Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het feit dat de Stichting Open Nederland geen testlocaties heeft in de provincies Flevoland, Groningen en Zeeland
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het feit dat de Stichting Open Nederland geen testlocaties heeft in de provincies Flevoland, Groningen en Zeeland (ingezonden 1 juni 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 juni
2021).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het feit dat de Stichting Open Nederland geen testlocaties
heeft in de provincies Flevoland, Groningen en Zeeland?1
Antwoord 1
Momenteel zijn er testlocaties beschikbaar in Flevoland, Groningen en Zeeland. Verdere
informatie staat hieronder beschreven.
Vraag 2
Hoe komt het dat er geen enkele testlocatie voor «testen voor toegang» is in de provincies
Flevoland, Groningen en Zeeland?
Antwoord 2
Onlangs heeft een tweede open-house voor testaanbieders plaatsgevonden vanuit SON.
De aanbieders die uit deze tweede open-house komen, moesten op 5 juni de testcapaciteit
hebben klaarstaan. Naast de verdere opbouw van de testcapaciteit, ligt de focus van
de tweede open-house op het vergroten van de regionale dekking. Daarbij is onder meer
aandacht voor de dekking in Zeeland en op de Waddeneilanden. De verwachte dekking
op 5 juni was hiermee een 89% dekkingsgraad voor een bereikbaarheid in 20 minuten
en een 99% dekkingsgraad voor een bereikbaarheid van 30 minuten met de auto.
We werken toe naar een landelijke dekking onder de 20 minuten enkele reis met de auto.
Hiervoor is een opschaling van de testcapaciteit nodig naar 400.000 testen per dag.
De opschaling van 175.000 antigeen testen per dag naar 225.000 antigeen testen vindt
plaats in juni en het besluit voor de opschaling van 4 extra XL-locaties volgt later.
Vraag 3
Waarom is er bij de opbouw van de huidige testlocaties niet voor gekozen om deze zo
goed mogelijk te spreiden, zodat in ten minste iedere provincie een testlocatie zou
zijn?
Antwoord 3
Er is gekeken naar een landelijke spreiding over 7 verschillende regio’s. Bij de opbouw
van de testlocaties is wel degelijk rekening gehouden met een landelijk dekkend netwerk.
In alle provincies komen dan ook verscheidene testlocaties.
Vraag 4
Waarom is niet gekozen om bestaande testlocaties in deze provincies, zoals de Zeelandhallen
in Goes en Landgoed Rijckholt in Geersdijk direct over te laten nemen door de nieuwe
aanbieders nadat de samenwerking met Lead Healthcare werd beëindigd?2
Antwoord 4
De nieuwe testaanbieders waren contractueel verplicht hun eigen locaties op te bouwen
en zelf een keuze hierin te bepalen. Oude locatie konden zeker wel worden overgenomen
en hier zijn ook gesprekken over geweest. In een aantal gevallen kon er echter geen
overeenstemming bereikt worden over bijvoorbeeld de huurprijs.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het van belang is dat het «testen voor toegang» zo laagdrempelig
mogelijk is?
Antwoord 5
Ja, daar ben ik het mee eens. Daarom werken we toe naar een landelijke dekking van
een reistijd met de auto onder de 20 minuten enkele reis.
Vraag 6
Wanneer verwacht u dat de «landelijke dekking onder de 20 minuten enkele reis» van
testlocaties is gerealiseerd?3
Antwoord 6
We werken toe naar een landelijke dekking onder de 20 minuten enkele reis. Deze landelijke
dekking onder de 20 minuten reistijd wordt behaald wanneer de totale testcapaciteit
van 400.000 testen per dag beschikbaar is. De opschaling van testcapaciteit vindt
momenteel plaats.
Vraag 7
Acht u de huidige verdeling aan testlocaties in lijn met de motie Van der Plas en
de motie Paternotte/De Vries?4,
5
Antwoord 7
Omdat regionale spreiding belangrijk is en het kabinet het belangrijk vindt dat iedereen
laagdrempelig en dichtbij een testlocaties ter beschikking heeft, wordt gewerkt naar
een landelijke dekking onder de 20 minuten enkele reis. Deze testcapaciteit is verdeeld
over het hele land waardoor de (streef)reistijden ook gelden voor het platteland.
Vanaf juni is gestart met de verdere opbouw van de antigeen-testlocaties in fase 3a,
waarbij specifiek aandacht is voor de regionale spreiding, gebaseerd op een (streef)reistijd
van 20 minuten. Met de planning van de genoemde capaciteitsopbouw voldoe ik aan de
motie van het lid Van der Plas (BBB) over zorgen dat mensen op het platteland net
zo soepel een sneltest kunnen doen als mensen in grote steden en de motie van de leden
Paternotte (D66) en De Vries (VVD) over normen voor de bereikbaarheid van testlocaties.
In mijn antwoord op vraag 2 ga ik preciezer in op de opbouw van testcapaciteit in
relatie tot de landelijke dekking.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat een landelijke dekking van testlocaties makkelijker had
kunnen worden gerealiseerd als het «testen voor toegang» was geregeld door de Gemeentelijke
Gezondheidsdienst (GGD) in plaats van het uit te besteden aan de Stichting Open Nederland?
Antwoord 8
Nee. De GGD is in de eerste plaats verantwoordelijk voor de bestrijding van het virus.
Bovendien is de GGD belast met de uitvoering van het vaccinatiebeleid. Het kabinet
heeft daarom besloten om de GGD’en niet te belasten met het testen voor toegang.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.