Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Grinwis over het bericht 'Huis maximaal verduurzaamd en toch nog een torenhoge energierekening. Hoe kan dit?'
Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Huis maximaal verduurzaamd en toch nog een torenhoge energierekening, hoe kan dit?» (ingezonden 1 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
28 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Huis maximaal verduurzaamd en toch nog torenhoge energierekening,
hoe kan dit?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u zicht op hoeveel duurzame nieuwbouwwijken landelijk te maken hebben met, voor
bewoners veelal onverwachte, hogere capaciteitstarieven?
Antwoord 2
Mijn beeld is dat slechts een beperkt deel van de nieuwbouw een aansluiting krijgt
waarvoor een hoger nettarief geldt. De meeste woningen worden aangesloten op een aansluiting
met een capaciteit van ten hoogste drie keer 25 ampère.
In het artikel wordt genoemd dat sommige nieuwbouwwoningen worden aangesloten op een
elektriciteitsaansluiting met een hogere capaciteit van drie keer 35 ampère. Netbeheerders
geven aan dat deze elektriciteitsaansluitingen met een hogere capaciteit weinig worden
toegepast bij (nieuwbouw) woningen. Er zijn geen cijfers over het aantal aansluitingen
met een hoge capaciteit bij nieuwbouw. Er zijn wel cijfers over het aantal aansluitingen
in algemene zin. De netbeheerders Liander, Enexis en Stedin geven aan dat er in 2020
circa 5600 aansluitingen met een capaciteit van drie keer 35 ampère zijn bijgekomen
en circa 80.000 aansluitingen met een capaciteit van drie keer 25 ampère.
Overigens is het aantal aansluitingen met een hogere capaciteit toegenomen in de afgelopen
jaren. In 2017 kwamen er circa 2100 aansluitingen met een capaciteit van drie keer
35 ampère bij en circa 60.000 aansluitingen met een capaciteit van drie keer 25 ampère.
Ook in verhouding met het aantal nieuwe woningen is de toename van aantal aansluitingen
met een capaciteit van drie keer 35 ampère van beperkte omvang.
Vraag 3
Bent u het eens met de installateur uit het artikel dat de hogere aansluiting van
35 ampère zeer waarschijnlijk de standaard gaat worden, ook voor rijtjeshuizen, aangezien
huishoudens in het kader van de energietransitie op enig moment verder zullen elektrificeren?
Of ligt dit genuanceerder en wordt er derhalve te snel in nieuwbouwwoningen overgeschakeld
op drie keer 35 ampère in plaats van drie keer 25 ampère?
Antwoord 3
Als gevolg van de energietransitie is het aannemelijk dat huishoudens vaker elektrisch
zullen rijden, verwarmen en koken. Dit hoeft echter niet te betekenen dat de drie
keer 35 ampère aansluiting de standaard gaat worden. De huidige praktijk laat zien
dat er al veel woningen worden verduurzaamd of duurzaam worden gerealiseerd zonder
gebruikt te maken van een drie keer 35 ampère aansluiting. Op verschillende manieren
kunnen huishoudens er bovendien voor zorgen dat de belasting van hun elektriciteitsaansluiting
(en het elektriciteitsnet) wordt beperkt. Bijvoorbeeld door het geleidelijk opladen
van de elektrische auto of door te kiezen voor een efficiënte warmtepomp in plaats
van een elektrische CV-ketel. Ik vind het wenselijk dat de nettarieven de werkelijke
kosten voor het net weerspiegelen zodat alle gebruikers, en dus ook huishoudens, gestimuleerd
worden om te kiezen voor de meest efficiënte benutting van het net.
Netbeheerders hebben de taak om elektriciteitsaansluitingen te realiseren en te wijzigen
op verzoek van (beoogd) aangeslotenen. Bij projectmatige nieuwbouw zal de projectontwikkelaar
de netbeheerder verzoeken om aanleg van nieuwe aansluitingen. De projectontwikkelaar
maakt hierbij de keuze voor de capaciteit van de elektriciteitsaansluiting. De projectontwikkelaar
zal ook keuzes maken met betrekking tot de installaties in de woning. Het ligt voor
de hand dat de projectontwikkelaar hierbij rekening houdt met de invloed op benodigde
capaciteit van de elektriciteitsaansluiting en de daarbij behorende kosten.
