Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de rol van het Portugees EU Voorzitterschap tijdens de onderhandelingen over de aanpassing van de TEN-E verordening
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Portugal under fire for backtracking on gas funding»1EU observer, 31 mei 2021, «Portugal under fire for backtracking on gas funding». (https://euobserver.com/climate/151983) (ingezonden 7 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
2 juli 2021).
Vraag 1, 2, 3
Wat vindt u ervan dat een groep EU-lidstaten de financiering van gasprojecten probeert
te verlengen, waarmee zij tegen Europese klimaatdoelen- en plannen in gaan?
Wat is de reactie van Nederland op de poging van tijdelijk voorzitter Portugal om
de investeringen in de fossiele industrie op de agenda te houden?
Kunt u aangeven welke stappen Nederland – via verschillende gremia – heeft gezet om
de tijdelijk voorzitter te bewegen af te zien van hun poging? Op welke wijze trekt
Nederland samen op met andere lidstaten?
Antwoord 1, 2, 3
Het kabinet heeft de inzet voor de TEN-E verordening neergelegd in het BNC-fiche2 en daarna met uw Kamer besproken en aangescherpt in het Commissiedebat Energieraad
van 3 juni jl. Het kabinet is van mening dat infrastructuur voor fossiele brandstoffen
geen subsidie meer mag ontvangen uit EU-fondsen om zodoende bij te dragen aan het
bereiken van de EU-klimaat en energiedoelen van 2030 en 2050. Het kabinet is evenwel
van mening dat het geschikt maken van bestaande aardgasinfrastructuur voor duurzame
gassen, waaronder waterstof, onderdeel zou moeten zijn van de herziene TEN-E verordening.
Ook is in het Commissiedebat gewisseld dat het Nederlandse standpunt door een groep
landen niet gedeeld werd en er dus mogelijk een compromis zou volgen.
Het Portugees voorzitterschap had voorafgaand aan de Energieraad geen overeenstemming
bereikt over de te herziene TEN-E verordening. Een aantal lidstaten heeft aangegeven
nog ruimte te willen voor aardgasprojecten gezien hun energiemix en voortgang in de
energietransitie. Het Portugese voorzitterschap heeft tijdens de Energieraad een nieuw
compromisvoorstel op tafel gelegd. In het compromisvoorstel waren strengere eisen
opgenomen voor de bijmenging van waterstof in bestaande aardgasnetwerken. Zo moeten
de betreffende netwerken technisch geschikt worden gemaakt om pure waterstof te transporteren,
en mag bijmenging slechts plaatsvinden tot 31 december 2029, waarbij financiering
slechts tot 31 december 2027 mogelijk is. Verder zijn bepalingen toegevoegd om de
negatieve impact van bijmenging op de interoperabiliteit van grensoverschrijdende
gasnetwerken te voorkomen. Daarmee wordt marktfragmentatie door verschillen in gaskwaliteit
tegengegaan.
Nederland heeft uiteindelijk, het krachtenveld meewegend, voor het compromisvoorstel
gestemd, omdat het tegemoet kwam aan de belangrijkste bezwaren die Nederland nog had
op het gebied van bijmenging en waterstofelektrolyse.
Nederland heeft tot aan en tijdens de Energieraad samengewerkt met een groep van EU-lidstaten
die opgeroepen hebben tot het uitfaseren van investeringen in grensoverschrijdende
infrastructuur voor fossiele brandstoffen middels Europese TEN-E fondsen. Ik verwijs
u ook naar het verslag over de Energieraad van 11 juni.
Vraag 4
Erkent u dat het feit dat er nog geen besluit is genomen om de investeringen in fossiele
brandstoffen te stoppen – zoals het Internationale Energie Agentschap (IEA) bepleit,
maakt dat lobby via verschillende lidstaten, dan wel via de Europese Commissie, zullen
blijven proberen de agenda in hun voordeel te beïnvloeden? Kunt u uw antwoord toelichten?3
Antwoord 4
Het staat lidstaten vrij om hun eigen inzet te kiezen in de EU-onderhandelingen. Ook
zijn alle stakeholders vrij om hun inbreng naar voren te brengen, binnen de daarvoor
geldende kaders.
Vraag 5
Welke rol wil Nederland spelen om het advies van de IEA over te nemen binnen het Europese
en nationale klimaat- en energiebeleid voor de komende tijd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
De Nederlandse nationale inzet is en blijft gestoeld op het Klimaatakkoord en de uitvoering
daarvan. Uiteraard wordt de inzet mede bepaald aan de hand van wetenschappelijk onderbouwde
rapporten, zoals o.a. het aangehaalde rapport van het IEA4. Eventuele wijzigingen van de huidige beleidsinzet zijn aan een nieuw kabinet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.