM is in april 2021 ondertekend en in mei jl. is het project officieel
                        gestart. Het project heeft een looptijd van anderhalf jaar en richt zich op puinruimen,
                        herstel van essentiële infrastructuur en het op langere termijn bevorderen van werkgelegenheid,
                        in directe samenspraak met de gemeenschap. De contractafspraken met UNDP/FSS zijn
                        nagenoeg afgerond. Zodra het contract is ondertekend, zal UNDP/FSS met de projectimplementatie
                        starten. Het project heeft een looptijd van acht maanden, met als doel het lokale
                        elektriciteitsnetwerk te herstellen, ten gunste van het industriegebied en de omliggende
                        woonwijk.
Vanaf de aanvangsdatum van elk van de projecten zal het kabinet uw Kamer halfjaarlijks
                        informeren en zo vaak als er relevante ontwikkelingen zijn, conform het verzoek van
                        de vaste commissie voor Defensie d.d. 1 februari 2021.
10
Hoeveel ISIS-strijders en ISIS-vrouwen zijn de afgelopen jaren ontsnapt uit de Koerdische
                     kampen?
                  
Er zijn met een zekere regelmaat berichten dat personen zijn ontsnapt uit de opvangkampen
                        in Noordoost-Syrië. Vaak is het onduidelijk om welk aantal het gaat en bestaat er
                        evenmin zekerheid over hun nationaliteit en leeftijd. Ook is er vaak onduidelijkheid
                        wanneer de ontsnappingen plaatsvonden. Ongeveer vijftien Nederlandse vrouwen zijn
                        in de afgelopen jaren uit de opvangkampen ontsnapt. Voor zover bekend zijn er geen
                        Nederlandse mannen uit detentie ontsnapt.
11
Welke andere landen hebben mensen (IS-strijders, dan wel IS-vrouwen of kinderen) opgehaald?
                     Hoeveel?
                  
Zoals gemeld in beantwoording van Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) van 2 november
                        2020 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 647) en per brief van 9 maart 2021 (Kamerstuk 29 754, nr. 589), zetten Europese landen in het algemeen niet in op het actief repatriëren van volwassen
                        uitreizigers uit de opvangkampen en detentiecentra in Noordoost-Syrië. Enkele Europese
                        landen die een beperkt aantal volwassenen hebben gerepatrieerd, zijn Italië en Duitsland.
                        Een aantal Europese landen zet wel in op repatriëring van kwetsbare minderjarigen,
                        en als dat niet anders kan, dan samen met hun moeders. Zo hebben Frankrijk, Duitsland,
                        België, Finland, Denemarken, Zweden, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk (wees)kinderen
                        gerepatrieerd. In 2019 zijn door de Franse overheid ook twee Nederlandse weeskinderen
                        naar Nederland overgebracht.
12
Hoe is de bewaking in de Koerdische kampen?
De Syrian Democratic Forces (SDF) dragen zorg voor de beveiliging van de detentie- en opvangfaciliteiten in Noordoost-Syrië.
                        De capaciteiten van de SDF staan vanwege het grote aantal personen in de kampen en
                        de COVID-pandemie onder druk. De veiligheid binnen de kampen is uiterst fragiel en
                        internationale organisaties rapporteren regelmatig over geweld, radicalisering en
                        rekrutering door ISIS. Om die reden heeft de SDF onlangs een veiligheidsoperatie uitgevoerd
                        waarbij meer dan honderd personen zijn opgepakt die verdacht worden van ISIS-activiteiten.
                        Daarbij zijn wapens en elektronische apparatuur in beslag genomen.
13
Hoeveel manschappen heeft ISIS op dit moment?
Exacte aantallen zijn – vanwege de ondergrondse strijd – niet te geven. Echter, volgens
                        recente inschattingen beschikt ISIS nog steeds over 5.000–10.000 strijders in Syrië
                        en Irak samen. Waarschijnlijk ligt de verdeling rond 35% in Syrië en 65% in Irak.
                        Daarnaast geniet ISIS nog steeds sympathie en steun onder een deel van de soennitische
                        bevolking in beide landen. Hierdoor zijn de aantallen sinds de val van het kalifaat
                        in het voorjaar van 2019 redelijk stabiel gebleven.
14
Lukt het de coalitie op de grensregio tussen Irak en Syrië te controleren en daarmee
                     de aanvoerroutes van ISIS te ontregelen?
                  
In de huidige fase (4, «normalize») van het militaire campagneplan in de strijd tegen ISIS vindt een verdere verschuiving
                        van de coalitie-inzet plaats richting Security Sector Reform (SSR) en capaciteitsopbouw op institutioneel niveau. Dit gaat gepaard met een minder
                        actieve deelname aan operaties. Contraterrorisme-operaties worden steeds vaker door
                        de Iraakse veiligheidsdiensten (Iraqi Security Forces, ISF) zelf uitgevoerd. Onderdeel van de inspanningen van de anti-ISIS coalitie, zowel
                        in operaties als in trainingen aan de Iraakse veiligheidssector, is het voorkomen
                        dat ISIS-strijders de grens overschrijden. Het hermetisch sluiten van deze grens is
                        echter onhaalbaar.
15
Zijn er na de termijn van de Belgische F-16’s opnieuw gevechtsvliegtuigen nodig? Zo
                     ja, voor hoe lang schat u in dat die nodig zullen blijven in het gebied?
                  
Het militaire campagneplan bevindt zich in fase 4 («normalize»). In deze laatste fase worden de gevechtstroepen van de coalitie gereduceerd en
                        dragen de ISF in toenemende mate zelfstandig zorg voor de veiligheid. Bepaalde capaciteiten,
                        waaronder gevechtsvliegtuigen, blijven wel beschikbaar. De coalitie inventariseert
                        momenteel de behoefte aan vliegtuigen. De verwachting is dat inzet van gevechtsvliegtuigen
                        na oktober 2021, wanneer de termijn van de Belgische F-16’s afloopt, nodig blijft.
                        Naar verwachting zullen andere partners voldoende vliegtuigen beschikbaar stellen.
16
Is Nederland al gepolst om de Belgische F-16's op te volgen? Op welk moment na zo'n
                     eventueel verzoek deelt u dit met de Kamer?
                  
