Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht 'Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens'
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens» (ingezonden 7 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie), mede namens Minister van Infrastructuur
en Waterstaat) (ontvangen 23 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Lawaai vliegbasis nadert de (pijn)grens: Ik heb nooit
echt zitten klagen, die 45 jaar dat ik hier woon. Nu wel» uit de Leeuwarder Courant
van 6 mei 2021?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het in het artikel aangehaalde onderzoek naar de laagfrequente geluidsoverlast
van de F-35 Lightning II (verder afgekort als: F35) van drs. A. Tukkers?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de conclusie van dit onderzoek dat de F35 naast dat deze 20db luider is ook
meer laagfrequentiegeluid produceert dan de F16 en dat de bestaande geluidsisolatie
van woningen daartegen geen bescherming biedt? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen
om bewoners te beschermen tegen geluidsoverlast van de F35? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De conclusie van dit onderzoek deel ik niet. In het genoemde onderzoek worden metingen
aangehaald die op verschillende manieren zijn uitgevoerd en daarom niet met elkaar
te vergelijken zijn. In het aangehaalde onderzoek wordt bijvoorbeeld verwezen naar
de meting van het geluid van de F-35B, uitgevoerd buiten het toestel op de grond in
de buurt van de motor. De meting van het geluid van de F-16 heeft plaatsgevonden vanuit
een gesloten cockpit. Verder heeft de F-35B, anders dan de F-35A die Nederland heeft
aangeschaft, een luik bovenop waardoor lucht van de extra «fan» stroomt bij de «Short
Take Off» en «Vertical Landing». Het is niet bekend of de motor hierdoor meer geluid
maakt, maar dit kan ook niet worden uitgesloten. Bovendien kent de F-35B een ander
vliegprofiel en daarmee dus een ander geluidsprofiel.
Rondom de vliegbases Leeuwarden en Volkel is een geluidsmeetnet geplaatst dat het
geluid van zowel de F-16 als F-35 meet als die starten, landen of overvliegen. In
november 2020 schreef de auditcommissie geluidsmeetnet Leeuwarden in haar eerste verslag
aan de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu (COVM) van de vliegbasis Leeuwarden
o.a. dat het geluid van de F-35 meer laagfrequent is. Verder schreef de auditcommissie:
«Gemiddeld was het verschil ten nadele van de F-35 bij deze contourmeetpunten rond
de 10 dB(A). We hebben ook een beperkt aantal starts en landingen gezien met een veel
kleiner verschil dan 10 dB(A). Harde conclusies zijn nu nog niet te trekken. Ook omdat
het aantal vluchten met de F-35 nog beperkt is geweest».
Indertijd heeft de Tweede Kamer in de motie Eijsink (Kamerstuk 33 763, nr. 22) niet alleen om permanente geluidsmeetnetten rondom Leeuwarden en Volkel gevraagd,
maar ook om een onderzoek «of de vereiste geluidsdemping wel gehaald wordt bij de
hogere geluidsniveaus van de JSF en aan te geven welke mogelijkheden tot geluidwerende
maatregelen er zijn dan wel welke maatregelen genomen gaan worden om de vereiste geluidsdemping
te behouden dan wel te bewaren». In de stuurgroep geluidsmeetnetten, waarin Defensie
en omwonenden van beide vliegbases overleggen onder leiding van de verantwoordelijke
gedeputeerde uit Friesland is afgesproken dit deel van de motie Eijsink in behandeling
te nemen als de F-35 eenmaal in Nederland is en voldoende meetgegevens beschikbaar
zijn. Dat is inmiddels het geval. Daarmee staat dit onderwerp sinds kort op de agenda
van de stuurgroep.
De stuurgroep gaat nu bepalen welk onderzoek nodig is om uitvoering te geven aan dit
deel van de motie. Op basis daarvan zal moeten worden besloten of en zo ja, welke
aanvullende maatregelen moeten worden genomen.
Vraag 4
Herkent u het beeld dat in huizen waar al geluidsisolerend glas is aangebracht nog
steeds geluidspieken van 80db te horen zijn? Zo ja, hoe wilt u dit gaan voorkomen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals in het antwoord op vraag 3 is uiteengezet wordt onderzoek gedaan naar het geluid
van de F-35 en de vereiste geluidsdemping van de bestaande isolatie. Ik kan nog niet
vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek dat naar verwachting in de tweede
helft van dit jaar wordt uitgevoerd.
Vraag 5
Deelt u de constatering dat, afgaande op de specificaties van het gebruikte geluidsisolerend
glas, de geluidsisolatie niet of nauwelijks effectief is tegen geluid met frequenties
onder 500 Herz?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Heeft u onderzoek laten doen naar de mogelijke effecten van resonantie in het lichaam
ontstaan door het laagfrequente geluid van de F35 op de gezondheid van mens en dier?
Zo nee, waarom niet? Bent u voornemens om dergelijk onderzoek te laten uitvoeren?
Antwoord 6
Tot nu toe heeft het Ministerie van Defensie geen signalen ontvangen over gezondheidsklachten
ten gevolge van laagfrequent geluid van overvliegende F-35’s. Ik heb op dit moment
dan ook geen redenen om hiernaar onderzoek te laten doen. Op het moment dat er wel
meerdere signalen komen, zal hier opnieuw naar gekeken worden.
Vraag 7
Kunt u garanderen dat de F35 niet meer geluid zal produceren tijdens oefeningen dan
de modellen nu laten zien? Zo nee, wat gaat u dan doen om de geluidsoverlast en geluidspieken
bij bewoners te verminderen?
Antwoord 7
Zoals geantwoord op vraag 3 zijn de modellen uit het aangehaalde onderzoek niet representatief
voor het geluid tijdens oefeningen. De in het aangehaalde onderzoek gebruikte F-35B
wijkt af van de door Defensie aangeschafte F35A. In het noordelijke oefengebied wordt
gemiddeld op 20.000 voet (circa 6 km) geoefend, dat geluid is zeker waarneembaar,
maar beduidend minder dan die meting op de grond.
Defensie is rondom de vliegbases gehouden aan de geluidszonering die is vastgelegd
in het luchthavenbesluit. Er wordt niet meer geluid geproduceerd dan vergund.
Vraag 8
Op welke manier bent u van plan om bij oefeningen rekening te houden met de beschermde
natuurgebieden die binnen het geluidsbereik van het oefengebied liggen?
Antwoord 8
In de Passende Beoordeling op Hoofdlijnen die is opgemaakt door Royal Haskoning DHV
in opdracht van het programma Luchtruimherziening staat dat voor de militaire vliegtuigen
die op 1 km hoogte of hoger vliegen er geen negatieve effecten op vogels en andere
fauna zijn te verwachten. De uitbreiding van het noordelijk oefengebied kent een ondergrens
van 2 km en leidt daarom niet tot negatieve effecten op vogels en andere fauna als
gevolg van geluidsverstoring. De gemiddelde hoogte waarop de F-35 oefent is 20.000
voet (circa 6 km).
Voor de tijdelijke en in ruimte variërende oefengebieden voor incidenteel gebruik,
wordt rekening gehouden met een aantal randvoorwaarden indien vliegoefeningen beneden
de reguliere vlieghoogten plaatsvinden. Deze oefeningen zijn niet verstorend als ze
niet plaatsvinden boven belangwekkende broedgebieden (waaronder kolonies) en buiten
de broedtijd niet boven belangwekkende rustgebieden. Dit blijkt uit de voortoets die
in opdracht van het Ministerie van Defensie is gemaakt door Bureau Meervelt in 2018
(https://www.rvo.nl/sites/default/files/2021/04/Voortoets-Militaire-vlie…) om de effecten van militaire vliegactiviteiten te onderzoeken.
Vraag 9
Kunt u garanderen dat de overlast door militaire oefeningen voor ecosystemen tot een
minimum beperkt zal worden, zodat ecosystemen geen schade ondervinden? En op welke
manier doet u dat?
