Schriftelijke vragen : De dwangsommen die de Staat dreigt te moeten betalen omdat het kabinet Rutte III het Urgenda-vonnis niet lijkt uit te voeren
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister-President over de dwangsommen die de Staat dreigt te moeten betalen omdat het kabinet Rutte III het Urgenda-vonnis niet lijkt uit te voeren (ingezonden 5 juli 2021).
Vraag 1
Is het waar dat uw regering het bij monde van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius «teleurstellend»
heeft genoemd dat Urgenda opnieuw naar de rechter stapt om uitvoering van het Urgenda-vonnis
af te dwingen en omdat Urgenda niet «de maatregelen afwacht»?1,
2
Vraag 2
Vindt u niet dat het juist teleurstellend is dat de Nederlandse regering überhaupt
door de rechter op de vingers moest worden getikt wegens het schenden van de zorgplicht
voor onder andere het recht op leven en het niet nakomen van de ondergrens van de
internationaal geaccepteerde doelstelling van 25–40 procent emissiereductie in 2020?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Vindt u niet dat het nog veel teleurstellender zou zijn als de Staat der Nederlanden
dit vonnis van de rechter vervolgens niet uitvoert (waar het tot nu toe alle schijn
van heeft)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Vindt u het passend in een rechtsstaat als de overheid een vonnis van de rechter niet
uitvoert? Zo nee, waarom heeft u het dan zo ver laten komen?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) al in 2007 waarschuwde
dat, om een kans van meer dan 50 procent te hebben op het beperken van de opwarming
van de Aarde tot maximaal 2 graden celcius, de totale uitstoot van broeikasgassen
door de zogenaamde Annex I-landen (waaronder Nederland) in 2020 25 tot 40 procent
lager zou moeten zijn dan in 1990?3
Vraag 6
Erkent u dat het IPCC inmiddels ruimschoots heeft aangetoond dat voor het leven op
Aarde een opwarming van maximaal 1,5 graad ten opzichte van een opwarming van 2 graad
een groot verschil maakt?4 Zo nee, waarom niet? Zo ja, erkent u dat dit een nadere versnelling van het reductietempo
vraagt?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat op o.a. de Klimaattop van 2007 in Bali (COP 13) de noodzaak
is erkend (ook door Nederland) van drastische reducties door de Annex I-landen (waaronder
Nederland), inclusief expliciete erkenning van het IPCC-rapport dat opriep uiterlijk
in 2020 de uitstoot met 25–40 procent te verminderen?5
Vraag 8
Erkent u dat de Nederlandse bevolking inmiddels al meer dan 13 jaar «de maatregelen
afwacht» die nodig zijn om deze doelstelling te halen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Erkent u dat het ongepast was om Urgenda weg te zetten als een ongeduldige organisatie,
terwijl uw regering een half jaar na de deadline van 2020 nog stééds geen afdoende
maatregelen heeft genomen om te zorgen dat de absolute ondergrens – uiterlijk in 2020
minimaal 25 procent minder broeikasgasuitstoot ten overstaande van 1990 – ten minste
is gehaald? Zo ja, bent u bereid uw excuses aan te bieden aan Urgenda voor de ongepaste
reactie van uw regering?
Vraag 10
Bent u bereid vandaag nog de maatregelen te treffen die nodig zijn om het Urgenda-vonnis
uit te voeren, het klimaatdoel blijvend te halen en een nieuwe nederlaag bij de rechter
te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Herinnert u zich het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV (2007), waarin een
broeikasgasreductiedoel stond opgenomen van 30 procent in 2020 ten opzichte van 1990?6
Vraag 12
Herinnert u zich dat de toenmalige regering bij monde van Minister van Verkeer Ruimtelijke
Ordening en Milieu (VROM) Jacqueline Cramer in 2009 al bezorgd wees op het te lage
tempo van emissiereductie: «Het totaal van emissiereducties dat de ontwikkelde landen tot nu toe hebben aangeboden,
blijft nog onvoldoende om de 25–40 procent reductie in 2020 te bereiken, die nodig
is om op een geloofwaardig traject te blijven om de 2 graden doelstelling binnen bereik
te houden»?7
Vraag 13
Herinnert u zich het regeerakkoord van het kabinet Rutte I (2010), waarin – in strijd
met de wetenschappelijk onderbouwde én door Nederland erkende noodzaak van een reductie
van 25–40 procent in 2020 – het toch al niet ambitieuze Nederlandse broeikasgasreductiedoel
opeens werd verlaagd naar 20 procent in 2020?8 Hoe kijkt u terug op deze onverantwoorde beslissing?
Vraag 14
Hoe kijkt u nu terug op uw beslissing om destijds (12 november 2012) geen gehoor te
geven aan het alleszins redelijke verzoek van Urgenda: «…dat de Nederlandse Staat al die maatregelen zal treffen die nodig zijn om te zorgen
dat per 2020 de Nederlandse (binnenlandse) emissie van broeikasgassen daadwerkelijk
met 40 procent zal zijn verminderd ten opzichte van de Nederlandse emissies in 1990»?9
Vraag 15
Erkent u dat dit verzoek van Urgenda en de daaropvolgende rechtsgang überhaupt niet
nodig zouden zijn geweest als opeenvolgende kabinetten – zoals men zou mogen verwachten
van het landsbestuur – zich gecommitteerd zouden hebben aan de beschikbare wetenschappelijke
kennis en internationale afspraken over het aanpakken van de klimaatcrisis? Zo nee,
waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
M. Rutte, minister-president -
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.