Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jansen over het meerekenen van studieschuld bij een hypotheekaanvraag
Vragen van het lid Jansen (FVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het meerekenen van studieschuld bij een hypotheekaanvraag (ingezonden 9 juni 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
29 juni 2021).
Vraag 1
Bent u het ermee eens dat studieschuld niet zou moeten worden meegerekend bij een
hypotheekaanvraag? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens
te nemen om te zorgen dat dit niet gebeurt?
Antwoord 1
Voor verantwoorde kredietverlening is het verplicht om bij het bepalen van de maximale
financieringslast rekening te houden met financiële verplichtingen zoals een studieschuld.
De aanvrager is dan ook verplicht om bij een hypotheekaanvraag eventuele studieschulden
op te geven. De terugbetaling van een studieschuld drukt namelijk op het besteedbaar
inkomen. Het is daarom ook in het belang van de consument om bij een hypotheekaanvraag
een eventuele studieschuld eerlijk op te geven. Daarmee voorkomt de aanvrager dat
de hypotheek lasten te hoog worden, met mogelijke betalingsproblemen als gevolg. Voor
studieschulden wordt vanwege het bijzondere karakter met de bijbehorende sociale terugbetaalvoorwaarden
een lagere wegingsfactor gehanteerd bij een hypotheekaanvraag dan voor consumptieve
kredieten.
Vraag 2
Bent u voorstander van het compenseren van de generatie studenten die geen basisbeurs
hebben ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In mijn brief1 aan uw Kamer van 8 april jl. heb ik verschillende mogelijkheden geschetst voor compensatie
voor leenstelselstudenten bij een wijziging van het studiefinancieringsstelsel. Daarin
heb ik tevens aangegeven dat de keuze voor het overgaan tot compensatie afhankelijk
is van verschillende factoren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan óf er een wijziging komt
in het studiefinancieringsstelsel, hoe die wijziging er uit ziet en welke (financiële)
keuzes men verder maakt. Het maken van deze keuzes is aan een volgend kabinet.
Vraag 3
Bent u voornemens om studenten, die al begonnen waren aan een studie toen de coronamaatregelen
werden ingesteld, te compenseren voor de verminderde kwaliteit van het onderwijs door
de coronamaatregelen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Omdat veel studenten last hebben van de coronamaatregelen zijn een aantal regelingen
getroffen.
Ten eerste krijgen mbo-studenten die in de periode september 2020 tot en met juli
2023 uit hun recht op de basisbeurs en/of aanvullende beurs lopen, een tegemoetkoming.
Daarnaast krijgen studenten die een mbo-diploma behalen in de periode 1 augustus 2020
tot en met 31 augustus 2021, een tegemoetkoming. Bovendien krijgen studenten voor
het studiejaar 2021–2022 een algemene korting van 50% op het lesgeld en cursusgeld.
Ook studenten in het hoger onderwijs die uit hun recht op de aanvullende beurs lopen
in de periode september 2020 tot en met augustus 2023, krijgen een tegemoetkoming.
Daarnaast krijgen studenten die in de periode 1 september 2020 tot en met 31 augustus
2021 een associate degree, bachelor of master behalen aan het hbo of een master behalen
aan de universiteit, een tegemoetkoming. Ook voor studenten in het hoger onderwijs
geldt een algemene korting van 50% op het collegegeld voor studiejaar 2021–2022. Tot
slot is het reisrecht voor studenten in het hoger onderwijs verlengd.
Op de website van DUO staat een volledig overzicht van de genomen maatregelen voor
studenten in verband met corona: https://duo.nl/particulier/corona/.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.