Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Kent en Jasper van Dijk over het duperen van bijstandontvangers met schulden
Vragen van de leden Van Kent en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het duperen van bijstandontvangers met schulden (ingezonden 30 maart 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2369.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Ruim 10.000 ontvangers bijstand de dupe van fout
bij gemeenten»?1
Antwoord 1
Ik betreur het dat mensen zijn geconfronteerd met een te lage beslagvrije voet, vooral
omdat het gaat om mensen die veelal al in een financieel kwetsbare positie verkeren.
Zoals ik in de brief aan uw Kamer van 1 juni jl. heb aangegeven, is het onwenselijk
dat mensen hinder ondervinden van de knelpunten die gepaard gaan met de implementatie
van de vereenvoudigde beslagvrije voet.2 Het gaat daarbij ook over het knelpunt rond verrekenen van toeslagen en het lager
uitvallen van de beslagvrije voet in sommige gevallen waarbij sprake was van een salarisuitbetaling
per vier weken in plaats van per maand, zoals ook in voornoemde brief aan uw Kamer
is gemeld.
Een dergelijke omvangrijke operatie als de implementatie van de Wet vereenvoudiging
beslagvrije voet kan niet zonder knelpunten worden uitgevoerd. Zoals bekend gaat het
hier om een intensieve samenwerking tussen het UWV, SVB, CJIB, Belastingdienst, LBIO,
alle gemeenten, waterschappen en lokale belastingsamenwerkingen én meer dan 700 gerechtsdeurwaarders.
Daarnaast kent de nieuwe keten voor derdenbeslag een nauwe verwevenheid met de loonaangifteketen
in verband met het gebruik van de Polisadministratie. Alle betrokken organisaties
werken bijzonder hard om de ontstane knelpunten zo snel mogelijk op te lossen, met
zo weinig mogelijk hinder voor mensen die het betreft. Ik doe een oproep aan organisaties
die vanuit hun professie nauw betrokken zijn bij deze materie, zoals de LOSR, om knelpunten
die zij tegenkomen te melden.
Vraag 2
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet zou regelen dat deurwaarders hun schuldenaren
nooit met een te laag inkomen achterlaten, hoe kon dit zo verkeerd gaan?
Antwoord 2
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is een duidelijke verbetering ten opzichte
van de oude regelgeving. De nieuwe systematiek is eenvoudiger voor de burger en zorgt
dat er geen gevallen meer zijn waarbij de beslagvrije voet wordt «gehalveerd» omdat
mensen geen gegevens aanleveren aan de beslagleggende partij. Waar voorheen in 75%
van de gevallen de beslagvrije voet aanzienlijk lager werd vastgesteld dan de bedoeling
was, wordt onder de nieuwe wet aan iedereen een robuuste beslagvrije voet geboden
op basis van gegevens die bij elke beslagleggende partij bekend en gelijk zijn.
Zoals ik in mijn antwoord op de eerste vraag heb geschetst, kent een implementatietraject
van deze omvang altijd opstartproblemen. Mijn inzet is erop gericht om deze tot een
minimum te beperken. Waar deze toch optreden, is het zaak om deze snel te identificeren
en vervolgens op te lossen. De betrokken partijen en het ketenbureau van het Ministerie
van SZW werken hier hard aan.
Vraag 3
Hoeveel mensen zijn gedupeerd?
Antwoord 3
Bij naar schatting 10.000 tot 15.000 beslagleggingen op bijstandsuitkeringen is een
te lage beslagvrije voet vastgesteld.
Vraag 4
Geven de ruim 200 gemeentes die de mist in gingen, de vakantietoeslag inmiddels wel
door aan de polisadministratie van het UWV?
