Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peters over het bericht van een “veroordeelde stalker, neptherapeut, fraudeur en toch jeugdzorgdirecteur”
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht van een «veroordeelde stalker, neptherapeut, fraudeur en toch jeugdzorgdirecteur» (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Minister
Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 juni 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de jeugdzorgdirecteur en eigenaar van het door hem opgerichte
zorgbedrijf Compass GGZ sinds tien jaar kwetsbare kinderen en jongeren behandelt?1
Antwoord 1
Het zorgbedrijf Compass GGZ levert sinds 2011 zorg. Het betreft zorg op basis van
de Zorgverzekeringswet en jeugdhulp op basis van de Jeugdwet.
Vraag 2
Kunt u ook bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur en eigenaar zich valselijk voor
psychotherapeut uitgeeft? Zo ja, sinds wanneer bent u hiervan op de hoogte?
Antwoord 2
De IGJ heeft in 2018 tijdens de voorbereiding op een toezichtsbezoek geconstateerd
dat de bestuurder zich uitgaf als psychotherapeut, terwijl hij niet als zodanig was
ingeschreven in het BIG register. IGJ heeft destijds de bestuurder er op aangesproken
dat gebruik van een dergelijke titel, zonder dat er een inschrijving in het BIG register
is opgenomen, opgevat wordt als titelmisbruik. De bestuurder gaf daarop aan dat dit
op een misverstand berustte en dat hij deze titel niet meer zou voeren.
In 2020 heeft de gemeente Nijmegen vastgesteld dat deze persoon het BIG-registratienummer
van een familielid gebruikte. De IGJ is door de gemeente Nijmegen hierover geïnformeerd.
Nadat de inspectie hierover werd geïnformeerd, heeft zij via de website van de instelling
onderzocht of zij deze overtreding ook daadwerkelijk kon vaststellen. Op dat moment
kon titelmisbruik niet worden vastgesteld.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur tevens door de rechter is veroordeeld
voor stalking en bedreiging met ernstige mishandeling?
Antwoord 3
Vanwege de uitgebreide berichtgeving in de media en de daarin gemelde details, zal
bij uitzondering worden ingegaan op het optreden van IGJ en Justis in deze casus.
Omwille van de vertrouwelijkheid van de informatie en de privacy van betrokkene kunnen
er geen uitspraken worden gedaan over individuele strafzaken.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur in zijn voormalige baan als bestuurder
van een detentiecentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers valsheid in geschrifte
heeft gepleegd en hiervoor eveneens is veroordeeld?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Is het juist dat dit bedrijf in tien jaar tijd uitgroeide tot een organisatie die
actief is in meer dan 100 gemeenten met een omzet van bijna 5,3 miljoen euro in 2019?
Zo ja, is bij u bekend hoeveel winst dit bedrijf heeft gemaakt over de afgelopen tien
jaar?
Antwoord 5
Evenals bij andere zorgaanbieders is de geconsolideerde jaarrekening 2014 de eerste
openbaar gemaakte jaarrekening van de Compass groep (bron: www.jaarverslagenzorg.nl). Daarin is vermeld dat de Compass groep is ontstaan in 2011. De totale omzet van
de Compass groep bedragen in 2019 volgens de geconsolideerde jaarrekening € 5,6 miljoen
en bestaan nagenoeg geheel uit opbrengsten op grond van de Zorgverzekeringswet en
de Jeugdwet. Of de Compass groep actief is in meer dan 100 gemeenten kan op basis
van openbare informatie niet worden vastgesteld.
Het resultaat na vennootschapsbelasting van de Compass groep over de jaren 2014 tot
en met 2019 (zes jaar) volgens de geconsolideerde jaarrekeningen bedraagt € 1,8 miljoen,
hetgeen overeenkomt met een gemiddeld nettoresultaat van 10% (ten opzichte van de
totale opbrengsten).
Vraag 6
Is het juist dat de rekeningen die Compass GGZ aan gemeenten en verzekeraars stuurt,
niet onderbouwd zijn en dat bij sommige cliënten voor honderden uren aan zorg is gedeclareerd,
die nooit is geleverd?