Nederland is tot nog toe niet gepolst om de Belgische F-16’s na 2021 op te volgen.
                        Indien een verzoek aan Nederland wordt gedaan, kan hieraan overigens momenteel geen
                        gehoor worden gegeven omdat er door de transitie van de F-16 naar de F-35 onvoldoende
                        capaciteit beschikbaar is.
                  
17
Wat is precies het aandeel van de Nederlandse bijdrage in de anti-ISIS-coalitie in
                     verhouding tot het geheel van coalitieactiviteiten? Hoe is deze bepaald?
                  
Nederland levert met circa tweehonderd militairen numeriek een proportionele bijdrage,
                        die vergelijkbaar is met de bijdragen van soortgelijke landen. De overkoepelende inzet
                        van de krijgsmacht wordt bepaald op basis van de wenselijkheid en haalbaarheid van
                        de door Operation Inherent Resolve (OIR) gevraagde inzet.
                  
18
Wat is precies het aandeel van de Nederlandse bijdrage in de NAVO-missie in Irak in
                     verhouding tot het geheel van de NAVO Missie in Irak (NMI)? Hoe is deze bepaald?
                  
Zoals aangegeven in de artikel 100 brief van 18 oktober 2019 (Kamerstuk 27 925, nr. 662) beoogt het kabinet een proportionele Nederlandse bijdrage aan NMI te leveren van
                        maximaal 20 civiele en militaire adviseurs. De NAVO-ministers van Defensie keurden
                        tijdens hun bijeenkomst op 17 en 18 februari 2021 het meest recente operatieplan van
                        de NAVO-missie Irak (NMI) goed (Kamerstuk 28 676, nr. 356). Het operatieplan voorziet in de mogelijkheid van groei van de missie van ongeveer
                        500 naar maximaal 4.000 personen (militair en civiel), als dat nodig zou zijn. Op
                        korte termijn wordt alleen het aantal civiele en militaire adviseurs beperkt uitgebreid.
                        Als een vertrek van ondersteunende capaciteiten van OIR op termijn aan de orde zou
                        komen, biedt het nieuwe operatieplan de mogelijkheid dat de NAVO zelfstandig gaat
                        zorgen voor de beveiliging en verzorging van de adviseurs op een aantal centrale uitvalsbases.
                        Dan pas zou een aanzienlijke uitbreiding aan de orde komen. De Amerikaanse regering
                        heeft evenwel aangegeven dat NMI vooralsnog gebruik kan blijven maken van de beveiliging
                        en verzorging door OIR.
Zoals aangegeven in de Voortgangsrapportage, slaagt Nederland er op dit moment niet
                     in om alle 20 posities waar mandaat voor is, in te vullen. Dat heeft onder andere
                     te maken met de specifieke trainingsbehoefte en de beperkte beschikbaarheid van adviseurs
                     met deze specifieke kwaliteiten. Momenteel wordt met zeven adviseurs invulling gegeven
                     aan het mandaat. Dit zijn op dit moment vijf civiele functies en twee militaire functies.
                     Nederland heeft recent vijf aanvullende (militaire) staffuncties toegewezen gekregen.
19
Is nu al duidelijk dat er in 2022 een inzet nodig zal zijn? Op grond waarvan is dat
                     besloten?
                  
Hoewel ISIS territoriaal is verslagen, vormt het nog steeds een bedreiging voor de
                        stabiliteit in de regio. Het doel van de Nederlandse inzet is een wezenlijke bijdrage
                        te leveren aan het duurzaam verslaan van ISIS en op die manier de internationale rechtsorde
                        te bevorderen, de burgerbevolking te beschermen en het verder oplopen van spanningen
                        in de regio te voorkomen. Nederland hecht er als betrouwbare partner aan te blijven
                        bijdragen aan de steeds evoluerende strijd tegen ISIS. Het is voorstelbaar dat Nederland
                        ook na het aflopen van het huidige mandaat op 31 december 2021 een militaire bijdrage
                        zal leveren aan de strijd tegen ISIS. Het kabinet heeft hierover evenwel nog geen
                        besluit genomen. Uw Kamer zal hier dit najaar over worden geïnformeerd.
20
Hoe lang moeten de coalitieactiviteiten in deze laatste fase voortduren volgens u?
                     Is duidelijk wanneer de missie voltooid is? Op grond van welke criteria wordt dat
                     vastgesteld?
                  
Fase 4 richt zich op normalisatie en het verstevigen van de veiligheidsinstituties
                        van Irak. In een land dat dusdanig wordt geconfronteerd met verschillende veiligheidsuitdagingen
                        kan worden aangenomen dat normalisatie geruime tijd in beslag zal nemen. Hier is nog
                        geen exacte datum gekoppeld. OIR evalueert regelmatig de voortgang, en stelt in overleg
                        met de Iraakse overheid en coalitiegenoten de plannen waar nodig bij.
21
Is er binnen het geheel van coalitie en NAVO-activiteiten speciale aandacht voor de
                     gemarginaliseerde en bedreigde positie van religieuze minderheden, zoals christenen
                     en Yezidi's? Kunt u dit voor beide groepen toelichten?
                  
De bedreiging van de jezidi’s op Mount Sinjar was in 2014 een van de meest acute aanleidingen
                        om een coalitie tegen ISIS in het leven te roepen. Er is op dit moment voor zover
                        bekend geen speciale aandacht voor minderheden in termen van militaire activiteiten,
                        maar politiek gezien is er vanuit verschillende coalitiegenoten en NAVO-bondgenoten
                        brede aandacht voor de positie van minderheden. De coalitie- en NAVO-activiteiten
                        in Irak zijn in algemene zin gericht op het verslaan van ISIS op duurzame wijze en
                        op het opbouwen van de capaciteit van de Iraakse autoriteiten om weerstand te bieden
                        aan (terugkeer van) bedreiging van de stabiliteit en hen erop toe te rusten de veiligheidssector
                        succesvol aan te sturen en toekomstbestendig in te richten. Dit draagt bij aan de
                        bescherming van de burgerbevolking, inclusief religieuze minderheden, wat voor Nederland
                        een belangrijke reden is voor de overkoepelende veiligheidsinzet in Irak.
22
Wat zijn de beoogde resultaten van de 40 miljoen euro voor het PROSPECTS-partnerschap?
                     Wie worden met dit geld bereikt? Worden met dit geld ook de kwetsbare minderheden
                     bereikt? Zo ja, hoe?
                  
