Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over het bericht dat vrouwen die een mislukte cosmetische operaties hebben ondergaan, hard onder druk worden gezet om daar geen negatieve recensies over op sociale media te zetten
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat vrouwen die een mislukte cosmetische operaties hebben ondergaan, hard onder druk worden gezet om daar geen negatieve recensies over op sociale media te zetten (ingezonden 2 juni 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 29 juni 2021).
Vraag 1
Herkent u het beeld dat vrouwen die een mislukte cosmetische operatie hebben ondergaan,
door bemiddelingsbureaus onder druk worden gezet om daar geen negatieve recensies
over op sociale media te zetten, bijvoorbeeld door middel van zwijgcontracten en bedreigingen?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad van 1 juni jl. over ««Bedreigingen
en intimidaties na kritiek op mislukte ingrepen: «Stop of ik zorg dat je stopt». Ik
vind het zeer onwenselijk dat cliënten onder druk worden gezet om negatieve ervaringen
over cosmetische ingrepen te verzwijgen. Ook negatieve ervaringen over cosmetische
ingrepen moeten gemeld kunnen worden.
Vraag 2
Waar kunnen patiënten met klachten over dergelijke bemiddelingsbureaus terecht?
Antwoord 2
Met een vraag of klacht over een zorgaanbieder of zorgverlener kunnen cliënten, of
betrokkenen bij een cliënt, altijd terecht bij het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ).
Het LMZ geeft advies en informatie bij klachten over de kwaliteit van zorg. Het meldpunt
lost niet zelf klachten op, maar geeft wel aan welke stappen men kan zetten. Naast
het LMZ zijn door sectorpartijen, zoals de NVCG en NVPC, eigen meldpunten ingericht.
In het geval van deze bemiddelingsbureaus zal op basis van de activiteiten die zij
uitvoeren, moeten worden bezien of sprake is van zorg zoals bedoeld in de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Als een bemiddelingsbureau zorg aanbiedt zoals
bedoeld in de Wkkgz, moet dat bureau ook voldoen aan de vereisten met betrekking tot
afhandeling van klachten die de Wkkgz aan hen stelt.
Vraag 3
Is bekend hoeveel van dergelijke bemiddelingsbureaus die cosmetische behandelingen
in het buitenland aanbieden actief zijn in Nederland?
Antwoord 3
Het is mij niet bekend hoeveel van dergelijke bemiddelingsbureaus, die cosmetische
behandelingen in het buitenland aanbieden, actief zijn in Nederland. Het gaat hierbij
veelal om (medisch) toerisme bedrijven, met als hoofdactiviteit «reisbureau», de IGJ
heeft hier dan ook geen zicht op. Zie verder de beantwoording van vraag 4.
Vraag 4
Kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht houden op het handelen van
dergelijke bemiddelingsbureaus? Zo niet, welke organisatie hoort hierop dan toezicht
te houden?
Antwoord 4
Of dergelijke bemiddelingsbureaus onder toezicht van de IGJ vallen is afhankelijk
van de activiteiten die zij uitvoeren. Alle zorg zoals bedoeld in de Wkkgz die in
Nederland wordt geleverd valt onder toezicht van de IGJ. Het stellen van een diagnose,
het ter handstellen van geneesmiddelen of het leveren van nazorg zijn allemaal voorbeelden
van zorgverlening. Als dergelijke activiteiten in Nederland plaatsvinden, is de IGJ
de aangewezen toezichthouder en kunnen zij interveniëren met gebruikmaking van het
hun ter beschikking staande instrumentarium. Reisbemiddeling en aanbieden van websites
waarop te zien is welke operaties in het buitenland mogelijk zijn, zijn geen zorg
in de zin van de Wkkgz en vallen daarom ook niet onder toezicht van de IGJ.
Vraag 5
Deelt u de mening dat artsen verplicht moeten worden om hersteloperaties bij de IGJ
te melden, zodat er beter inzicht in de omvang van de problematiek komt én de IGJ
vervolgonderzoek kan uitvoeren naar bijvoorbeeld dubieuze bemiddelingsbureaus? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals ik op 22 juni jl. aan uw Kamer heb gemeld (Kamerstuk 2021Z11391) zou een wettelijke meldplicht van hersteloperaties en behandelingen bij de IGJ wellicht
het melden kunnen bevorderen, maar er moet daarbij ook in ogenschouw worden genomen
welke onbedoelde effecten een dergelijke meldplicht met zich meebrengt. Een wettelijke
meldplicht kan er immers ook toe leiden dat gedupeerde patiënten herstelzorg gaan
vermijden, of dat artsen geen hersteloperaties meer willen uitvoeren, wat een ongewenste
ontwikkeling zou zijn. Tenslotte is voor handhaving door de IGJ van belang dat een
melding voldoende concreet – herleidbaar tot casusniveau – is om een onderzoek in
te kunnen stellen. Dat staat op gespannen voet met de AVG, mede gezien terughoudendheid
bij patiënten om zelf meldingen te doen. Bovendien kwam in gesprekken met de sector
naar voren dat de term «hersteloperatie» relatief is omdat de definitie van complicaties
verschillend wordt geïnterpreteerd en soms wordt verward met een bijwerking of onvrede
over het resultaat. Alles overwegende zie ik geen noodzaak dat artsen verplicht moeten
worden om hersteloperaties bij de IGJ te melden. Wel zal ik mij via voorlichting blijven
inzetten om het belang van het melden van misstanden bij de meldpunten van de IGJ
en/of beroepsorganisaties te benadrukken. Voor wat betreft het uitvoeren van vervolgonderzoek
door de IGJ naar dubieuze bemiddelingsbureaus verwijs ik u naar het antwoord op vraag
4.
