Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over de beantwoording van de vragen over het feit dat mevrouw Bunschoten met drie kinderen door corporatie Dudok feitelijk op straat wordt gezet
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de vragen over het feit dat mevrouw Bunschoten met drie kinderen door corporatie Dudok feitelijk op straat wordt gezet (ingezonden 7 juni 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
28 juni 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op mijn vragen over het feit dat mevrouw Bunschoten
met drie kinderen door corporatie Dudok feitelijk op straat wordt gezet?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wilt u antwoord geven op de vraag of u de mening deelt dat bij een ingrijpende gebeurtenis
als een scheiding mag worden verwacht dat corporaties de menselijke maat hanteren?
Wilt u antwoord geven op de vraag of u de mening deelt dat een gescheiden moeder met
drie kinderen geen urgentie voor een sociale huurwoning geven in geen enkel geval
een menselijke maat is?
Antwoord 2, 3
Ik deel uw zorg dat gescheiden ouders met kinderen kwetsbaar kunnen zijn. Zeker wanneer
er kinderen in het spel zijn is een zorgvuldige afweging cruciaal. In dergelijke situaties
is oog voor de individuele situatie van groot belang. Die beoordeling moet op lokaal
niveau worden gemaakt, zoals dat ook moet gebeuren bij andere kwetsbare huishoudens.
Bij alle ingrijpende gebeurtenissen die van invloed zijn op de woonbehoefte van mensen
mag van gemeenten en corporaties worden verwacht dat zij hierbij de menselijke maat
hanteren en ik zie ook dat zij dat doen in de wijze waarop zij tot met urgentie omgaan.
Uitgangspunt van de Huisvestingswet en van huisvestingsverordeningen is dat er bij
urgentie gekeken wordt naar de individuele situatie van de woningzoekende en de mate
waarin sprake is van acute nood. Ik vind dit een evenwichtige benadering om iedereen
die te maken heeft met ingrijpende gebeurtenissen in zijn of haar leven te helpen
aan woonruimte.
Vraag 4, 5, 6
Kent u de huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019?2
Is het waar dat volgens artikel 1.7 van de huisvestingsverordening corporatie Dudok
jaarlijks maximaal 2% van de aangewezen woningen die vrij gemeld worden, kan inzetten
om woonproblematiek van huurders op te lossen?
Bent u alsnog bereid zo snel mogelijk met corporatie Dudok in gesprek te gaan en aan
te dringen op een oplossing op basis van artikel 1.7?
Antwoord 4, 5, 6
Ja, ik ken artikel 1.7 uit de Huisvestingsverordening Gooi- en Vechtstreek. Deze bepaling
is bedoeld om corporaties enige armslag te geven voor het oplossen van problematiek
onder zittende huurders. Zo kan de 2%-regeling bijvoorbeeld worden gebruikt bij onoplosbare
burenruzies, maar ook bij renovatie- of sloop- en nieuwbouwprojecten. Deze bepaling
ziet niet op aspirant-huurders.
Vraag 7
Bent u alsnog bereid om naast VNG, zoals toegezegd in het Commissiedebat Wonen & Corona,
ook met Aedes afspraken te maken over het geven van urgentie voor een sociale huurwoning
aan gescheiden ouders?
Antwoord 7
Op 8 juni jl. is de motie Koerhuis (Kamerstuk 32 847, nr. 749) aangenomen waarin verzocht wordt de problematiek van gescheiden ouders met kinderen
in kaart te brengen, met oplossingen te komen en de Kamer na de zomer te informeren.
Ik zal de Kamer hierover na de zomer informeren, waarbij ik tevens de verschillende
stakeholders zal betrekken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.