Het doel van de Nederlandse inzet op opvang in de regio in Irak is om perspectief
                        te bieden aan intern ontheemden, vluchtelingen en hun kwetsbare gastgemeenschappen
                        met een focus op toegang tot bescherming, onderwijs en werk. In dit kader besteedt
                        Nederland EUR 15 miljoen per jaar, waarvan EUR 10 miljoen per jaar via het Prospects-partnerschap,
                        een grootschalig, meerjarig partnerschap met UNHCR, UNICEF, ILO, WB en IFC.
De doelgroepen van Prospects zijn vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen.
                        Programmering richt zich in het algemeen op de meest kwetsbare mensen, waaronder minderheden.
                        Het programma zet in op inclusie binnen de programmering en de samenleving.
De eerste resultaten van Prospects tonen aan dat het programma een belangrijke bijdrage
                        levert aan het bieden van perspectief. Zo hebben bijvoorbeeld meer dan 25.000 kinderen
                        toegang tot scholing gekregen en meer dan 35.000 mensen toegang tot bescherming, waaronder
                        documentatie, juridische hulp en psychosociale hulp. Toegang tot werkgelegenheid blijft
                        een uitdaging, mede gezien de economische situatie in Irak.
Een van de speerpunten van het Prospects-partnerschap is de verbeterde samenwerking
                        van de betrokken partners en meer ontwikkelingsgerichte benadering van langdurige
                        ontheemding te bevorderen. Alhoewel dit een uitdaging blijft, zijn in Irak waardevolle
                        vorderingen op dit gebied waarneembaar. Zo zijn UNICEF, ILO en IFC gezamenlijk aan
                        het programmeren op het gebied van werkgelegenheid voor jongeren. Via de youth centers van UNICEF bereiken ILO en IFC kwetsbare jongeren met training op het gebied van
                        enterpreneurship en financial literacy.
23
In hoeverre acht u een militaire aanpak, gesteund door de coalitie dan wel de NAVO,
                     de meest aangewezen aanpak van de tientallen aanslagen per maand die ISIS kennelijk
                     nog altijd pleegt?
                  
Nederland streeft een brede geïntegreerde aanpak na in Irak, die is gericht op stabilisatie
                        en het aanpakken van grondoorzaken van conflict en irreguliere migratie. Nederland
                        pleegt hiertoe inzet via verschillende sporen. Naast diplomatieke inspanningen en
                        inzet op stabilisatie- en ontwikkelingsprogramma’s met OS-middelen, levert Nederland
                        een militaire bijdrage aan missies en operaties met als doel om ISIS duurzaam te verslaan
                        en om capaciteit van de Iraakse autoriteiten op te bouwen om verantwoordelijkheid
                        te nemen voor hun eigen veiligheid.
24
Welke grensincidenten zijn er voorgevallen in Syrian Democratic Forces (SDF)-gebied?
                     Tussen welke partijen vonden deze incidenten plaats?
                  
Er wordt door het kabinet geen overzicht bijgehouden van grensincidenten in het Syrian Democratic Forces-gebied.
25
Wat zijn de gevolgen geweest van de uitval als gevolg van de Covid-19 pandemie?
De COVID-19-pandemie heeft structurele invloed gehad op de trainingsactiviteiten van
                        de missie. Geplande opleidingen konden niet doorgaan of werden vertraagd. Op verzoek
                        van de Iraakse overheid zijn opleidingen op operationeel niveau stopgezet en niet
                        meer hervat. De besprekingen op tactisch niveau zijn summier doorgegaan met in acht
                        name van de nodige beschermingsmaatregelen. Gecombineerd met de overgang naar een
                        nieuwe fase, waarin de nadruk op institutionele advisering is komen te liggen, heeft
                        de coalitie besloten om de meeste tactische trainingen stop te zetten.
26
Waarom breidt de NAVO-missie in Irak uit? Wat is het geplande einde van deze missie?
Met de overgang zomer 2020 naar de vierde en laatste fase van de strijd tegen ISIS
                        kan de focus van internationale militaire inspanningen zich steeds verder verleggen
                        van gevechtshandelingen naar capaciteitsopbouw van de Iraakse en Koerdische krijgsmachten.
                        Dit raakt aan de kerntaak van de NAVO-missie in Irak (NMI), die werkt aan de institutionele
                        versterking van met name het Iraakse Ministerie van Defensie en daaraan gerelateerde
                        opleidingsinstituten. NMI is afhankelijk van OIR voor wat betreft force protection en zogeheten enabling capaciteiten (bijvoorbeeld logistieke en medische ondersteuning). Met de afbouw van
                        OIR zal NMI deze taken naar verwachting op termijn zelf moeten gaan uitvoeren. Het
                        ligt in de lijn der verwachting dat de inspanningen van NMI voorlopig nodig zullen
                        blijven. Zie ook het antwoord op vragen 28 en 30.
27
Wat houden de activiteiten van de Target Support Cells precies in? Omvat dit ook het
                     werk van mensen in het veld die doelen aanwijzen?
                  
59
Kunt u nader toelichten wat de Nederlandse TSC-inzet precies behelst?
Antwoord op vragen 27 en 59:
De TSC biedt als onderdeel van het advanced targeting proces diverse capaciteiten aan, waaronder Precise Point Mensuration (PPM), Collateral Damage Estimation en Weaponeering. Hiermee voorziet Nederland in de behoefte van tijdig beschikbare gevalideerde inlichtingeninformatie.
                        Met deze bijdrage zijn coalitiepartners in staat om precisiegeleide munitie in te
                        zetten. Overigens is er afgelopen jaar geen beroep gedaan op deze capaciteit, gezien
                        de fase waarin de operatie zich bevindt. De operatie geeft aan wel nog steeds behoefte
                        te hebben over deze capaciteit te kunnen beschikken.
                        Precise Point Mensuration is het berekenen van zeer nauwkeurige coördinaten voor de inzet van precisiewapens.
                        Advanced Targeting betreft het uitwerken van de gekozen aanvalsoptie. Dit zijn bijvoorbeeld precieze
                        coördinaten, de hoogte van het doel en het tijdstip waarop de aanval moet plaatsvinden,
                        met als doel om collateral damage te verminderen. Weaponeering betreft het bepalen met welke (hoeveelheid) wapens de doelstelling het beste bereikt
                        kan worden.
Tevens draagt de TSC zorg voor het installeren van hoog gerubriceerde software en
                        satellietbeelden die het mogelijk maakt om doelaanwijzing te kunnen realiseren. TSC-personeel
                        levert de benodigde Enhanced Targeting Data (ETD), maar is niet zelf aanwezig in Irak.
28
Wat wordt er bedoeld met de opmerking dat de nieuwe NAVO-missie in Irak meer toegespitst
                     zal zijn op de Iraakse realiteit en behoeftes? Was dit tot nu toe minder het geval
                     en waar bleek dat uit?
                  