Antwoord 9
Ja, Defensie heeft voor haar militaire oefengebieden een vergunning Wet Natuurbescherming
aangevraagd. Deze procedure loopt nog, waardoor een deel van de activiteiten al is
vergund en een deel nog in de aanvraagprocedure loopt. Ik heb uw Kamer geïnformeerd
over de stand van zaken in mijn brief van 27 oktober 2020 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 15). Verder houdt Defensie zich aan de beperkingen die gelden voor het opereren bij
beschermde natuurgebieden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Bent u bereid het aantal vluchten te verminderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Rondom vliegbases ligt een geluidszonering die grenzen stelt aan het gebruik van die
bases. Als toestellen meer geluid maken, is de geluidsruimte die die zonering biedt
sneller opgebruikt. Overigens zijn er ook manieren om die geluidsruimte minder snel
«vol te vliegen», zoals minder oefeningen met toestellen van elders en minder vliegtuigbewegingen
in de avond en nacht. Daarnaast wordt ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van simulatoren
en geoefend in het buitenland om het aantal vliegbewegingen in Nederland te verminderen.
Vraag 11
Welke vergunningen zijn allemaal betrokken bij de herindeling van het luchtruim om
de F35 vluchten te laten uitvoeren? Kunt u hierbij een limitatieve opsomming geven
en daarbij noteren wanneer deze vergund zijn?
Antwoord 11
Het uitvoeren van civiele en militaire vluchten (inclusief F-35) wordt gereguleerd
in de luchthavenbesluiten en -regelingen. Daarin is, door middel van geluidsnormen,
vastgelegd hoeveel vluchten er mogen worden uitgevoerd van die luchthavens (zie ook
vraag 10).
De uitbreiding van het Noordelijk oefengebied betreft een gebied dat is gelegen boven
de 2.000 meter (zie ontwerpVoorkeursbeslissing, paragraaf 2.1.1, blz 26). In het kader
van geluid is hier geen expliciete wet- of regelgeving van toepassing die het aantal
vliegbewegingen kan reguleren. Op lagere hoogte zijn er wel instrumenten zoals de
Omgevingswet, luchthavenbesluiten en de Regeling beperking geluidhinder luchtvaart.
Aangezien de uitbreiding een wijziging in het luchtruim betreft, zal artikel 5.11
van de Wet luchtvaart van toepassing zijn. Bij dergelijke wijzigingen wordt het Werkproces
Gezamenlijk Luchtruim- en Procedureontwerp; het 5.11 werkproces gevolgd. Onderdeel
van dit werkproces is het stakeholdersproces aan de hand van de richtlijn participatie.
Hierin krijgen belanghebbenden (zoals omwonenden) de mogelijkheid om invloed uit te
oefenen op de gevolgen van een wijziging.
Het Programma Luchtruimherziening geeft in de volgende fase, de Planuitwerkingsfase,
invulling aan de voorgeschreven consultatie en participatie in het wijzigingsproces
luchtruim- en vliegprocedures (artikel 5.11). Een werkatelier (zie ontwerpVoorkeursbeslissing,
paragraaf 5.3, blz. 63) in het noorden van Nederland zal inhoudelijk focus leggen
op de uitbreiding van het noordelijk oefengebied. Daarbij worden stakeholders gericht
uitgenodigd.
Vraag 12
Hoe zijn de provinciale besturen, van de provincies in het oefengebied en aansluitende
gebieden, betrokken bij de totstandkoming van de herindeling en vergroting van het
militaire oefengebied in Noord Nederland?
Antwoord 12
Alle provincies zijn vanaf de start van het programma Luchtruimherziening in 2018
actief betrokken en geïnformeerd. Deze participatieaanpak is geïnspireerd op de Meerjarenprogramma
Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-aanpak en vastgelegd in de Startbeslissing
van april 2019. Met de provincies Drenthe, Friesland en Groningen is ambtelijk en
bestuurlijk contact. Er zijn technische briefings georganiseerd voor Statenleden en
een informatiesessie voor de Friese gemeenten. Momenteel wordt samen met een zestal
provincies verkend hoe de bestuurlijke samenwerking in de volgende fase van het programma,
de planuitwerking, georganiseerd gaat worden. De resultaten van deze verkenning worden
begin juli voorgelegd aan alle provincies en de uiteindelijke aanpak voor bestuurlijke
samenwerking wordt opgenomen in de definitieve Voorkeursbeslissing.
Vraag 13
Is bij de provinciale besturen duidelijk gemaakt dat ze met de nieuwe luchtindeling
gevechtsvliegtuigen zouden krijgen die aanzienlijk meer (laagfrequentie)geluid maken?
Zo niet waarom niet, en gaat u dit alsnog doen?
Antwoord 13
In de overleggen zoals benoemd in reactie op vraag 12, is besproken dat het bestaande
militaire oefengebied in Noord-Nederland wordt uitgebreid, onder andere voor oefeningen
met de F-35.
Vraag 14
Hoe zijn burgers betrokken bij de totstandkoming van het vergrote militaire oefengebied
in Noord-Nederland?
Antwoord 14
De participatieaanpak van het programma is gericht op drie groepen stakeholders: bestuurders
(met name van provincies en gemeenten), civiele en militaire luchtruimgebruikers en
maatschappelijke organisaties (zoals natuur- en belangenorganisaties en bewonersorganisaties).
Voor deze groepen zijn er verschillende overlegstructuren opgezet. Ten behoeve van
de informatievoorziening aan burgers is een website aangemaakt: www.luchtvaartindetoekomst.nl. Verder nemen burgers deel aan de provinciale kerngroepen, aan de omgevingsraden
rondom de luchthavens en kunnen zij ontwerpdagen van het programma bijwonen. Ook in
de volgende fase van het programma, de planuitwerking, worden stakeholders betrokken
bij de onderdelen van het programma, waaronder de uitbreiding van het militaire oefengebied
in Noord-Nederland.
Vraag 15
Is aan burgers duidelijk gemaakt dat zij met de nieuwe indeling met gevechtsvliegtuigen
te maken zouden krijgen die aanzienlijk meer (laagfrequentie)geluid maken? Zo nee,
waarom niet? Gaat u dit alsnog doen?
Antwoord 15
In alle overleggen, zoals benoemd in reactie op vraag 14 en in alle publieksuitingen
over het programma, is aangegeven dat het militaire oefengebied onder andere door
de F-35 gebruikt zal worden voor oefeningen.
Vraag 16
Klopt het dat het precieze verloop van het zuidelijke grensgebied van de uitgebreide
TRA-10 nog niet bekend is, terwijl het totaaloppervlak en de noordelijke, westelijke
en oostelijke grenzen wel bekend zijn? Zo ja, waarom is deze nog niet bekend?2
Antwoord 16
De noordelijke, westelijke en oostelijke grenzen van het bestaande militaire oefengebied
blijven ongewijzigd. Alleen de zuidelijke grens komt in de plannen anders te liggen.
Het is in deze fase van het programma nog niet duidelijk waar de grens precies komt
te liggen. Dat is onder andere afhankelijk van de civiele verkeersstromen die van
en naar Schiphol naar het noorden/noordoosten gaan. In de volgende fase van het programma,
de planuitwerking, wordt dit verder uitgewerkt. Het totaaloppervlak is ook nog niet
bekend. Wel is duidelijk dat Defensie in Nederland in totaal minder ruimte krijgt
voor jachtvliegtuigen om te oefenen dan vóór de luchtruimherziening, met name door
het verdwijnen van het oefengebied in het zuidoosten. Het beoogd gebruik van de toekomstige
oefengebieden ligt in lijn met het huidige gebruik van de bestaande oefengebieden.
De aantallen jachtvliegtuigen die straks gebruik maken van de oefengebieden liggen
wel beduidend lager omdat er straks minder F-35’s zijn dan dat er nu F-16’s zijn.
Vraag 17
Klopt het dat de zuidelijke begrenzing over de kop van Overijssel loopt?
Antwoord 17
Nee, dit klopt niet. Er is geen sprake van een uitbreiding van het bestaande militaire
oefengebied tot boven de Kop van Overijssel. Waar die grens precies komt te liggen
is afhankelijk van de benodigde ruimte voor civiele vluchten van en naar het noordoosten.
