Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht 'Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens'
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens» (ingezonden 7 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie), mede namens Minister van Infrastructuur
            en Waterstaat) (ontvangen 23 juni 2021).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens: Ik heb nooit
               echt zitten klagen, die 45 jaar dat ik hier woon. Nu wel» uit de Leeuwarder Courant
               van 6 mei 2021?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u bekend met het in het artikel aangehaalde onderzoek naar de laagfrequente geluidsoverlast
               van de F-35 Lightning II (verder afgekort als: F35) van drs. A. Tukkers?
            
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Deelt u de conclusie van dit onderzoek dat de F35 naast dat deze 20db luider is ook
               meer laagfrequentiegeluid produceert dan de F16 en dat de bestaande geluidsisolatie
               van woningen daartegen geen bescherming biedt? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen
               om bewoners te beschermen tegen geluidsoverlast van de F35? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
De conclusie van dit onderzoek deel ik niet. In het genoemde onderzoek worden metingen
               aangehaald die op verschillende manieren zijn uitgevoerd en daarom niet met elkaar
               te vergelijken zijn. In het aangehaalde onderzoek wordt bijvoorbeeld verwezen naar
               de meting van het geluid van de F-35B, uitgevoerd buiten het toestel op de grond in
               de buurt van de motor. De meting van het geluid van de F-16 heeft plaatsgevonden vanuit
               een gesloten cockpit. Verder heeft de F-35B, anders dan de F-35A die Nederland heeft
               aangeschaft, een luik bovenop waardoor lucht van de extra «fan» stroomt bij de «Short
               Take Off» en «Vertical Landing». Het is niet bekend of de motor hierdoor meer geluid
               maakt, maar dit kan ook niet worden uitgesloten. Bovendien kent de F-35B een ander
               vliegprofiel en daarmee dus een ander geluidsprofiel.
            
Rondom de vliegbases Leeuwarden en Volkel is een geluidsmeetnet geplaatst dat het
               geluid van zowel de F-16 als F-35 meet als die starten, landen of overvliegen. In
               november 2020 schreef de auditcommissie geluidsmeetnet Leeuwarden in haar eerste verslag
               aan de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu (COVM) van de vliegbasis Leeuwarden
               o.a. dat het geluid van de F-35 meer laagfrequent is. Verder schreef de auditcommissie:
               «Gemiddeld was het verschil ten nadele van de F-35 bij deze contourmeetpunten rond
               de 10 dB(A). We hebben ook een beperkt aantal starts en landingen gezien met een veel
               kleiner verschil dan 10 dB(A). Harde conclusies zijn nu nog niet te trekken. Ook omdat
               het aantal vluchten met de F-35 nog beperkt is geweest».
            
Indertijd heeft de Tweede Kamer in de motie Eijsink (Kamerstuk 33 763, nr. 22) niet alleen om permanente geluidsmeetnetten rondom Leeuwarden en Volkel gevraagd,
               maar ook om een onderzoek «of de vereiste geluidsdemping wel gehaald wordt bij de
               hogere geluidsniveaus van de JSF en aan te geven welke mogelijkheden tot geluidwerende
               maatregelen er zijn dan wel welke maatregelen genomen gaan worden om de vereiste geluidsdemping
               te behouden dan wel te bewaren». In de stuurgroep geluidsmeetnetten, waarin Defensie
               en omwonenden van beide vliegbases overleggen onder leiding van de verantwoordelijke
               gedeputeerde uit Friesland is afgesproken dit deel van de motie Eijsink in behandeling
               te nemen als de F-35 eenmaal in Nederland is en voldoende meetgegevens beschikbaar
               zijn. Dat is inmiddels het geval. Daarmee staat dit onderwerp sinds kort op de agenda
               van de stuurgroep.
            
De stuurgroep gaat nu bepalen welk onderzoek nodig is om uitvoering te geven aan dit
               deel van de motie. Op basis daarvan zal moeten worden besloten of en zo ja, welke
               aanvullende maatregelen moeten worden genomen.
            
