Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over Rotterdams brandweerpersoneel dat verplicht moet stoppen met werken
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over Rotterdams brandweerpersoneel dat verplicht moet stoppen met werken (ingezonden 3 juni 2021).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 juni 2021).
         
Vraag 1
            
Bent u het met mij eens dat goed geschoold en gemotiveerd personeel bij de brandweer
               van groot belang is?1
Vraag 2
            
Bent u het met mij eens dat het zonde is dat mensen die goed werk leveren verplicht
               moeten stoppen met werken vanwege bezuinigingen, zeker als er tekorten zijn en verwacht
               worden bij de brandweer? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Bent u bereid om met de veiligheidsregio in gesprek te gaan om te kijken of deze maatregelen
               kunnen worden aangepast? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Zijn er meer van dit soort afspraken gemaakt bij andere veiligheidsregio’s? Zo ja,
               welke?
            
Vraag 5
            
Bent u bereid hiervoor de verantwoordelijkheid te nemen en dit niet af te schuiven
               op de veiligheidsregio? Zo nee, waarom niet?
            
Mededeling
            
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van
               uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over Rotterdams brandweerpersoneel
               dat verplicht moet stoppen met werken (ingezonden 3 juni 2021) niet binnen de gebruikelijke
               termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
               ontvangen.
            
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
