Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over de brief ‘Hoe moet het verder met de ontwikkeling van het Wierdense Veld’
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Brief van provincie naar Minister: hoe moet het verder met de ontwikkeling van het Wierdense Veld» (ingezonden 4 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 11 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2684.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Brief van provincie naar Minister»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u deze brief van de provincie? Zo ja, wat is uw reactie en bent u bereid een
afschrift van uw reactie met de Kamer te delen?
Antwoord 2
Ja, mijn reactie wordt gelijktijdig met deze beantwoording gedeeld met de Kamer.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat herstel van het hoogveen in het Wierdense Veld op gespannen
voet staat met de drinkwaterwinning en de agrarische activiteiten in dit gebied?
Wat is uit het onderzoek van de provincie gekomen waardoor nu wel geconcludeerd kan
worden dat het herstel van het hoogveen mogelijk is naast de andere gebruiksdoelen
van het Wierdense Veld?
Antwoord 3 en 4
De agrarische activiteiten kunnen niet overal in de directe omgeving van het gebied
op dezelfde wijze doorgang vinden bij de voorgenomen vernatting in en rondom het gebied
ten behoeve van herstel van het hoogveen. In 2018 is onder trekkerschap van LTO Noord
een gebiedsproces gestart met Landschap Overijssel, Vitens, het Waterschap Vechtstromen
en de gemeenten Wierden en Hellendoorn om het maatregelpakket voor de instandhoudingsdoelen,
zoals vastgesteld in de PAS-gebiedsanalyse (2017), uit te werken in een concreet inrichtingsplan.
Uit dit uitwerkingsproces kwam in 2019 naar voren dat het mogelijk was herstellend
en actief hoogveen te behouden in combinatie met het handhaven van de drinkwaterproductie
op het niveau van de vergunde capaciteit. Hiervoor bleken echter wel meer maatregelen
nodig dan eerder voorzien, met een grotere impact op de ontwikkelingsmogelijkheden
van de landbouwbedrijven rond het gebied dan eerder voorzien. Vanwege deze grotere
impact op de landbouw dan eerder voorzien en de mogelijke impact op de drinkwaterwinning
heeft de provincie in 2019 het gebiedsproces stilgelegd om te verkennen of het mogelijk
is om de doelen en opgave voor drinkwaterwinning en/of voor hoogveenherstel naar beneden
bij te stellen. De provincie concludeert dat er geen mogelijkheden zijn om de drinkwaterproductie
te verminderen. En de provincie constateert terecht – mede op grond van de Doorlichting
Natura 2000 (Kamerstuk 32 670, nr. 200) en het gesprek met de Eurocommissaris (Kamerstuk 33 576, V) – dat het nodig is in te zetten op het behouden van de hoogveenwaarden in het gebied.
De provincie schetst in haar brief de contouren van een oplossingsrichting binnen
die kaders, waarmee zij het gebiedsproces wil hervatten.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat de kosten voor herstel van het hoogveen worden geraamd op € 19,5 miljoen
en dat daarbovenop € 20 miljoen komt voor natuurgerichte werkzaamheden?
Voor wie zijn de kosten van € 39,5 miljoen voor het proces? Kunt u uiteenzetten waar
die € 39,5 miljoen aan besteed gaat worden?
Antwoord 5 en 6
De provincie Overijssel heeft een indicatieve raming gemaakt van de totale kosten
van de investeringen om het hoogveen te behouden. Deze bedraagt naar de huidige inzichten
circa € 39,5 miljoen. Deze indicatieve raming is gebaseerd op het maatregelpakket
uit de in 2017 door gedeputeerde staten van Overijssel vastgestelde Natura 2000 Gebiedsanalyse
Wierdense Veld en op aanvullende maatregelen die in beeld zijn gekomen bij de uitwerking
van de Gebiedsanalyse tot een inrichtingsplan. Door die aanvullende maatregelen is
de huidige raming circa € 20 miljoen hoger dan de oorspronkelijke raming.
Van het totale geraamde bedrag is circa € 16,5 miljoen nodig voor hydrologische maatregelen.
Deze maatregelen betreffen in het Natura 2000-gebied onder meer het dichten van lekken
in de veenbodem, het dichten en dempen van sloten, het verwijderen van bosopslag,
bekalking, extensieve begrazing en het plaatsen van een foliescherm. Buiten het Natura
2000-gebied betreffen dit onder meer dempen en verondiepen van sloten, weghalen van
drainage en het aanleggen van een nieuwe afwatering oostelijk van het gebied). Daarnaast
is circa € 23 miljoen nodig voor de aankoop en afwaardering van gronden en gebouwen
en voor het vergoeden van eigenaren van gronden en gebouwen voor natschade.
De gedeputeerde staten van de provincie Overijssel dragen ervoor zorg dat passende
maatregelen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn worden getroffen die nodig zijn voor de Natura 2000-gebieden in de provincie.
In haar brief geeft de provincie Overijssel aan voor de maatregelen een beroep te
doen op het Programma Natuur. In mijn reactie op de brief2 van de provincie geef ik aan dat de beschikbare middelen voor de gebiedsaanpak voor
de provincie Overijssel ruimschoots hoger zijn. Het is daarbij aan de provincie om
binnen de randvoorwaarden van het uitvoeringsprogramma de middelen toe te delen aan
de prioritaire gebieden binnen de provincie.
Vraag 7
Staan de geraamde kosten in verhouding tot de te behalen natuurdoelen? In hoeverre
zijn de benodigde investeringen doelmatig?
Antwoord 7
Het behalen van de natuurdoelen is noodzakelijk, ook voor het oplossen van de stikstofcrisis.
Tevens behoort het gebied tot de vijf belangrijkste gebieden voor herstellende hoogvenen
in Nederland. Het is daarmee dus ook van groot belang voor het bereiken van een landelijk
gunstige staat van instandhouding voor dat habitattype. Arcadis concludeert in het
haar onderzoek voor de Doorlichting Natura 2000 in 2020 dat er geen sprake is van
een situatie waarin het Wierdense Veld geen bijdrage kan leveren aan dit landelijke
doel. Het Natura 2000-gebied is niet structureel zwak. Op grond van de Habitatrichtlijn
mogen de natuurwaarden van het gebied niet verslechteren en moeten maatregelen worden
getroffen om dat te voorkomen. Ook in het gesprek met de Eurocommissaris omtrent proportionaliteit
kwam dit naar voren.
Vraag 8
Wat is het maatschappelijk draagvlak om in totaal € 39,5 miljoen te besteden aan een
natuurgebied van 420 hectare?
Antwoord 8
Het gaat om het bieden van perspectief voor zowel de natuur als voor maatschappelijke
functies die nu juist door de ongunstige staat van instandhouding van de natuur worden
belemmerd. in dat licht bezien, is een investering van deze omvang te onderbouwen.
Vraag 9
Welke aanpassingen in het landgebruik of bedrijfsverplaatsingen zijn mogelijk voor
agrariërs die door de maatregelen om het hoogveen te behouden in de problemen komen?
Antwoord 9
De provincie wil ondernemers die zich willen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden
ondersteunen bij de omvorming van hun bedrijven. Ondernemers die dat dat niet willen,
zal de provincie Overijssel ondersteunen bij het beëindigen dan wel verplaatsen van
hun bedrijven. Dit is onderdeel van het toekomstige gebiedsproces.
Vraag 10
Hoeveel agrariërs zouden naar verwachting in de problemen kunnen komen door de maatregelen
om het hoogveen te behouden?
Antwoord 10
Het aantal boeren dat te maken krijgt met de gevolgen van de maatregelen zal afhangen
van de nog te bepalen en nader uit te werken inrichtingsvariant middels het gebiedsproces
door de provincie. In en nabij het landbouwgebied van circa 380 hectare waarin maatregelen
genomen worden en waar vernatting optreedt, zijn circa 14 agrariërs actief. Een deel
van het budget is gericht op het compenseren van eigenaren voor schade aan gronden
en gebouwen. In het gebiedsproces zullen deze boeren worden ondersteund door de provincie
in de benodigde keuzes voor de bedrijfsvoering als gevolg van de maatregelen, zodat
wordt voorkomen dat deze boeren daadwerkelijk in de problemen komen. Het gaat hierbij
zowel om ondersteuning bij de aanpassing van de bedrijfsvoering aan de nieuwe situatie
als om ondersteuning bij uitplaatsing.
