Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Kwint ter vervanging van nr. 15 over een acceptatieplicht voor bijzondere instellingen die onderdeel zijn van een verticale scholengemeenschap
35 606 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs)
Nr. 20
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KWINT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 15
Ontvangen 16 juni 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel BB, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
BBa
Aan artikel 8.1.1, vierde lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
De inschrijving kan niet worden geweigerd of beëindigd op grond van de derde volzin
maar uitsluitend op grond van de tweede volzin die van overeenkomstige toepassing
is op de vak-, middenkader- en specialistenopleiding, indien betrokkene binnen een
verticale scholengemeenschap doorstroomt respectievelijk is doorgestroomd van openbaar
voortgezet onderwijs naar beroepsonderwijs.
Toelichting
Dit amendement regelt specifiek voor een verticale scholengemeenschap tussen een openbare
school voor voortgezet onderwijs en een mbo-instelling op religieuze grondslag dat
die mbo-instelling geen student mag weigeren op grond van het niet kunnen of willen
onderschrijven van diens grondslag. Een openbare school voor voortgezet onderwijs
mag immers een verticale scholengemeenschap vormen met een bijzondere mbo-instelling
met een religieuze grondslag. Als die keuze eenmaal is gemaakt, mag het bevoegd gezag
in geval van doorstroming daarbinnen echter niet meer van de student eisen dat die
de grondslag onderschrijft. Uitsluitend mag nog een meer passief respect voor die
grondslag worden verlangd, ook als het om beroepsopleidingen op niveaus 3 en 4 gaat.
Deze uitzondering is noodzakelijk om te voorkomen dat een areligieuze student die
aan de formele toelatingseisen voldoet, binnen zo’n verticale scholengemeenschap niet
kan doorstromen naar mbo-niveaus 3 of 4.
De indiener acht dit – los van de algemene wenselijkheid van een acceptatieplicht
– in dit geval specifiek wenselijk omdat zonder deze wijziging de mogelijkheid bestaat
dat een openbare school voor voortgezet onderwijs een verregaande samenwerking aangaat
met een bijzondere mbo-instelling of andersom. Dit kan tot gevolg hebben dat een leerling
halverwege zijn opleiding de instelling moet verlaten. Indiener acht dit niet in het
belang van de leerling of student.
Kwint
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid