Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de toedracht van het treinongeval Hooghalen
29 893 Veiligheid van het railvervoer
Nr. 253 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 juni 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 10 maart
2021 inzake de toedracht van het treinongeval Hooghalen (Kamerstuk 29 893, nr. 250).
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2021. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van der Zande
Inleiding
Op 28 april jl. heeft uw Kamer vragen gesteld naar aanleiding van mijn brief over
de toedracht van het treinongeval te Hooghalen.1 Met deze brief geef ik antwoord op deze vragen. Over de ontwikkelingen ten aanzien
van overwegveiligheid in brede zin en een aantal toezeggingen heb ik uw Kamer recent
ook per brief nader geïnformeerd.
Algemene vragen rondom NABO’s
Vraag 3
Aan welke voorwaarden moet een NABO voldoen om tot de risicovolle categorie te worden
ingedeeld?
Vraag 4
Hoeveel NABO’s kent het Nederlandse spoor op dit moment? Kunnen deze uitgesplitst
worden naar hoogrisico-, risico- en laagrisico-NABO?
Antwoord 3 en 4
In totaal heeft ProRail ca. 2.400 overwegen in beheer. Daarvan liggen er 1.800 overwegen
op het reizigersnet, en 600 overwegen in haven- en industriegebieden. Van de 1.800
overwegen op het reizigersnet zijn ongeveer 1.500 beveiligd, en ongeveer 300 overwegen
niet-actief beveiligd (NABO’s).
Voor de aanpak van overwegen hanteert ProRail een overwegenregister waarin alle overwegen
gewogen worden op de specifieke risico’s die zich per overweg kunnen voordoen. Naar
aanleiding van het treinongeval te Hooghalen heeft ProRail het nieuwe geconstateerde
risico van zwaar verkeer dat een agrarische NABO kan oversteken, aan dit register
toegevoegd (zie ook mijn antwoord op vraag 12). De meest risicovolle overwegen in
het algemeen (en dus ook NABO’s) worden met name bepaald door een combinatie van een
hoge verkeersbelasting en een hoge frequentie van treinen. Mede naar aanleiding van
motie Van der Graaf c.s. is er in 2018 door ProRail een risico categorisering voor
specifiek NABO’s gemaakt2. Op grond hiervan heeft ProRail de meest risicovolle NABO’s (180 NABO’s) opgenomen
in het huidig NABO-programma.
Vraag 5
Hoeveel NABO’s kent Nederland waarbij de snelheid van treinen boven de 90 km/u ligt?
Antwoord 5
De maximum toegelaten snelheid van treinen wordt door ProRail aangegeven per baanvak.
Het aantal NABO’s die op baanvakken liggen waar deze maximale snelheid boven de 90
km/u ligt bedraagt 227 stuks (peildatum april 2021).
Huidig genomen maatregelen
Vraag 6
Om wat voor maatregelen gaat het als er gesproken wordt van het kunnen treffen van
tijdelijke maatregelen bij 137 NABO's?
Antwoord 6
De maatregelen die nu mogelijk zijn bestaan uit het (definitief) sluiten van een overweg,
het voor bepaalde periodes afsluiten van een overweg, het afsluiten van een overweg
voor gemotoriseerd (zwaar) verkeer, het toepassen van een procedure bijzondere oversteek
voor zwaar verkeer of het instellen van een Tijdelijke Snelheidsbeperking (TSB) voor
een korte periode. Een deel van deze maatregelen hebben direct een definitief karakter
en een ander deel worden tijdelijk ingesteld in aanloop naar een definitieve oplossing.
Eerder3 heb ik u geïnformeerd dat het langzamer rijden van treinen geen goede structurele
oplossing is en alleen als tijdelijke maatregel door ProRail wordt ingezet. ProRail
is aan het onderzoeken welke andere mogelijkheden4 ook op korte termijn realiseerbaar zijn.
