Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat bouwen in het oosten goedkoper is
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat bouwen in het oosten goedkoper is. (ingezonden 14 juni 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
23 juni 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Bouwen in het Oosten is goedkoper en dus zegt provincie; Bouw
hier, niet in de Randstad»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om naar aanleiding van de oproep van de gedeputeerden van Overijssel
en Gelderland nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om tegen lagere kosten
meer woningen in het oosten te bouwen?
Antwoord 2
In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) heb ik het uitgangspunt opgenomen dat wonen
(en werken) worden ontwikkeld in de regio’s waar er vraag is. In omvang en dichtheid
concentreert de verstedelijking zich nu vooral in stedelijke regio’s in het brede
midden van Nederland (de zeshoek Amsterdam, Utrecht, Zwolle, Arnhem/Nijmegen, Eindhoven,
Breda, Rotterdam/Den Haag), waar Oost Nederland een belangrijk onderdeel van uitmaakt.
De stedelijke regio’s van dit gebied vormen de kern van het Stedelijk Netwerk Nederland
en omvatten dan ook de meeste woningbouwplannen voor de komende jaren.
Het bureau ABF heeft onlangs een inventarisatie van de plancapaciteit opgesteld, die
als bijlage is toegevoegd aan de brief over voortgang versnelling woningbouw2. Hieruit blijkt dat de plancapaciteit van de provincies Overijssel en Gelderland
tot 2030 afdoende is om in de woningbehoefte te voorzien. Nu er voldoende plancapaciteit
is en locaties in beeld zijn, acht ik een aanvullend onderzoek naar het realiseren
van meer woningen in Oost Nederland niet noodzakelijk. Wel zal in de verstedelijkingsstrategie
voor de regio Zwolle, die voor de opgave staat om in 2040 40.000 woningen te realiseren,
worden onderzocht of een hogere bijdrage aan het nationaal woningtekort geleverd kan
worden. Daarbij wordt ook in kaart gebracht welke investeringen nodig daarvoor nodig
zijn.
Vraag 3
Op welke wijze worden bouwplannen in het oosten van Nederland versneld om ook daar
het woningtekort tegen te gaan?
Antwoord 3
Op dit moment lopen er verschillende programma’s die erop gericht zijn om in goede
samenwerking tussen gemeenten, provincies en Rijk de woningbouwplannen te versnellen
en het woningtekort in Oost Nederland tegen te gaan. Zo heb ik onder meer op het Bestuurlijk
Overleg Leefomgeving Oost Nederland versnellingsafspraken met de provincie Overijssel
en de gemeenten Zwolle en Kampen kunnen maken over het versneld realiseren van ca.
14.600 woningen. Daarnaast wordt goed samengewerkt in de woondeal Arnhem – Nijmegen
(zie antwoord 6.). De afspraken die daarin zijn gemaakt liggen op schema. Op verzoek
van uw kamer zijn ambtelijke gesprekken gestart met de regio Zwolle–Deventer–Apeldoorn
met het oog op een mogelijke woondeal voor die regio (zie antwoord 7). Ook wordt nauw
samengewerkt met de regio in de verstedelijkingsstrategieën voor de regio Zwolle en
Arnhem–Nijmegen–Foodvalley waarin zicht komt op de brede randvoorwaarden voor realisatie
van de verstedelijkingsopgave. Daarnaast bevinden zich in Oost Nederland twee van
de 14 grootschalige woningbouwlocaties die zijn aangekondigd in de NOVI. Het gaat
om de gebieden Kanaalzone en Stationsgebied in Nijmegen en de Spoorzone in Zwolle.
Voor deze gebieden zijn door het Rijk en de betrokken overheden businesscases gemaakt.