Vraag 11
Waar kunnen deze bedrijven naartoe verplaatst worden?
Antwoord 11
Dat is afhankelijk van het gebiedsproces en de keuzes van de betreffende ondernemers
zelf.
Vraag 12
Hoe zijn de agrariërs betrokken geweest bij het opstellen van het pakket met maatregelen
en hoe is het draagvlak voor het pakket onder hen?
Antwoord 12
In 2017 heeft de provincie Overijssel de Natura 2000 Gebiedsanalyse vastgesteld na
een zorgvuldig doorlopen proces, waarbij experts en belangenpartijen input hebben
geleverd. In het stilgelegde gebiedsproces onder trekkerschap van LTO Noord is dit
maatregelpakket op hooflijnen aangevuld, zie ook het antwoord op vraag 4. Wanneer
het gebiedsproces door de provincie wordt hervat, zullen de betreffende agrariërs
betrokken worden bij de verdere uitwerking.
Vraag 13
Klopt het dat de drinkwaterwinning met name in naar verwachting steeds frequenter
voorkomende droge en warme zomers op gespannen voet staat met het doel om verdroging
van het Wierdense Veld tegen te gaan?
Antwoord 13
In droge en warme zomers is er meer vraag naar drinkwater en worden de drinkwaterwinningen
bij het Wierdense Veld intensiever benut dan in andere jaren. Het is onzeker of bij
structurele winning op vergund niveau het huidige maatregelpakket toereikend is om
de waterhuishouding in het hoogveen voldoende te verbeteren. Goede monitoring van
de benutting van de winningen, de waterhuishouding in het gebied en de ontwikkeling
van de vegetatie is nodig voor het omgaan met deze onzekerheid.
Vraag 14
Hoe realistisch is de inschatting van de provincie dat de drinkwaterproductie op niveau
gehouden kan worden, zoals in de vergunning is bepaald, gezien de droge warme zomers
die we afgelopen twee jaar hadden? Waar is die inschatting op gebaseerd? Wat houdt
deze vergunning in, in relatie tot die droge warme zomers?
Antwoord 14
De provincie geeft aan dat de winningen Wierden en Hoge Hexel in totaal 10,5 miljoen
m3 per jaar blijvend kunnen leveren, ook in droge zomers. De watervoerende laag waaruit
de winning het ruwe water haalt, middelt seizoensinvloeden uit. Uit de ecologische
beoordeling van mogelijke maatregelpakketten voor hoogveenherstel komt naar voren
dat het mogelijk is het behoud van het hoogveen te combineren met het op het huidige
niveau houden van de drinkwaterproductie.
Vraag 15
Welke mogelijkheden zouden er kunnen zijn om de drinkwaterwinning te verplaatsen en
wat en hoe lang zou hiervoor nodig zijn? Welke kosten zullen gemoeid zijn met een
eventuele verplaatsing van de drinkwatervoorziening?
Antwoord 15
De provincie Overijssel ziet op de korte en middellange termijn geen mogelijkheden
de drinkwaterproductie bij het Wierdense Veld (deels) te verplaatsen. De nu nog beschikbare
en niet ingezette wincapaciteit op andere winlocaties in Overijssel is nodig om te
voorzien in de sterk groeiende vraag naar drinkwater. Deze capaciteit kan derhalve
niet aangewend worden om de drinkwaterproductie bij het Wierdense Veld te verminderen.
Dit zou de drinkwatervoorziening in Overijsel in gevaar kunnen brengen. Indien het
toch nodig zou blijken de drinkwaterproductie bij het Wierdense Veld te verminderen
voor hoogveenherstel, dan is het nodig nieuwe winlocaties te ontwikkelen. Dit duurt
naar verwachting minimaal 15 jaar. De eventuele kosten kunnen nu niet bepaald worden
en hangen af van de omvang van de te verplaatsen productie. De provincie Overijssel
hanteert hiervoor als vuistregel € 10 miljoen per 1 miljoen m3 te verplaatsen productie. Momenteel is de provincie Overijssel bezig om een Adaptieve
Strategie Drinkwatervoorziening te concretiseren. Dit in lijn met de afspraken in
de Beleidsnota Drinkwater en de Structuurvisie ondergrond, waarin afgesproken is dat
provincies samen met drinkwaterbedrijf en waterschappen een verkenning uitvoeren naar
een robuuste drinkwatervoorziening op de lange termijn. Het doel is de drinkwatervraag
en de drinkwaterproductie in balans te houden, rekening houdend met natuur- en omgevingseffecten.