Antwoord 4
Voor de berekening van de beslagvrije voet wordt onder andere gebruikgemaakt van gegevens
uit de Polisadministratie van het UWV. Er is gebleken dat ruim 200 gemeenten de vakantietoeslag
van bijstandsgerechtigden niet maandelijks maar in een ander ritme, doorgaans jaarlijks,
doorgeven aan de Polisadministratie. Binnen de systematiek van de loonaangifteketen
is dit toegestaan. Daarom benadruk ik dat er geen sprake is van een fout van de betreffende
gemeenten. De gemeenten die de vakantietoeslag in een ander ritme doorgeven, mogen
dat dan ook blijven doen. De rekenmodules waarmee de beslagvrije voet wordt berekend,
gaan ervanuit dat inkomensverstrekkers de vakantietoeslag maandelijks doorgeven aan
de Polisadministratie. De beslagvrije voet bedraagt bij inkomens rond het bijstandsniveau
95% van het inkomen inclusief vakantietoeslag. Wanneer de vakantietoeslag niet elke
maand aan de Polisadministratie wordt doorgegeven, komt uit de rekenmodules voor de
beslagvrije voet een te lage beslagvrije voet (95% van het inkomen exclusief vakantiegeld).
Gemeenten die de vakantietoeslag niet maandelijks doorgeven aan de Polisadministratie
verhogen de beslagvrije voet voorlopig handmatig tot 95% van het inkomen. Deze werkwijze
is tijdelijk. Voor de uitwerking van de structurele oplossing zullen de rekenmodules
aangepast worden.
Vraag 5
Speelt dit probleem ook bij andere uitkeringsverstrekkers of bij werkgevers?
Antwoord 5
Op dit moment wordt door het ketenbureau bekeken welke inkomensverstrekkers op eenzelfde
wijze de vakantietoeslag doorgeven als de in vraag 4 genoemde gemeenten. Deze informatie
wordt gebruikt bij het vinden van een structurele oplossing teneinde gelijksoortige
problemen te voorkomen in de toekomst.
Vraag 6
Is er zicht op in hoeverre deurwaarders daadwerkelijk het te veel geïnde geld terugstorten
naar de gedupeerden?
Antwoord 6
De Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft alle gerechtsdeurwaarders
verzocht om de te veel ingehouden inkomsten door te storten naar de mensen zelf bij
wie te veel inkomsten zijn ingehouden. Als de gerechtsdeurwaarder geen rekeningnummer
heeft van de betrokkene, zal de gerechtsdeurwaarder het geld terugstorten naar de
gemeente die dit op haar beurt direct doorstort naar de betreffende persoon. Dat kan
zolang dit geld nog op de derdengeldrekening van de gerechtsdeurwaarder staat. Wanneer
de gerechtsdeurwaarder het ingehouden bedrag al heeft doorgestort naar de schuldeiser,
moet een oplossing op maat worden gezocht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht
aan een schuldeiser die het te veel ingehouden bedrag zelf terugstort aan de schuldenaar
of dat er afspraken worden gemaakt zodat er de navolgende maanden minder op het inkomen
wordt ingehouden. Exacte aantallen hieromtrent zijn helaas niet te noemen. Tot nu
toe ontvangt de KBvG geen signalen waaruit blijkt dat er geen gehoor wordt gegeven
aan de oproep. Indien de KBvG in individuele gevallen verneemt dat herstel uitblijft,
zal hieromtrent contact worden opgenomen met het betreffende kantoor. Gerechtsdeurwaarders
zijn onderworpen aan een uitgebreid stelsel van toezicht. Als hiertoe aanleiding is,
kunnen er vanuit het toezicht maatregelen worden genomen.
Vraag 7
Bent u bereid te inventariseren welke gerechtsdeurwaarders de beslagvrije voet niet
respecteren, niet meer deel te laten nemen aan aanbestedingen?
Antwoord 7
Elke beslagleggende partij dient bij beslag op periodieke inkomsten de beslagvrije
voet te respecteren. Dit geldt ook voor gerechtsdeurwaarders. Zij leggen deze beslagen
in hun hoedanigheid van openbaar ambtenaar. Zij zijn hiertoe bij wet aangewezen. Bij
de uitvoering van hun wettelijke taken en ook voor wat betreft het in acht nemen van
de beslagvrije voet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan toezicht.
Bij aanbestedingstrajecten wordt niet specifiek de eis gesteld dat een gerechtsdeurwaarder
zich moeten houden aan de beslagvrije voet. Het meer algemene uitgangspunt dat gerechtsdeurwaarders
zich moeten houden aan geldende wet- en regelgeving – waaronder die inzake de beslagvrije
voet – is hiervan uiteraard wel onderdeel. Wanneer hieraan niet wordt voldaan, kan
de opdrachtgever in overleg treden met de desbetreffende gerechtsdeurwaarder om zorg
te dragen dat alsnog wordt voldaan aan de verplichtingen.
Vraag 8
Wat is de volgorde van invorderen en het hanteren van de beslagvrije voet als de gemeente
nog een verrekening heeft van leenbijstand?
Antwoord 8
In geval de gemeente een vordering heeft van terug te vorderen leenbijstand, is deze
vordering preferent, net als andere terugvorderingen binnen het sociale zekerheidsdomein.
Een dergelijke terugvordering gaat voor op concurrente vorderingen, zoals consumptieve
kredieten, telefonie of van webwinkels. Bij het terugvorderen van de leenbijstand
dient de gemeente de beslagvrije voet in acht te nemen.
Vraag 9
Gaat u regelen dat alle gedupeerden hun geld terugkrijgen en of niet meer hoeven af
te dragen de komende maanden om de schade in te lopen?
Antwoord 9
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Vraag 10
Wat is uw reactie op de uitspraak van de voorzitter van de Landelijke Organisatie
Sociaal Raadslieden: «Ze hadden kunnen weten dat ze te veel ontvangen. Wanneer je
vervolgens dit «blind» doorstort naar de schuldeiser, dan heb je ook een verantwoordelijkheid
om dit proactief terug te halen. De deurwaarder kan ervoor zorgen dat er de komende
maanden geen afdracht plaatsvindt om de schade in te lopen.»?
Antwoord 10
De KBvG heeft haar leden verzocht om de mensen die het betreft actief op te zoeken,
direct de beslagvrije voet aan te passen en indien mogelijk het te veel ingehouden
bedrag terug te storten. Als de gerechtsdeurwaarder het bedrag al heeft doorgestort
aan de schuldeiser wordt naar een oplossing op maat gezocht (zie hierover nader het
antwoord op vraag 6).
Vraag 11
Hoe verklaart u dat de «checks» bij de deurwaarders op een te lage beslagvrije voet
kennelijk niet hebben gewerkt en dat zij voor deze mensen niet hebben voldaan aan
de zorgplicht om de schuldenaren met genoeg leefgeld achter te laten? Hoe gaat u zorgen
dat dit in de toekomst beter gaat?
Antwoord 11
Het knelpunt is snel aan het licht gekomen door intensieve samenwerking tussen gerechtsdeurwaarders
en gemeenten. Het ketenbureau en de ketenpartijen blijven nauw samenwerken om de processen
en systemen continu te monitoren en optimaliseren, zodat eventuele knelpunten zo snel
mogelijk aan het licht komen en kunnen worden opgelost. Gerechtsdeurwaarders en andere
beslagleggende partijen stellen de beslagvrije voet vast op basis van gegevens uit
de Polisadministratie en de BRP. Zoals ook tijdens de behandeling van het wetsvoorstel
dat heeft geleid tot de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet met uw Kamer is gewisseld,
bestaat er een kans dat de beslagvrije voet op basis van deze gegevens niet correct
is. Het is daarom belangrijk dat de burger of betrokken hulpverlener de gebruikte
gegevens controleert. De burger heeft uiteindelijk als enige de beschikking over alle
actuele gegevens om de beslagvrije voet correct te kunnen berekenen. Dit laat uiteraard
onverlet dat alle beslagleggende partijen, waaronder de gerechtsdeurwaarders, zich
moeten inspannen om de beslagvrije voet zo precies mogelijk te berekenen.
Vraag 12
Bent u bereid om de tijdelijke oplossing die nu gevonden is permanent te maken door
gemeenten vijf procent van het totaal inkomen te laten afdragen?
Antwoord 12
Op dit moment onderzoek ik of deze optie als permante oplossing kan dienen.
Vraag 13
Kunnen er nog meer fouten zitten in de berekening van de beslagvrije voet? Zo ja,
hoe komen deze aan het licht?
Antwoord 13
Een implementatietraject van deze aard en omvang gaat gepaard met knelpunten. Ik benadruk
dat de ketenpartijen – gerechtsdeurwaarders, gemeenten, waterschappen, UWV, de SVB,
de Belastingdienst, het CJIB en het LBIO – en het ketenbureau alles in het werk stellen
om deze in voorkomende gevallen zo snel mogelijk te identificeren en op te lossen.
Daarbij benadruk ik het belang van de eerdergenoemde controlerende functie van de
burger of diens hulpverlener (zie hierover het antwoord op vraag 11). Eventuele misrekeningen
of onjuiste dan wel verouderde gegevens moeten zo snel mogelijk worden doorgegeven
aan de beslagleggende partij, zodat zij de beslagvrije voet kan herzien.
Vraag 14
Bent u bereid te onderzoeken welke problemen er zijn met de berekening van de nieuwe
beslagvrije voet en dit met de Kamer te delen?
Antwoord 14
De toenmalig Staatssecretaris van SZW heeft uw Kamer bij brief van 8 december 2020
medegedeeld dat het Ministerie van SZW en de ketenpartijen intensief contact onderhouden
om samen een vinger aan de pols te houden.3 Dat zal ook de komende tijd zo blijven. Recentelijk heb ik uw Kamer een voortgangsbrief
gestuurd met daarin onder meer de knelpunten die zich hebben voorgedaan in de eerste
maanden na inwerkingtreding van de wet.4 Ik zal uw Kamer regelmatig op de te hoogte houden van de voortgang.
Vraag 15
Waar kunnen mensen zich melden als zij vermoeden dat de beslagvrije voet verkeerd
wordt berekend?
Antwoord 15
Mensen die vermoeden dat de beslagvrije voet verkeerd is berekend kunnen dit controleren
via de rekentool op het online burgerportaal (Externe link:www.uwbeslagvrijevoet.nl). Als zij concluderen dat een verkeerde beslagvrije voet is berekend of als zij twijfelen
over de berekende beslagvrije voet, kunnen zij zich melden bij de beslagleggende partij.
Als er meerdere beslagen op een inkomstenbron zijn gelegd, beantwoordt de coördinerende
deurwaarder vragen over de beslagvrije voet. De gegevens van de beslagleggende partij
staan op de brief die mensen ontvangen als er beslag op hun inkomen is gelegd (zgn.
modelmededeling).
Vraag 16
Gaat u een leidende rol op zich nemen om te zorgen dat problemen centraal gemeld worden
en dat gecontroleerd wordt dat problemen structureel naar behoren worden opgelost?
Antwoord 16
Ja. Het Ministerie van SZW heeft het ketenbureau voor de keten voor derdenbeslag opgericht.
Het ketenbureau heeft onder meer tot taak het registeren en delen van knelpunten en
heeft een coördinerende rol bij het oplossen daarvan. Op deze manier wordt geborgd
dat de verschillende ketenpartijen oplossingen uniform implementeren.
Vraag 17
Wilt u deze vragen, gezien de prangende problematiek, met spoed beantwoorden?
Antwoord 17
De beantwoording van de vragen is zo spoedig als mogelijk opgesteld. Dit vergde meer
tijd dan gebruikelijk in verband met interdepartementale en externe afstemming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.