Antwoord 6
Hier wordt nu door verschillende partijen – NZA, zorgverzekeraars en gemeenten – nader
onderzoek naar gedaan.
Vraag 7
Zijn al deze facturen door gemeenten en verzekeraars betaald? Zo nee, waarom hebben
sommige gemeenten en verzekeraars dan niet betaald?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Indien zij niet betaald hebben, omdat zij een niet pluis gevoel hadden c.q. de antecedenten
van betrokkene hadden achterhaald, waarom heeft dat bij de andere verzekeraars en
gemeenten geen «belletje doen rinkelen»?
Antwoord 8
Als zorgverzekeraars een «niet pluis gevoel» hebben en op basis van nader onderzoek
een vermoeden van fraude hebben, kunnen zij hierover de andere zorgverzekeraars actief
informeren. Hiervan maken zij zeer frequent gebruik.
Op dit moment is het voor gemeenten nog niet mogelijk om dit soort situaties actief
met elkaar te delen. Ook verzekeraars en gemeenten kunnen elkaar nog niet actief informeren
over vermoedens van fraude doordat een grondslag voor deze gegevensdeling ontbreekt.
Om betere gegevensuitwisseling mogelijk te maken is het Wetsvoorstel bevorderen samenwerking
en rechtmatige zorg (Wbsrz) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is controversieel
verklaard. In het kort behelst dit wetsvoorstel het volgende:
• Met het Waarschuwingsregister zorgfraude kunnen zorgverzekeraars, zorgkantoren en
gemeenten elkaar onderling (persoons)gegevens verstrekken over rechtspersonen en natuurlijke
personen ten aanzien van wie de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat zij fraude
in de zorg hebben gepleegd.
• Via het Informatieknooppunt zorgfraude (IKZ) kunnen (persoons)gegevens bij elkaar
gebracht worden van negen verschillende instanties2 in het zorgdomein als er sprake is van signalen die aanleiding geven tot een vermoeden
van fraude in de zorg.
Vraag 9
Indien gemeenten en zorgverzekeraars vanuit de hun ter beschikking staande informatie
of een niet pluis gevoel niet hebben betaald, hebben zij dan tevens het contract met
dit zorgbedrijf beëindigd? Zo nee, waarom waren er dan geen contractuele gevolgen?
Antwoord 9
In het artikel wordt aangegeven dat Compass met de meeste zorgverzekeraars geen contract
heeft. Als er wel een contract bestaat, kan het beëindigen daarvan een ultieme consequentie
zijn als er onrechtmatigheid is vastgesteld. Het is ons niet bekend of zorgverzekeraars
hun contract hebben beëindigd. Uiteraard geldt dat ook bij niet-gecontracteerde zorg
de zorg rechtmatig moet zijn.
Het is aan de gemeenten om facturen al dan niet te betalen. Gemeenten kunnen contracten
beëindigen bij fraude. Het is ons niet bekend of dit gebeurd is.
Vraag 10
Aan welke eisen dient een (jeugd)zorgbedrijf precies te voldoen? Geldt daarvoor tevens
een toelating en zo ja, waaraan dient een dergelijk zorgbedrijf te voldoen en wie
oefent daarop de controle uit? Hoe is die controle bij dit zorgbedrijf precies gegaan
en wat was daarvan de uitkomst?
Antwoord 10
Zie ook het antwoord op vraag 11 over de inkoopvoorwaarden van gemeenten.
Een jeugdhulpaanbieder moet verantwoorde hulp leveren. Dit betekent dat de hulp die
wordt geleverd, van goed niveau moet zijn, en in ieder geval veilig, doeltreffend,
doelmatig en cliëntgericht wordt verleend, afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige
of ouder. Het personeel en materieel moet kwalitatief en kwantitatief zo door de jeugdhulpaanbieder
zijn georganiseerd dat deze redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde jeugdhulp.
Er is geen toelatingensystematiek voor jeugdhulpaanbieders zoals in de huidige Wtzi.
