Schriftelijke vragen : Visa voor kort verblijf
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over visa voor kort verblijf (ingezonden 25 juni 2021).
Vraag 1
Hoeveel visa voor kort verblijf (negentig dagen) zijn er de afgelopen vijf jaar per
jaar verstrekt?
Vraag 2
Kunt u dit uitsplitsen naar land van herkomst?
Vraag 3
Kunt u concreet aangeven hoe de monitoring van het verblijf gedurende de negentig
dagen eruitziet en hoe concreet wordt vastgesteld of iemand het land (tijdig) heeft
verlaten?
Vraag 4
In hoeverre is dit een gestandaardiseerd proces dat door iedere IND-medewerker op
dezelfde wijze wordt uitgevoerd?
Vraag 5
Wordt dit voor ieder kort verblijf op dezelfde wijze uitgevoerd? Zo nee, op welke
wijze varieert dit en wat zijn de afwegingen die hieraan ten grondslag liggen?
Vraag 6
Welke mechanismen treden in werking wanneer na negentig dagen niet kan worden vastgesteld
of de vreemdeling is vertrokken of vaststaat dat deze niet vertrokken is?
Vraag 7
In hoeveel gevallen is in de afgelopen vijf jaar per jaar komen vast te staan dat
een vreemdeling niet vertrokken is of dat niet duidelijk was of hij of zij vertrokken
is?
Vraag 8
Zijn er momenteel personen uit beeld die het land zijn binnengekomen op een visum
voor kort verblijf en al hadden moeten terugkeren? Zo ja, om hoeveel personen gaat
dit (ongeacht de tijd die inmiddels verstreken is) in totaal?
Vraag 9
Hoe vaak komt het voor dat door de Staat en/of openbare lichamen (al dan niet gedeeltelijk)
aanspraak wordt gemaakt op de garantstelling van 10.000 euro door de uitnodigende
partij?
Vraag 10
Kunt u per jaar aangeven welke totaalbedragen hiermee de afgelopen vijf jaar gemoeid
waren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Joost Eerdmans, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.