Vraag 4, 5 en 6
Deelt u de mening dat de kosten voor netverzwaring door elektrificatie van de samenleving
niet eenzijdig moeten worden neergelegd bij de huizenbezitter die juist stappen zet
om te verduurzamen?
Bent u het eens dat elektrificatie gestimuleerd moet worden, onder andere door middel
van lagere maandelijkse energielasten?
Hoe rijmt u deze praktijk van hogere capaciteitstarieven met de ambitie om de energietransitie
zo veel mogelijk kostenneutraal te maken voor huishoudens?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik deel het uitgangspunt dat de kosten voor netverzwaring door elektrificatie niet
eenzijdig moeten worden neergelegd bij huizenbezitters die stappen zetten om te verduurzamen.
Dit is echter niet het geval. De energietransitie zorgt ervoor dat netbeheerders meer
moeten investeren in de elektriciteitsnetten. De verwachting is dat de netbeheerders
hierdoor geleidelijk meer kosten maken. De kosten van netbeheerders (inclusief de
kosten voor netverzwaring) worden verdeeld over alle gebruikers. Dit zijn zowel huishoudens
als bedrijven. Er gelden randvoorwaarden voor de verdeling van de netkosten, die ervoor
moeten zorgen dat deze kosten eerlijk worden verdeeld. Belangrijke randvoorwaarden
zijn dat de tarieven transparant en non-discriminatoir zijn en de werkelijke kosten
weerspiegelen. Het ligt daarom voor de hand dat voor aansluitingen die het net meer
belasten en hogere kosten veroorzaken in het elektriciteitsnet ook een hoger tarief
wordt gerekend.
Het is belangrijk dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is.
Om dit dichterbij te brengen zijn verschillende maatregelen getroffen. Dit betreft
onder andere de schuif in de Energiebelasting, het openstellen van innovatie-regelingen,
het openstellen van subsidieregelingen en de oprichting van het Nationaal Warmtefonds.
Er wordt momenteel onderzoek gedaan naar de jaarlijkse eindgebruikerskosten van huishoudens
bij de verduurzaming van woningen. Voor de zomer ontvangt uw Kamer de resultaten van
dit onderzoek. Daarbij zal het kabinet ook schetsen wat de verschillende dilemma’s
en denkrichtingen kunnen zijn voor het nieuwe kabinet. Hoe betaalbaarheid verder kan
wordt ingevuld is aan het nieuwe kabinet.
Ik ben niet van mening dat elektrificatie gestimuleerd dient te worden door als wetgever
in te grijpen op de verdeling van de netkosten. De wetgever is niet bevoegd om de
verdeelsleutels voor de kostenverdeling van de elektriciteitsnetten vast te stellen.
Daarnaast mag de kostenverdeling niet gewijzigd worden met als primaire doel om voor
een specifieke groep aangeslotenen lagere maandelijkse energielasten te realiseren.
De nettarieven van elektriciteitsnetbeheerders worden vastgesteld door de Autoriteit
Consument en Markt (ACM). De ACM moet daarbij rekening houden met uitgangspunten die
zijn vastgelegd in Europese regelgeving. Deze uitgangspunten vereisen dat de tarieven
non-discriminatoir, transparant en kosten-reflecterend zijn. Dat betekent dat er een
verband gelegd moet worden tussen het gebruik van het elektriciteitsnet door een aangeslotene,
de kosten die daardoor worden veroorzaakt en de hoogte van het nettarief.
Vraag 7
Erkent u dat dit soort, voor veel mensen onverwachte, kosten het draagvlak voor elektrificatie
en verduurzaming van woningen ondermijnen?
Antwoord 7
Ik wil voorkomen dat mensen achteraf verrast worden door de hoogte van het nettarief
van de benodigde elektriciteitsaansluiting. Ik vind het de verantwoordelijkheid van
partijen zoals bouwers en installateurs om mensen te adviseren over de technische
oplossingen voor het verduurzamen van woningen. Hierbij is het logisch is dat deze
partijen bij hun adviezen rekening houden met de gevolgen van de oplossing voor de
benodigde capaciteit van de elektriciteitsaansluiting en de daarbij behorende kosten.
Daarbij wil ik opmerken dat mijn beeld is dat woningen verduurzaamd kunnen worden,
zonder een aansluiting met een hoge capaciteit (3 keer 35 ampère) nodig te hebben,
zoals toegelicht in het antwoord op vraag 2.
Vraag 8, 9 en 11
Hoe verhouden de maximale en de daadwerkelijk gehanteerde tarieven voor de aansluitcapaciteit
zich eigenlijk tot de reële kosten die netbeheerders moeten maken voor de aansluitcapaciteit?
Welke rekenmethode hanteert de ACM op dit moment voor het vaststellen van capaciteitstarieven?
Is er bij het vaststellen van deze rekenmethode rekening gehouden met de doelstelling
dat verduurzaming aantrekkelijk moet kunnen plaatsvinden en dat hoge capaciteitstarieven
bij grotere aansluitingen dit streven in de weg staan? Zo nee, waarom niet?
Welke problemen heeft u op het netvlies als het gaat om transport-, aansluit- c.q.
capaciteitstarieven, aangezien er niet alleen bij huishoudens, maar ook bij MKB-bedrijven
klachten te horen zijn over de hoogte van de capaciteitstarieven? Wat bent u bereid
daaraan te doen?
Antwoord 8, 9 en 11
De kosten van het elektriciteitsnet worden verdeeld aan de hand van verdeelsleutels
die met een bepaalde mate van abstractie een verband leggen tussen het gebruik van
het elektriciteitsnet, de veronderstelde kosten die met dat gebruik gepaard gaan,
en het daaraan gekoppelde nettarief. De keuzes over de kostenverdeling vormen de tariefstructuur.
In de huidige tariefstructuur zijn de nettarieven van aansluitingen tot drie keer
80 ampère gebaseerd op de fysieke capaciteit van de aansluiting, waarbij iemand met
een grotere aansluiting doorgaans meer betaalt dan iemand met een kleine aansluiting.
De redenering hierachter is dat iemand met een grotere elektriciteitsaansluiting het
elektriciteitsnet doorgaans meer belast en daardoor meer netkosten veroorzaakt. Hier
past dan ook een hoger nettarief bij.
Voor alle huishoudelijke aansluitingen (waaronder drie keer 25 ampère) wordt verondersteld
dat deze op een vergelijkbare manier gebruikt worden en ook vergelijkbare kosten veroorzaken.
Daarom geldt voor alle huishoudelijke aansluitingen hetzelfde nettarief. Dit tarief
sluit goed aan bij het netgebruik van een gemiddeld huishouden. Sommige huishoudens
belasten echter het elektriciteitsnet meer dan andere huishoudens, maar betalen hetzelfde
nettarief. Hierdoor betalen sommige gebruikers relatief weinig ten opzichte van de
mate waarmee zij het elektriciteitsnet belasten. Bovenstaande veroorzaakt eveneens
het tariefverschil tussen een huishoudelijke aansluiting en een aansluiting van drie
keer 35 ampère. Het tarief voor een aansluiting van drie keer 35 ampère is namelijk
gebaseerd op het gemiddeld netgebruik van gebruikers met deze aansluitcapaciteit,
welke veel hoger ligt dan het gemiddeld netgebruik van gebruikers met een huishoudelijke
aansluiting.
Netbeheer Nederland is een project gestart waarin wordt onderzocht welke alternatieven
er zijn voor de huidige tariefstructuur voor aansluitingen tot drie keer 80 ampère.
Het project heeft als doel om in de komende maanden, samen met vertegenwoordigers
van netgebruikers, tot een voorkeursoptie te komen voor een nieuwe tariefstructuur.
Deze kan in de periode daarna verder uitgewerkt worden.
