Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit houdende de wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met de regulering van smaken voor e-sigaretten (Kamerstuk 32011-85)
32 011 Tabaksbeleid
Nr. 87
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 22 juni 2021
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over de brief van 27 mei 2021 inzake het ontwerpbesluit houdende de wijziging
van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met de regulering van smaken voor e-sigaretten
(Kamerstuk 32 011, nr. 85).
De vragen en opmerkingen zijn op 10 juni 2021 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 21 juni 2021 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agema
Adjunct-griffier van de commissie, Heller
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
2
II.
Reactie van de Staatssecretaris
4
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit en de bijbehorende
toelichting. Zij hebben hierbij nog enkele vragen ter verduidelijking.
De leden van de VVD-fractie lezen in de toelichting dat er in Nederland nog geen patiënten
bekend zijn met de longaandoening EVALI (electronic cigarette, or vaping, product use-associated lung injury), maar dat wel ernstige longklachten zijn gemeld na gebruik van e-sigaretten, zoals
verergering van al bestaande longziekten. Kan de Staatssecretaris cijfers delen met
betrekking tot deze meldingen?
Voorts lezen deze leden dat met de regulering van smaken ook de mogelijkheid om reclame
te maken wordt ingedamd. Zij horen verhalen over reclames die specifiek gericht zijn
op jongeren, bijvoorbeeld door middel van influencers. Klopt dit volgens de Staatssecretaris? Zo ja, op welke schaal? Hoe kijkt de Staatssecretaris
in dat kader naar de campagne van Phillip Morris, via bijvoorbeeld hun nieuwe website
en een paginagrote advertentie in De Telegraaf, die gericht zou zijn op het «recht
hebben op informatie»?
Hoeveel winkels in Nederland zijn (grotendeels) gericht op de verkoop van e-sigaretten?
Wat is de totale omzet en het aantal werknemers van deze winkels? Wat is de verwachting
van de Staatssecretaris over de toekomst van de omzet en werkgelegenheid na de regulering
van smaken voor e-sigaretten?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van zorgen van mensen die aangeven
gestopt te zijn met roken van tabakssigaretten en overgestapt zijn op de e-sigaret.
Zij zijn bang om terug te vallen in hun oude verslaving door het verbod op smaakjes.
Bovendien verwijzen deze mensen veelal naar het staande beleid in het Verenigd Koninkrijk,
zoals ook beschreven in de toelichting. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van het ontwerpbesluit
en hebben daar nog de nodige vragen en opmerkingen over.
De leden van de PVV-fractie onderschrijven de rookvrije generatie en het ontmoedigen
van het gebruik van zowel de tabakssigaret als ook de e-sigaret bij jongeren. Deze
leden hebben maatregelen daartoe ook gesteund. Door deze maatregelen is het gebruik
van de e-sigaret en de daarbij behorende smaakjes enkel nog voorbehouden aan volwassenen.
Genoemde leden zien echter ook dat de e-sigaret een groot aantal mensen juist van
het roken van het meer schadelijke tabak houdt. Deze leden vinden dat de Staatssecretaris
met dit wetsvoorstel volledig aan dit feit voorbij gaat.
De Staatssecretaris wijst in de toelichting op afspraken die vastgelegd zijn in het
Nationaal Preventieakkoord. De leden van de PVV-fractie wijzen de Staatssecretaris
erop dat in het Preventieakkoord met geen woord gerept wordt over het uitbannen van
de smaakjes van de e-sigaretten.
Wie heeft deze maatregel voorgesteld en waarom? Waarom wil de Staatssecretaris in
zijn demissionaire status deze ingrijpende maatregel er nog doorheen drukken?
De Staatssecretaris geeft aan dat de e-sigaret aan populariteit wint. Onder welke
gebruikers wint de e-sigaret aan populariteit? Zijn dit juist niet de mensen die het
niet lukt om te stoppen met roken en daarom kiezen voor een veiliger alternatief dan
de meer schadelijke tabakssigaret?
Klopt het dat ondanks de brede beschikbaarheid van smaakjes in e-sigaretten het percentage
jongeren dat experimenteert met e-sigaretten in Nederland daalt en van structureel
gebruik onder jongeren nauwelijks sprake is? Zo ja, waarom wil de Staatssecretaris
dan toch overgaan op een verbod op smaakjes in e-sigaretten, in acht nemende dat er
gezondheidswinst kan worden geboekt wanneer rokers volledig overstappen op de e-sigaret?
Volgens beschikbare wetenschappelijke literatuur lijkt de e-sigaret enkel minder schadelijk
te zijn dan een tabakssigaret als gebruikers volledig overstappen op dampen. Waarom
stimuleert en communiceert de Staatssecretaris dit dan niet?
