Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Markuszower over het bericht dat een asielzoeker uit Libië dreigde dat Christenen moesten worden vermoord en nu spoorloos verdwenen is
Vragen van de leden Wilders en Markuszower (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een asielzoeker uit Libië dreigde dat Christenen moesten worden vermoord en nu spoorloos verdwenen is (ingezonden 3 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 29 juni
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuws dat de voor zijn dreigementen veroordeelde Libische asielzoeker
uit het asielzoekerscenctrum (AZC) in Assen spoorloos verdwenen is?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte dat deze asielzoeker verkondigde dat de islam het enige geloof
is dat telt, dat Christenen afvalligen zijn en dat daartegen met een zwaard moet worden
gevochten?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u op de hoogte dat hij daarbij een snijdende beweging langs zijn hals maakte?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Bent u het eens dat dit de uitingen van een jihadist zijn en dat het feit dat u hem
heeft laten ontsnappen een levensgroot risico voor de veiligheid van Nederland met
zich meebrengt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals u weet kan ik over individuele zaken geen mededelingen doen. In zijn algemeenheid
kan ik zeggen dat alle betrokken organisaties tijdens het asielproces alert zijn op
signalen die de nationale veiligheid kunnen raken.
Het Openbaar Ministerie, de politie, de Koninklijke Marechaussee, de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten en andere betrokken organisaties, zoals de migratieketen, zijn
tijdens het proces alert op personen die mogelijk een dreiging voor de nationale veiligheid
vormen. Tijdens de identificatie en registratie zijn de politie en de Koninklijke
Marechaussee waakzaam op mogelijke signalen. Zo nodig geven zij deze door aan de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten of ze grijpen zelf in.
Zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief van 12 juni 2018, worden bij het nemen van
maatregelen strafrechtelijke-, vreemdelingrechtelijke- en veiligheidsaspecten betrokkenen.
De brief gaat verder in op de maatregelen in de keten om alert te zijn op signalen
die de nationale veiligheid kunnen raken.2
Vraag 5
Bent u het voorts eens dat het totaal onaanvaardbaar is dat deze jihadist slechts
twee weken gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is aan de rechter om te oordelen over schuldigverklaring en, bij schuldigverklaring,
over de op te leggen sanctie. Bij die onafhankelijke oordeelsvorming en verantwoordelijkheid
van de rechter is het niet aan mij als Staatssecretaris om hierover een oordeel te
geven.
Vraag 6
Bent u bereid alles in het werk te stellen deze jihadist zo snel mogelijk te pakken
te krijgen, voordat hij zijn dreigementen kan omzetten in verschrikkelijke daden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals u bekend doe ik geen uitspraken over individuele zaken. Als iemand onherroepelijk
veroordeeld is tot een vrijheidsstraf en onvindbaar blijkt, dan wordt hij of zij opgenomen
in het signaleringssysteem van de politie. Hierdoor kan de vrijheidsstraf alsnog worden
geëxecuteerd, als de politie de veroordeelde op enig moment staande houdt.
Vraag 7
Hoe heeft deze jihadist kunnen ontsnappen? Deelt u de mening dat gevaarlijke criminelen
altijd verplicht bij een uitspraak van een rechter aanwezig moeten zijn zodat ze direct
in de gevangenis gezet kunnen worden en niet kunnen ontsnappen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het is in het wettelijke systeem niet aan de overheid om een verdachte te verplichten
op de terechtzitting of uitspraakzitting aanwezig te zijn. Met uitzondering van de
categorie verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven die zich in voorlopige
hechtenis bevinden, kan alleen de rechter een verdachte verplichten om aanwezig te
zijn op zitting. In algemene zin bestaat er dus geen aanwezigheidsplicht. Indien daarvoor
gronden aanwezig zijn kan een verdachte in voorlopige hechtenis worden genomen in
afwachting van het oordeel van de rechter over het ten laste gelegde feit. De strafrechter
zal de voortduring van die hechtenis toetsen, en daarbij rekening houden met de verwachte
strafmaat.
Vraag 8
Is er een foto van deze jihadist verspreid door de politie zodat hij sneller opgespoord
kan worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik laat mij niet uit over individuele zaken, maar in zijn algemeenheid kan gezegd
worden dat het OM het gezag heeft over de opsporing. Daarmee is het OM verantwoordelijk
voor het inzetten van bijzondere opsporingsbevoegdheden in het kader van de executie
van door de strafrechter opgelegde straffen. Het verspreiden van een foto valt onder
die bijzondere opsporingsbevoegdheden. Nu deze verspreiding een inbreuk maakt op de
persoonlijke levenssfeer van een verdachte, dient bij de inzet van deze bevoegdheid
een zorgvuldige belangenafweging te worden gemaakt, waarbij de vereisten van rechtmatigheid,
proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid leidend zijn.
Ingevolge paragraaf 2 van de Aanwijzing opsporingsberichtgeving kan de identiteit
van een onherroepelijk veroordeelde na toestemming van de hoofdofficier van justitie
worden vrijgegeven ten behoeve van de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen:3
1. In het geval de inzet van andere opsporingsmiddelen onvoldoende uitzicht biedt op
aanhouding of het achterhalen van de verblijfsplaats van de gezochte persoon, binnen
de gewenste korte termijn, altijd onder de voorwaarde dat de verdenking of veroordeling
is gebaseerd op een feit waarvoor voorlopige hechtenis toegelaten is en mits dat dringend
noodzakelijk is voor de opsporing.
2. In het geval wanneer bij gevangenisstraf, hechtenis of vervangende hechtenis sprake
is van een strafrestante van minstens drie maanden, mits dat dringend noodzakelijk
is voor de opsporing ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de straf.
De afweging of in dit geval sprake is van één van de onder punt 1. en 2. genoemde
gevallen dient gemaakt te worden door het bevoegd gezag, te weten de officier van
justitie.
Vraag 9
Bent u bereid om hem na zijn celstraf direct Nederland uit te zetten? Zo nee, waarom
speelt u met de levens van Nederlanders door dit soort jihadisten in Nederland te
blijven vertroetelen?
Antwoord 9
De vraag of een vreemdeling na een celstraf direct dient terug te keren naar het land
van herkomst is onder andere afhankelijk van de verblijfsrechtelijke status. Als een
vreemdeling vluchtelingrechtelijke vervolging of ernstige schade te vrezen heeft,
kan de verblijfsvergunning asiel enkel worden geweigerd of ingetrokken als er sprake
is van een (bijzonder) ernstig misdrijf. Het enkele feit van een gevangenisstraf van
twee weken is hiervoor niet voldoende.4
Een vergunning kan wel worden geweigerd of ingetrokken als er concrete aanwijzingen
zijn dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. Toepassing
van deze grond is niet afhankelijk van een strafrechtelijke veroordeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.