Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over banksaldi van overleden dierbaren
Vragen van lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over banksaldi van overleden dierbaren (ingezonden 3 mei 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens Minister voor Rechtsbescherming)
(ontvangen 2 juli 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2850.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Radar van 26 april 2021?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het beschikken over een bankrekening een algemene nutsfunctie
betreft; je kunt er in de praktijk immers niet zonder?
Antwoord 2
Ja. Ik vind het belangrijk dat ter voorkoming van sociale en financiële uitsluiting
iedereen toegang heeft tot een betaalrekening. In beginsel heeft iedere consument
die rechtmatig in de EU verblijft ook recht op toegang tot een basisbetaalrekening.
Dit komt voort uit de Europese Payment Accounts Directive (PAD) die is geïmplementeerd
in de Wet op het financieel toezicht (Wft).
Vraag 3
Deelt u de mening dat van banken verwacht mag worden dat, als een ouder of andere
naaste overlijdt, banken meelevend en behulpzaam zijn in deze vaak moeilijke en verdrietige
tijd?
Antwoord 3
Ja, deze mening deel ik. Van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heb ik begrepen
dat er bij verschillende banken een speciale servicedesk nabestaanden is die consumenten
begeleidt bij de afhandeling van de bankzaken van een overledene. Daarbij moet de
bank wel vaststellen dat men erfgenaam is van de overledene.
Vraag 4
Kent u de wens van vele klanten dat zij persoonlijk (en soms ook fysiek) te woord
worden gestaan? Merkt u ook dat dat met de sluiting van steeds meer kantoren steeds
meer onder druk komt te staan? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 4
Ja, ik herken deze wens. Ik begrijp dat banken innoveren en hiermee inspelen op de
behoeften van de klant. Dit kan betekenen dat banken de bestaande bedrijfsvoering
aanpassen. Ik vind echter dat dit niet ten koste mag gaan van mensen die behoefte
hebben of genoodzaakt zijn om hun bankzaken fysiek te regelen. In mijn brief in reactie
op de Jaarrapportage 2020 en de Bereikbaarheidsmonitor 2021 van het Maatschappelijk
Overleg Betalingsverkeer (MOB) van 4 juni jongstleden2 geef ik aan dat ik het belangrijk vind dat er oog is voor de positie van consumenten
uit kwetsbare groepen in het betalingsverkeer en dat er voldoende alternatieven beschikbaar
zijn wanneer een bankfiliaal wordt gesloten. Hierbij heb ik ook aangegeven dat ik
het MOB aanmoedig om de komende maanden aan de slag te gaan met het actieplan Toegankelijkheid
Betalingsverkeer dat is gepresenteerd in het MOB van 20 mei jongsleden.3
Vraag 5
Welke voorwaarden mogen banken opleggen om tegoeden vrij te geven aan erfgenamen?
Worden deze voorwaarden door banken zelf opgesteld, of gelden hier algemene regels
voor?
Antwoord 5
De banken voeren eigen beleid voor het vrijgeven van tegoeden aan de erfgenamen van
de overledene. Het is daarbij aan de bank om te beoordelen wanneer de (door de erfgenamen
aangedragen) informatie om hun aanspraken op de tegoeden aan te tonen voor de bank
voldoende is. De vrijheid van banken in het bepalen en toepassen van beleid kan worden
begrensd wanneer dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar
is.4
De bank kan afhankelijk van bijvoorbeeld het tegoed op de rekening of het type bankproduct
een erfgenaam om een verklaring van erfrecht vragen.
Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waarmee een erfgenaam aan derden
kan aantonen dat hij erfgenaam is van de nalatenschap van de overledene (artikel 4:188
lid 1 BW). Volgens de NVB vragen veel banken in beginsel geen verklaring van erfrecht
voor kleinere tegoeden. Zowel de erfgenamen als de banken hebben belang bij een verklaring
van erfrecht vanwege de bewijsrechtelijke functie ervan. Met een verklaring van erfrecht
kunnen erfgenamen op een eenvoudige manier hun recht op de banksaldi van de overledene
aantonen. Het belang van een verklaring van erfrecht voor de bank is dat zij bevrijdend
kunnen betalen aan de persoon die volgens de verklaring van erfrecht de erfgenaam
is. Hiermee wordt het risico voorkomen dat als zij op basis van de verklaring van
erfrecht aan de verkeerde personen de banksaldi uitkeren, zij in de toekomst aan onbekende
rechthebbenden alsnog moeten uitkeren. De kosten voor het opmaken van een verklaring
van erfrecht zijn afhankelijk van de tarieven van de notaris.