Vraag 4
            
Herkent u het beeld dat in huizen waar al geluidsisolerend glas is aangebracht nog
               steeds geluidspieken van 80db te horen zijn? Zo ja, hoe wilt u dit gaan voorkomen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Zoals in het antwoord op vraag 3 is uiteengezet wordt onderzoek gedaan naar het geluid
               van de F-35 en de vereiste geluidsdemping van de bestaande isolatie. Ik kan nog niet
               vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek dat naar verwachting in de tweede
               helft van dit jaar wordt uitgevoerd.
            
Vraag 5
            
Deelt u de constatering dat, afgaande op de specificaties van het gebruikte geluidsisolerend
               glas, de geluidsisolatie niet of nauwelijks effectief is tegen geluid met frequenties
               onder 500 Herz?
            
Antwoord 5
            
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
            
Heeft u onderzoek laten doen naar de mogelijke effecten van resonantie in het lichaam
               ontstaan door het laagfrequente geluid van de F35 op de gezondheid van mens en dier?
               Zo nee, waarom niet? Bent u voornemens om dergelijk onderzoek te laten uitvoeren?
            
Antwoord 6
            
Tot nu toe heeft het Ministerie van Defensie geen signalen ontvangen over gezondheidsklachten
               ten gevolge van laagfrequent geluid van overvliegende F-35’s. Ik heb op dit moment
               dan ook geen redenen om hiernaar onderzoek te laten doen. Op het moment dat er wel
               meerdere signalen komen, zal hier opnieuw naar gekeken worden.
            
Vraag 7
            
Kunt u garanderen dat de F35 niet meer geluid zal produceren tijdens oefeningen dan
               de modellen nu laten zien? Zo nee, wat gaat u dan doen om de geluidsoverlast en geluidspieken
               bij bewoners te verminderen?
            
Antwoord 7
            
Zoals geantwoord op vraag 3 zijn de modellen uit het aangehaalde onderzoek niet representatief
               voor het geluid tijdens oefeningen. De in het aangehaalde onderzoek gebruikte F-35B
               wijkt af van de door Defensie aangeschafte F35A. In het noordelijke oefengebied wordt
               gemiddeld op 20.000 voet (circa 6 km) geoefend, dat geluid is zeker waarneembaar,
               maar beduidend minder dan die meting op de grond.
            
Defensie is rondom de vliegbases gehouden aan de geluidszonering die is vastgelegd
               in het luchthavenbesluit. Er wordt niet meer geluid geproduceerd dan vergund.
            
Vraag 8
            
Op welke manier bent u van plan om bij oefeningen rekening te houden met de beschermde
               natuurgebieden die binnen het geluidsbereik van het oefengebied liggen?
            
Antwoord 8
            
In de Passende Beoordeling op Hoofdlijnen die is opgemaakt door Royal Haskoning DHV
               in opdracht van het programma Luchtruimherziening staat dat voor de militaire vliegtuigen
               die op 1 km hoogte of hoger vliegen er geen negatieve effecten op vogels en andere
               fauna zijn te verwachten. De uitbreiding van het noordelijk oefengebied kent een ondergrens
               van 2 km en leidt daarom niet tot negatieve effecten op vogels en andere fauna als
               gevolg van geluidsverstoring. De gemiddelde hoogte waarop de F-35 oefent is 20.000
               voet (circa 6 km).
            
Voor de tijdelijke en in ruimte variërende oefengebieden voor incidenteel gebruik,
               wordt rekening gehouden met een aantal randvoorwaarden indien vliegoefeningen beneden
               de reguliere vlieghoogten plaatsvinden. Deze oefeningen zijn niet verstorend als ze
               niet plaatsvinden boven belangwekkende broedgebieden (waaronder kolonies) en buiten
               de broedtijd niet boven belangwekkende rustgebieden. Dit blijkt uit de voortoets die
               in opdracht van het Ministerie van Defensie is gemaakt door Bureau Meervelt in 2018
               (https://www.rvo.nl/sites/default/files/2021/04/Voortoets-Militaire-vlie…) om de effecten van militaire vliegactiviteiten te onderzoeken.
            
Vraag 9
            
Kunt u garanderen dat de overlast door militaire oefeningen voor ecosystemen tot een
               minimum beperkt zal worden, zodat ecosystemen geen schade ondervinden? En op welke
               manier doet u dat?
            
