Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Wijngaarden en Boswijk over de invoering van de Wet ter Bescherming Koopvaardij
Vragen van de leden Van Wijngaarden (VVD) en Boswijk (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Defensie over de invoering van de Wet ter Bescherming Koopvaardij (ingezonden 28 april 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en van Minister Bijleveld-Schouten
(Defensie), mede namens Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 10 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2795.
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de eerdere Kamervragen over de invoering van de
Wet ter Bescherming Koopvaardij?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van het aantal aanvragen dat de afgelopen vijf jaar is
gedaan om Vessel Protection Detachments (VPD’s) in te zetten?
Antwoord 2
Ja, daarbij verwijzen wij naar onderstaand overzicht dat de stand van zaken van 3 mei
2021 weergeeft.
Sommatie bovenstaande
Totalen sinds start VPDs maart 2011
Term
Toelichting
Aanvragen
Aanvragen ingediend via het Kustwachtcentrum of MAC (Curaçao)
Afgewezen
Aanvragen waarvan de Nederlandse overheid heeft vastgesteld niet over te gaan tot
uitvoering
Ingetrokken
Aanvragen waar de Nederlandse overheid akkoord mee is gegaan, maar die door de reder
zijn ingetrokken. Dit kunnen allerlei redenen zijn, bv opdracht reder is ingetrokken,
ander schip wordt ingezet, er wordt alsnog een andere route gekozen enz. Alleen «te
duur» is hier verbijzonderd.
Uitvoering
Betreft aanvragen die zijn uitgevoerd, in uitvoering of nog in planning zijn. Aanvragen
die in planning zijn kunnen nog worden «ingetrokken».
Datum aanvraag
De datum van een aanvraag en dus ook de indeling in deze statistieken wordt bepaald
door de datum waarop de aanvraag wordt aangeboden via het Kustwachtcentrum of het
MAC.
Dit betekent dat het kan voorkomen dat een aanvraag die in jaar X is aangevraagd in
jaar X+1 geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd.
Vraag 3
Hoeveel van de aangevraagde Vessel Protection Detachments (VPD’s) zijn er in 2021
toegewezen en hebben geleid tot inzet van VPD’s?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij naar het bovenstaande overzicht.
Vraag 4
Hoeveel middelen zijn er in 2021 begroot voor de inzet van VPD’s?
Antwoord 4
Conform de ontwerpbegroting van het Minister van Defensie 2021 is een bedrag van € 4,185
miljoen begroot voor de inzet van VPD's, waarvan € 1,5 miljoen aan geprognotiseerde
ontvangsten van rederijen.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat middelen die in enig jaar zijn gereserveerd voor de inzet van
VPD’s maar niet zijn uitgegeven, in latere jaren ten goede komen aan de bescherming
van Nederlandse koopvaardijschepen?
Antwoord 5
In principe geldt dat indien een begrote uitgave niet wordt gedaan, het geld vrijvalt
ten gunste van de algemene middelen.
Vraag 6
Kunt u verklaren waarom de inzet van VPD’s de afgelopen jaren is teruggelopen? Komt
dat doordat ook het aantal aanvragen is teruggelopen?2
Antwoord 6
Zie ook overzicht van vraag 2. In 2015 en 2019 is de High Risk Area (HRA) verkleind.
Hierdoor zijn de beveiligingen voor 4 van 10 transitroutes door de HRA komen te vervallen
(die tussen de Perzische Golf, Azië en Kaap de Goede Hoop). Voor de jaren 2020 en
2021 speelt COVID-19 een rol bij het terug gelopen aantal aanvragen. Meer in het algemeen
spelen de omstandigheden binnen de scheepvaart een rol, waaronder omstandigheden in
de olie- en gasindustrie (VPD’s worden veelal ingezet voor zware lading schepen die
componenten vervoeren voor de olie- en gasindustrie).
Vraag 7
Deelt u de analyse van de Portugese Minister van Defensie dat de Golf van Guinee op
dit moment de belangrijkste locatie voor internationale piraterij is?3
Antwoord 7
Ja. Ook de Nederlandse regering is zich ervan bewust dat de Golf van Guinee een belangrijke
locatie voor de internationale piraterij is. Naar aanleiding van de eerdere vragen
terzake is reeds aangegeven dat de veiligheid van onze koopvaardijschepen in de Golf
van Guinee het kabinet zorgen baart (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
2153). De Golf van Guinee is in het kader van het nieuwe EU-initiatief Coordinated Maritime
Presences (CMP) aangemerkt als eerste maritiem aandachtsgebied (Maritime Area of Interest,
MAI), onder meer vanwege het hoge aantal incidenten van piraterij en gewapende overvallen
op zee.