De Iraakse realiteit en dientengevolge de Iraakse veiligheidsbehoefte is aan verandering
                        onderhevig. Daarom is het belangrijk dat de activiteiten van de Coalitie en van NMI
                        aangepast worden aan veranderende omstandigheden. Bij de totstandkoming en uitrol
                        van het nieuwe operatieplan van NMI is extra aandacht voor zorgvuldige afstemming
                        met de Iraakse autoriteiten om zeker te stellen dat NAVO-activiteiten tegemoetkomen
                        aan de Iraakse wensen.
29
Gaan er meer militairen nodig zijn voor de beveiliging van de NAVO-missie in Irak?
                     Aangezien er gesproken wordt van een groei tot 4000 mensen, hoeveel zijn dat er nu?
                  
De plannen voor de uitbreiding van NMI zijn goedgekeurd met het oog op een scenario
                        waarin OIR zodanig afbouwt dat NMI een geheel zelfstandige missie zou moeten worden.
                        In deze plannen is voorzien dat de NAVO zelfstandig zorgt voor de beveiliging en verzorging
                        van de adviseurs op een aantal centrale uitvalsbases. De VS heeft recent aangegeven
                        dat NMI voorlopig gebruik kan blijven maken van de beveiliging en verzorging door
                        OIR. Uitbreiding van NMI tot vierduizend mensen wordt derhalve niet op korte termijn
                        verwacht; wel is voorzien dat de missie richting het einde van 2021 groeit tot ongeveer
                        vijfhonderdzeventig personen. Zie ook het antwoord op vraag 18.
                  
30
Is de groei en uitbreiding van de NAVO-missie in Irak ingegeven door een verzoek van
                     de Iraakse regering? Wat was precies het verzoek
                  
Ja. De Iraakse regering heeft in februari 2020 per brief aan de NAVO Secretaris-Generaal
                        Stoltenberg gesteld additionele activiteiten van de NAVO ter versterking van de Iraakse
                        strijdkrachten te verwelkomen.
31
Waarom of waardoor zijn voldoende motivatie en ontvankelijkheid van de Iraakse doelgroep
                     aandachtspunten voor NMI? Is er sprake van dat er onvoldoende motivatie en ontvankelijkheid
                     is? Wat verwachten de Irakezen vooral van de NMI?
                  
Het succesvol adviseren van de Iraakse doelgroep is voor een groot deel gebaseerd
                        op goede persoonlijke relaties. De onderbrekingen van de missie, onder andere door
                        COVID-19, in combinatie met frequente wisseling van personeel, bemoeilijken dat doel.
                        Frequente personeelswisselingen zijn een onvermijdelijkheid in (civiel-militaire)
                        missies in hoog risicogebied, maar kunnen helaas wel leiden tot een zekere adviesmoeheid
                        bij de doelgroep.
32
Wat zijn voor Nederland belangrijke thema's waarop Nederland de NMI wil voorzien van
                     voldoende capaciteiten om de civiele adviestaak uit te kunnen voeren? Slaagt Nederland
                     hierin?
                  
Naast het versterken van de Iraakse krijgsmacht op institutioneel gebied heeft de
                        Nederlandse bijdrage als onderliggend oogmerk om (1) strategische invloed te kunnen
                        uitoefenen op inrichting en uitvoering van de missie en (2) om NMI op voor Nederland
                        belangrijke thema’s te voorzien van voldoende capaciteiten om de civiele adviestaak
                        uit te kunnen voeren.
In het kader van het tweede doel is het afgelopen jaar, in synergie met de bredere
                        Nederlandse programmering in Irak, binnen NMI ingezet op thema’s als bevordering van
                        mensenrechten, hervorming van de veiligheidssector en het tegengaan van corruptie.
                        De Nederlandse adviseurs geven met concrete activiteiten invulling aan het doel van
                        NMI om de effectiviteit, inclusiviteit en legitimiteit van de Iraakse krijgsmacht
                        te versterken. Zo is onder andere een human security-team binnen NMI opgericht dat werkt aan specifieke projecten. Voorbeelden hiervan
                        zijn onder andere het integreren van internationaal humanitair recht en de rol van
                        mensenrechten in Iraakse militaire opleidingen, en het adviseren over inrichting van
                        een onafhankelijke interne en externe klachtenprocedure. Andere voorbeelden zijn de
                        uitrol van een Building Integrity-programma, gericht op het tegengaan van corruptie, en implementatie van het National Action Plan on Women Peace and Security (VN Veiligheidsraadresolutie 1325) bij het Iraakse Ministerie van Defensie.
33
Hoe komt het dat er geen formele statusovereenkomst tussen de European Union Advisory
                     Mission in Iraq (EUAM) en de Irakese autoriteiten is? Op grond waarvan is EUAM aanwezig
                     in Irak?
                  
De Iraakse autoriteiten hebben in een briefwisseling met de hoofdvertegenwoordiger
                        een formele uitnodiging voor de beoogde GVDB-missie van de EU verleend en daarmee
                        de missie dezelfde voorrechten en immuniteiten als de EU-delegatie gegeven. Ondanks
                        de inzet van de EU-delegatie en EUAM Irak, is de missie nog steeds in afwachting van
                        de sluiting van een volwaardige SOMA (Status of Mission Agreement). Het is niet duidelijk waarom de Iraakse autoriteiten vooralsnog niet hebben gereageerd
                        op verzoeken om dit te formaliseren.
                  
34
Hoe wordt de promotie van «mixed gender units» ontvangen in Irak? Hoe reageren Iraakse
                     vrouwen hierop?
                  