Antwoord 9
            
Ja, Defensie heeft voor haar militaire oefengebieden een vergunning Wet Natuurbescherming
               aangevraagd. Deze procedure loopt nog, waardoor een deel van de activiteiten al is
               vergund en een deel nog in de aanvraagprocedure loopt. Ik heb uw Kamer geïnformeerd
               over de stand van zaken in mijn brief van 27 oktober 2020 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 15). Verder houdt Defensie zich aan de beperkingen die gelden voor het opereren bij
               beschermde natuurgebieden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 8.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid het aantal vluchten te verminderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
            
Rondom vliegbases ligt een geluidszonering die grenzen stelt aan het gebruik van die
               bases. Als toestellen meer geluid maken, is de geluidsruimte die die zonering biedt
               sneller opgebruikt. Overigens zijn er ook manieren om die geluidsruimte minder snel
               «vol te vliegen», zoals minder oefeningen met toestellen van elders en minder vliegtuigbewegingen
               in de avond en nacht. Daarnaast wordt ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van simulatoren
               en geoefend in het buitenland om het aantal vliegbewegingen in Nederland te verminderen.
            
Vraag 11
            
Welke vergunningen zijn allemaal betrokken bij de herindeling van het luchtruim om
               de F35 vluchten te laten uitvoeren? Kunt u hierbij een limitatieve opsomming geven
               en daarbij noteren wanneer deze vergund zijn?
            
Antwoord 11
            
Het uitvoeren van civiele en militaire vluchten (inclusief F-35) wordt gereguleerd
               in de luchthavenbesluiten en -regelingen. Daarin is, door middel van geluidsnormen,
               vastgelegd hoeveel vluchten er mogen worden uitgevoerd van die luchthavens (zie ook
               vraag 10).
            
De uitbreiding van het Noordelijk oefengebied betreft een gebied dat is gelegen boven
               de 2.000 meter (zie ontwerpVoorkeursbeslissing, paragraaf 2.1.1, blz 26). In het kader
               van geluid is hier geen expliciete wet- of regelgeving van toepassing die het aantal
               vliegbewegingen kan reguleren. Op lagere hoogte zijn er wel instrumenten zoals de
               Omgevingswet, luchthavenbesluiten en de Regeling beperking geluidhinder luchtvaart.
            
Aangezien de uitbreiding een wijziging in het luchtruim betreft, zal artikel 5.11
               van de Wet luchtvaart van toepassing zijn. Bij dergelijke wijzigingen wordt het Werkproces
               Gezamenlijk Luchtruim- en Procedureontwerp; het 5.11 werkproces gevolgd. Onderdeel
               van dit werkproces is het stakeholdersproces aan de hand van de richtlijn participatie.
               Hierin krijgen belanghebbenden (zoals omwonenden) de mogelijkheid om invloed uit te
               oefenen op de gevolgen van een wijziging.
            
Het Programma Luchtruimherziening geeft in de volgende fase, de Planuitwerkingsfase,
               invulling aan de voorgeschreven consultatie en participatie in het wijzigingsproces
               luchtruim- en vliegprocedures (artikel 5.11). Een werkatelier (zie ontwerpVoorkeursbeslissing,
               paragraaf 5.3, blz. 63) in het noorden van Nederland zal inhoudelijk focus leggen
               op de uitbreiding van het noordelijk oefengebied. Daarbij worden stakeholders gericht
               uitgenodigd.
            
Vraag 12
            
Hoe zijn de provinciale besturen, van de provincies in het oefengebied en aansluitende
               gebieden, betrokken bij de totstandkoming van de herindeling en vergroting van het
               militaire oefengebied in Noord Nederland?
            
Antwoord 12
            
Alle provincies zijn vanaf de start van het programma Luchtruimherziening in 2018
               actief betrokken en geïnformeerd. Deze participatieaanpak is geïnspireerd op de Meerjarenprogramma
               Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-aanpak en vastgelegd in de Startbeslissing
               van april 2019. Met de provincies Drenthe, Friesland en Groningen is ambtelijk en
               bestuurlijk contact. Er zijn technische briefings georganiseerd voor Statenleden en
               een informatiesessie voor de Friese gemeenten. Momenteel wordt samen met een zestal
               provincies verkend hoe de bestuurlijke samenwerking in de volgende fase van het programma,
               de planuitwerking, georganiseerd gaat worden. De resultaten van deze verkenning worden
               begin juli voorgelegd aan alle provincies en de uiteindelijke aanpak voor bestuurlijke
               samenwerking wordt opgenomen in de definitieve Voorkeursbeslissing.
            
