Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Idsinga en Wiersma over het bericht ‘Arbeidsmigrant krijgt belastingkorting die Nederlander niet krijgt’
Vragen van de leden Idsinga en Wiersma (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Arbeidsmigrant krijgt belastingkorting die Nederlander niet krijgt» (ingezonden 4 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 10 juni 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3097.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Arbeidsmigrant krijgt belastingkorting die Nederlander
niet krijgt»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben met dit bericht bekend. Ik heb uw Kamer, mede naar aanleiding van dat bericht,
in mijn brief van 3 mei jl.2 geïnformeerd over de bijzonderheid die zich in sommige situaties bij buitenlandse
belastingplichtigen kan voordoen bij de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).
Vraag 2
Wat is het totale bedrag per jaar dat arbeidsmigranten sinds in de invoering van de
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) in 2015, tot op heden hebben geclaimd?
In hoeverre zijn deze claims toegewezen? Welk bedrag verwacht u dat zij op korte termijn
nog zullen claimen?
Antwoord 2
Het bedrag dat buitenlandse belastingplichtigen, die woonachtig zijn in de landenkring,
vanaf het jaar 2015 hebben geclaimd in de aangifte inkomstenbelasting is te vinden
in onderstaande tabel. De IACK wordt in 98% van deze gevallen ook toegekend. Door
de uitzondering in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) op het fiscaal partnerbegrip
krijgen buitenlandse belastingplichtigen3 de IACK automatisch toegekend als zij aangeven een kind onder de 12 jaar te hebben
die voor minimaal zes maanden staat ingeschreven op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige.
Voor de belastingjaren 2019 en 2020 is een deel van de aangiften inkomstenbelasting
nog niet binnen. Voor deze jaren is een inschatting gemaakt van de te verwachten claims
op basis van het bedrag uit 2018 en het budgettaire beslag van de IACK. In 2019 is
het budgettaire beslag van de IACK gedaald, door de afschaffing van het basisbedrag
in de IACK.
Bedrag (€ mln)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
In aangifte geclaimde IACK buitenlandse belastingplichtigen in landenkring
27
34
39
42
37
12
Verwachte nog te claimen IACK buitenlandse belastingplichtigen in landenkring1
0
0
0
0
1
26
X Noot
1
In de tabel is geen rekening gehouden met het mogelijke effect dat buitenlandse belastingplichtigen
alsnog een aangifte inkomstenbelasting gaan indienen over voorgaande jaren.
Vraag 3
Welk deel van de onder vraag 2 bedoelde bedragen zouden Nederlandse gezinnen in dezelfde
situatie in ieder geval niet hebben kunnen claimen?
Antwoord 3
De IACK is bedoeld voor ouders die arbeid en zorg voor kinderen combineren. Gelet
hierop, is aan de toepassing van de IACK ook de voorwaarde verbonden dat de belastingplichtige
geen fiscale partner heeft of de minstverdienende fiscale partner is. Als een binnenlandse
belastingplichtige niet voldoet aan deze voorwaarde, bestaat geen recht op IACK. Een
groep buitenlandse belastingplichtigen kan in gelijke feitelijke gezinsomstandigheden
wel recht hebben op de IACK. Dit is een onbedoeld effect van wetgeving. Onderstaande
tabel toont een schatting van het bedrag aan IACK dat deze groep in de aanslag inkomstenbelasting
heeft kunnen verzilveren. Het is niet bekend om hoeveel gevallen het precies gaat.
Van een deel van de buitenlandse belastingplichtigen is namelijk niet bekend of zij
een partner hebben en wat het inkomen is van de partner. Gegevens over het al dan
niet hebben van een partner zijn wel bekend voor een deel van de groep kwalificerende
buitenlandse belastingplichtigen (KBB)4. Aan de hand van deze gegevens, alsmede verwachte overeenkomsten en verschillen tussen
deze groep en de groep niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen, is voor
de jaren 2015–2018 een inschatting gemaakt van het totale aantal buitenlandse belastingplichtigen
die onbedoeld de IACK hebben kunnen verzilveren. Voor de jaren 2019 en 2020 is vervolgens
een raming gemaakt op basis van gegevens over het jaar 2018.
Bedrag (€ mln)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verzilverde IACK door meestverdieners in landenkring
8
9
12
15
13
13
Vraag 4
Kunt u toelichten op welke basis arbeidsmigranten meer kunnen claimen aan IACK dan
Nederlandse gezinnen in dezelfde situatie?