Vraag 18
Is het de bedoeling om de toekomstige TRA-10 langs de lijn van de huidige zuidelijke
begrenzing van de TMA-A en de zuidelijke begrenzing van TMA Eelde te laten lopen?
Zo nee, hoe loopt deze dan wel?
Antwoord 18
Zie het antwoord op vraag 16. De precieze ligging van de toekomstige zuidelijke grens
van het militaire oefengebied is nog niet bekend. Met de provincies en de luchthaven
is reeds besproken dat de uitbreiding van het oefengebied geen beperkingen oplevert
voor het huidige gebruik van de luchthaven Groningen Airport Eelde zoals bepaald in
het sinds 2015 geldende Omzettingsbesluit.
Vraag 19
Welke geluidsrapporten zijn er momenteel openbaar en hoeveel zijn er nog geclassificeerd?
Antwoord 19
Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) heeft voor Defensie de afgelopen
jaren drie rapporten over het vlieggeluid van de F-35 gemaakt, deze zijn onder de
volgende titels gepubliceerd:
– De verwachte geluidsbelasting van de F-35 (2009);
– De toekomstige geluidsbelasting van de F-35 (2014);
– Geluidsbeleving F-35 ten opzichte van F-16 (2016).
Sinds enkele jaren publiceert Defensie jaarlijks voor alle velden de rapportage van
de geluidsbelasting over het afgelopen jaar. Het laatst verschenen rapport over de
vliegbasis Leeuwarden heeft als titel «Geluidbelasting rondom Vliegbasis Leeuwarden
in 2020» en is onder deze titel op internet te vinden.
Ten slotte zijn er nu drie geluidsmeetnetten operationeel: rondom Leeuwarden, Volkel
en Gilze-Rijen. De resultaten van deze metingen zijn te raadplegen op: https://geluidsmeetnetvliegbases.noiselab.casper.aero/
De geluidstabel van de F-16 is openbaar, de geluidstabel van de F-35 is nog als geclassificeerd
bestempeld door de Amerikaanse overheid. Daarnaast zijn, zoals vermeld in Hoofdstuk
6 (art.34) van het Besluit Militaire Luchthavens, de prestatiegegevens met bijbehorend
motorvermogen van militaire luchtvaartuigen niet openbaar omdat dit iets zegt over
de capaciteiten van de vliegtuigen.
Vraag 20
Kunt u zich voorstellen dat voor bewoners het inspraakproces weinig transparant aanvoelt
als veel geluidsrapporten als geclassificeerde informatie worden gezien door defensie?
Zo ja, hoe bent u van plan om het inspraakproces transparanter en democratischer te
maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Ondanks dat de geluidstabel van de F-35 nog geclassificeerd is, streeft Defensie naar
zoveel mogelijk transparantie rondom het geluid van de F-35. De geluidsmeetnetten
rondom Leeuwarden en Volkel zijn openbaar, net als een aantal rapporten van het NLR
en Defensie. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 19. De auditcommissie geluidsmeetnet
doet verslag van haar bevindingen aan de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu
(COVM) van de vliegbasis Leeuwarden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3. De
rapporten en de geluidsmetingen hebben echter met name te maken met de geluidszonering
rondom de vliegbases. Voor de oefengebieden die met de luchtruimherziening worden
gewijzigd geldt geen geluidszonering. In het noordelijke oefengebied wordt gemiddeld
op 20.000 voet (circa 6 km) geoefend, dat geluid is zeker hoorbaar, maar beduidend
minder dan bij start en landing op de vliegbases.
Vanuit het Programma Luchtruimherziening wordt een actieve informatie en participatie
nagestreefd, geïnspireerd op de MIRT-aanpak. In elke fase worden betrokken partijen
en decentrale overheden zo goed mogelijk meegenomen in het ontwerpproces en de besluitvorming.