Vraag 13
            
Is bij de provinciale besturen duidelijk gemaakt dat ze met de nieuwe luchtindeling
               gevechtsvliegtuigen zouden krijgen die aanzienlijk meer (laagfrequentie)geluid maken?
               Zo niet waarom niet, en gaat u dit alsnog doen?
            
Antwoord 13
            
In de overleggen zoals benoemd in reactie op vraag 12, is besproken dat het bestaande
               militaire oefengebied in Noord-Nederland wordt uitgebreid, onder andere voor oefeningen
               met de F-35.
            
Vraag 14
            
Hoe zijn burgers betrokken bij de totstandkoming van het vergrote militaire oefengebied
               in Noord-Nederland?
            
Antwoord 14
            
De participatieaanpak van het programma is gericht op drie groepen stakeholders: bestuurders
               (met name van provincies en gemeenten), civiele en militaire luchtruimgebruikers en
               maatschappelijke organisaties (zoals natuur- en belangenorganisaties en bewonersorganisaties).
               Voor deze groepen zijn er verschillende overlegstructuren opgezet. Ten behoeve van
               de informatievoorziening aan burgers is een website aangemaakt: www.luchtvaartindetoekomst.nl. Verder nemen burgers deel aan de provinciale kerngroepen, aan de omgevingsraden
               rondom de luchthavens en kunnen zij ontwerpdagen van het programma bijwonen. Ook in
               de volgende fase van het programma, de planuitwerking, worden stakeholders betrokken
               bij de onderdelen van het programma, waaronder de uitbreiding van het militaire oefengebied
               in Noord-Nederland.
            
Vraag 15
            
Is aan burgers duidelijk gemaakt dat zij met de nieuwe indeling met gevechtsvliegtuigen
               te maken zouden krijgen die aanzienlijk meer (laagfrequentie)geluid maken? Zo nee,
               waarom niet? Gaat u dit alsnog doen?
            
Antwoord 15
            
In alle overleggen, zoals benoemd in reactie op vraag 14 en in alle publieksuitingen
               over het programma, is aangegeven dat het militaire oefengebied onder andere door
               de F-35 gebruikt zal worden voor oefeningen.
            
Vraag 16
            
Klopt het dat het precieze verloop van het zuidelijke grensgebied van de uitgebreide
               TRA-10 nog niet bekend is, terwijl het totaaloppervlak en de noordelijke, westelijke
               en oostelijke grenzen wel bekend zijn? Zo ja, waarom is deze nog niet bekend?2
Antwoord 16
            
De noordelijke, westelijke en oostelijke grenzen van het bestaande militaire oefengebied
               blijven ongewijzigd. Alleen de zuidelijke grens komt in de plannen anders te liggen.
               Het is in deze fase van het programma nog niet duidelijk waar de grens precies komt
               te liggen. Dat is onder andere afhankelijk van de civiele verkeersstromen die van
               en naar Schiphol naar het noorden/noordoosten gaan. In de volgende fase van het programma,
               de planuitwerking, wordt dit verder uitgewerkt. Het totaaloppervlak is ook nog niet
               bekend. Wel is duidelijk dat Defensie in Nederland in totaal minder ruimte krijgt
               voor jachtvliegtuigen om te oefenen dan vóór de luchtruimherziening, met name door
               het verdwijnen van het oefengebied in het zuidoosten. Het beoogd gebruik van de toekomstige
               oefengebieden ligt in lijn met het huidige gebruik van de bestaande oefengebieden.
               De aantallen jachtvliegtuigen die straks gebruik maken van de oefengebieden liggen
               wel beduidend lager omdat er straks minder F-35’s zijn dan dat er nu F-16’s zijn.
            
Vraag 17
            
Klopt het dat de zuidelijke begrenzing over de kop van Overijssel loopt?
Antwoord 17
            
Nee, dit klopt niet. Er is geen sprake van een uitbreiding van het bestaande militaire
               oefengebied tot boven de Kop van Overijssel. Waar die grens precies komt te liggen
               is afhankelijk van de benodigde ruimte voor civiele vluchten van en naar het noordoosten.
            
