Schriftelijke vragen : Onrecht in de jeugdbeschermingsketen en een verborgen gehouden onderzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Vragen van de leden Van Nispen en Kwint (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over onrecht in de jeugdbeschermingsketen en een verborgen gehouden onderzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (ingezonden 30 juni 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel over Vincent en zijn strijd tegen onrecht in
het systeem van de jeugdbeschermingsketen?1
Vraag 2
Kunt u verduidelijken waaruit nou precies blijkt dat de problemen in de jeugdhulp,
en die ook in de verkenning van Reinout Woittiez naar voren zijn gekomen: «de volle
aandacht van de Ministeries van Justitie en Veiligheid en VWS en de gemeenten [hebben]»,
zoals een woordvoerder van uw departement zei? Welke concrete acties zijn ondernomen
en wanneer nadat de heer Woittiez zijn bevindingen had gepresenteerd?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de uitspraak van de heer Woittiez, die aangeeft «weinig enthousiasme»
te bespeuren op uw departement om deze problematiek aan te pakken?
Vraag 4
Deelt u de mening van de heer Woittiez, dat het er op lijkt dat het Ministerie van
VWS weliswaar aan de slag is gegaan met de jeugdzorg, maar daarbij niet genoeg oog
heeft gehad voor de praktische en juridische bezwaren? Zo ja, hoe wilt u deze balans
gaan herstellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Waarom is het onderzoek van de heer Woittiez nooit met de Kamer gedeeld? Wat heeft
het de betrokkene, i.c. Vincent, concreet opgeleverd dat in zijn zaak onrecht is aangetoond?
Welke inspanningen zijn geleverd om dit te herstellen?
Vraag 6
Klopt het dat het actieplan Verbetering Feitenonderzoek eind 2021 afloopt en dat dit
plan al liep voordat Woittiez zijn bevindingen had gepresenteerd? Wat hebben de bevindingen
van Woittiez precies bijgedragen aan het actieplan? Kunt u uiteenzetten wat dit actieplan
precies teweeg heeft gebracht in de jeugdbeschermingsketen; met andere woorden: wat
zijn de resultaten van dit actieplan tot op heden?
Vraag 7
Klopt het dat de ambtelijke top van het Ministerie van VWS al zeker sinds april 2017
op de hoogte was van deze casus en dat VWS zelf ook onderzoeksvragen had opgesteld,
maar deze nooit heeft laten beantwoorden? Wat waren deze onderzoeksvragen en waarom
zijn ze nooit beantwoord?2
Vraag 8
Heeft de Inspectie J&V in de zaak van Vincent, waarin rechterlijke uitspraken genegeerd
werden, een rol gehad? Zo ja, wat was haar oordeel over de werkwijze van de betrokken
instanties in deze zaak?
Vraag 9
Hoe kan volgens u worden gewaarborgd dat dossiers een zo objectief en objectiveerbaar
mogelijk beeld geven van de betrokken jeugdige en het systeem om die jeugdige heen?
Vraag 10
Wat kan een burger doen als instellingen rechterlijke uitspraken naast zich neerleggen?
Zijn op dit moment voldoende waarborgen in het systeem waarop een burger kan terugvallen
als een instantie niet meewerkt aan een rechterlijke beslissing? Zo ja, werken die
in de praktijk ook als zodanig? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?
Vraag 11
Hoe dient volgens u te worden omgegaan met onterechte meldingen van kindermishandeling,
met name met betrekking tot vernietiging van de gegevens die met deze onterechte meldingen
samenhangen? Gebeurt dat op dit moment ook?
Vraag 12
Bent u bereid uitgebreid onderzoek te laten doen naar mogelijke weeffouten in het
stelsel van jeugdbescherming, om zo zaken als die van Vincent in de toekomst te kunnen
voorkomen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Peters (CDA),
ingezonden 30 juni 2021 (vraagnummer 2021Z12218).
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.