Met de inwerkingtreding van de Wtza op 1 januari 2022 komt er wel een meldplicht voor
bestaande en nieuwe jeugdhulpaanbieders, zodat alle jeugdhulpaanbieders in beeld zijn
bij de IGJ. Daarnaast is een jeugdhulpaanbieder verplicht jaarlijks digitaal een jaardocument
maatschappelijke en financiële verantwoording in te dienen. De IGJ ziet hierop toe.
Een aantal kwaliteitseisen is zo fundamenteel dat deze in de Jeugdwet zijn opgenomen.
Zo is het bij bepaalde werkzaamheden verplicht om geregistreerde professionals in
te zetten. Er moet bovendien sprake zijn van systematische kwaliteitsbewaking door
de jeugdhulpaanbieder. De gemeente ziet hierop toe bij de inkoop. Voor alle medewerkers
is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht. Er is een meldplicht bij de
IGJ in geval van calamiteiten. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor de kwaliteit
van de uitvoering van de jeugdhulp. Ook kunnen gemeenten, naast de wettelijke kwaliteitseisen,
in de voorwaarden bij hun contractuele overeenkomsten met jeugdhulpaanbieders zelf
ook nog eisen stellen aan de kwaliteit van de jeugdhulp.
De IGJ heeft in 2018 een toezichtsbezoek gebracht aan deze instelling. Na het bezoek
van de IGJ ontving de IGJ in 2018 en 2019 verschillende signalen over Compass. De
aard van de signalen was divers. Ze hadden deels betrekking op de kwaliteit van zorg
en deels op mogelijk frauduleuze handelingen. Deze signalen waren voor de IGJ aanleiding
om in 2019 op toezichtsbezoek te gaan. Tijdens dit bezoek zijn tekortkomingen geconstateerd.
Het rapport van dit bezoek is op 5 maart 2020 gepubliceerd op de website van IGJ,
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd – Compass Nijmegen en Wijchen oktober 2019 (igj.nl). Over de geconstateerde tekortkomingen is een verbeterplan gevraagd en een auditverslag.
Deze zijn beide ontvangen. Het bezoek is afgesloten met de berichtgeving aan Compass
dat de IGJ (onaangekondigd) de voortgang in de uitvoering van de verbetermaatregelen
kan komen toetsen.
Na het toezichtsbezoek in 2019 en het afsluiten daarvan in 2020 heeft de IGJ weer
verschillende signalen ontvangen over mogelijke zorgfraude, over bejegening en over
de kwaliteit van zorg. Deze signalen zijn voor de IGJ, samen met de signalen van Follow
the Money en het opstappen van de raad van commissarissen aanleiding geweest voor
een recent gesprek met de opgestapte raad van commissarissen en een nieuw toezichtsbezoek.
De uitkomsten van dit bezoek zijn nog niet gepubliceerd.
Vraag 11
Hoe controleren gemeenten en (jeugd)zorgverzekeraars, alvorens een contract te tekenen,
of het (jeugd)zorgbedrijf aan alle te stellen eisen voldoet?
Antwoord 11
Gemeenten stellen kwaliteitseisen in hun inkoopdocumenten: het Programma van Eisen
en de gunningscriteria. Daarnaast is het bij de inkoop van jeugdhulp gebruikelijk
om uitsluitingsgronden te hanteren (waaronder deelneming aan een criminele organisatie/omkoping/fraude/witwassen
van geld), evenals (knock-out) geschiktheidseisen (bijvoorbeeld SKJ-registratie).
Hiermee hebben gemeenten op voorhand de mogelijkheid om aanbieders die niet aan de
gestelde eisen voldoen, uit te sluiten van verdere deelname aan het inkooptraject.
Gemeenten kunnen aanvullende kwaliteitseisen in de contracten stellen, boven de wettelijk
vastgestelde vereisten en de veldnormen (zoals kwaliteitsstandaarden).
