Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Vaarweg naar Stellendam gevaarlijk voor schepen: ‘Hier kunnen doden vallen’
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Vaarweg naar Stellendam gevaarlijk voor schepen: «Hier kunnen doden vallen» (ingezonden 15 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vaarweg naar Stellendam gevaarlijk voor schepen: «Hier
kunnen doden vallen»?1
Vraag 2
Klopt het dat het Slijkgat op dit moment een actief gevaar vormt voor watersporters
en de vissers van Stellendam, omdat de geul ook binnen de aangegeven routes dichtslibt?
Vraag 3
Hoelang speelt dit al en hoe kan het dat na al deze tijd, ook nadat in april jl. nog
een ongeluk heeft plaatsgevonden, dit probleem nog niet is aangepakt door Rijkswaterstaat?
Vraag 4
Klopt het dat de afspraak op dit moment geldt dat het Havenbedrijf van Rotterdam de
vaargeuldiepte moet onderhouden op 5,5 meter voor de vissers gezien het economisch
belang van de route? Zo ja, waarom wordt deze verantwoordelijkheid niet genomen? Zo
nee, wie heeft deze verantwoordelijkheid dan wel?
Vraag 5
Op welke manier is Rijkswaterstaat op dit moment bezig om de situatie bij het Slijkgat
op te lossen, zoals staat omschreven in het bericht?
Vraag 6
Bent u het eens dat het van groot belang is voor de veiligheid van watersporters en
vissers, maar ook anderen die gebruik maken van de vaargeul, dat men ervan op aankan
dat als men binnen de boeien blijft, men niet te maken krijgt met gevaarlijk ondiepe
stukken? Zo ja, bent u bereid de problemen rondom deze vaargeul actief aan te kaarten
bij Rijkswaterstaat?
Vraag 7
Kunt u aangeven of problemen zoals deze voorkomen bij het Slijkgat, ook voorkomen
bij andere vaargeulen en hoe dit wordt opgepakt door Rijkswaterstaat?
Vraag 8
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
T.C. (Tjeerd) de Groot, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.