Vraag 18
            
Is het de bedoeling om de toekomstige TRA-10 langs de lijn van de huidige zuidelijke
               begrenzing van de TMA-A en de zuidelijke begrenzing van TMA Eelde te laten lopen?
               Zo nee, hoe loopt deze dan wel?
            
Antwoord 18
            
Zie het antwoord op vraag 16. De precieze ligging van de toekomstige zuidelijke grens
               van het militaire oefengebied is nog niet bekend. Met de provincies en de luchthaven
               is reeds besproken dat de uitbreiding van het oefengebied geen beperkingen oplevert
               voor het huidige gebruik van de luchthaven Groningen Airport Eelde zoals bepaald in
               het sinds 2015 geldende Omzettingsbesluit.
            
Vraag 19
            
Welke geluidsrapporten zijn er momenteel openbaar en hoeveel zijn er nog geclassificeerd?
Antwoord 19
            
Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) heeft voor Defensie de afgelopen
               jaren drie rapporten over het vlieggeluid van de F-35 gemaakt, deze zijn onder de
               volgende titels gepubliceerd:
            
– De verwachte geluidsbelasting van de F-35 (2009);
– De toekomstige geluidsbelasting van de F-35 (2014);
– Geluidsbeleving F-35 ten opzichte van F-16 (2016).
Sinds enkele jaren publiceert Defensie jaarlijks voor alle velden de rapportage van
               de geluidsbelasting over het afgelopen jaar. Het laatst verschenen rapport over de
               vliegbasis Leeuwarden heeft als titel «Geluidbelasting rondom Vliegbasis Leeuwarden
               in 2020» en is onder deze titel op internet te vinden.
            
Ten slotte zijn er nu drie geluidsmeetnetten operationeel: rondom Leeuwarden, Volkel
               en Gilze-Rijen. De resultaten van deze metingen zijn te raadplegen op:   https://geluidsmeetnetvliegbases.noiselab.casper.aero/
            
De geluidstabel van de F-16 is openbaar, de geluidstabel van de F-35 is nog als geclassificeerd
               bestempeld door de Amerikaanse overheid. Daarnaast zijn, zoals vermeld in Hoofdstuk
               6 (art.34) van het Besluit Militaire Luchthavens, de prestatiegegevens met bijbehorend
               motorvermogen van militaire luchtvaartuigen niet openbaar omdat dit iets zegt over
               de capaciteiten van de vliegtuigen.
            
Vraag 20
            
Kunt u zich voorstellen dat voor bewoners het inspraakproces weinig transparant aanvoelt
               als veel geluidsrapporten als geclassificeerde informatie worden gezien door defensie?
               Zo ja, hoe bent u van plan om het inspraakproces transparanter en democratischer te
               maken? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 20
            
Ondanks dat de geluidstabel van de F-35 nog geclassificeerd is, streeft Defensie naar
               zoveel mogelijk transparantie rondom het geluid van de F-35. De geluidsmeetnetten
               rondom Leeuwarden en Volkel zijn openbaar, net als een aantal rapporten van het NLR
               en Defensie. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 19. De auditcommissie geluidsmeetnet
               doet verslag van haar bevindingen aan de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu
               (COVM) van de vliegbasis Leeuwarden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3. De
               rapporten en de geluidsmetingen hebben echter met name te maken met de geluidszonering
               rondom de vliegbases. Voor de oefengebieden die met de luchtruimherziening worden
               gewijzigd geldt geen geluidszonering. In het noordelijke oefengebied wordt gemiddeld
               op 20.000 voet (circa 6 km) geoefend, dat geluid is zeker hoorbaar, maar beduidend
               minder dan bij start en landing op de vliegbases.
            
Vanuit het Programma Luchtruimherziening wordt een actieve informatie en participatie
               nagestreefd, geïnspireerd op de MIRT-aanpak. In elke fase worden betrokken partijen
               en decentrale overheden zo goed mogelijk meegenomen in het ontwerpproces en de besluitvorming.
               Meer specifiek is dat toegelicht in de antwoorden op vraag 12 tot en met 15. Op woensdag
               12 mei jl. is nog een openbare informatiebijeenkomst gehouden voor de leden van provinciale
               staten van Fryslân en voor vertegenwoordigers van gemeenten. Vanuit het Ministerie
               van Defensie is daarbij ook een toelichting gegeven over de plannen. Het Programma
               Luchtruimherziening beziet in overleg met de betrokken provincies hoe we verder invulling
               kunnen gaan geven aan de informatiebehoefte.
            