Vloeistoffen voor e-sigaretten bevatten nicotine. Dit geldt echter ook voor andere
producten die kunnen helpen tegen rookverslaving, zoals nicotinepleisters, nicotinekauwgom,
nicotinezuigtabletten en nicotinemondspray. Waarom de hetze tegen de e-sigaret, zo
vragen genoemde leden aan de Staatssecretaris?
De Staatssecretaris verwijst naar de Nederlandse Vereniging voor Artsen van Longziekten
en Tuberculose (hierna: NVALT). Zij maken zich zorgen over de schadelijkheid van de
e-sigaret, terwijl een andere vooraanstaande longarts juist haar excuses heeft aangeboden
en stelt dat e-sigaretten wel degelijk veiliger zijn dan gewone sigaretten. Genoemde
leden ontvangen in dit kader graag een reactie van de Staatssecretaris.
De Staatssecretaris stelt dat e-sigaretten voornamelijk worden gebruikt door volwassenen.
Het zijn dus ook voornamelijk volwassenen die gebruik maken van de vloeistoffen voor
e-sigaretten met een (zoet) smaakje. Deze volwassenen hebben de traditionele sigaret
veelal verruild voor de e-sigaret. Is er voorafgaand aan dit wetsvoorstel onderzoek
gedaan naar de nadelige gevolgen van dit wetsvoorstel voor deze volwassen e-sigaretrokers?
Zo nee, waarom niet? Is onderzoek gedaan naar wat e-sigaretrokers gaan doen op het
moment dat zij niet meer kunnen kiezen voor een smaakje? Hoe groot is de kans dat
het verbod op smaakjes ertoe zal leiden dat zij weer terugvallen op het roken van
een tabakssigaret? Hoe groot is de kans dat zij hun smaakjes elders halen zonder dat
er zicht is op de kwaliteitsstandaarden? Is de Staatssecretaris bereid om hier alsnog
onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet? Waarom wil de Staatssecretaris de gevolgen
van dit wetsvoorstel niet vooraf zorgvuldig in kaart brengen? In het regeerakkoord
is afgesproken dat maatregelen op het gebied van preventie bewezen effectief moeten
zijn. Waaruit blijkt dat het reguleren van smaken voor de e-sigaret bewezen effectief
is (gaarne een andere beantwoording dan dat de maatregelen als pakket gezien moeten
worden)?
Weet de Staatssecretaris zeker dat met dit wetsvoorstel niet juist het tegenovergestelde
bereikt wordt, namelijk dat meer mensen terugvallen op de tabakssigaret?
De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris bij het opstellen van dit
wetsvoorstel contact heeft gehad met gebruikers van e-sigaretten. Zo nee, waarom niet?
Genoemde leden hebben onlangs een petitie over het smaakverbod in ontvangst genomen,
van ongeveer 20.000 verontruste dampers. Ook de internetconsultatie leverde een groot
aantal reacties op. Heeft de Staatssecretaris dit massale verzet laten meewegen in
haar beslissing? Zo ja, hoe? Zo niet, waarom niet en is dit niet strijdig met gewenste
nieuwe bestuurscultuur waarin de regering heeft beloofd beter te luisteren naar de
mening van de bevolking?
Voor een kleine groep rokers kan de e-sigaret een hulpmiddel zijn bij het stoppen
met roken. Weet de regering hoe «klein» deze groep is?
Om de e-sigaret beschikbaar te houden voor mensen, kiest de Staatssecretaris voor
regulering van de smaken en niet voor een totaalverbod op de e-sigaret. Is de Staatssecretaris
bereid een aantal van de zoete, meest gangbare smaken, voor de volwassen gebruikers
te behouden? Zo nee, waarom niet? De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat
van regulering geen sprake is als de meest gangbare smaken verbannen worden en de
smaak overblijft die juist door gebruikers als minder aantrekkelijk wordt ervaren.
Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat mensen hun smaakjes zelf in elkaar gaan
flansen, met alle nadelige en schadelijke gevolgen van dien? De Staatssecretaris gaf
zelf al het voorbeeld van de longproblemen in de Verenigde Staten, nadat gebruikers
zelf THC-olie toegevoegd hadden. Hoe gaat de Staatssecretaris dit soort praktijken
voorkomen?
Is de Staatssecretaris bekend met onderzoeken waaruit blijkt dat het verbod op smaakjes
voor de e-sigaret er ook toe kan leiden dat juist meer jongeren starten met roken?
Jongeren die anders een e-sigaret zouden gebruiken. Zo ja, waarom lezen genoemde leden
hier niets over in de toelichting? Zo nee, deze onderzoeken bestaan wel degelijk.
Heeft de Staatssecretaris zich met dit wetsvoorstel dan niet te veel gebaseerd op
eenzijdig beleid?