Jaarlijks publiceren zorgverzekeraars het inkoopplan met daarin de inkoopvoorwaarden
waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een contract met betreffende
zorgverzekeraar. Dit gaat om eisen zoals het voldoen aan de goverancecode, voldoen
aan de vereisten van de Wtza en kwaliteitseisen. Ook hanteren zorgverzekeraars verschillende
uitsluitingsgronden, zoals het in het verleden niet mee hebben willen werken aan materiele
controle door de zorgverzekeraar.
Vraag 12
Wat vindt u ervan dat over de ruggen van kwetsbare kinderen en/of jongeren en de gezinnen
waarvan zij deel uit maken, die complexe zorg nodig hebben, facturen worden gedeclareerd
en betaald, voor zorg die in veel gevallen ook nog eens niet is geleverd?
Antwoord 12
Wij vinden het zeer kwalijk als een aanbieder onrechtmatig declareert.
Er is een heel instrumentarium voor gemeenten en zorgverzekeraars beschikbaar om te
toetsen of de kwaliteit van zorg op orde is en of zorg daadwerkelijk is geleverd.
Gemeenten hebben mogelijkheden voor controle door sturing bij de contractering, aanbesteding
en via toezicht. De gemeenteraad controleert de jaarrekening van de gemeente, die
gebaseerd is op de accountantsverklaringen van de gecontracteerde aanbieders. Het
financieel toezicht is transparant met het verplichte Jaardocument dat openbaar kan
worden geraadpleegd bij het CIBG. Verder kan de gemeente materiële controles uitvoeren
en bij gerede twijfels een fraude onderzoek te starten. Het toezicht bij de Jeugdwet
is centraal geregeld via de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd die aanbieders controleert
op kwaliteit.
Ook zorgverzekeraars hebben de laatste jaren hun inspanningen op fraudebeheersing
verder geïntensiveerd. Hun instrumentarium bestaat onder meer uit het screenen van
zorgaanbieders, het uitvoeren van declaratiecontroles en waar nodig materiële controles,
het onderzoeken van signalen vanuit controles of van verzekerden en het nemen van
maatregelen na het vaststellen van fraude.
Vraag 13
Hoe is het mogelijk dat deze jeugdzorgdirecteur zonder opleiding, mèt een strafblad
en onder valse titel zorg verleent aan kwetsbare kinderen en jongeren?
Antwoord 13
Zoals u weet kunnen hier geen uitspraken worden gedaan over individuele strafzaken.
Zie ook het antwoord op vraag 2 en op vraag 18.
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat de raad van toezicht van dit zogenaamde zorgbedrijf in strijd
met de regels, niet is ingeschreven in het handelsregister en nooit formeel benoemd
is door een notaris?
Antwoord 14
Er is inderdaad geen toezichthoudend orgaan ingeschreven in het handelsregister. Voor
benoeming van commissarissen bij een besloten vennootschap (BV) is op grond van art.
2:252 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een besluit nodig van de algemene vergadering
van aandeelhouders. Inschrijving in het handelsregister is niet verplicht. Wel dient
op basis van artikel 6 Wet toelating zorginstellingen (WTZi) statutair te worden vastgelegd
hoe aan de eisen rondom de bestuursstructuur, waaronder het hebben van een toezichthoudend
orgaan, wordt voldaan. De statuten dienen te worden opgesteld door een notaris. Noch
de WTZi of daarop gebaseerde regelgeving, noch het BW eisen echter dat de namen van
de commissarissen in de statuten worden opgenomen.
Vraag 15
Klopt de informatie dat een ambtenaar van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
commissaris is bij dit bedrijf? Was deze nevenfunctie door de betrokken ambtenaar
bij het ministerie gemeld en zo ja, heeft het ministerie daartoe verlof verleend c.q.
daarmee ingestemd?
Antwoord 15
De betreffende ambtenaar is in dienst van de Dienst Justitiële Inrichtingen en sinds
juli 2020 betrokken als lid van de raad van commissarissen van Compass. Hij heeft
zijn nevenfunctie conform de regels gemeld bij zijn leidinggevende.