De banken hanteren sinds 1 januari 2012 een formulier om vast te stellen of de tegoeden
van een rekeninghouder die is overleden kunnen worden uitbetaald aan de langstlevende
echtgenoot of geregistreerd partner. Dit NVB-formulier is het resultaat van gesprekken
tussen de NVB en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties om in
het kader van de vermindering van administratieve lasten tot een meer eenduidig beleid
te komen. Het NVB-formulier dat wordt ingevuld door een erfgenaam, geeft eenvoudig
weer onder welke omstandigheden de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner
(met of zonder kinderen) zonder afgifte van een verklaring van erfrecht over de rekeningtegoeden
van de overleden partner kan beschikken5. Het gaat daarbij om de relatief eenvoudige situatie waarin onder andere geen testament
is opgemaakt, een positief saldo op de rekening staat van minder dan 100.000 euro
en de langstlevende partner de nalatenschap zal aanvaarden.
Vraag 6 en 7
Waarom is er zoveel verschil tussen de voorwaarden van verschillende banken en zelfs
binnen banken? Dat is toch hartstikke lastig en administratief belastend in de verdrietige
tijd waarin mensen verkeren en wanneer erflaters bijvoorbeeld rekeningen bij meerdere
banken hebben?
Bent u bereid net als bij langstlevenden algemene principes en normen af te spreken
met banken?
Antwoord 6 en 7
Ik kan mij voorstellen dat het lastig en administratief belastend is voor deze mensen
wanneer de voorwaarden tussen de banken verschillen. Volgens de NVB maakt op dit moment
elke bank een eigen afweging en hanteert de bank daarbij maatwerk. Hierdoor kunnen
er verschillen ontstaan tussen banken. Afhankelijk van bijvoorbeeld het tegoed op
de rekening of het type bankproduct kan er om verschillende documentatie, waaronder
een verklaring van erfrecht, worden gevraagd.
Zoals ik heb geantwoord op vraag 5 bestaat er sinds 2012 een NVB-formulier voor de
langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner waarmee zij eenvoudig kunnen vaststellen
of al dan niet een verklaring van erfrecht nodig is. De banken hebben aangegeven dat
zij ook voor andere erfgenamen gezamenlijk willen kijken (binnen de mogelijkheden
van het mededingingsrecht) naar hoe zij het proces van uitbetaling van de tegoeden
van overleden rekeninghouders verder kunnen vereenvoudigen en verduidelijken. Zij
komen hier mogelijk dit najaar op terug. Ik moedig dit aan en blijf hierover in gesprek
met de banken.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het afwikkelen van erfenissen geen concurrentievoorwaarde moet
zijn, maar gewoon een kwestie van beschaving is, die hoort bij de nutsfunctie van
banken?
Antwoord 8
Uiteraard verwacht ik dat banken meelevend en behulpzaam zijn in een tijd die moeilijk
en verdrietig is voor nabestaanden. Het is aan de erfgenamen zelf, of aan een in een
testament benoemde executeur of bewindvoerder of een door de rechter benoemde vereffenaar
om de erfenis af te wikkelen. De expertise op het gebied van het erfrecht ligt bij
de notaris. De taak van banken richt zich in deze gevallen op het afsluiten van de
klantrelatie na kennisneming van overlijden en het uitkeren van de resterende saldi
aan de erfgenamen of het overzetten van de bankrekening op de erfgenamen als zij de
rekening willen overnemen.