Is de Staatssecretaris op de hoogte van het anti-rookbeleid in het Verenigd Koninkrijk
en Nieuw-Zeeland, waar het gebruik van de e-sigaret door de overheid gestimuleerd
wordt als alternatief voor het schadelijke roken. In beide landen is dit beleid succesvol.
De leden van de PVV-fractie willen dat de Staatssecretaris aangeeft waarom tot op
heden zelfs niet overwogen wordt om deze koers te volgen.
II. Reactie van de Staatssecretaris
De leden van de VVD-fractie lezen in de toelichting dat er in Nederland nog geen patiënten
bekend zijn met de longaandoening EVALI (electronic cigarette, or vaping, product use-associated lung injury), maar dat wel ernstige longklachten zijn gemeld na gebruik van e-sigaretten, zoals
verergering van al bestaande longziekten. Kan de Staatssecretaris cijfers delen met
betrekking tot deze meldingen?
Over deze meldingen zijn geen exacte cijfers bekend. De signalen zijn naar voren gekomen
in een uitvraag van de Nederlandse Vereniging voor Artsen van Longziekten en Tuberculose
(NVALT) onder Nederlandse longartsen in 2019.
Voorts lezen deze leden dat met de regulering van smaken ook de mogelijkheid om reclame
te maken wordt ingedamd. Zij horen verhalen over reclames die specifiek gericht zijn
op jongeren, bijvoorbeeld door middel van influencers. Klopt dit volgens de Staatssecretaris? Zo ja, op welke schaal? Hoe kijkt de Staatssecretaris
in dat kader naar de campagne van Phillip Morris, via bijvoorbeeld hun nieuwe website
en een paginagrote advertentie in De Telegraaf, die gericht zou zijn op het «recht
hebben op informatie»?
Het reclameverbod in de Tabaks- en rookwarenwet is ruim gedefinieerd en verbiedt elke
vorm van reclame met inbegrip van reclame-uitingen waarin het tabaksproduct of aanverwant
product niet rechtstreeks wordt genoemd, en reclame-uitingen via sociale media. In
bijvoorbeeld de Verenigde Staten is deze regelgeving minder streng en daardoor is
het mogelijk dat influencers uit de VS bijvoorbeeld e-sigaretten via sociale media
promoten en dat dit, gezien de grensoverschrijdendheid van internet en sociale media,
ook Nederlandse jongeren bereikt. De NVWA houdt toezicht op het reclameverbod en zij
onderzoekt op dit moment de genoemde activiteiten van Philip Morris International.
Onafhankelijke informatie over tabaksproducten en aanverwante producten is te vinden
op de website van het Trimbosinstituut www.rokeninfo.nl.
Hoeveel winkels in Nederland zijn (grotendeels) gericht op de verkoop van e-sigaretten?
Wat is de totale omzet en het aantal werknemers van deze winkels? Wat is de verwachting
van de Staatssecretaris over de toekomst van de omzet en werkgelegenheid na de regulering
van smaken voor e-sigaretten?
Winkels gericht op de verkoop van e-sigaretten bestaan voor een groot deel uit detaillisten
met een klein aandeel e-sigaretten in hun assortiment rookwaren, zoals supermarkten
en tankstations. Eind 2019 zijn er 6441 supermarkten en 2094 bemande tankstations.
Het omzetaandeel e-sigaretten en het aantal werknemers dat e-sigaretten verkoopt is
onbekend. Een ander deel betreft een aantal detaillisten met een ruimer aandeel e-sigaretten
in het assortiment; dit zijn vooral de tabaks- en gemakszaken, die ook sigaretten
en andere tabaksproducten verkopen. Daarnaast zijn er speciaalzaken die uitsluitend
e-sigaretten verkopen. We verwachten dat dit niet meer dan 150 zaken zijn. De totale
omzet en het aantal werknemers van deze winkels is onbekend. Het aantal tabaks- en
gemakszaken, dat gedeeltelijk e-sigaretten in hun assortiment heeft, wordt geschat
op 1600 verkooppunten. Het aantal werknemers van deze tabaks- en gemakszaken is circa
5000. In 2019 was de gemiddelde omzet van e-sigaretten per tabaks- en gemakszaak € 22.579.
Het ging hier om een sterke stijging van 24 procent ten opzichte van 2018. In dat
jaar was de gemiddelde omzet € 18.216 per winkel. In het derde kwartaal van 2019 ontstond
er onrust bij gebruikers. Aanleiding voor deze onrust was het nieuws vanuit de Verenigde
Staten. Daar leden honderden mensen aan een mysterieuze longziekte die vermoedelijk
veroorzaakt werd door het gebruik van e-sigaretten met THC en vitamine E-oliën. Deze
onrust heeft bij verschillende speciaalzaken geleid tot een omzetdaling van wel 30
tot 40 procent.1 Hieruit blijkt dat niet alleen maatregelen ten behoeve van de volksgezondheid vanuit
de overheid voor een omzetdaling kunnen zorgen, maar dat ook gebruikers zelf bezorgd
zijn om hun gezondheid en los van overheidsingrijpen hun consumptiepatroon aanpassen.