Vraag 16
Is hier tevens sprake van een betaalde en/of bezoldigde nevenfunctie en zo ja, om
welk bedrag aan vergoedingen gaat het hier? Zijn bij het betalen en ontvangen van
deze vergoedingen alle fiscale regels in acht genomen?
Antwoord 16
Voor deze functie is volgens mededeling van betrokkene een onkostenvergoeding vastgesteld
van 2.500 euro per jaar. Over het jaar 2020 is een vergoeding verstrekt; deze vergoeding
wordt betrokken bij de belastingaangifte inkomstenbelasting over het jaar 2020.
Vraag 17
Vindt u dat deze ambtenaar nog steeds commissaris kan zijn bij een dergelijk zorgbedrijf?
Zo ja, wilt u uw antwoord motiveren? Zo nee, wat betekent dat dan precies?
Antwoord 17
Wij kunnen u melden dat de betreffende ambtenaar zich op 24 april met directe ingang
heeft teruggetrokken als lid van de raad van commissarissen van Compass. De Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd en het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg zijn
hiervan (via de voorzitter van de raad van commissarissen) en met redenen omkleed
op de hoogte gesteld.
Vraag 18
Is het juist dat de jeugdzorgdirecteur, ondanks zijn eerdere rechterlijke veroordelingen,
een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) heeft gekregen? Zo ja, hoe kunt u dit verklaren?
Hoe beoordeelt u een dergelijke gang van zaken?
Antwoord 18
Doorgaans wordt er vanwege de vertrouwelijkheid geen uitspraken gedaan over individuele
aanvragen voor een Verklaring Omtrent het gedrag (VOG). Vanwege de uitgebreide berichtgeving
in de media en de daarin gemelde details, zullen wij gestelde vragen op hoofdlijnen
beantwoorden.
De betreffende jeugdzorgdirecteur heeft inderdaad een VOG gekregen voor het uitvoeren
van werkzaamheden bij Compass. Bij een VOG-aanvraag vermeldt de werkgever op het aanvraagformulier,
op welk screeningsprofiel de (aspirant) werknemer moet worden gescreend. In dit geval
is een VOG aangevraagd voor de functie van «bestuurder» in combinatie met het screeningsprofiel
«personen», waaronder het belast zijn met de zorg voor minderjarigen. Doordat er sprake
was van een ongebruikelijke combinatie van de beoogde functie en het aangegeven screeningsprofiel
is de functieomschrijving door Justis opgevraagd. Op basis van de overlegde functieomschrijving
kwam duidelijk naar voren dat de aanvrager in de beoogde functie uitsluitend verantwoordelijk
is voor het aangaan en onderhouden van zakelijke transacties. Gelet hierop is ambtshalve
het screeningsprofiel aangepast in «zakelijke transacties», waaronder het beslissen
over offertes (het voeren van onderhandelingen en het afsluiten van contracten) en
het doen van aanbestedingen, hetgeen leidde tot afgifte van de VOG.
Abusievelijk is niet het screeningsprofiel «zakelijke transacties» aangepast op de
VOG, maar is het oorspronkelijke screeningsprofiel «personen» afgedrukt op de VOG.
De VOG geeft hierdoor geen juist beeld van de screening die heeft plaatsgevonden.
Wanneer dergelijke fouten in de uitvoering worden geconstateerd, wordt de VOG door
Justis ingetrokken. Per aangetekende post ontvangt betrokkene het verzoek om de betreffende
VOG terug te sturen naar Justis. Dit verzoek is ook recentelijk gedaan richting de
bestuurder van Compass.
Een dergelijke fout moet in de toekomst vanzelfsprekend worden voorkomen, want dit
kan het vertrouwen doen afnemen in de VOG-screening of in sectoren die van deze screening
gebruik maken. De dienst Justis treft daarom maatregelen waarmee wordt voorkomen dat
er verkeerde functieprofielen worden afgedrukt op de VOG.