De businesscases maken systematisch inzichtelijk hoe de bekostiging van de gebieden
eruitziet en geven een raming van de benodigde publieke investeringen. Het onderzoek
is 21 juni jongstleden met Tweede Kamer gedeeld3. Het is aan het nieuwe kabinet hoe dit moet worden ingevuld en hoe de inzet van het
Rijk en de regio voor de verdere ontwikkeling van deze locaties en infrastructuur
verder vorm krijgt. Ook kunnen de gemeenten in Oost Nederland in september een aanvraag
indienen voor een rijksbijdrage in de derde tranche van de Woningbouwimpuls. Tot slot
wordt ook op regionaal niveau hard gewerkt om versnelling van de woningbouwplannen
te realiseren onder andere via een provinciaal aanjaagteam woningbouw die, in samenwerking
met het landelijk expertteam woningbouw, gemeenten hierbij ondersteunt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het goed is dat er een Woonakkoord Oost-Nederland is aangeboden?
Antwoord 4
Het is heel goed dat de beide provincies de samenwerking zoeken bij de woningbouwopgave.
Dat helpt bij het versneld realiseren. Er wordt op dit moment door gemeenten, provincies
en Rijk ook nauw samengewerkt op de opgaven die in het Woonakkoord Oost-Nederland
staan beschreven (zie antwoord 3).
Vraag 5
Wat is de stand van zaken van de motie Futselaar die vraagt om te bezien of depositieruimte
in het stikstofregistratiesysteem die niet gebruikt kan worden voor woningbouw- of
infrastructuurprojecten met voorrang kan worden besteed aan reserveringen voor bestemmingsplannen
voor woningbouw en hiertoe ten minste de mogelijkheden te verkennen en uit te werken
in de regio’s Zwolle, Arnhem/Nijmegen en Zaanstad?4
Antwoord 5
Inmiddels is genoemde verkenning afgerond en de Minister LNV zal de uitkomsten hiervan
spoedig met uw Kamer delen.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken van de Woondeal Arnhem–Nijmegen?
Antwoord 6
In de woondeal regio Arnhem–Nijmegen staan afspraken over de bouw van 35.000 woningen
tot 2030, waarvan 20.000 uiterlijk in 2025. Tot 2040 gaat het in totaal om een bouwopgave
van 50 tot 60.000 woningen. Uitgangspunt daarbij is dat het woningtekort wordt teruggebracht
naar 2% en dat gestreefd wordt naar 130% plancapaciteit. De focus ligt op het concretiseren
van plannen (van zacht naar hard) en de realisatie.
De realisatie ligt op schema voor het doel van 2030, voor het doel 2025 is een iets
hoger tempo nodig. Er zijn in de afgelopen periode 6.500 woningen gerealiseerd, waardoor
de nog 13.500 woningen gebouwd moeten worden om het doel in 2025 te behalen en 28.500
woningen voor het behalen van de doelstellingen in 2030. De plancapaciteit tot 2030
omvat 38.000 woningen, een enorme stijging sinds de ondertekening van de woondeal
(van 80% naar 134%, afgezet tegen de doelstellingen woondeal, en 118% ten opzichte
van de primos prognose5). Tot 2025 zijn er harde plannen voor 11.000 woningen. In de regio zijn tussen de
gemeenten wel flinke verschillen zichtbaar, zowel qua realisatie als plancapaciteit.
Vraag 7
Wat is de stand van zaken van de motie Koerhuis om een Woondeal Zwolle–Deventer–Apeldoorn
te sluiten?6
Antwoord 7
De motie Koerhuis roept de regering op om in gesprek te gaan met de betreffende gemeenten
over een mogelijk woondeal Zwolle–Deventer, eventueel aangevuld met Apeldoorn. Het
Ministerie van BZK is inmiddels in overleg met de regio Zwolle–Deventer en Apeldoorn
om een gezamenlijk beeld over de motie te krijgen en over een aanpak van de woonopgave.
De input van de gesprekken vormen belangrijke input richting het nieuwe kabinet. Het
is aan het nieuwe kabinet om hier uiteindelijk een besluit over te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.