De bedrijfseffecten die met de nieuwe maatregel gepaard gaan voor producenten, importeurs
en detaillisten zullen worden opgenomen in de ministeriële regeling waarin de regulering
van additieven voor vloeistoffen voor e-sigaretten nader wordt ingevuld. De verwachting
is dat door de regulering van smaken het gebruik van de e-sigaret ontmoedigd zal worden.
Dit zal logischerwijs leiden tot negatieve effecten voor bedrijven die actief zijn
in deze branche. In de ministeriële regeling wordt een uitverkoopregeling opgenomen
met een termijn die redelijk is om de bestaande voorraden te kunnen verkopen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van zorgen van mensen die aangeven
gestopt te zijn met roken van tabakssigaretten en overgestapt zijn op de e-sigaret.
Zij zijn bang om terug te vallen in hun oude verslaving door het verbod op smaakjes.
Bovendien verwijzen deze mensen veelal naar het staande beleid in het Verenigd Koninkrijk,
zoals ook beschreven in de toelichting. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan?
De regering is van mening dat zowel roken als dampen schadelijk is en dat de grootste
gezondheidswinst wordt behaald wanneer rokers volledig stoppen met roken en in dat
proces niet op een vervangend schadelijk product overstappen zoals de e-sigaret. Het
beleid van de regering is er daarom op gericht de consument te wijzen op de gezondheidsrisico’s
van tabaksproducten en aanverwante producten, waaronder e-sigaretten. Voor het stoppen
met roken zijn al verschillende bewezen effectieve en veilige methoden beschikbaar,
zoals coaching in combinatie met nicotine vervangende middelen of andere medicatie
– die niet de schadelijke stoffen van de e-sigaret bevatten.2 Over e-sigaretten bestaat zorg, onder andere over het risico op terugval in tabaksgebruik.
Het is de regering bekend dat het Verenigd Koninkrijk en een klein aantal andere landen
het gebruik van de e-sigaret stimuleren als een middel om te stoppen met roken. Het
merendeel van de landen, zowel binnen als buiten Europa, is echter net als de Nederlandse
regering van mening dat het gebruik van een schadelijk en verslavend product niet
gestimuleerd moet worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De Staatssecretaris wijst in de toelichting op afspraken die vastgelegd zijn in het
Nationaal Preventieakkoord. De leden van de PVV-fractie wijzen de Staatssecretaris
erop dat in het Preventieakkoord met geen woord gerept wordt over het uitbannen van
de smaakjes van de e-sigaretten. Wie heeft deze maatregel voorgesteld en waarom? Waarom
wil de Staatssecretaris in zijn demissionaire status deze ingrijpende maatregel er
nog doorheen drukken?
In het Nationaal Preventieakkoord zijn samen met maatschappelijke organisaties maatregelen
afgesproken om in 2040 een rookvrije generatie te realiseren. Om tot deze doelstelling
te komen is besloten dat meer kinderen opgroeien in een rook- en tabaksvrije omgeving.
Volgens de ondertekenaars van het Nationaal Preventieakkoord betekent een rook- en
tabaksvrije omgeving ook dat kinderen niet in aanraking komen met nieuwsoortige tabaksproducten
en elektronische sigaretten met en zonder nicotine.3 Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs over de schadelijkheid, verslavendheid
en aantrekkelijkheid van deze producten. Ook blijkt dat jongeren door het gebruik
van elektronische sigaretten vaker beginnen met het roken van tabak dan jongeren die
deze producten niet gebruiken. Om de e-sigaret minder aantrekkelijk te maken heeft
de regering besloten ook de smaken voor e-sigaretten te reguleren. In de voortgangsbrief
van het Nationaal Preventieakkoord van 22 juni 2020 is het voornemen deze maatregel
in te voeren aan uw Kamer gemeld. Gesteund door de motie van het lid van Esch en het
lid Ouwehand4 over effectief preventiebeleid om de basisgezondheid van Nederland te verbeteren
is de regering van mening dat het ten tijde van de huidige gezondheidscrisis van belang
is om op het gebied van preventie voortgang te blijven maken.
De Staatssecretaris geeft aan dat de e-sigaret aan populariteit wint. Onder welke
gebruikers wint de e-sigaret aan populariteit? Zijn dit juist niet de mensen die het
niet lukt om te stoppen met roken en daarom kiezen voor een veiliger alternatief dan
de meer schadelijke tabakssigaret?