Vraag 19
Is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd(IGJ) op de hoogte van de hierboven genoemde
misstanden? Zo ja, wanneer precies wist de IGJ dit en wat heeft zij met die wetenschap
wanneer precies gedaan? Welke maatregelen heeft zij toen op welk moment genomen om
hieraan een einde te maken?
Antwoord 19
Na het bezoek van de IGJ ontving zij in 2018 en 2019 verschillende signalen over Compass.
De aard van de signalen waren divers. Ze hadden deels betrekking op de kwaliteit van
zorg en deels op mogelijk frauduleuze handelingen. De opeenstapeling van signalen
was voor de IGJ aanleiding een toezichtsbezoek uit te voeren. Vanuit de rol als toezichthouder
op kwaliteit en veiligheid van zorg is in dit bezoek de focus gelegd op de kwaliteit
van zorg en goed bestuur. Hierbij zijn de signalen die betrekking hadden op de kwaliteit
geverifieerd. Van dit bezoek is een rapport geschreven dat op 5 maart 2020 is gepubliceerd
op de website van IGJ, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd – Compass Nijmegen en Wijchen oktober 2019 (igj.nl).
Over de geconstateerde tekortkomingen is een verbeterplan gevraagd en een auditverslag.
Deze zijn beide ontvangen. Het bezoek is afgesloten met de berichtgeving aan Compass
dat de IGJ (onaangekondigd) onder andere de voortgang in de uitvoering van de verbetermaatregelen
kan komen toetsen.
Na het toezichtsbezoek in 2019 en het afsluiten daarvan in 2020 heeft de IGJ weer
verschillende signalen ontvangen over vermeende zorgfraude, over bejegening en over
de kwaliteit van zorg. Deze signalen waren afkomstig van gemeenten, burgers en zorgverzekeraars.
Tussen verschillende partijen is contact over deze signalen, ook het Informatie Knooppunt
Zorgfraude is hierbij betrokken. De bedoeling hiervan is te beoordelen of een gezamenlijk
toezichtstraject een meerwaarde geeft en zo ja, deze in te zetten. Deze signalen zijn
voor IGJ, samen met de signalen van Follow the Money en het opstappen van de raad
van commissarissen aanleiding geweest voor een recent gesprek met de opgestapte raad
van commissarissen en een nieuw toezichtsbezoek. De uitkomsten van dit bezoek zijn
nog niet gepubliceerd.
De IGJ heeft Justis ter controle gevraagd of de VOG daadwerkelijk was verstrekt. Dit
bleek het geval te zijn. Zie hiertoe het antwoord op vraag 18.
Vraag 20
Indien de IGJ, nadat zij wist van deze misstanden, geen maatregelen heeft genomen,
welke verklaring heeft u dan daarvoor? Wat is daarover uw oordeel en wat betekent
dat voor de bestaande werkwijze van de IGJ?
Antwoord 20
Zie het antwoord op vraag 19. Het meest recente onderzoek naar deze instelling is
nog niet afgerond. De inspectie heeft onlangs de opgestapte raad van commissarissen
gesproken en een toezichtsbezoek gebracht. Wanneer de inspectie tekortkomingen constateert,
kan zij hierop handhaven.
Vraag 21
Indien de IGJ wel al langer op de hoogte was van deze misstanden, heeft zij daarover
dan tevens per ommegaande de gemeenten en zorgverzekeraars, die met dit zorgbedrijf
hadden gecontracteerd, geïnformeerd? Zo nee, waarom is dat niet direct gebeurd?
Antwoord 21
De IGJ heeft ons gemeld dat zij rondom casuïstiek regelmatig contact heeft met betrokken
gemeenten of zorgverzekeraars en het Informatieknooppunt Zorgfraude. Contact tussen
deze partijen ziet op signalen van mogelijke zorgfraude en de kwaliteit van zorg.
Bovenstaande werkwijze wordt ook in deze casus toegepast.