Antwoord 4
Door de uitzondering in de Wet IB 2001 op het fiscaal partnerbegrip krijgen buitenlandse
belastingplichtigen de IACK automatisch toegekend als zij aangeven een kind onder
de 12 jaar te hebben die voor minimaal zes maanden staat ingeschreven op hetzelfde
woonadres als de belastingplichtige.5 Terwijl binnenlandse belastingplichtige met gelijke feitelijke gezinsomstandigheden
de IACK mogelijk niet toegekend krijgen. Ik zal dit hieronder toelichten.
Voor de toepassing van de Wet IB 2001 en dus ook voor de IACK worden onder meer echtgenoten,
geregistreerde partners en belastingplichtigen die op hetzelfde adres staan ingeschreven
als een minderjarig kind aangemerkt als fiscaal partners. Voor buitenlandse belastingplichtigen
geldt echter een uitzondering op dit fiscale partnerbegrip. Een persoon die geen inwoner
is van Nederland en geen KBB is, kan niet aangemerkt worden als fiscaal partner. Daardoor
wordt ook als een buitenlandse belastingplichtige bijvoorbeeld gehuwd is, de huwelijkse
partner niet aangemerkt als fiscaal partner. De buitenlandse belastingplichtige die
gehuwd is wordt dan fiscaal behandeld als alleenstaande. Deze uitzondering voor buitenlandse
belastingplichtigen in de Wet IB 2001 op het fiscaal partnerbegrip is onder andere
gemaakt omdat het ongewenst wordt geacht dat buitenlandse belastingplichtigen die
niet kwalificeren als KBB, gebruik kunnen maken van de vrije toerekening van bepaalde
inkomsten en uitgaven. Fiscale partners kunnen deze inkomsten en uitgaven zodanig
verdelen dat zij samen in Nederland zo min mogelijk belasting betalen. Buitenlandse
belastingplichtigen hebben dit voordeel in beginsel niet. Ze kunnen namelijk uitsluitend
aangemerkt worden als fiscaal partners als ze allebei voldoen aan de voorwaarden van
de KBB-regeling. Door de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor buitenlandse
belastingplichtigen kan het bij de toepassing van de IACK echter voorkomen dat een
buitenlandse belastingplichtige uit de landenkring met Nederlands arbeidsinkomen,
die samen met een niet-werkende partner6 en een kind buiten Nederland maar in de landenkring op hetzelfde adres staat ingeschreven,
wel de IACK kan effectueren in de aangifte inkomstenbelasting. Dit is een onbedoeld
gevolg van de (overigens logische) uitzondering op het fiscaal partnerbegrip en niet
in lijn met de geest van de wet. Ik ben voornemens de wetgeving op dit punt aan te
passen om deze verschillen weg te nemen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de in het nieuwsbericht genoemde maas in de wet volstrekt onacceptabel
is en niet uit is te leggen aan de belastingbetaler? Zo ja, hoe en op welke termijn
bent u voornemens om het probleem aan te pakken?
Antwoord 5
Het feit dat buitenlandse belastingplichtigen de IACK krijgen in situaties waarin
een binnenlandse belastingplichtige deze niet zou krijgen, is onbedoeld en zoals hiervoor
aangegeven niet in lijn met de geest van de wet. Mijn streven is daarom de wetgeving
zodanig aan te passen dat voor de toepassing van de IACK de uitwerking voor buitenlandse
belastingplichtigen wordt gelijkgesteld met die voor binnenlandse belastingplichtigen.
Ik streef ernaar een voorstel hiertoe met Prinsjesdag aan de Kamer aan te bieden.
Vraag 6
Bent u voornemens om reeds ingediende of lopende claims aan te houden en/of te herzien?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?
Antwoord 6
Ik ben voornemens de wetgeving zodanig aan te passen dat de uitwerking voor de buitenlandse
belastingplichtige en voor de binnenlandse belastingplichtige die gehuwd is met een
partner woonachtig in het buitenland, wordt gelijkgesteld met die van de binnenlandse
belastingplichtige. Mijn voornemen is om de wetgeving op 1 januari 2022 in werking
te laten treden.