De regering maakt zich zorgen om de populariteit van de e-sigaret, en dat deze kan
toenemen als er niet voldoende maatregelen worden genomen. In Nederland wordt de e-sigaret
voornamelijk gebruikt door volwassenen die roken, gerookt hebben en/of willen stoppen,
en jongeren. Recent heeft het Europese wetenschappelijke comité SCHEER, dat onderzoek
deed naar het gebruik van e-sigaretten, in opdracht van de Europese Commissie geconcludeerd
dat het bewijs dat e-sigaretten rokers helpen met het stoppen met roken zwak is.5 Een groot punt van zorg is dat in de praktijk blijkt dat veel e-sigaretgebruikers
ook tabaksproducten blijven roken, waardoor de risico’s voor hun gezondheid nagenoeg
gelijk blijven of mogelijk zelfs groter zijn. De grootste gezondheidswinst wordt behaald
als rokers volledig stoppen met roken, en in dat proces niet op een vervangend schadelijk
product overstappen, zoals de e-sigaret. Daarom is het beleid van de regering gericht
op het stimuleren van rokers om te stoppen met roken. Dit sluit goed aan bij de wens
van 80% van de rokers die zegt te willen stoppen met roken. Met het Nationaal Preventieakkoord
wordt ingezet op het vergroten van het aantal effectieve stoppogingen, onder andere
door het afschaffen van het eigen risico op stoppen met roken-begeleiding, het verbeteren
van de stoppen met roken-zorg en de publiekscampagne PUUR Rookvrij.
Klopt het dat ondanks de brede beschikbaarheid van smaakjes in e-sigaretten het percentage
jongeren dat experimenteert met e-sigaretten in Nederland daalt en van structureel
gebruik onder jongeren nauwelijks sprake is? Zo ja, waarom wil de Staatssecretaris
dan toch overgaan op een verbod op smaakjes in e-sigaretten, in acht nemende dat er
gezondheidswinst kan worden geboekt wanneer rokers volledig overstappen op de e-sigaret?
Uit onderzoek uit 2019 onder jongeren blijkt dat een kwart van de jongeren van 12
t/m 16 jaar weleens een e-sigaret heeft gebruikt. Hoewel dit percentage gedaald is
van 34 procent in 2015 naar 25 procent in 2019 blijft dit een zeer zorgelijk percentage.
Ook is het opvallend dat in 2019 méér scholieren van 12 t/m 16 jaar eerder een e-sigaret
probeerden (25 procent) dan een gewone sigaret (17 procent).6 De regering maakt zich zorgen om het grote aantal jongeren dat e-sigaretten gebruikt
gezien de schadelijkheid van het product, maar ook omdat uit onderzoek bekend is dat
jongeren sneller aan nicotine verslaafd raken dan volwassenen. De meeste e-sigaretten
bevatten nicotine en nicotineblootstelling tijdens de adolescentie kan schadelijk
zijn voor de zich ontwikkelende hersenen, die zich blijven ontwikkelen tot ongeveer
de leeftijd van 25 jaar.
Blootstelling aan nicotine tijdens de adolescentie kan het leren, het geheugen en
de aandacht beïnvloeden en kan het risico op een toekomstige verslaving aan andere
drugs verhogen.7 In het streven naar een rook- en dampvrije generatie is het noodzakelijk om zowel
het gebruik van de tabakssigaret als de e-sigaret te ontmoedigen.
Volgens beschikbare wetenschappelijke literatuur lijkt de e-sigaret enkel minder schadelijk
te zijn dan een tabakssigaret als gebruikers volledig overstappen op dampen. Waarom
stimuleert en communiceert de Staatssecretaris dit dan niet?
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wanneer er volledig wordt overgestapt van
het roken van de tabakssigaret naar het gebruik van de e-sigaret dit minder schadelijk
is dan het roken van tabak of duaal gebruik, en er dus gezondheidswinst kan worden
geboekt. Minder schadelijk betekent echter niet onschadelijk: de grootste gezondheidswinst
wordt behaald als rokers volledig stoppen met roken en in dat proces niet op een vervangend
schadelijk product overstappen, zoals de e-sigaret. Over e-sigaretten bestaat zorg,
onder andere over de gezondheidsschade op langere termijn, het risico op terugval
in tabaksgebruik, het ondermijnen van de stopwens, de aantrekkelijkheid voor consumenten
die geen tabaksproducten of aanverwante producten gebruiken en of deze producten werkelijk
kunnen bijdragen aan een netto-daling van het aantal rokers. Daarom is de regering
van mening dat het gebruik van een schadelijk en verslavend product zoals de e-sigaret
niet gestimuleerd moet worden.