Vraag 22
Worden alle gemeenten en (jeugd)zorgverzekeraars voor een dergelijk malafide zorgbedrijf
en/of hun eigenaren/directeuren op de hoogte gesteld c.q. gewaarschuwd? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 22
Als er sprake is van een (mogelijk) malafide zorgbedrijf gaat er niet automatisch
een signaal of een waarschuwing naar alle gemeenten en zorgverzekeraars, omdat daar
geen wettelijke grondslag voor is. Zie ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 23
Bestaat er een zwarte lijst van bewezen malafide (jeugd)zorgorganisaties en/of hun
eigenaren/directeuren bij de IGJ en zo ja, hoe kunnen gemeenten en zorgverzekeraars
van deze lijst kennisnemen? Kunnen cliënten en/of verzekerden eveneens van deze zware
lijst op de hoogte zijn? Zo nee, waarom niet? Hoe zal aan die bekendheid vorm en inhoud
worden gegeven?
Antwoord 23
Nee, een dergelijke lijst is er niet. Wel houdt de inspectie ten behoeve van het verstrekken
van informatie aan zorgaanbieders, in het kader van de vergewisplicht, aantekening
bij van zorgverleners waarvan de inspectie na onderzoek heeft geconcludeerd dat sprake
is van een situatie die voor de veiligheid van cliënten of de zorg een ernstige bedreiging
kan betekenen. Daarnaast zijn er op de website van de IGJ openbare rapporten te vinden
die de IGJ heeft gepubliceerd.
Vraag 24
Kunt u het inspectierapport van de IGJ met het oordeel over het zorgbedrijf Compass
GGZ per ommegaande en vooruitlopend op de beantwoording van deze vragen naar de Kamer
sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 24
Het rapport uit 2020 is openbaar, zie de link die is toegevoegd bij vraag 19.
Vraag 25
Behandelt de betreffende jeugdzorgdirecteur nog steeds zelf ook kwetsbare minderjarigen?
Zo ja, hoe is dat mogelijk? Wat is het oordeel van de IGJ daarover (geweest)?
Antwoord 25
Zie het antwoord op vraag 19. Het onderzoek van de IGJ is nog niet afgerond. Wanneer
de IGJ constateert dat er niet wordt gewerkt conform de norm van verantwoorde werktoedeling,
kan de inspectie handhavend optreden.
Vraag 26
Welke maatregelen gaat u op welke termijn nemen om er voor te zorgen dat er per direct
een einde komt aan deze wanpraktijk? Welke rol speelt de IGJ daarin en welke bevoegdheden
heeft die daartoe?
Antwoord 26
Zie ook het antwoord op vraag 19: Op grond van nieuwe signalen heeft de IGJ besloten
de instelling nader te onderzoeken. Met de aanvullende signalen vanuit de media en
de melding dat de raad van commissarissen zijn taken neerlegt, heeft IGJ aanleiding
gezien om te spreken met de afgetreden raad van commissarissen en een bezoek te brengen
aan de instelling. Wanneer de IGJ risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van zorg
constateert kan zij handhaven. Het onderzoek van de IGJ is nog niet afgerond.
Vraag 27
Zijn er bij u en/of de IGJ meerdere vergelijkbare misstanden of signalen bekend over
andere jeugdzorgaanbieders en/of hun eigenaren/directeuren? Zo ja, kunt u deze informatie
met de Kamer delen? Hoe is daarop per geval door u en de IGJ geacteerd?
Antwoord 27
Voor informatie over toezichttrajecten verwijzen wij u naar de IGJ-website waarop
rapporten over (jeugd)zorgaanbieders openbaar worden gemaakt. Zoals eerder aangegeven
is er geen zwarte lijst van aanbieders of bestuurders.
Het Informatieknooppunt zorgfraude (IKZ) vormt het platform waarop fraudesignalen
door partners worden uitgewisseld en zorgt voor gezamenlijke coördinatie op de uitwisseling
van informatie.
Het IKZ heeft in 2020 ongeveer 30 signalen ontvangen die specifiek betrekking hadden
op jeugdhulp (exclusief begeleid en beschermd wonen). Let wel, het betreft hier vermoedens
van fraude en dit aantal geeft geen inzicht in het totaal aantal fraudesignalen noch
in de totaalomvang van fraude met betrekking tot jeugdhulp in het hele land. Voor
gemeenten en andere IKZ partners geldt overigens geen meldplicht bij het IKZ.