De EU Adviesmissie EUAM heeft de Iraakse Federal Intelligence and Investigation Agency (FIIA) binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken geadviseerd over het inrichten
                        van de Mixed Gender Analysis and Investigation Unit. Deze eenheid is tot nu toe uniek binnen de Iraakse veiligheidssector. Over het algemeen
                        wordt deze ontwikkeling positief ontvangen door Iraakse vrouwenorganisaties, vanwege
                        de gelijkwaardige participatie van vrouwen in de eenheid. Tegelijkertijd is verdere
                        ontwikkeling en uitbreiding naar andere onderdelen binnen de civiele veiligheidssector
                        niet vanzelfsprekend. EUAM heeft moeite om andere dienstonderdelen te overtuigen van
                        het nut van een mixed gender unit.
35
Wat moet er hervormd worden aan het ministerie voor Peshmerga?
Onder leiding van het Verenigd Koninkrijk is een aantal jaar geleden samen met het
                        Ministry of Peshmerga Affairs (MoPA) een hervormingsplan opgesteld met als doelstelling het MoPA te helpen hervormen
                        tot een moderne en goed georganiseerde veiligheidsorganisatie, die zelf in staat is
                        om de regionale veiligheid en stabiliteit te garanderen. Inspanningen ten behoeve
                        van hervormingen vinden plaats op strategisch-bestuurlijk niveau en richten zich op
                        thema’s als mensenrechten, trainingsstructuren en integriteit.
36
Kunt u aangeven hoe vaak het vliegveld van Erbil, of de nabije omgeving daarvan, is
                     bestookt met raketten of anderszins door milities sinds Nederlandse militairen er
                     aanwezig zijn?
                  
Sinds de Nederlandse Force Protection-Compagnie op Erbil Airbase aanwezig is, zijn er twee aanvallen geweest. Eén aanval bestond uit een raketaanval.
                        De andere aanval werd met een drone (Unmanned Aerial Vehicle) uitgevoerd (zie ook antwoord op vraag 5).
37
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de Strategische Dialoog?
De meest recente ronde van de Strategic Dialogue tussen Irak en de Verenigde Staten heeft in april 2021 plaatsgevonden. Tijdens eerdere
                        ronden waren Irak en de VS overeengekomen verschillende technische werkgroepen op
                        te starten om de dialoog verder te brengen. In april van dit jaar is onder andere
                        gesproken over veiligheid, contra-terrorisme, culturele betrekkingen, energie en de
                        Iraakse economie. De VS hebben bijdragen toegezegd om Irak te helpen de impact van
                        COVID-19 te beheersen, bijvoorbeeld door de renovatie van publieke gezondheidslaboratoria,
                        het doneren van testkits en het trainen van Iraakse epidemiologen. De volgende ronde
                        van de Strategic Dialogue tussen de Verenigde Staten en Irak zal eind juli 2021 plaatsvinden in Washington.
                        De hoofdonderwerpen van deze bijeenkomst zijn gezondheid, met specifieke aandacht
                        voor de negatieve gevolgen van COVID-19 voor de Iraakse samenleving, milieu en handel.
38
Wordt in de Strategische Dialoog gesproken over het terugtrekken van de Amerikaanse
                     en/of NAVO-troepen?
                  
Tijdens de meest recente ronde hebben de VS en Irak bevestigd dat de missie van Amerikaanse
                        en coalitietroepen inmiddels hoofdzakelijk is gericht op training en advisering. Deze
                        overgang staat vermindering van het aantal gevechtstroepen toe. De twee landen zijn
                        in april jl. overeengekomen dat het tijdpad van de afbouw zal volgen uit technisch
                        overleg hierover. Op 5 juni jl. vond in Bagdad voor het eerst een bijeenkomst plaats
                        van de militaire technische werkgroep. De Amerikaanse delegatie werd geleid door OIR-commandant
                        Calvert. De gesprekken gingen over plannen voor lange termijn veiligheidssamenwerking,
                        alsook over de afbouw van de Amerikaanse troepenaantallen.
39
Wat is het risico dat, ondanks de gestage voortgang richting het lange termijn doel
                     om ISIS duurzaam te verslaan, dat ISIS zich verplaatst naar andere landen en regio's
                     en daar een bedreiging vormt voor de veiligheid?
                  
Dit risico is reëel. ISIS heeft laten zien in grote delen van de wereld aantrekkingskracht
                        te hebben. De dreiging van ISIS is met name in Afrika en in het bijzonder in de Sahel-regio
                        de afgelopen jaren toegenomen.
40
Blijft Irak vragen dat buitenlandse troepen (op termijn) worden teruggetrokken?
In januari 2020 werd in het Iraakse parlement een niet-bindende motie aangenomen waarin
                        de Iraakse regering wordt gevraagd «buitenlandse troepen» te gelasten het land te
                        verlaten. De Iraakse regering heeft sinds deze oproep meermaals aan zowel de anti-ISIS
                        coalitie als de NAVO gevraagd om in Irak te blijven en de steun voort te zetten. De
                        huidige Iraakse regering heeft geen officieel standpunt ingenomen over deze motie
                        in het Iraakse parlement. In een verklaring naar aanleiding van de Strategische Dialoog
                        tussen de VS en Irak gaven beiden landen aan samenwerking tussen de anti-ISIS coalitie
                        en Irak nog altijd noodzakelijk te vinden. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat de
                        coalitie, gezien de successen in de strijd tegen ISIS, haar aanwezigheid op sommige
                        plekken in Irak heeft kunnen afbouwen.
41
Wat zijn volgens u de belangrijkste grondoorzaken van conflict?
Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan instabiliteit in Irak. Zo is er nog
                        steeds sprake van grote uitdagingen in het garanderen van de veiligheid, kan er niet
                        worden gesproken van een volledig inclusief bestuur, zijn er grote uitdagingen in
                        verzoening tussen verschillende bevolkingsgroepen en het bieden van gerechtigheid
                        voor slachtoffers van geweld, en zijn er verschillende gewapende milities actief in
                        Irak. Daarnaast is er nog altijd sprake van een
                     moeilijke relatie tussen Bagdad en Erbil en zijn er verschillende kwetsbare groepen
                        in de Iraakse samenleving die extra aandacht nodig hebben (minderheden, vrouwen, mensenrechtenverdedigers,
                        familieleden van (vermeende) ISIS-strijders en LHBTI). Ook is de huidige economie
                        niet in staat voldoende banen te bieden aan de groeiende arbeidsbevolking. Irak staat
                        daarnaast voor de uitdaging van het verbeteren van de democratische instituties en
                        het aanpakken van corruptie.
42
Hoe groot acht u de kans dat, nu er tussen de VS en Irak een akkoord is dat Amerikaanse
                     gevechtstroepen op termijn kunnen worden teruggetrokken uit Irak, de VS zelfstandig
                     dit besluit zullen nemen zoals in Afghanistan?
                  