Vraag 9
Bent u bereid deze nieuwe standaard in overleg met banken zo te (laten) zetten dat
deze (vrijwel) kosteloos is en met zo weinig mogelijk administratieve ellende gepaard
gaat in eenvoudige zaken waarmee geen groot geld gemoeid is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ik kan mij voorstellen dat het vervelend is wanneer erfgenamen tegen relatief hoge
administratieve lasten aan lopen. Zoals ik op vraag 6 en 7 heb geantwoord, heeft de
NVB aangegeven dat zij met de banken gezamenlijk wil kijken hoe zij het proces van
uitbetaling van de tegoeden van overleden rekeninghouders verder kan vereenvoudigen
en verduidelijken. Daarnaast verwijs ik graag naar mijn antwoord op vraag 5 waarbij
ik ben ingegaan op de verklaring van erfrecht die door de notaris wordt opgemaakt
(artikel 4: 188 lid 1 BW). Aan de verklaring van erfrecht zijn voor de erfgenamen
wel kosten verbonden die de notaris bepaalt. De notaris heeft een zorgplicht en staat
in voor de juistheid van de verklaring. Hij doet onderzoek alvorens de verklaring
van erfrecht op te stellen. De NVB heeft aangegeven graag productief met de Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie (KNB) samen te willen werken en is bereid te kijken hoe
zij zaken samen kunnen vereenvoudigen rondom de verklaring van erfrecht. Ook de Minister
voor Rechtsbescherming heeft dit op verzoek van de NVB bij de KNB onder de aandacht
gebracht. De KNB heeft daarop laten weten open te staan voor een gesprek met de NVB.
Vraag 10 en 11
Bent u ermee bekend dat het soms meer geld kost om banktegoeden vrij te laten geven
aan erfgenamen dan er tegoed op de betreffende rekening staat? Wat vindt u daarvan?
Beseft u dat 500 euro voor veel mensen een behoorlijke som geld is?
Bent u bekend met de uitspraken van het Klachteninstituut Financiele Dienstverlening
(Kifid) bij kleine, eenvoudige erfenissen, waarin toch de erfgenaam in het ongelijk
werd gesteld toen die geen verklaring van erfrecht wilde laten opmaken door een notaris?
Vindt u dat redelijk en wenselijk?
Antwoord 10 en 11
Ik ben bekend met een dergelijke Kifid-uitspraak.6 Graag verwijs ik hiervoor naar de beantwoording van vraag 5. Ik vind het van belang
dat erfgenamen geen onnodige administratieve lasten ervaren. De NVB heeft aangegeven
dat voor kleinere tegoeden er door de bank in beginsel geen verklaring van erfrecht
wordt gevraagd, maar dat daar afhankelijk van de situatie van kan worden afgeweken.
Bijvoorbeeld bij een ingewikkelde erfenis of als de erfgenaam niet de langstlevende
partner noch een kind van de overledene is. Volgens de NVB maakt elke bank een eigen
afweging en hanteert de bank daarbij maatwerk. Afhankelijk van bijvoorbeeld het tegoed
op de rekening of het type bankproduct kan er om verschillende documentatie, waaronder
een verklaring van erfrecht, worden gevraagd.
Vraag 12
Wat gebeurt er met tegoeden van mensen die niet aan de vereisten kunnen voldoen, of
wanneer de kosten dermate hoog zijn dat deze in geen verhouding staan tot het resterende
saldo?
Antwoord 12
Graag verwijs ik hiervoor naar de beantwoording van vraag 5. Het belang van een verklaring
van erfrecht voor de bank is dat zij bevrijdend kunnen betalen aan de persoon die
volgens de verklaring van erfrecht de erfgenaam is. Hiermee wordt het risico voorkomen
dat als zij op basis van de verklaring van erfrecht aan de verkeerde personen de banksaldi
uitkeren, zij in de toekomst aan onbekende rechthebbenden alsnog moeten uitkeren.
Het kan daarom zijn dat banken in bepaalde situaties vragen om een verklaring van
erfrecht.
Als erfgenamen geen beroep doen op het saldo van hun overleden dierbare of de erfgenamen
niet bij de bank bekend zijn, dan blijft het saldo als «inactief tegoed» bij de bank.
Via het Loket Slapende Tegoeden van de NVB7kunnen erfgenamen of executeurs die belast zijn met de afwikkeling van de nalatenschap,
controleren of er girale tegoeden op naam van de overledene aanwezig zijn waar de
erfgenaam recht op heeft. In dat geval kunnen de erfgenamen aan de hand van een verklaring
van erfrecht de tegoeden alsnog opeisen en keert de bank aan hen uit.