Meer specifiek is dat toegelicht in de antwoorden op vraag 12 tot en met 15. Op woensdag
12 mei jl. is nog een openbare informatiebijeenkomst gehouden voor de leden van provinciale
staten van Fryslân en voor vertegenwoordigers van gemeenten. Vanuit het Ministerie
van Defensie is daarbij ook een toelichting gegeven over de plannen. Het Programma
Luchtruimherziening beziet in overleg met de betrokken provincies hoe we verder invulling
kunnen gaan geven aan de informatiebehoefte.
Het Programma Luchtruimherziening legt concept-programmabesluiten inclusief de onderbouwende
documenten, ter inzage voor iedereen. In 2019 heeft de Notitie Reikwijdte en Detailniveau
ter inzage gelegen en in januari/februari 2021 heeft de concept-Voorkeursbeslissing
ter inzage gelegen. Ter ondersteuning van de ter inzagelegging zijn verschillende
informatiebijeenkomsten georganiseerd. De suggesties en opvattingen uit deze bijeenkomsten
en uit de zienswijzen worden door de ministeries gebruikt om de kwaliteit van de besluiten
verder aan te scherpen. In een reactienota wordt door de Ministeries van Infrastructuur
& Waterstaat en Defensie gereageerd op alle ontvangen zienswijzen.
Vraag 21
Kunt u nu meer duidelijkheid verschaffen over de omgevingsvergunningsaanvraag voor
de vliegbasis en de inzet van MQ-9 Reaper drones?3 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21
Zoals in mijn brief aan uw Kamer van 16 februari 2021 (ah-tk-20202021-1730) aangegeven, zijn de vergunningsaanvragen in het kader van de Wet natuurbescherming
(Wnb) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in behandeling bij het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Inspectie Leefbaarheid en Transport.
Bij de Wnb aanvraag is alvast rekening gehouden met de inzet van de MQ-9 Reaper. In
de aangevraagde omgevingsvergunning voor de vliegbasis is dit nog niet gedaan, omdat
hiervoor meer aspecten beschouwd moeten worden dan stikstofdepositie en geluidsproductie,
zoals bijvoorbeeld de wijze van inzet vanaf vliegbasis Leeuwarden. Als er voldoende
zekerheid en duidelijkheid is over de overige aspecten met betrekking tot de inzet
van de MQ-9 Reaper wordt bekeken of en hoe aanvullende toestemmingen worden aangevraagd.
Vraag 22
Kunt u toelichten wat de geluidsspecificaties van de MQ-9 Reaper zijn en hoe deze
zich verhouden tot de impact op bewoners, natuurgebieden en dieren in het oefengebied?
Zo nee, verwacht u dat bewoners zich serieus genomen voelen in hun zorgen over de
geluidsoverlast?
Antwoord 22
Op dit moment gebruikt het NLR een Cessna 310R (twee motorig) voor de MQ-9 berekeningen,
dit type vliegtuig heeft een vergelijkbaar geluidsprofiel. Er is geen specifieke geluidstabel
voorhanden van de MQ-9 Reaper, de Amerikaanse autoriteiten hebben deze niet gedeeld.
De luchtmacht is in gesprek met het Italiaanse Ministerie van Defensie om te bezien
of er geluidsmetingen kunnen worden uitgevoerd aan de Italiaanse MQ-9, zodat deze
kunnen worden gebruikt. Voor verkenningsdoeleinden is het de bedoeling dat dit toestel
nauwelijks hoorbaar is op de hoogte waarop het opereert.
Vraag 23
Hoe vaak en op welke hoogte zullen de F35-gevechtsvliegtuigen die in Volkel gestationeerd
zijn naar Leeuwarden vliegen?
Antwoord 23
Er vinden straks, zodra er F-35’s op Volkel zijn gestationeerd, geen dagelijkse vluchten
naar vliegbasis Leeuwarden plaats. Wel wordt een groot deel van het trainingsprogramma
in de oefengebieden boven de Noordzee en in het noorden van Nederland uitgevoerd.
De transitvluchten naar het noordelijke oefengebied vinden voornamelijk plaats boven
de 10.000 voet (circa 3 km). Omdat nog niet bekend is hoe de inrichting van het Nederlandse
luchtruim er definitief uit gaat zien kan het aantal vluchten niet exact worden aangegeven.
Vraag 24
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 24
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.