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de VS zich op korte termijn volledig
                        zal terugtrekken uit Irak. Het kabinet heeft geen signalen van die aard ontvangen
                        en de afspraken tussen de VS en Irak zien daar ook niet op. Hoewel ISIS militair verslagen
                        is, blijven de dreiging en de grondoorzaken van terrorisme aanwezig. Het is nu van
                        belang om de Iraakse veiligheidstroepen in staat te stellen verantwoordelijkheid te
                        nemen voor hun eigen veiligheid. Hier ligt een belangrijke rol voor de anti-ISIS coalitie
                        en NMI. Het is de verwachting dat verdere besluiten over troepenterugtrekkingen in
                        coalitie- en NAVO-verband worden afgestemd.
43
Zijn de coalitielanden actief betrokken bij of worden zij actief geïnformeerd over
                     de besluitvorming van de VS over het tijdstip waarop Amerikaanse gevechtstroepen kunnen
                     worden teruggetrokken uit Irak?
                  
Besluitvorming over troepenterugtrekking wordt in principe besproken en afgestemd
                        in coalitieverband. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de VS op korte termijn
                        zal besluiten zich helemaal terug te trekken uit Irak. Het kabinet heeft geen signalen
                        van die aard ontvangen.
44
Wat is de reactie van de Iraakse overheid op de gesprekken met de Iraakse autoriteiten
                     over de positie van journalisten?
                  
Nederland roept de Iraakse overheid in bilaterale contacten en multilateraal verband
                        op tot naleving van mensenrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid
                        van meningsuiting staat in Irak onder druk. De Iraakse overheid erkent in die contacten
                        het belang van de naleving van mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting.
                  
45
Is bekend wie verantwoordelijk zijn voor van het normbeeld afwijkende doelen die de
                     afgelopen periode zijn aangevallen, waaronder aanvallen op stellingen van de Koerdische
                     strijdkrachten?
                  
Raketbeschietingen van stellingen van de Koerdische veiligheidstroepen (Peshmerga)
                        worden in verband gebracht met Sjiitische milities. ISIS neemt vanuit de betwiste
                        gebieden af en toe posten van de Koerdische veiligheidstroepen onder vuur met indirect
                        vuur (mortieren) en scherpschutters.
46
Welke mogelijkheden zijn er om de humanitaire situatie in de opvang- en detentiecentra
                     voor (vermeende) ISIS-aanhangers en hun families, mede als gevolg van de beperkte
                     capaciteit van de SDF, te verbeteren?
                  
Er zijn, ondanks de moeizame toegang tot de kampen in Noordoost-Syrië, verschillende
                        internationale hulporganisaties actief, waaronder het Internationale Rode Kruis (ICRC).
                        Deze hulporganisaties verstrekken voedsel, onderdak, water, sanitatie en psychosociale
                        zorg. Zo heeft ICRC onder andere een veldhospitaal in Al Hol, waar naast medische
                        en chirurgische diensten ook in beperkte mate individuele psychologische ondersteuning
                        wordt geleverd.
                  
Nederland draagt financieel substantieel bij aan internationale hulporganisaties bij
                        het lenigen van de noden van Syriërs. Dit jaar is dat 19 miljoen euro voor humanitaire
                        hulp in heel Syrië, naast de ongeoormerkte bijdragen aan VN-organisaties en het Internationale
                        Rode Kruis. Deze organisaties bepalen op basis van het humanitaire imperatief en de
                        humanitaire principes (onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid) zelf waar
                        en aan wie hulp wordt verleend. Dit is volgens de humanitaire uitgangspunten aan de
                        meest kwetsbaren met de hoogste nood en zonder onderscheid naar onder andere afkomst,
                        religie en nationaliteit.
47
Wat zijn de gevolgen, indien er daadwerkelijk sprake zal zijn van uitbraken en radicalisering
                     in de detentiecentra in het noorden van Syrië?
                  
De verhalen over radicalisering en rekrutering door ISIS in de kampen alsmede de berichtgeving
                        over ontsnappingen van Nederlandse vrouwen uit de kampen in Noordoost-Syrië baren
                        het kabinet ernstige zorgen. Ontsnapte uitreizigers kunnen zich immers weer aansluiten
                        bij terroristische groepen en ze zouden onder de radar kunnen terugkeren naar Nederland.
                        Het kabinet heeft maatregelen getroffen om het risico van onopgemerkte terugkeer van
                        uitreizigers naar Nederland te minimaliseren. Onderkende uitreizigers staan internationaal
                        strafrechtelijk gesignaleerd ter fine van uitlevering aan Nederland. Hun paspoorten
                        zijn gesignaleerd en ongeldig verklaard.
Indien uitreizigers zich melden met een consulaire hulpvraag bij een Nederlandse ambassade
                        of consulaat in de regio, worden zij – mits zij de Nederlandse nationaliteit bezitten
                        en niet vervolgd worden in het betreffende land – onder begeleiding van de Koninklijke
                        Marechaussee teruggebracht naar Nederland ter fine van strafvervolging. Indien de
                        vrouwen en hun kinderen terugkeren naar Nederland (op eigen initiatief of door repatriëring),
                        dan zullen de vrouwen worden berecht.
48
Hoe verklaart u dat het draagvlak voor buitenlandse troepen in Irak zo beperkt is?
Er is onder grote delen van het Iraakse bestuur wel degelijk steun voor de aanwezigheid
                        en bijstand van buitenlandse troepen. De troepen die op dit moment in Irak zijn gestationeerd,
                        zijn daar dan ook op uitnodiging van de Iraakse regering. Er is brede erkenning binnen
                        de Iraakse regering dat de Iraakse strijdkrachten de ondersteuning van buitenlandse
                        troepen nodig hebben. Daarbij wordt er door de Iraakse regering wel een onderscheid
                        gemaakt tussen de «combat forces» (die Irak dienen te verlaten) en «trainers and advisors»
                        (die mogen blijven). Andere delen van het Iraakse bestuur en de Iraakse bevolking
                        zijn kritischer over de aanwezigheid van buitenlandse troepen. De kritiek bereikte
                        een hoogtepunt tijdens de escalatie van spanningen tussen de VS en Iran op Iraaks
                        grondgebied begin 2020. Sindsdien lijken de gemoederen op dit vlak enigszins bedaard,
                        niet in het minst omdat stapsgewijs afspraken gemaakt worden over het terugbrengen
                        van de aantallen (gevechts-)troepen in Irak. Al blijven milities die met Iran in verband
                        gebracht worden, met geweld druk uitoefenen op de aanwezigheid van westerse troepen,
                        o.a. in de vorm van raketaanvallen.
49
Wat zeggen opiniepeilingen onder de Iraakse bevolking over het draagvlak voor de aanwezigheid
                     van buitenlandse troepen in Irak?
                  
