Schriftelijke vragen : Coronatoegangsbewijzen en de deltavariant
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over coronatoegangsbewijzen en de deltavariant (ingezonden 5 juli 2021).
Vraag 1
Hoe duidt u de berichtgeving van afgelopen weekend en het weekend ervoor over de toename
van besmettingen bij evenementen die plaatsvonden met een coronatoegangsbewijs, zoals
in Discotheek Aspen Valley in Enschede?1
Vraag 2
Is bij het 116e en 117e advies van het Outbreak Management Team (OMT) aangaande het
versneld zetten van stap 5 van het openingsplan, rekening gehouden met een scenario
dat het coronatoegangsbewijs en het testen voor toegang niet optimaal zou functioneren?
Zo nee, bent u bereid met spoed een nieuw OMT-advies te vragen gezien de meest recente
ontwikkelingen?
Vraag 3
Wat is de wetenschappelijke bron voor het afgeven van een coronatoegangsbewijs direct
na het toedienen van het Janssen-vaccin? Welk wetenschappelijk adviesorgaan heeft
hierover geadviseerd?
Vraag 4
Kunt u zich uw uitspraak tijdens het commissiedebat over de EU-Gezondheidsraad (d.d.
9 juni) herinneren waarin u over het gevoerde beleid in het buitenland het volgende
zei: «Praktisch betekent dit dat je twee weken na je vaccinatie nog twee weken zult
moeten wachten voordat je daadwerkelijk je vaccinatiebewijs kunt gebruiken om te kunnen
reizen. Dat vind ik erg onpraktisch?»2
Vraag 5
Kunt u de risicoafweging van deze uitspraak kwantificeren? Met andere woorden: wat
is het besmettingsrisico direct na een eerste Janssen-prik ten opzichte van bijvoorbeeld
een negatieve test en in welke mate speelt het argument of iets praktisch dan wel
onpraktisch is?
Vraag 6
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.