Vraag 8
Hoeveel piraterij-incidenten zijn er in 2020 en tot nu toe in 2021 geweest in de Golf
van Guinee?
Antwoord 8
Het International Maritime Bureau (IMB) heeft in 2021 tot nu toe 16 incidenten met
betrekking tot de Golf van Guinee geregistreerd. In 2020 zijn er in dit gebied 132
incidenten geregistreerd.
Vraag 9
In hoeverre heeft de EU-pilot inzake Coordinated Maritime Presences in de Golf van
Guinee tot dusverre concrete resultaten opgeleverd?
Antwoord 9
Om het CMP-concept te operationaliseren loopt sinds 25 januari jl. een pilot in de
Golf van Guinee. Het CMP moet zorgen voor meer Europese operationele inzet. Coördinatie
en het delen van informatie kan de lidstaten gezamenlijk beter in staat stellen grip
te krijgen op de maritieme veiligheidssituatie. Het is op dit moment nog te vroeg
om conclusies te verbinden aan hetgeen de CMP-pilot heeft opgeleverd. De pilot zal
binnen een jaar worden geëvalueerd door de lidstaten. Zodra de resultaten daarvan
bekend zijn, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.
Vraag 10
Wat is de exacte bijdrage van Nederland aan deze pilot?
Antwoord 10
Het Ministerie van Defensie is betrokken bij de CMP-coördinatie-cel in Brussel en
sluit ook aan bij het binnenkort te starten CMP-comité. Ook draagt Nederland bij aan
de informatie-uitwisseling tussen de Nederlandse maritieme industrie en CMP. Nederland
neemt momenteel niet met militaire middelen deel aan de pilot.
Vraag 11
Welke rol is hier voorzien voor het nieuwe fonds European Peace Facility om lokale
kustwachten of marines te trainen en uit te rusten voor piraterijbestrijding?
Antwoord 11
De Europese Vredesfaciliteit (EPF) is een nieuw financieel instrument van de Unie
dat onder andere ook capaciteitsopbouw van statelijke actoren inzake veiligheid en
defensie mogelijk maakt. Het uitrusten van lokale kustwachten of te trainen marines
zou in beginsel tot de mogelijkheden behoren. De voorbereiding van de implementatie
van de EPF is momenteel gaande. Naar verwachting zal de EPF op 1 juli operationeel
worden. Voor Nederland is het, met name in deze opstartfase, van belang reeds bestaande
steunmaatregelen aan Afrikaanse partners te continueren.
Vraag 12
Bent u bereid de Golf van Guinee bij de aangewezen zeegebieden op te nemen bij de
inwerkingtreding van de wet of zo spoedig mogelijk daarna?
Antwoord 12
Het aanwijzen van risicogebieden waar private maritieme beveiliging wordt toegestaan
vindt plaats bij algemene maatregel van bestuur. Het Ontwerpbesluit bescherming koopvaardij
is op 20 april jl. – in het kader van de in de Wet ter Bescherming koopvaardij voorgeschreven
voorhangprocedure – aangeboden aan Uw Kamer en aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Dat ontwerpbesluit voorziet niet in de aanwijzing van de Golf van Guinee als risicogebied.
In de beantwoording op 14 juli 2020 van de vraag hierover is reeds, mede namens de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat, aangegeven dat voor de problematiek van
piraterij binnen de territoriale wateren van de desbetreffende kuststaten VPD’s, noch
gewapende particuliere beveiligers een oplossing bieden, aangezien de kuststaten een
dergelijke gewapende beveiliging in hun kustwateren niet toestaan (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, 3511).
In aanvulling daarop is in de beantwoording op 25 maart jl. van de vraag daarover,
eveneens mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven dat het,
anders dan bij Somalië, bij West-Afrika niet gaat om de beveiliging van schepen op
doorvaart door een risicogebied, maar om schepen die de havens in het gebied moeten
aandoen. Voor zowel VPD-beveiliging, als voor gewapende particuliere maritieme beveiliging
geldt dat de beveiligers het te beveiligen schip dan ook moeten hebben verlaten voordat
het schip de territoriale wateren van de kuststaten binnenvaart. Die mogelijkheden
zijn in de praktijk niet aanwezig (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
2153).