Het kabinet is niet bekend met recente opiniepeilingen onder de Iraakse bevolking
                        over het draagvlak voor buitenlandse troepen in Irak. Hoewel bekend
                     is dat organisaties zoals bijvoorbeeld de Konrad Adenauer Stiftung1
                      vorig jaar een peiling hebben uitgevoerd (waaruit een kritisch beeld naar voren komt)
                        kan het kabinet geen gedegen oordeel vellen over de mate waarin verschillende opiniepeilingen
                        plaatsvinden, de kwaliteit van deze peilingen en in hoeverre deze in gezamenlijkheid
                        een goede graadmeter vormen voor de publieke opinie.
50
Het kabinet schrijft dat, «zolang de pandemie voortduurt moet rekening worden gehouden
                     met beperkingen. Een positieve ontwikkeling is dat de verschillende missies voortgang
                     maken met de vaccinatie van personeel.» Betekent dit dat er mogelijk ook nog geheel
                     volgend jaar beperkingen zullen zijn, gezien het trage vaccinatietempo in Irak? En
                     per wanneer zal in ieder geval het personeel van de verschillende missies grotendeels
                     gevaccineerd zijn, en welke effecten zal dit hebben op de missie?
                  
Zie ook de beantwoording van vraag 6. De Nederlandse militairen zijn allemaal gevaccineerd.
                        Er is geen overzicht van vaccinaties van militairen van coalitiepartners. Globaal
                        kan worden gesteld dat de meeste militairen zijn gevaccineerd, waardoor ook binnen
                        de missie steeds meer beperkingen kunnen worden opgeheven. Uiteraard gelden er, zolang
                        de besmettingsgraad in Irak dat vereist, aanvullende maatregelen. Met mitigerende
                        maatregelen kunnen nog steeds de benodigde resultaten worden behaald
51
Wat zijn de praktische gevolgen van het stilleggen van trainingen?
52
Wat zijn de praktische gevolgen van het beperkt kunnen uitvoeren van de mandaten door
                     zowel NMI als EUAM?
                  
Antwoord op vraag 51 en 52:
Het praktische gevolg is dat activiteiten en trainingen tijdelijk stil zijn gelegd
                        en programma’s als geheel vertraging hebben opgelopen. Het zal dus langer duren voordat
                        alle trainees hun geplande opleiding hebben doorlopen en voordat EUAM en NMI hun mandaat
                        ten volle uit kunnen voeren.
53
Wie zijn verantwoordelijk voor zorgvuldige afstemming met de Iraakse autoriteiten?
De internationale troepen opereren onder de vlag van de coalitie (OIR) en de NAVO
                        (NMI), bij wie de verantwoordelijkheid voor uitvoering van het missiemandaat ligt.
                        De missies dragen vanuit die hoedanigheid verantwoordelijkheid voor afstemming met
                        de Iraakse autoriteiten.
54
Wat is volgens u de binnenlandse politieke context en hoe moet deze begrepen worden?
De politieke situatie in Irak is complex. Het land worstelt met de recente geschiedenis.
                        Het heeft de afgelopen veertig jaar in meer of mindere mate van conflict doorgebracht.
                        De Iraakse overheid is niet bij machte om alle problemen die hieruit voortgekomen
                        zijn aan te pakken. De positie van de soennieten binnen het Iraakse systeem is nog
                        altijd gemarginaliseerd. De soennieten hebben zich politiek (nog) niet goed weten
                        te organiseren, waardoor ze minder goed vertegenwoordigd worden in het parlement en
                        de regering. Ook is er onder sommige delen van de bevolking nog altijd sprake van
                        vooroordelen ten aanzien van soennieten waarbij hen collectief wordt verweten ISIS
                        te steunen, dan wel te hebben gesteund. De relatie tussen Bagdad en Erbil blijft bovendien
                        gespannen, bijvoorbeeld aangaande de situatie rondom de betwiste gebieden.
Begin mei 2020 is de interim--regering van premier Kadhimi aangetreden, na een moeizaam
                        regeringsvormingsproces. Premier Kadhimi heeft, evenals zijn voorganger, geen stevige
                        politieke basis in het parlement, en moet bij de verschillende politieke allianties
                        steun verkrijgen voor zijn plannen. Kadhimi heeft aangegeven een interim--premier
                        te zijn en heeft vervroegde verkiezingen aangekondigd voor oktober 2021 om tegemoet
                        te komen aan de eisen van de demonstranten, die onder meer protesteerden tegen tekortschietende
                        corruptiebestrijding, een groot tekort aan banen en gebrekkige nutsvoorzieningen.
                        Via vervroegde verkiezingen hopen de demonstranten politieke verandering teweeg te
                        kunnen brengen.
55
Hoeveel bombardementen zijn uitgevoerd door de Nederlandse piloot die momenteel actief
                     is boven Irak? Wat zijn de gevolgen van die inzet, ook wat betreft slachtoffers?
                  