Vraag 28
Deelt u ook de mening dat het toezicht en de controle hier schromelijk tekort zijn
geschoten? Welke verklaring heeft u hiervoor en wie of welke organisatie en/of functionaris
is daarvoor verantwoordelijk?
Antwoord 28
Voorafgaand aan de publicatie van Follow the Money heeft de IGJ al besloten dat vervolgonderzoek
nodig was. Op het titelmisbruik heeft de IGJ de bestuurder al eerder aangesproken.
Nieuwe signalen zijn, samen met het aftreden van de raad van commissarissen en het
artikel van Follow the Money, voor de IGJ aanleiding geweest om opnieuw een bezoek
te brengen en de afgetreden raad van commissarissen te spreken. Zoals eerder benoemd,
kan de IGJ handhaven wanneer er risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van zorg
zijn.
Vraag 29
Bij welke organisaties is op welke wijze vorm en inhoud gegeven aan het voorkomen
van dergelijke misstanden en andere gevallen van fraude? Functioneert een dergelijk
systeem voldoende efficiënt? Zo nee, welke stappen zullen daarvoor door u worden gezet?
Antwoord 29
Allereerst zijn alle inkooporganisaties er zelf verantwoordelijk voor dat zij zorg
inkopen en financieren bij zorgaanbieders die goede kwaliteit zorg leveren en rechtmatig
hun zorg declareren. Daartoe stellen zij eisen op waar zorgaanbieders aan moeten voldoen.
Tijdens een inkoopprocedure vraagt de inkopende partij daarvoor ook gegevens op bij
de zorgaanbieder zodat getoetst kan worden of de zorgaanbieder aan de gestelde eisen
voldoet.
Daarnaast hebben alle ketenpartners hun eigen rol in de aanpak van fouten en fraude
in de zorg. De verschillende partijen werken samen binnen de Taskforce Integriteit
Zorgsector (TIZ)3. Betrokken ketenpartners zijn gefocust op preventie, controle, toezicht en handhaving
en opsporing. Het doel van het samenwerkingsverband is het versterken van de integriteit
van de zorgsector door samenwerking tussen de convenantpartners te stimuleren, te
coördineren en te vergroten door het uitwisselen van informatie en het uitwisselen
van kennis, inzicht en vaardigheden.
Om de onderlinge samenwerking en zorgvuldige gegevensuitwisseling bij de aanpak van
zorgfraude verder te verbeteren, is o.a. het Wetsvoorstel bevorderen samenwerking
en rechtmatige zorg (Wbsrz) ingediend bij de Tweede Kamer, maar controversieel verklaard.
Zie ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 30
Welke maatregelen gaat u nemen om het toezicht en de controle op jeugdzorgorganisaties
te verbeteren om voortaan dergelijke misstanden te voorkomen?
Antwoord 30
Gemeenten hebben mogelijkheden om te controleren door sturing bij de contractering,
aanbesteding en via toezicht. Tijdens een lopend contract kunnen gemeenten periodieke
gesprekken voeren over de hulp en over de wijze van declaratie en facturatie. Dergelijke
gesprekken kunnen leiden tot nader onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn materiële controle
inzetten en bij gerede twijfels een fraude onderzoek starten.
Het toezicht is bij de Jeugdwet centraal geregeld via de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd die een wettelijke toezichtstaak heeft en aanbieders controleert op kwaliteit.
Daarnaast heeft de Jeugdautoriteit een taak op het terrein van de continuïteit van
zorg. Beide organisaties kunnen bij hun onderzoek stuiten op onregelmatigheden. De
gemeenteraad controleert de jaarrekening van de gemeente die gebaseerd is op de accountantsverklaringen
van de gecontracteerde aanbieders. Het financieel toezicht is transparant met het
verplichte Jaardocument dat openbaar kan worden geraadpleegd bij het CIBG.
Vraag 31
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 31
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.