Het Programma Luchtruimherziening legt concept-programmabesluiten inclusief de onderbouwende
               documenten, ter inzage voor iedereen. In 2019 heeft de Notitie Reikwijdte en Detailniveau
               ter inzage gelegen en in januari/februari 2021 heeft de concept-Voorkeursbeslissing
               ter inzage gelegen. Ter ondersteuning van de ter inzagelegging zijn verschillende
               informatiebijeenkomsten georganiseerd. De suggesties en opvattingen uit deze bijeenkomsten
               en uit de zienswijzen worden door de ministeries gebruikt om de kwaliteit van de besluiten
               verder aan te scherpen. In een reactienota wordt door de Ministeries van Infrastructuur
               & Waterstaat en Defensie gereageerd op alle ontvangen zienswijzen.
            
Vraag 21
            
Kunt u nu meer duidelijkheid verschaffen over de omgevingsvergunningsaanvraag voor
               de vliegbasis en de inzet van MQ-9 Reaper drones?3 Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 21
            
Zoals in mijn brief aan uw Kamer van 16 februari 2021 (ah-tk-20202021-1730) aangegeven, zijn de vergunningsaanvragen in het kader van de Wet natuurbescherming
               (Wnb) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in behandeling bij het Ministerie
               van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Inspectie Leefbaarheid en Transport.
               Bij de Wnb aanvraag is alvast rekening gehouden met de inzet van de MQ-9 Reaper. In
               de aangevraagde omgevingsvergunning voor de vliegbasis is dit nog niet gedaan, omdat
               hiervoor meer aspecten beschouwd moeten worden dan stikstofdepositie en geluidsproductie,
               zoals bijvoorbeeld de wijze van inzet vanaf vliegbasis Leeuwarden. Als er voldoende
               zekerheid en duidelijkheid is over de overige aspecten met betrekking tot de inzet
               van de MQ-9 Reaper wordt bekeken of en hoe aanvullende toestemmingen worden aangevraagd.
            
Vraag 22
            
Kunt u toelichten wat de geluidsspecificaties van de MQ-9 Reaper zijn en hoe deze
               zich verhouden tot de impact op bewoners, natuurgebieden en dieren in het oefengebied?
               Zo nee, verwacht u dat bewoners zich serieus genomen voelen in hun zorgen over de
               geluidsoverlast?
            
Antwoord 22
            
Op dit moment gebruikt het NLR een Cessna 310R (twee motorig) voor de MQ-9 berekeningen,
               dit type vliegtuig heeft een vergelijkbaar geluidsprofiel. Er is geen specifieke geluidstabel
               voorhanden van de MQ-9 Reaper, de Amerikaanse autoriteiten hebben deze niet gedeeld.
               De luchtmacht is in gesprek met het Italiaanse Ministerie van Defensie om te bezien
               of er geluidsmetingen kunnen worden uitgevoerd aan de Italiaanse MQ-9, zodat deze
               kunnen worden gebruikt. Voor verkenningsdoeleinden is het de bedoeling dat dit toestel
               nauwelijks hoorbaar is op de hoogte waarop het opereert.
            
Vraag 23
            
Hoe vaak en op welke hoogte zullen de F35-gevechtsvliegtuigen die in Volkel gestationeerd
               zijn naar Leeuwarden vliegen?
            
Antwoord 23
            
Er vinden straks, zodra er F-35’s op Volkel zijn gestationeerd, geen dagelijkse vluchten
               naar vliegbasis Leeuwarden plaats. Wel wordt een groot deel van het trainingsprogramma
               in de oefengebieden boven de Noordzee en in het noorden van Nederland uitgevoerd.
               De transitvluchten naar het noordelijke oefengebied vinden voornamelijk plaats boven
               de 10.000 voet (circa 3 km). Omdat nog niet bekend is hoe de inrichting van het Nederlandse
               luchtruim er definitief uit gaat zien kan het aantal vluchten niet exact worden aangegeven.
            
Vraag 24
            
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 24
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie - 
              
                  Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.