Er zijn twee belangrijke aanleidingen voor het project. De eerste aanleiding is dat
de veronderstelling dat alle huishoudelijke aansluitingen op een vergelijkbare manier
worden gebruikt een steeds slechtere weerspiegeling is van de werkelijkheid. Waar
in het verleden bijna alle huishoudelijke aansluitingen op een vergelijkbare manier
werden gebruikt, zijn nu de verschillen in de netbelasting van gebruikers met een
huishoudelijke aansluiting aan het toenemen. Het ene huishouden gaat wellicht over
op elektrisch rijden, koken en verwarmen terwijl een ander huishouden wellicht over
gaat op een warmtenet voor verwarming. De toenemende verschillen tussen huishoudens
zorgen ervoor dat het huidige uniforme tarief voor alle huishoudelijke aansluitingen
steeds minder goed de kosten weerspiegelt van de individuele gebruikers in deze categorie.
De tweede aanleiding is de toenemende belasting van het elektriciteitsnet in de komende
jaren. Het stimuleren van efficiënt netgebruik wordt daardoor extra belangrijk. Dit
maakt het voor netbeheerders beter haalbaar om het tempo van de elektrificatie bij
te houden en voorkomt mogelijk congestieproblemen in laagspanningsnetten. Een wijziging
van de tariefstructuur kan deze problematiek helpen voorkomen door efficiënter netgebruik
financieel aantrekkelijk te maken. Bovendien is dit ook een betere invulling van het
uitgangspunt van kostenreflectiviteit.
Ik vind het goed dat Netbeheer Nederland onderzoekt of een herziening van de tariefstructuur
gewenst is naar aanleiding van de bovenstaande ontwikkelingen. Op basis van de Elektriciteitswet
1998 kunnen de netbeheerders kunnen een voorstel tot wijzing van de tariefstructuur
indienen bij de ACM. De ACM moet dit voorstel toetsen aan de wettelijke randvoorwaarden.
Vraag 10
Bent u bereid de huidige rekenmethode van de ACM voor het vaststellen van de capaciteitstarieven
aan te passen zodat deze de doelstellingen uit het Klimaatakkoord voor het verduurzamen
van woningen ondersteunt in plaats van tegenwerkt? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dat
doen?
Antwoord 10
Dit is niet mogelijk, aangezien de verdeelsleutels door de ACM worden vastgesteld.
Ik ben niet bevoegd om hierop in te grijpen. De Europese regelgeving voor distributiesysteembeheerders
voor elektriciteit legt onder andere de taak om de tarieven vast te stellen expliciet
neer bij de ACM. De netbeheerders kunnen een voorstel indienen bij de ACM voor een
wijziging van de tariefstructuur. De ACM beoordeelt of dit voorstel voldoet aan de
wetgeving en in lijn is met de Europese uitgangspunten. De ACM kan daarna het voorstel
goedkeuren.
Vraag 12
Welke stappen gaat u zetten om de verzwaring van het elektriciteitsnet in Nederland
te versnellen? Hoe kan daarbij worden voorkomen dat de kosten hiervan eenzijdig terecht
komen bij de consument of het bedrijf dat juist stappen zet om te verduurzamen?
Antwoord 12
In mijn brief van 21 april (kenmerk 2021Z06677) en in Kamerstukken 20 923, nr. 260 en 30 196, nr. 669 heb ik uiteengezet welke stappen er zijn ondernomen om waar mogelijk verlichting
aan te brengen in de transportschaarste. Het gaat hierbij onder andere om het mogelijk
maken van inzet van de zogenoemde «spitstrook» waardoor er 5–30% reservecapaciteit
kan worden ingezet voor opwek en het bieden van een helder kader bij gebrek aan transportcapaciteit
in voorgenomen Energiewet. Netbeheerders hebben hun investeringen al significant verhoogd
en blijven zich tot het uiterste inzetten om extra transportcapaciteit te realiseren
maar dat kost tijd. Ook decentrale overheden hebben de mogelijkheid om maatregelen
te nemen en zijn bezig met de RES’sen.
De kosten voor het verzwaren van het elektriciteitsnet komen niet eenzijdig terecht
bij netgebruikers die verduurzamen. De kosten van het elektriciteitsnet worden verdeeld
over alle gebruikers. Er gelden randvoorwaarden voor de verdeling van de netkosten,
die ervoor moeten zorgen dat deze kosten eerlijk worden verdeeld. Zie ook mijn antwoord
op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.