Vraag 16
Kunt u de integrale inhoud van het gesprek met Eurocommissaris Sinkevicius dat hiermee
verband houdt publiceren?
Antwoord 16
In het gesprek met de Eurocommissaris is het vraagstuk van proportionaliteit besproken
aan de hand van de casus Wierdense Veld. De Eurocommissaris heeft benadrukt dat Nederland
moet voldoen aan de vereisten van de Vogel- en Habitatrichtlijn en hiervoor verder
met natuurherstel aan de slag moet.
Vraag 17
Bent u bereid tot onafhankelijke contra-expertise naar de haalbaarheid van de instandhoudingsdoelstellingen
bij continuering van de maximale drinkwaterwinning ter plekke als dwingende reden
van groot openbaar belang?
Antwoord 17
Er is voldoende zekerheid om de benodigde investering te doen, zo blijkt uit de vele
onderzoeken die door de jaren heen zijn uitgevoerd. De provincie heeft hier als voortouwnemer
en bevoegd gezag de trekkende rol en ik sluit mij aan bij het voorstel dat op basis
van deze en de eerdere onderzoeken is ontwikkeld, waar mijn ministerie ook inhoudelijk
bij betrokken is geweest. Een aanvullende onafhankelijke contra-expertise is dus niet
noodzakelijk.
Vraag 18
Klopt het dat reeds vóór de aanwijzing van het Wierdense Veld tot Natura 2000-gebied
Nederland voldeed aan de bescherming van de desbetreffende habitattypen van Communautair
belang in andere N2000-gebieden zoals het Bargerveen? Zo ja, moet dan niet geconcludeerd
worden dat gezien de grote onzekerheid over de haalbaarheid van de instandhoudingsdoelstellingen
in het Wierdense Veld, de aanwijzing daarvan op grond van deze habitattypen een wetenschappelijke
fout was die onvoldoende rekening hield met de drinkwaterwinning als dwingende reden
van groot openbaar belang in zin van de Habitatrichtlijn?
Antwoord 18
Het Wierdense Veld behoort tot de vijf belangrijkste gebieden voor herstellende hoogvenen
en is daarmee van groot belang voor het bereiken van een landelijk gunstige staat
van instandhouding voor dat habitattype. Indien de beschermde habitattypen uit dit
gebied zouden verdwijnen, zou die gunstige staat niet bereikt kunnen worden, omdat
de functie van het gebied niet door de andere gebieden kan worden overgenomen.
Vraag 19
Klopt het dat bij deze maatregelen nog geen rekening gehouden is met de mogelijke
stikstofaanpak? Zo ja, begrijpt u dat dit voor onzekerheid zorgt bij de agrariërs
in de omgeving en is het niet verstandiger om het geheel direct te realiseren?
Antwoord 19
Bij deze maatregelen is gekeken welke vernatting noodzakelijk is in combinatie met
de drinkwaterproductie. Wanneer het gebiedsproces hervat wordt, kan de provincie hierbij
dit laten aansluiten bij haar stikstofaanpak.
Vraag 20
Indien deze natuurontwikkeling noodzakelijk en onvermijdelijk is, deelt u dan de mening
dat het betrekken van agrariërs bij de ontwikkeling en het beheer van dit gebied kan
bijdragen aan het verdienvermogen en het perspectief van deze agrariërs? Zo ja, bent
u bereid om hiervoor een voorstel uit te werken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Indien de provincie besluit tot hervatten van het gebiedsproces zullen de betreffende
agrariërs betrokken worden bij de verdere uitwerking. De verantwoordelijkheid voor
het gebiedsproces ligt bij de provincie. Het is daarom niet nodig dat ik zo’n voorstel
uitwerk, omdat de provincie Overijssel dit al zal oppakken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.