Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de berichten ‘Herrie veroorzakende verkeersaso’s worden met een nieuwe techniek aangepakt’, ‘Rotterdam krijgt lawaaiflitser tegen aso-mobilisten’ en ‘Rotterdam wil flitspalen voor lawaaimakers ontwikkelen’
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Herrie veroorzakende verkeersaso’s worden met een nieuwe techniek aangepakt», «Rotterdam krijgt lawaaiflitser tegen aso-mobilisten» en «Rotterdam wil flitspalen voor lawaaimakers ontwikkelen» (ingezonden 3 juni 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met deze berichten?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat onderzoek op basis van een Rotterdamse pilot heeft aangetoond
dat in twee maanden tijd maar liefst 16.000 keer de geluidsnormen fors werden overschreden
door een relatief selecte groep verkeersaso’s?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat bewoners, ondernemers, winkelend publiek
en uitgaanspubliek vierentwintig uur per dag geteisterd worden door de bewust veroorzaakte
herrie, vaak tientallen decibels boven de toegestane grens, door bijvoorbeeld knallende
uitlaten, toeteroptochten en grove snelheidsovertredingen van patserwagens binnen
de bebouwde kom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Die mening deel ik inderdaad. Daarom gelden er ook verschillende regels om geluidsoverlast
door motorvoertuigen tegen te gaan. Voordat een personenauto of motorfiets wordt toegelaten
tot de weg, moet dat voertuig een (type)goedkeuring doorlopen. Deze typegoedkeuring
is op Europees niveau vastgelegd en bevat gedetailleerde eisen aan geluidproductie
en de wijze van meten. Eenmaal toegelaten dient een motorvoertuig altijd te voldoen
aan de zogenaamde «permanente eisen» uit de Regeling voertuigen. Zowel in de typegoedkeuringseisen
als de permanente eisen zijn maximale geluidsnormen opgenomen, die zijn afgeleid uit
Europese Regelgeving4. Daarnaast is in artikel 57 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV)
opgenomen dat er geen onnodig geluid mag worden geproduceerd met een voertuig (zoals
onnodig slippen, gas geven, remmen). Daarnaast is het onnodig claxonneren verboden
in artikel 28 RVV.
De politie handhaaft op het te veel geluid produceren door verkeersdeelnemers. Dat
gebeurt zowel in situaties waarin een verkeersdeelnemer onnodig geluid produceert
als door te meten of het voertuig voldoet aan de permanente eisen. Daarbij is het
van belang dat bij grootschalige en structurele overlast afspraken gemaakt worden
in de lokale driehoek over de aanpak hiervan.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat, onder andere naar aanleiding van de genoemde pilot, momenteel
in G4-verband wordt gewerkt aan apparatuur, de zogeheten lawaaiflitsers en kentekenherkenning,
die specifiek voor dit doel kan worden ingezet?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het zeer wenselijk is wanneer steden met behulp van dergelijke
techniek verlost kunnen worden van het herhaaldelijke wangedrag van deze groep automobilisten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Daar waar de inzet van innovatieve middelen de handhaving kan versterken, is dat zeker
wenselijk. Er lopen momenteel verschillende pilots om innovatieve handhavingsmiddelen
te testen. Het voordeel van handhaving met digitale middelen is dat de pakkans hierdoor
enorm wordt vergroot. Het is een efficiënte manier van handhaven. Hierdoor kan de
fysieke handhavingscapaciteit op andere trajecten of overtredingen worden gericht.
Het is echter wel van belang dat de handhavingsmiddelen voldoende betrouwbaar zijn,
voldoen aan de eisen conform de regeling meetmiddelen politie en gecertificeerd zijn
door het NMi. Op dit moment is het nog niet mogelijk om met een zogenaamde akoestische
flitspaal het gemeten geluid te koppelen aan het specifiek voertuig dat dit geluid
veroorzaakt. Dit komt onder andere omdat er vaak ook sprake is van omgevingsgeluid.
Hierdoor kan momenteel een dergelijke flitspaal niet gecertificeerd worden om als
handhavingsmiddel gebruikt te kunnen worden. Het is nog de vraag of dit in de toekomst
wel het geval zal zijn. Bovendien werkt bij de aanpak van een beperkte groep overlastplegers
een dadergerichte aanpak over het algemeen goed. Er moet daarom niet alleen gefocust
worden op het opleggen van een bekeuring, al dan niet met behulp van een flitspaal.
Ik heb begrepen dat hier in de driehoek in Rotterdam ook al over is gesproken.
Vraag 6
Bent u bereid proactief en welwillend werk te maken van de hiervoor noodzakelijke
wetswijziging en hierbij intensief op te trekken met de betrokken gemeenten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
De gemeente Rotterdam heeft aangegeven dat er een wetswijziging nodig is zodat de
kentekengegevens van voertuigen waarmee straks met een akoestische flitspaal wordt
geconstateerd dat ze de geluidsnormen overschrijden, met de politie gedeeld kunnen
worden. Als er in de toekomst een flitspaal ontwikkeld wordt die voldoet aan de technische
eisen om door het NMi gecertificeerd te kunnen worden, is nog niet duidelijk bij wie
die in het beheer zullen komen. Dit kan bijvoorbeeld bij de gemeenten zijn of bij
OM of politie. Gemeenten zijn reeds bevoegd om zelf te handhaven op artikel 28 en
57 van het RVV, echter voor digitale handhaving is toestemming van het OM noodzakelijk.
Afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden, zal duidelijk worden of een wetswijziging
noodzakelijk is. Daarnaast zal bekeken moeten worden wie deze flitspalen zal gaan
bekostigen en of hiervoor geld beschikbaar is. Aangezien het hier gaat om overlast
en niet om verkeersveiligheid, kan dit niet uit het verkeershandhavingsbudget van
het OM worden betaald.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.