Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het onterecht aanmerken van mensen als fraudeur
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretarissen van Financiën over het onterecht aanmerken van mensen als fraudeur (ingezonden 19 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
17 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Fiscus verstuurt 60.000 excuusbrieven na frauderegistratie,
ontvangers reageren geagiteerd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat 60.000 mensen een excuusbrief hebben ontvangen? Waarom hebben niet meteen
alle getroffenen een brief ontvangen?
Antwoord 2
In de brief van 25 maart jl.2 gaven wij aan dat de brieven aan burgers in FSV gefaseerd verzonden worden omdat
het cruciaal is dat individuele vragen en eventuele inzageverzoeken voortvarend en
goed beantwoord kunnen worden. Wij willen de mensen waarover signalen in FSV stonden
goed informeren. De Belastingdienst is er onvoldoende op ingericht om de toestroom
van vragen en inzageverzoeken te behandelen wanneer alle brieven in één keer verzonden
zouden worden. Dat zou betekenen dat burgers lange tijd met onbeantwoorde vragen blijven
zitten. Omdat inzageverzoeken tijdig moeten worden beantwoord, hebben wij voor gespreide
verzending gekozen. In de brief van 22 april jl.3 is een update gegeven over het aantal tot dan toe verzonden brieven. Tot en met 16 juni
zijn er ruim 200.000 brieven verzonden.
Vraag 3
Op welke gronden werden mensen opgenomen in het register van de Fraude Signalering
Voorziening (FSV)? In hoeverre waren deze gronden toegestaan? In hoeverre waren deze
gronden in strijd met wet- en regelgeving, zoals de privacywetgeving?
Antwoord 3
De Kamerbrief van 25 maart jl.4 bevat de aan burgers in FSV gerichte brief als bijlage. Daarin zijn voorbeelden opgenomen
van waarom iemand in FSV kon worden opgenomen. Deze zijn in het antwoord hieronder
nader toegelicht.
Zoals wij uw Kamer hebben geïnformeerd op 2 maart5, 28 april6 en 10 juli7 2020, voldeed FSV niet aan bepaalde eisen van de AVG en is FSV daarom in februari
2020 buiten werking gesteld. Op 28 april 2020 schreven wij uw Kamer dat signalen van
mogelijke fraude in het systeem werden geregistreerd waarbij onduidelijk was of en
zo ja hoe er onderscheid gemaakt moest worden in de betekenis en het gewicht van de
melding. Deze signalen konden ook door veel medewerkers bekeken worden. Daarbij had
FSV geen archieffunctie en werden gegevens niet geschoond. Ook was er sprake van een
summiere logging binnen het systeem. Al deze aspecten kunnen er samen voor zorgen
dat er informatie in het systeem staat die bijvoorbeeld onvolledig, onjuist of achterhaald
is of die meer context vergt. Het KPMG-onderzoek dat wij middels de brief van 10 juli
2020 met uw Kamer gedeeld hebben, gaat zowel in op de vraag welke signalen werden
opgenomen in FSV als op de punten waarop FSV niet voldeed aan de privacywetgeving.
Vraag 4
Welk doel had het FSV-register en hoe kan het dat ook mensen zijn opgenomen die niet
als fraudeur gezien werden?
Antwoord 4
De Belastingdienst en Toeslagen verwerken per jaar miljoenen belastingaangiften en
aanvragen van toeslagen. Om dit werk goed uit te kunnen voeren, is het belangrijk
om te kunnen beoordelen of de aangifte of aanvraag naar alle waarschijnlijkheid juist
en volledig is, of dat nader onderzoek nodig is. De Belastingdienst toetst de aangifte
of aanvraag aan de gegevens die hij tot zijn beschikking heeft, waaronder informatie
en signalen van derden. FSV werd gebruikt voor de registratie van deze gegevens. Hierin
registreerde de Belastingdienst signalen die konden duiden op fouten of (bewuste)
niet-naleving van wet- en regelgeving door burgers en bedrijven. Bijvoorbeeld als
iemand hoge reiskosten opgaf, terwijl hij dicht bij zijn werk woonde. Zo’n registratie
noemden we een risicosignaal. En dit kon aanleiding zijn om een belastingaangifte
of een aanvraag voor een toeslag handmatig te controleren. Daarnaast werden er in
FSV verzoeken geregistreerd van bijvoorbeeld een gemeente of UWV waarbij het inkomen
van iemand opgevraagd werd. FSV werd daarbij als logistiek systeem ingezet om te zorgen
dat de aanvragen tijdig afgehandeld werden. Tenslotte kon FSV ook worden gebruikt
om te registreren dat iemand mogelijk slachtoffer was van (identiteits)fraude, bijvoorbeeld
bij sommige meldingen bij het Meldpunt Slachtoffers Fraude. FSV was dus een systeem
om verschillende signalen te registreren, niet alleen signalen van risico’s in een
aangifte of mogelijke fraude. De naam Fraudesignaleringsvoorziening was daarmee dus
ongelukkig gekozen. Het doel van FSV hebben wij uitvoeriger beschreven in onze brief
van 28 april 20208.