Vloeistoffen voor e-sigaretten bevatten nicotine. Dit geldt echter ook voor andere
producten die kunnen helpen tegen rookverslaving, zoals nicotinepleisters, nicotinekauwgom,
nicotinezuigtabletten en nicotinemondspray. Waarom de hetze tegen de e-sigaret, zo
vragen genoemde leden aan de Staatssecretaris?
Nicotinepleisters, nicotinekauwgom, nicotinezuigtabletten en nicotinemondspray zijn
geregistreerd als geneesmiddel om te helpen bij het stoppen met roken. Er zijn op
dit moment in Nederland geen e-sigaretten met nicotine die als geneesmiddelen zijn
geregistreerd. Indien fabrikanten van mening zijn dat hun product een effectief middel
is om te stoppen met roken, hebben zij ook de mogelijkheid om een aanvraag te doen
het product te laten registreren als geneesmiddel als bedoeld in de Geneesmiddelenwet.
In dat geval is de Tabaks- en rookwarenwet niet van toepassing. Als een roker gezonder
wil leven is het advies volledig te stoppen met roken en daarvoor een bewezen effectieve
methode te gebruiken. De Multidisciplinaire Richtlijn Tabaksverslaving en de Stoppen-met-rokenondersteuning
voor de zorgsector8 stellen dat de effectiefste manier om te stoppen met roken het gebruik van een stoppen-met-roken
coaching in combinatie met het gebruik van nicotine vervangende middelen is. Het gebruik
van de e-sigaret is volgens de richtlijn geen eerste keus, maar behoeft niet te worden
afgeraden. Het is dan wel de bedoeling dat mensen het nicotineniveau afbouwen en ook
op korte termijn stoppen met het gebruik van de e-sigaret. Het Trimbos-instituut concludeert
op basis van wetenschappelijk onderzoek over de schadelijkheid dat het gebruik van
de e-sigaret zou moeten worden beperkt tot de groep rokers die het echt niet lukt
om te stoppen met roken met bewezen effectieve hulpmiddelen.9
Op basis van onder andere deze conclusie ziet de regering de noodzaak om het gebruik
van de e-sigaret verder te ontmoedigen.
De Staatssecretaris verwijst naar de Nederlandse Vereniging voor Artsen van Longziekten
en Tuberculose (hierna: NVALT). Zij maken zich zorgen over de schadelijkheid van de
e-sigaret, terwijl een andere vooraanstaande longarts juist haar excuses heeft aangeboden
en stelt dat e-sigaretten wel degelijk veiliger zijn dan gewone sigaretten. Genoemde
leden ontvangen in dit kader graag een reactie van de Staatssecretaris.
De regering is zoals in de toelichting aangegeven, bekend met het standpunt van de
NVALT over de schadelijkheid en verslavendheid van de e-sigaret. De vooraanstaande
longarts lijkt haar mening uit 2014 over de e-sigaret te hebben bijgesteld. In het
Financieele Dagblad van 17 mei 2021 geeft ze aan dat e-sigaretten in haar ogen een
manier zijn om het leven als tabaksproducent te verlengen en niet om bestaande rokers
een minder schadelijk alternatief te bieden. Ook geeft zij aan dat het product voor
jongeren een opstap naar sigaretten kan vormen en eveneens tot meer longproblemen
kan leiden.
Is er voorafgaand aan dit wetsvoorstel onderzoek gedaan naar de nadelige gevolgen
van dit wetsvoorstel voor deze volwassen e-sigaretrokers? Zo nee, waarom niet? Is
onderzoek gedaan naar wat e-sigaretrokers gaan doen op het moment dat zij niet meer
kunnen kiezen voor een smaakje? Hoe groot is de kans dat het verbod op smaakjes ertoe
zal leiden dat zij weer terugvallen op het roken van een tabakssigaret? Hoe groot
is de kans dat zij hun smaakjes elders halen zonder dat er zicht is op de kwaliteitsstandaarden?
Is de Staatssecretaris bereid om hier alsnog onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom
niet? Waarom wil de Staatssecretaris de gevolgen van dit wetsvoorstel niet vooraf
zorgvuldig in kaart brengen?
In onderzoek van het RIVM10 wordt geconcludeerd dat e-sigaretten waarschijnlijk minder aantrekkelijk worden als
alle smaken behalve tabak worden verboden. Zo zullen jongeren en niet-rokers minder
snel e-sigaretten gaan gebruiken en wordt de kans op schadelijke gezondheidseffecten
ervan kleiner. Ook zal de e-sigaret door een dergelijk verbod een minder aantrekkelijk
alternatief worden voor rokers die willen stoppen met roken. Het beschermen van jongeren
tegen de schadelijke effecten van de e-sigaret weegt in de ogen van de regering echter
zwaarder dan de aantrekkelijkheid van het product als stoppen met roken middel. Indien
mensen door het verbod op zoete smaken terugvallen in een tabaksverslaving, is begeleiding
bij het stoppen met roken voor iedereen gratis toegankelijk. Daarnaast zijn er de
afgelopen jaren veel maatregelen genomen vanuit het Nationaal Preventieakkoord, zoals
de accijnsverhoging, de invoering van het uitstalverbod, de invoering van neutrale
verpakkingen en worden de komende jaren de verkooppunten verminderd, waardoor het
roken wordt ontmoedigd.