Er zijn momenteel gesprekken gaande over een «convenant onbeheerde nalatenschappen»
tussen de NVB, de banken en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), onderdeel van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat onder meer verantwoordelijk is voor
het afwikkelen van onbeheerde nalatenschappen en het opsporen van eventuele erfgenamen.
Dit convenant heeft als doel om rechthebbenden van tegoeden van overleden rekeninghouders
op te sporen.
Vraag 13
Deelt u de mening dat sprake is van ongewenste verplichte winkelnering bij ING, die
vereist dat mensen een rekening bij dezelfde bank moeten aanhouden om geld te laten
vrijvallen? Is dit toegestaan? Wilt u de Autoriteit Financiële Markten (AFM) erop
wijzen dat dit in de praktijk voorkomt?
Antwoord 13
Ja, ik deel deze mening. Het klinkt als een onlogische voorwaarde en onnodig bezwarend
voor deze mensen. ING heeft bij de NVB aangegeven dat ING haar klanten niet verplicht
om eerst een rekening te openen voordat zij de banktegoeden vrijgeven. Deze aanwezige
tegoeden kunnen volgens de NVB ook naar een rekening naar eigen keuze worden overgemaakt.
Als er verdere signalen zijn dan verneem ik dat graag.
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat er sprake lijkt van willekeur, bijvoorbeeld wanneer Radar belt,
en een verklaring van erfrecht in die gevallen ineens niet meer nodig is, en bij ING,
waar het helemaal een loterij lijkt onder welke omstandigheden er wat wordt gevraagd?
Dat zou toch niet zo moeten?
Antwoord 14
ING geeft aan beleid te hebben dat door de medewerkers van de servicedesk nabestaanden
wordt gevolgd. Daarbij heeft ING bij de NVB aangegeven dat de aandacht van Radar er
wel voor heeft gezorgd dat ING haar beleid gaat evalueren. Volgens de NVB kijkt ING
in deze evaluatie ook naar situaties waarin de erfgenamen meer moeten betalen voor
een verklaring van erfrecht om banktegoeden van de overledene te verkrijgen dan dat
er tegoed op de desbetreffende rekening staat.
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat ook om een verklaring van erfrecht wordt gevraagd, zelfs als
er een testament kan worden getoond?
Antwoord 15
Een testament en een verklaring van erfrecht hebben beide betrekking op de erfenis
van de overledene, maar zijn verschillende notariële akten die verschillende doelen
dienen. In een testament staat opgenomen aan welke erfgenamen de overledene (een deel
van) zijn vermogen wil nalaten. Een testament volstaat echter niet voor de erfgenaam
om zijn aanspraak op een deel van de erfenis geldend te maken.
Een testament leidt meestal niet eenduidig naar de erfgenamen. Dat komt doordat men
zo veel mogelijk verschillende situaties met één testament probeert te regelen. Een
in het testament opgenomen erfgenaam kan al zijn overleden, onwaardig zijn, niet meer
de partner van de erflater zijn, of de nalatenschap hebben verworpen. In al die gevallen
komt er iemand anders in de plaats van de oorspronkelijk genoemde erfgenaam. Of een
erfgenaam kan onder bewind staan of in de schuldsanering zitten waardoor het hem niet
is toegestaan de nalatenschap zo maar te aanvaarden en het bij de bank aanwezige tegoed
op te vragen. Als er geen testament is, dan bepaalt de wet wie erfgenamen zijn. Ook
dan moet aan de hand van onderzoek in de Burgerlijke Stand eerst worden vastgesteld
wie bijvoorbeeld de kinderen van de erflater zijn, of zijn broers en zussen. De notaris
gaat na wie de erfgenamen zijn en licht de erfgenamen voor over de gevolgen van een
keuze voor aanvaarding van de nalatenschap. Nadat de erfgenamen zijn geïdentificeerd
en zij hun keuze voor aanvaarding van de nalatenschap hebben gemaakt, maakt de notaris
de verklaring van erfrecht op. De verklaring van erfrecht bevat dus de resultaten
van het onderzoek van de notaris naar wie de erfgenamen zijn en wie bevoegd is over
de goederen van de nalatenschap (waaronder de banktegoeden) te beschikken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.