Vraag 5
Klopt het dat in veel gevallen niet bekend is waarom mensen in het register zijn opgenomen?
Zo ja, hoe kan dat?
Antwoord 5
Dat klopt. FSV werd voor uiteenlopende doeleinden gebruikt, waardoor burgers om verschillende
redenen in FSV konden worden opgenomen. Zoals beschreven in de brief van 26 mei 20219 is een significant deel (ca. 100.000) van de registraties afkomstig uit een oudere
applicatie (het dagboek PIT, dat ook is beschreven in de brief van 28 april 202010). Bij het overzetten van deze registraties naar FSV is de oorsprong niet herleidbaar
vastgelegd. Ook voor veel nieuwere registraties is er geen bruikbare bron waaruit
de aanleiding voor de registratie blijkt, bijvoorbeeld als er «overig» is ingevuld.
Vraag 6
Begrijpt u dat mensen graag willen weten waarom zij in het register zijn opgenomen,
zeker als zij zich niet bewust hiervan waren en altijd netjes hun belastingen hebben
betaald? Hoe gaat u ervoor zorgen dat er voor alle betrokkenen duidelijkheid komt
over de gronden van opname in het FSV-register?
Antwoord 6
Dat begrijp ik. De brief zal voor veel mensen een verrassing zijn geweest, zeker als
zij nooit iets gemerkt hebben van hun registratie. Zoals beschreven in de brieven
van 25 maart11 en 22 april12 is een speciaal telefoonnummer FSV geopend om mensen te helpen met vragen. Mensen
kunnen hier ook geholpen worden met het doen van een inzageverzoek. In de brief van
26 mei jl.13 leg ik uit hoe de Belastingdienst mensen waar mogelijk uitsluitsel zal geven over
de oorsprong van hun registratie. Zij zullen na de zomer een brief krijgen met daarin
de informatie die we middels data-analyse hebben kunnen achterhalen.
Vraag 7
Wanneer is het in de brief aangekondigde onderzoek naar onterechte gevolgen die mensen
hebben ondervonden van opname in het register afgerond? Op welke wijze worden mensen
hierover geïnformeerd?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in de brief van 22 april14 onderzoekt PwC de effecten van het gebruik van FSV op burgers en bedrijven en streven
wij ernaar het onderzoek in september 2021 te laten afronden. Vervolgens zullen de
bevindingen met de Kamer worden gedeeld. Zoals aangegeven in de brief van 26 mei jl.15 wordt deze informatie, indien mogelijk, betrokken in de brief na de zomer met de
reden van registratie. Ook deze brieven zullen gespreid verzonden worden.
Vraag 8
Wat beschouwt u als onterechte gevolgen? Valt hieronder ook intensieve controle? Op
welke wijze kunnen mensen nagaan of zij het slachtoffer zijn van onterechte gevolgen?
Antwoord 8
De opdracht van het hierboven genoemde onderzoek is breed geformuleerd; wij hebben
PwC gevraagd de effecten van FSV in kaart te brengen zonder beperkingen vooraf aan
welke gevolgen onderzocht mogen worden. Dit gezegd hebbende beschouw ik een afwijkende
behandeling als onterecht wanneer die niet wordt gerechtvaardigd door de ernst en
betrouwbaarheid van een geregistreerd signaal. Een enkel signaal mag niet leiden tot
een nadelige behandeling zonder verdere inhoudelijke beoordeling. Als voorbeeld zij
hier de mogelijke afwijzing van verzoeken tot minnelijke schuldsanering gegeven. Bij
de brief van 27 januari jl.16hebben wij uw Kamer een werkinstructie doen toekomen waaruit zou blijken dat dergelijke
verzoeken konden worden afgewezen op basis van de FSV-registratie «melding fraudepost»
in combinatie met een schuldhoogte boven de € 10.000. Zoals gesteld vinden wij dit
onacceptabel en wordt hier een separaat onderzoek naar uitgevoerd waarover wij uw
Kamer op 22 april jl.17 een stand van zaken hebben gegeven.
Een intensieve controle op een aangifte of een toeslagenaanvraag vind ik niet op voorhand
onterecht. De Belastingdienst heeft de taak toe te zien op de juistheid van aangiften.
Het is onmogelijk deze taak uit te voeren zonder controles uit te voeren. Daarbij
wordt gewerkt met risicogericht toezicht, waarbij een aangifte die naar verwachting
meer risico’s bevat een intensievere controle krijgt dan een aangifte zonder risico’s.
Wel moet het toezicht proportioneel en zorgvuldig zijn, en moeten beslissingen met
verstrekkende gevolgen voor burgers alleen genomen worden na zorgvuldige behandeling
met inachtneming van de professionele kernwaarden.
Zoals aangegeven in de brieven van 25 maart18 en 22 april jl.19 is er een meldpunt FSV opgericht voor burgers die mogelijk onterechte gevolgen van
een FSV-registratie hebben ondervonden. Verder verwijs ik naar het antwoord op de
vorige vraag; wij informeren mensen in FSV over de uitkomsten van het onderzoek naar
de effecten van FSV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.