In het regeerakkoord is afgesproken dat maatregelen op het gebied van preventie bewezen
effectief moeten zijn. Waaruit blijkt dat het reguleren van smaken voor de e-sigaret
bewezen effectief is (gaarne een andere beantwoording dan dat de maatregelen als pakket
gezien moeten worden)? Weet de Staatssecretaris zeker dat met dit wetsvoorstel niet
juist het tegenovergestelde bereikt wordt, namelijk dat meer mensen terugvallen op
de tabakssigaret?
De maatregel is gebaseerd op onderzoek van onder andere het RIVM, zoals het onderzoek
genoemd in bovenstaand antwoord waarin is aangetoond dat zoete en mentholsmaken een
belangrijke factor zijn in de aantrekkelijkheid van de e-sigaret. Deze smaken maken
e-sigaretten aantrekkelijker door de zoetere smaak en het verkoelende effect. Indirect
maskeren ze de bittere smaak en het irriterende gevoel van nicotine. Het RIVM concludeert
dan ook dat een smaakjesverbod tot gevolg zal hebben dat jongeren en niet-rokers minder
snel e-sigaretten zullen gaan gebruiken waardoor de kans op schadelijke gezondheidseffecten
ervan kleiner zal worden.11 Ook de eerder genoemde SCHEER opinie geeft aan dat smaken de e-sigaret aantrekkelijk
maken. Door de aantrekkelijkheid van de e-sigaret te verminderen zal het gebruik van
de e-sigaret worden ontmoedigd.
Er zijn inderdaad wetenschappers die tegen een smaakjesverbod voor e-sigaretten pleiten
omdat dit de effectiviteit van e-sigaretten als hulpmiddel om te stoppen met roken
zal verminderen12. Het Europese wetenschappelijke comité SCHEER heeft echter recent geconcludeerd dat
het bewijs dat e-sigaretten rokers helpen met het stoppen met roken zwak is.13 Indien mensen door het verbod op zoete smaken terugvallen in een tabaksverslaving,
is begeleiding bij het stoppen met roken voor iedereen gratis toegankelijk.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris bij het opstellen van dit
wetsvoorstel contact heeft gehad met gebruikers van e-sigaretten. Zo nee, waarom niet?
Genoemde leden hebben onlangs een petitie over het smaakverbod in ontvangst genomen,
van ongeveer 20.000 verontruste dampers. Ook de internetconsultatie leverde een groot
aantal reacties op. Heeft de Staatssecretaris dit massale verzet laten meewegen in
haar beslissing? Zo ja, hoe? Zo niet, waarom niet en is dit niet strijdig met gewenste
nieuwe bestuurscultuur waarin de regering heeft beloofd beter te luisteren naar de
mening van de bevolking?
Zoals steeds bij nieuwe regelgeving gebeurt is het conceptvoorstel ter internetconsultatie
voorgelegd, zodat iedereen, dus ook de gebruikers van e-sigaretten, de kans krijgt
om te reageren op het voorstel. De regering neemt alle reacties mee in haar beslissing
om de smaakjes van e-sigaretten te beperken. De petitie van bijna 20.00014 verontruste dampers over het smaakverbod en alle reacties op de internetconsultatie
zijn gelezen, waaronder de reactie van de vereniging van gebruikers. In de nota van
toelichting op het besluit is hier uitgebreid aandacht aan besteed door aan te geven
hoe met de reacties is omgegaan. Ook is het verslag op hoofdlijnen van de internetconsultatie
op de website van de internetconsultatie gepubliceerd.15 Alle reacties zijn serieus bestudeerd en alle belangen gewogen, maar in dit geval
heeft dat niet tot aanpassing van de regelgeving geleid.
Voor een kleine groep rokers kan de e-sigaret een hulpmiddel zijn bij het stoppen
met roken. Weet de regering hoe «klein» deze groep is? Is de Staatssecretaris bereid
een aantal van de zoete, meest gangbare smaken, voor de volwassen gebruikers te behouden?
Zo nee, waarom niet?
Er zijn geen exacte cijfers bekend over het aantal mensen dat succesvol stopt met
roken door het gebruik van een e-sigaret. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke
literatuur heeft het Trimbos-instituut geconcludeerd dat dit een beperkte groep is.