De in de VS geplaatste Nederlandse vlieger is met zijn squadron naar Saudi-Arabië
                        ontplooid geweest. Hij had daarbij toestemming om in het kader van OIR gevechtsmissies
                        uit te voeren boven Irak (niet boven Syrië). De betrokken vlieger is inmiddels weer
                        terug in de VS, en heeft aan geen enkele gevechtsmissie met daadwerkelijke wapeninzet
                        deelgenomen.
56
Operation Inherent Resolve (OIR) is gericht op het duurzaam verslaan van ISIS, het
                     ondersteunen van de Iraakse regering op het gebied van stabilisatie en op het vergroten
                     van de regionale stabiliteit. Wat houdt dat duurzaam verslaan precies in?
                  
Onder duurzaam verslaan wordt verstaan dat ISIS niet alleen militair wordt aangepakt
                        maar dat ook wordt geïnvesteerd in randvoorwaarden en structuren die een eventuele
                        heropleving van ISIS zouden moeten kunnen voorkomen en toekomstige dreigingen het
                        hoofd zouden moeten kunnen bieden. Het gaat dan met name om capaciteitsopbouw van
                        de Iraakse veiligheidssector.
57
Wie zijn verantwoordelijk voor afstemming tussen de beide missies zodat een zorgvuldige
                     overdracht van taken mogelijk is?
                  
Vertegenwoordigers van OIR en NMI bespreken op diverse niveaus met elkaar om het optreden
                        te coördineren en af te stemmen en een zorgvuldige taakoverdracht te realiseren. Daarnaast
                        vindt regelmatig en op verschillende niveaus overleg plaats tussen de hoofdsteden
                        van de NAVO-bondgenoten en de bij OIR betrokken partners.
58
Hoeveel bombardementen heeft België uitgevoerd sinds Nederlandse militairen bescherming
                     bieden op de Jordaanse basis? Wat zijn de gevolgen van die inzet, ook wat betreft
                     slachtoffers?
                  
Het kabinet doet geen uitspraken over inzet van coalitiepartners.
60
Nederland slaagt er op dit moment niet in om alle 20 posities waar mandaat voor is
                     in te vullen. Dat heeft onder andere te maken met de specifieke trainingsbehoefte
                     en de beperkte beschikbaarheid van adviseurs met deze specifieke kwaliteiten. Waar
                     heeft dat nog meer mee te maken?
                  
64
Wat doet u om de resterende posities van waar mandaat voor is in te vullen? Biedt
                     u aanvullende opleidingen en trainingen om adviseurs met deze specifieke kwaliteiten
                     op te leiden?
                  
65
Wat zijn de praktische gevolgen, nu u er niet in slaagt om alle 20 posities waar mandaat
                     voor is in te vullen?
                  
66
Was het u vooraf bekend dat Nederland mogelijk niet alle 20 civiele en militaire adviseurs
                     zou kunnen leveren voor deze bijdrage? Zo ja, heeft u dit gecommuniceerd met de NAVO?
                     Zo nee, waarom was het u niet vooraf bekend?
                  
Antwoord op vragen 60, 64, 65 en 66:
Meerdere coalitiepartners hebben personele capaciteiten aangeboden op functies waarvoor
                        ook Nederland expertise beschikbaar heeft gesteld. De NAVO maakt in dergelijke gevallen
                        de keuze welk land de functie mag leveren. Daarbij heeft Nederland meer expertise
                        aangeboden dan de NAVO heeft geaccepteerd. Indien de NAVO in een later stadium een
                        additionele behoefte stelt, zal worden beoordeeld of Nederland hierin kan voorzien.
                        Hierin is de behoefte van de NAVO aan adviseurs leidend. Uit de afwijzing door de
                        NAVO van de aangeboden expertise blijkt dat de NAVO over voldoende experts beschikt
                        om de taken van NMI te vervullen.
61
Het kabinet schrijft dat uitzendingen van tenminste een jaar de voorkeur zouden hebben
                     om een goede persoonlijke relatie met de Irakezen op te bouwen, maar dat dit niet
                     aansluit op het kortere uitzendregime van Nederland en veel bondgenoten. Kunt u aangeven
                     welke landen wel zulke lange(re) uitzendingen hanteren en of er mogelijkheden zijn
                     militairen (op vrijwillige basis) toch een jaar uit te zenden in lijn met de regel
                     voor civiele uitzendingen, waar dit wel gebeurt?
                  
Een exact overzicht is op dit moment niet beschikbaar. Het merendeel van de landen
                        hanteert net als Nederland een uitzendtermijn van zes maanden. Slechts bij een gering
                        aantal functies is er sprake van een langere termijn.
Ook Nederland kan in specifieke gevallen kiezen voor een langere uitzendtermijn. Dit
                        heeft vervolgens wel impact op het gereedstellingproces, dat in principe is ingericht
                        op een uitzendduur van zes maanden.
                  
62
Overweegt u om indien NMI zelf enabler-taken gaat invullen, waarmee verdere groei
                     van NMI tot ongeveer 4.000 personen nodig kan zijn, een bijdrage te gaan leveren?
                  
Zie ook de beantwoording op vraag 29. Op het moment dat NMI zelf enabler-taken moet gaan vervullen, zal Nederland onderzoeken op welke wijze een bijdrage
                        geleverd kan worden, inclusief de optie waarbij de aan OIR toegewezen capaciteiten
                        aan NMI worden toegekend. Overigens wordt een uitbreiding van NMI tot 4.000 mensen
                        niet op korte termijn verwacht.
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 19, heeft het kabinet nog geen besluit genomen
                        over de Nederlandse inzet in het kader van de anti-ISIS coalitie en de brede veiligheidsinzet
                        in Irak na 2021, wanneer het nationale mandaat afloopt. Uw Kamer zal hier dit najaar
                        over worden geïnformeerd.
63
Overweegt u om, vanuit het oogpunt van het opbouwen van vertrouwen, het uitzendregime
                     van Nederlandse militairen aan te passen? Zo ja, is hierover overleg met de (vertegenwoordigers)
                     van militairen?
                  
Defensie is niet voornemens om structurele aanpassingen in het uitzendregime door
                        te voeren. In zeer specifieke gevallen kan worden overwogen om een uitzondering te
                        maken.
67
Wat heeft de strijd tegen ISIS Nederland tot op heden in totaal gekost?
Zie de beantwoording van vraag 3.
Ondertekenaars
- 
              
                  
 ,
- 
              
                  
 ,
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