Vraag 6
Bent u bereid een actieve bewustwordingscampagne op te zetten om te waarschuwen voor
het dubieuze handelen van dergelijke bemiddelingsbureaus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik onderschrijf het belang van voorlichting over cosmetische ingrepen, met name ook
over de risico’s die aan een cosmetische ingreep verbonden zijn. Het is aan de patiënt
zelf om zich vooraf goed te laten informeren over een eventuele behandeling. Dit omvat
niet alleen informatie over de ingreep zelf, maar ook over de behandelaar, de nazorg
en wat te doen bij een eventuele klacht. Zoals in mijn brief van 22 juni jl. aan uw
Kamer gemeld (Kamerstuk 2021Z11391) wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de vernieuwing van de website van de
rijksoverheid over cosmetische ingrepen om de patiënt daarbij verder te ondersteunen.
Het streven is om de vernieuwde website deze zomer te lanceren.
Vraag 7
Is het toegestaan om van patiënten te vragen vooraf een zwijgcontract te tekenen?
Wat vindt u van dergelijke praktijken?
Antwoord 7
Ik vind dergelijke praktijken onacceptabel; zwijgcontracten zijn dan ook zeer ongewenst.
De kwaliteit van de zorg kan erdoor in het geding komen. Als gezwegen wordt over fouten,
kan er immers niet van worden geleerd. Ook komt de positie van de cliënt erdoor onder
druk te staan. Bovendien passen zwijgcontracten niet bij goed bestuur, waarin openheid,
integriteit en aanspreekbaarheid belangrijke waarden zijn. In de Governancecode Zorg
worden deze waarden door de Brancheorganisaties Zorg onderschreven. Het gezamenlijk
kader «Toezicht op Goed Bestuur» van de IGJ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
benadrukt eveneens het belang van openheid en integriteit. Dit toezichtskader stelt
expliciet dat van vaststellingsovereenkomsten die afbreuk doen aan de toetsbaarheid
van het handelen van bestuurders, of die de openheid en transparantie belemmeren (de
zogenoemde zwijgcontracten) dan ook geen sprake kan zijn. De IGJ kan optreden tegen
zwijgbedingen indien zij deze in haar toezichtspraktijk tegenkomt. Om de normstelling
verder te verstevigen heb ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, een
wetsvoorstel ingediend dat beoogt wettelijk te verankeren dat zwijgbedingen over incidenten
in de zorg, jeugdzorg en ondersteuning van rechtswege nietig zijn.
Vraag 8
Deelt u de mening dat zwijgcontracten bij cosmetische ingrepen zonder medische indicatie
verboden moeten worden, mede omdat toekomstige patiënten gewaarschuwd moeten kunnen
worden voor dubieuze bemiddelingsbureaus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik ben van mening dat zwijgcontracten over incidenten in de zorg ongewenst zijn en
dat dergelijke zwijgbedingen rechtskracht dienen te ontberen. Daarbij maakt het geen
verschil of het gaat om ingrepen met of zonder medische indicatie. Wat bemiddelingsbureaus
betreft verwijs ik voorts naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Klopt het dat het aanhangige wetsvoorstel omtrent zwijgedingen niet voorziet in een
verbod op zwijgcontracten die worden afgesloten bij een mislukte cosmetische operatie?
Zo ja, kunt u aangeven waarom dergelijke zwijgcontracten daar niet onder (kunnen)
vallen?2
Antwoord 9
Nee, dit klopt niet. Het wetsvoorstel ziet ook op zwijgbedingen over incidenten bij
cosmetische operaties. Daarbij zij wel opgemerkt dat dit wetsvoorstel zich uitstrekt
tot aanbieders van zorg, jeugdzorg en ondersteuning die vallen onder de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo). Buitenlandse zorgaanbieders vallen niet onder deze Nederlandse wetgeving.
Vraag 10
Wanneer stuurt u de Kamer de reactie op de initiatiefnota van het lid Van den Berg
over «Cosmetische ingrepen zonder medische noodzaak», zoals op 23 september 2020 door
de Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verzocht?3
Antwoord 10
De reactie op de initiatiefnota van het lid Van den Berg over «Cosmetische ingrepen
zonder medische noodzaak» is op 22 juni jl. (Kamerstuk 2021Z11391) aan uw Kamer toegezonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.