Veel gebruikers van de e-sigaret blijven immers ook tabakssigaretten roken. In Nederland
was in 2019 van de regelmatige e-sigaret gebruikers ongeveer 62% een roker. Dit waren
duale gebruikers die naast e-sigaretten ook tabakssigaretten gebruikten.16 De afgelopen jaren heeft de beschikbaarheid van een breed assortiment smaken dus
niet in grote mate geleid tot een (volledige) overstap naar de e-sigaret. Het beschermen
van jongeren tegen de schadelijke effecten van de e-sigaret weegt in de ogen van de
regering en de andere ondertekenaars van het Preventieakkoord zwaarder dan het waarborgen
van de aantrekkelijkheid van het product als een stoppen met roken-middel. De regering
is daarom niet bereid een aantal zoete smaken beschikbaar te houden.
Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat mensen hun smaakjes zelf in elkaar gaan
flansen, met alle nadelige en schadelijke gevolgen van dien? De Staatssecretaris gaf
zelf al het voorbeeld van de longproblemen in de Verenigde Staten, nadat gebruikers
zelf THC-olie toegevoegd hadden. Hoe gaat de Staatssecretaris dit soort praktijken
voorkomen?
Het zelfstandig mengen van illegale substanties is zeer onverstandig omdat het tot
schadelijkere damp kan leiden dan bij reguliere vloeistoffen. De gezondheidsproblematiek
in de Verenigde Staten heeft dit ook aangetoond. Bij de invoering van wetgeving bestaat
er altijd een kans dat mensen moedwillig deze regels omzeilen. De NVWA kan echter
handhavend optreden als smaakstoffen in de handel worden gebracht die enkel tot doel
hebben om te worden gemengd in e-liquids, om zo deze maatregel te omzeilen.
Is de Staatssecretaris bekend met onderzoeken waaruit blijkt dat het verbod op smaakjes
voor de e-sigaret er ook toe kan leiden dat juist meer jongeren starten met roken?
Jongeren die anders een e-sigaret zouden gebruiken. Zo ja, waarom lezen genoemde leden
hier niets over in de toelichting? Zo nee, deze onderzoeken bestaan wel degelijk.
Heeft de Staatssecretaris zich met dit wetsvoorstel dan niet te veel gebaseerd op
eenzijdig beleid?
De regering is bekend met een onderzoek waarin een toename gevonden werd van het aantal
scholieren in San Francisco die voorjaar 2019 rookten na de invoering per 1 januari
2019 van het verbod op smaken in alle tabaksproducten en e-sigaretten aldaar17. De onderzoekers stellen echter dat deze uitkomsten niet generaliseerbaar zijn naar
andere landen of steden omdat de (beleidsmatige) context verschilt. Zo zijn er in
San Francisco tussen 2017 en 2019 geen andere beleidsmaatregelen genomen op het gebied
van tabaksontmoediging. Dit wetenschappelijke artikel is pas eind mei 2021 gepubliceerd,
en gezien de beperkingen van het onderzoek ziet de regering geen noodzaak om dit artikel
toe te voegen aan de toelichting van de concept amvb. Uit een verkennend onderzoek
onder Nederlandse jongeren blijkt dat juist dagelijkse rokers ervaring hebben met
e-sigaretten.
Voor jongeren lijkt de e-sigaret bovendien eerder een nieuw middel om mee te experimenteren
dan een hulpmiddel om te stoppen met roken.18 Verder wijst de regering erop dat in 2020 een reeks maatregelen uit onder andere
het Nationaal Preventieakkoord in werking zijn getreden zoals een significante accijnsverhoging,
het mentholverbod, een uitstalverbod, sluiting rookruimtes in de horeca, uitbreiding
van het rookverbod met e-sigaretten, rookvrije onderwijsterreinen en neutrale verpakkingen
die ervoor zullen zorgen dat zowel tabakssigaretten als e-sigaretten worden ontmoedigd
onder jongeren. Ook in 2021 en 2022 zullen nog meer maatregelen om roken en dampen
te ontmoedigen in werking treden. De inzet is immers een rook- en dampvrije generatie
in 2040.
Is de Staatssecretaris op de hoogte van het anti-rookbeleid in het Verenigd Koninkrijk
en Nieuw-Zeeland, waar het gebruik van de e-sigaret door de overheid gestimuleerd
wordt als alternatief voor het schadelijke roken. In beide landen is dit beleid succesvol.
De leden van de PVV-fractie willen dat de Staatssecretaris aangeeft waarom tot op
heden zelfs niet overwogen wordt om deze koers te volgen.
Het is de regering bekend dat het Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland het gebruik
van de e-sigaret stimuleren als een middel om te stoppen met roken. Het merendeel
van de landen, zowel binnen als buiten Europa, is echter net als de Nederlandse regering
van mening dat het gebruik van een schadelijk en verslavend product niet gestimuleerd
moet worden.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
M. Agema, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier