Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 juni 2021

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel
van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met
de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 10 juni 2021 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief
van 23 juni 2021 zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Aukje de Vries

Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

1. Wat behelst de Tijdelijke Toelage Loongebouw precies? Zal deze ook na eind 2021
nog in werking zijn als er geen nieuw bezoldigingssysteem is?

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017–2018 heeft Defensie met de vakcentrales afgesproken
om gefaseerd een vereenvoudigd bij de tijd passend bezoldigingssysteem te ontwikkelen
en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. In het arbeidsvoorwaardenakkoord
2018–2020 is deze afspraak gezamenlijk herbevestigd. Specifiek hebben sociale partners
afgesproken dat een nieuw bezoldigingssysteem wordt ingevoerd op 1 juli 2020.

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018–2020 (Bijlage bij Kamerstuk 35 000 X, nr. 149) is een eerste stap gezet naar een nieuw loongebouw: het loon voor soldaten en matrozen,
korporaals en onderofficieren en een deel van de officieren (vaandrig t/m majoor en
hun marine equivalent) is (aanvankelijk tot 30 juni 2020) vooruitlopend op de herziening
van het loongebouw tijdelijk met de Tijdelijke Toelage Loongebouw (TTL) verhoogd.
Nadat de sociale partners geen overeenstemming over een nieuw loongebouw hadden bereikt
op 1 juli 2020, is de TTL tweemaal verlengd. Defensie heeft afgelopen maart de TTL
tot eind 2021 verlengd, omdat het stilleggen van het overleg door de Centrales van
overheidspersoneel niet ten koste mag gaan van het militaire personeel. De TTL is
onderdeel van de besprekingen over een nieuw loongebouw.

2. Wat voor vooruitgang wordt er geboekt in de CAO-onderhandelingen met de vakbonden?
Wanneer verwacht u hier een akkoord over te kunnen presenteren?

Het overleg met de Centrales van overheidspersoneel ligt al sinds eind 2020 stil.
De vakcentrales hebben het overleg vorig jaar opgeschort, toen duidelijk werd dat
Defensie niet aan de gestelde looneis van 2,5% kon voldoen. Defensie zou het overleg
graag hervatten om voortgang op een arbeidsvoorwaardenakkoord en andere voor het personeel
belangrijke onderwerpen te bewerkstelligen.

3. Waarvoor dient de overboeking van de Aanvullende Post van 45 miljoen euro om de
betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen? Waar wordt
dit concreet aan besteed?

Ik kan vanwege de in dit verband vereiste vertrouwelijkheid geen uitspraken doen over
de besteding van deze gelden. De Tweede Kamer wordt zoals te doen gebruikelijk via
de geëigende gerubriceerde kanalen geïnformeerd over de besteding van deze gelden.

4. In totaal is het budget voor overige inzet verhoogd met € 7,9 miljoen euro. Dit
is voornamelijk te verklaren door de in de voorjaarsnota 2019 beschikbaar gestelde
middelen voor crisisbeheersing binnen het Koninkrijk (aanschaf van het Rijkspakket
Basisaccommodatie voor Aruba en Curaçao). Een deel van de middelen (4,8 miljoen euro)
is niet in 2020 besteed en is daarom toegevoegd aan het budget voor 2021. Komt dat
door COVID-19 of heeft dat ook andere redenen?

COVID-19 is van invloed geweest op het niet volledig besteden van het budget overige
inzet in 2020. Zo liep Defensie bij diverse aanschaffingen tegen vertraging aan vanwege
onder andere leveranciers die niet aan hun leveranties konden voldoen, productiebeperkingen
en transportvertragingen waardoor deze (voorgenomen) aanschaffingen niet in 2020 naar
het Caribisch gebied konden worden verzonden. Met name bij leveranciers die niet aan
hun leveranties konden voldoen is het niet geheel duidelijk in hoeverre dit wordt
veroorzaakt door COVID-19.