Het aanwijzen van de Golf van Guinee als risicogebied, waar onder de wettelijke voorwaarden
gewapende particuliere beveiliging als aanvulling op VPD-beveiliging is toegestaan,
zal niet tegemoet kunnen komen aan de gewenste behoefte aan bescherming van de koopvaardij.
Bij die gelegenheid is tevens erop gewezen dat de Belgische regering de internationale
wateren van de Golf van Guinee sinds september 2016 formeel heeft aangewezen als risicogebied
waar gewapende maritieme beveiliging op Belgisch gevlagde koopvaardijschepen is toegestaan,
maar dat in de praktijk (in ieder geval tot en met 2020) de rederijen nog geen gebruik
hebben gemaakt van die mogelijkheid. Voor de bescherming van koopvaardijschepen in
de Golf van Guinee zijn andere maatregelen noodzakelijk, dan het aanwijzen van de
Golf als risicogebied waar onder voorwaarden en in aanvulling op VPD-beveiliging gewapende
particuliere beveiliging is toegestaan. Daarvoor is het nodig dat in internationaal
verband afspraken worden gemaakt over het bevorderen van de veiligheid van koopvaardijschepen
in de Golf van Guinee.
Vraag 13
Welke stappen heeft Nederland concreet gezet in 2021 en welke stappen bent nu nog
voornemens te zetten om in internationaal verband afspraken te maken over het bevorderen
van de veiligheid van koopvaardijschepen in de Golf van Guinee?
Antwoord 13
Zoals hierboven vermeld neemt Nederland in Europees verband deel aan de CMP-pilot.
Ook is Nederland partij bij het G7++ FoGG (Friends of the Gulf of Guinea), dat onderdeel uitmaakt van de Yaoundé architecture en als oogmerk heeft om in internationaal verband met kuststaten afspraken te maken
over- en ondersteuning te bieden aan het tegengaan van illegale activiteiten, waaronder
piraterij, in de Golf van Guinee. Daarnaast neemt Nederland in IMO-verband actief
deel aan de Werkgroep piraterij in de Golf van Guinee, opgestart in mei jl. Nederland
zet hierbij in ieder geval in op betere coördinatie van het aantal reeds bestaande
activiteiten in de regio in dit kader en versterkte samenwerking met de benodigde
partijen daartoe, zodat deze eerder tot resultaten gaan leiden.
Vraag 14
Kunt u een inschatting geven van de capaciteit, middelen en afspraken met landen in
de regio die nodig zijn om VPD’s in te kunnen zetten in de Golf van Guinee?
Antwoord 14
Anders dan in de Golf van Aden hebben koopvaardijschepen in de Golf van Guinee de
intentie havens van kuststaten aan te doen. In de Golf van Aden blijven schepen in
internationale wateren varen. In de Golf van Guinee zullen de regionale kuststaten
toestemming moeten verlenen aan koopvaardijschepen om met VPD’s aan boord de havens
te bezoeken. Er kan pas een inschatting worden gegeven van de capaciteit en middelen
ten aanzien van VPD’s indien deze eerste stap is genomen.
Vraag 15
Op welke wijze wordt momenteel invulling gegeven aan de ondersteuning die Defensie
biedt aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)? Is hierbij structureel gewaarborgd
dat Defensie kennis en expertise levert aan de ILT op het gebied van wapens en munitie
zodat de ILT haar taak als toezichthouder adequaat kan uitvoeren?
Antwoord 15
De ILT bereidt zich momenteel voor op haar uitvoerende taken voor de WtBK. Onderdeel
hiervan is het ontwikkelen van processen en procedures, waarbij het zwaartepunt nu
nog ligt op het kunnen behandelen van aanvragen van maritieme beveiligingsbedrijven
voor vergunningen. Vervolgens gaat ILT aan de slag met de processen en procedures
voor toezicht. De eventueel benodigde ondersteuning door Defensie op het gebied van
wapens en munitie wordt hierbij in beeld gebracht. In vervolg hierop zullen ILT en
Defensie afspraken maken over de invulling hiervan. Indien dergelijke afspraken worden
gemaakt, zullen deze ook tot uitdrukking komen in het driejaarlijkse werkplan dat
wordt opgesteld ten behoeve van het toezicht op en de handhaving van de bij en krachtens
de WtBK gestelde regels.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.