Schriftelijke vragen : Zich, tegen de wil van de Kamer, niet uitspreken namens Armeense krijgsgevangenen
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over zich, tegen de wil van de Kamer, niet uitspreken namens Armeense krijgsgevangenen (ingezonden 1 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de motie-Eppink (Kamerstuk 21501-02, nr. 2370), ingediend ter voorbereiding van de Raad Buitenlandse Zaken 21 juni 2021, om «alle
Armeense krijgsgevangenen en gedetineerde burgers vrij te laten en te repatriëren?»
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat de motie-Eppink Kamerbreed is ondersteund?
Vraag 3
Om welke redenen heeft u de breed aangenomen motie-Eppink «om alle Armeense krijgsgevangenen
en gedetineerde burgers vrij te laten en te repatriëren» niet geagendeerd voor de
Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni, terwijl de Kamer u hier wel tot heeft opgedragen?
Vraag 4
Op welke manieren heeft u tot dusver op andere wijze gepoogd Azerbeidzjan ertoe te
bewegen de Armeense krijgsgevangen en gedetineerde burgers vrij te krijgen?
Vraag 5
Op welke manieren en op welke bijeenkomsten zult u zich inzetten om de bovenstaande
motie-Eppink alsnog uit te voeren?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
D.J. Eppink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.