Ik zie geen mogelijkheden om reeds ingediende aangiften inkomstenbelasting of (definitieve)
aanslagen inkomstenbelasting over de belastingjaren tot 2022 te herzien. Dit is namelijk
zeer waarschijnlijk in strijd met het eigendomsgrondrecht van artikel 1 van het Eerste
Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (artikel 1 EP EVRM). Daarnaast zou de Belastingdienst bij het
invoeren van de wetswijziging met terugwerkende kracht worden geconfronteerd met een
zware uitvoeringslast. Voor de hiervoor genoemde groep zou dan een herbeoordeling
plaats moeten vinden op basis van de nieuwe regels. Dit wordt (mede) veroorzaakt doordat
in die groep ook belastingplichtigen zitten die wel overeenkomstig de bedoeling van
de wetgeving ook in een puur binnenlandse situatie recht zouden hebben op de IACK.
Op basis van een inschatting is het met terugwerkende kracht toepassen van gewijzigde
IACK-wetgeving voor de Belastingdienst onuitvoerbaar.
Vraag 7
Is de berichtgeving van RTL Nieuws juist dat het Ministerie van Financiën/u door de
Belastingdienst in 2015 en 2018 is gewaarschuwd voor een maas in de wet, maar beide
keren geen actie is ondernomen? Zo ja, waarom is geen actie ondernomen?
Antwoord 7
De Belastingdienst heeft het feit dat verschillende uitkomsten mogelijk zijn ten aanzien
van buitenlandse belastingplichtigen binnen de landenkring inderdaad al eerder gesignaleerd.
Uit nader onderzoek blijkt dat na signalering door de Belastingdienst een voorstel
tot wijziging van de wet is uitgewerkt. De opzet toen was om deze wijzigingen mee
te nemen in een breder pakket van herzieningen. Punt van aandacht was bijvoorbeeld
dat er op het gebied van de heffingskortingen, zeker in grensoverschrijdende gevallen,
inmiddels een complex geheel is ontstaan. Ook zijn er nog onzekerheden rond het EU-recht
die mogelijk kunnen doorwerken naar het recht op heffingskortingen, waaronder de IACK.
De benodigde opvolging heeft toen helaas niet de juiste prioriteit gekregen. Bij de
prioritering is destijds in ogenschouw genomen dat belastingplichtigen in een puur
binnenlandse situatie, waarin beide partners in Nederland woonachtig zijn, steeds
juist en overeenkomstig de bedoeling van de wetgever zijn en worden behandeld.
Vraag 8
Hoe is de Kamer destijds hierover geïnformeerd?
Antwoord 8
Hierover heeft destijds geen berichtgeving naar uw Kamer plaatsgevonden.
Vraag 9
Welke gegevens gebruikt de Belastingdienst om vast te stellen of een arbeidsmigrant
alleenstaande is?
Antwoord 9
De Belastingdienst beschikt doorgaans niet over gegevens om te bepalen of een buitenlandse
belastingplichtige een partner heeft. Dit blijkt niet sluitend uit gegevens van derden
of basisregistraties. Wanneer een buitenlandse belastingplichtige zich in Nederland
inschrijft bij de Registratie Niet-ingezetenen (RNI) wordt hiernaar niet gevraagd
en dit gegeven is dus niet in de RNI opgenomen. Bij de inhouding van loonheffing door
de werkgever is niet relevant of er sprake is van partnerschap. Dit gegeven is daarom
evenmin in de registratie van loongegevens opgenomen. In de aangifte inkomstenbelasting
moet de belastingplichtige zelf wel partnergegevens invullen en op verzoek van de
inspecteur moeten deze worden onderbouwd met bewijsmiddelen. Als de buitenlandse belastingplichtige
echter niet kwalificeert als KBB, dan is een partnerrelatie voor de verschuldigde
inkomensheffing op basis van de huidige wetgeving niet van belang. Of de partnervraag
in dergelijke gevallen juist wordt ingevuld kan gelet op het vorenstaande niet met
behulp van contra-informatie worden gecontroleerd. Aangezien dit gegeven op dit moment
voor de verschuldigde inkomensheffing niet relevant is, is controle op partnerschap
nog niet noodzakelijk.
Vraag 10
Klopt het dat arbeidsmigranten met een gezin in het buitenland vaak ook teveel kindgebonden
budget krijgen, omdat de Belastingdienst gebruikmaakt van de basisregistratie personen?
Is hier sprake van dezelfde problematiek?
Antwoord 10
Bij de toekenning van de IACK aan buitenlandse belastingplichtigen is sprake van een
onbedoeld effect van wetgeving. Door de uitzondering in de Wet IB 2001 op het fiscaal
partnerbegrip krijgen (kwalificerende) buitenlandse belastingplichtigen de IACK toegekend
ondanks de aanwezigheid van een (niet-kwalificerende) partner in het buitenland, als
zij in de aangifte aangeven een kind onder de 12 jaar te hebben die voor minimaal
zes maanden op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven. Terwijl
binnenlandse belastingplichtigen met gelijke feitelijke gezinsomstandigheden de IACK
mogelijk niet krijgen toegekend. Dit onbedoelde effect van wetgeving speelt niet bij
het kindgebondenbudget.
Voor het antwoord op de eerste vraag verwijs ik naar de antwoorden op de Kamervragen
die gesteld zijn over het kindgebondenbudget.7
Vraag 11
Wanneer is het besluit genomen om met spoedwetgeving deze maas in de belastingwetgeving
te repareren?
Antwoord 11
Het besluit om nu op korte termijn wetgeving in te dienen is mede naar aanleiding
van de berichtgeving van RTL genomen.
Vraag 12
Waarom is nu wel besloten deze maas te repareren, terwijl de signalen in 2015 en 2018
niet zijn opgevolgd?
Antwoord 12
De Belastingdienst heeft het feit dat verschillende uitkomsten mogelijk zijn ten aanzien
van buitenlandse belastingplichtigen binnen de landenkring inderdaad al eerder gesignaleerd.
Uit nader onderzoek blijkt dat na signalering door de Belastingdienst een voorstel
tot wijziging van de wet is uitgewerkt. De opzet toen was om deze wijzigingen mee
te nemen in een breder pakket van herzieningen. Punt van aandacht was bijvoorbeeld
dat er op het gebied van de heffingskortingen, zeker in grensoverschrijdende gevallen,
inmiddels een complex geheel is ontstaan. Ook zijn er nog onzekerheden rond het EU-recht
die mogelijk kunnen doorwerken naar het recht op heffingskortingen, waaronder de IACK.
De benodigde opvolging heeft toen helaas niet de juiste prioriteit gekregen. Bij de
prioritering is destijds in ogenschouw genomen dat belastingplichtigen in een puur
binnenlandse situatie, waarin beide partners in Nederland woonachtig zijn, steeds
juist en overeenkomstig de bedoeling van de wetgever zijn en worden behandeld. Het
besluit om nu op korte termijn wetgeving in te dienen is mede naar aanleiding van
de berichtgeving van RTL genomen.
Vraag 13
Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat de reparatiewetgeving zo snel mogelijk
in de Kamer ligt en welke maatregelen neemt u om de schade zoveel mogelijk te beperken
in de tussentijd?
Antwoord 13
Ik ben voornemens de wetgeving zodanig aan te passen dat de uitwerking voor de buitenlandse
belastingplichtige en voor de binnenlandse belastingplichtige die gehuwd is met een
partner woonachtig in het buitenland, wordt gelijkgesteld met die van de binnenlandse
belastingplichtige. Mijn voornemen is om de wetgeving op 1 januari 2022 in werking
te laten treden.
Ik zie geen mogelijkheden om reeds ingediende aangiften inkomstenbelasting of (definitieve)
aanslagen inkomstenbelasting over de belastingjaren tot 2022 te herzien. Dit is namelijk
zeer waarschijnlijk in strijd met het eigendomsgrondrecht van artikel 1 van het Eerste
Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (artikel 1 EP EVRM). Daarnaast zou de Belastingdienst bij het
invoeren van de wetswijziging met terugwerkende kracht worden geconfronteerd met een
zware uitvoeringslast. Voor de hiervoor genoemde groep zou dan een herbeoordeling
plaats moeten vinden op basis van de nieuwe regels. Dit wordt (mede) veroorzaakt doordat
in die groep ook belastingplichtigen zitten die wel overeenkomstig de bedoeling van
de wetgeving ook in een puur binnenlandse situatie recht zouden hebben op de IACK.
Op basis van een inschatting is het met terugwerkende kracht toepassen van gewijzigde
IACK-wetgeving voor de Belastingdienst onuitvoerbaar.
Vraag 14
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.