Vraag 1
Welke maatregelen worden bedoeld met tijdelijke maatregelen op korte termijn voor
een tiental niet actief beveiligde overwegen (NABO's) waarbij het onderzoek al is
afgerond?
Vraag 7
Op hoeveel van de 137 NABO’s zijn deze maatregelen inmiddels getroffen?
Antwoord 1 en 7
Naar aanleiding van het door ProRail en NS nieuw geconstateerde risico5 van zwaar verkeer op agrarische NABO’s heeft ProRail voor ca. 28 NABO’s maatregelen
getroffen. Hieronder vindt u een overzicht welke (tijdelijke) maatregelen zijn getroffen
per NABO.
Maatregel
Aantal NABO’s
Tijdelijke snelheidsbeperking (TSB): dit houdt in dat op de baanvakken waar deze NABO’s
zich bevinden de snelheid is beperkt tot 90 km per uur.
19
Beveiliging i.c.m. procedure bijzondere oversteek1
1
Gesloten voor gemotoriseerd verkeer
2
Gesloten door middel van overeenkomst met rechthebbende van de NABO
2
Definitief gesloten
2
X Noot
1
Zie Bijzondere oversteek | ProRail.
Ook de komende periode is ProRail nog bezig om tijdelijke maatregelen te gaan treffen
op basis van het door ProRail opgestelde afweegkader en risicoanalyse. Zo wordt momenteel
gekeken of bij één NABO een tijdelijke ontsluitingsweg kan worden aangelegd, en worden
voor 4 NABO’s voorbereidingen getroffen om ook hier een TSB in te stellen.
Nog te nemen maatregelen
Vraag 2
Wanneer wordt verwacht dat op de overige NABO’s al dan niet de benodigde tijdelijke
maatregelen zijn voltooid?
Vraag 12
Wanneer is de totstandkoming van een voldragen afweegkader en risicoanalyse voltooid?
Antwoord 2 en 12
ProRail is op dit moment nog bezig met het finaliseren van de risicoanalyse en het
afweegkader. Naast de adviezen van externe experts en de inbreng van ILT, gebruikt
ProRail hier ook de ervaringen van de reeds genomen maatregelen en de inbreng van
de vervoerders bij. Ik verwacht dat het instrumentarium binnen enkele weken voltooid
is. Na de totstandkoming van deze instrumenten kunnen de maatregelen per overweg door
ProRail worden bepaald, voorbereid en geeffectueerd. ProRail heeft aangegeven dat
dit een proces is dat per individuele NABO zorgvuldig moet worden doorlopen en daardoor
meer tijd kost. Omdat de voortvarendheid ten aanzien van de ontwikkeling hiervan minstens
zo belangrijk is, verwacht ik van ProRail dat zij komende zomer het afweegkader en
de risicoanalyse heeft afgerond zodat ik uw Kamer hierover komend najaar nader kan
informeren.
Vraag 14
Op welke manier vindt afstemming met NS, regionale vervoerders, decentrale overheden,
omwonenden en andere betrokkenen plaats? Kunt u deze vraag per groep beantwoorden?
Antwoord 14
ProRail heeft gesprekken gevoerd met reizigersvervoerders, goederenvervoerders, decentrale
overheden, burgers en recreatieve belangenorganisaties. Deze gesprekken hebben plaatsgevonden
in de periode medio maart tot medio april. Ook goederenvervoerders zijn door ProRail
geïnformeerd over het nieuw geconstateerde risico en de mogelijke maatregelen. Momenteel
verwerkt ProRail de inbreng van de vervoerders in de risicoanalyse en het afweegkader
(zie ook mijn antwoord op vraag 12).
Vraag 8
Waarom wordt gekozen voor tijdelijke maatregelen in plaats van permanente maatregelen?
Antwoord 8
Het is de inzet van ProRail en mijn ministerie om altijd permanente maatregelen te
treffen. Omdat de structurele oplossing per NABO soms langer duurt dan gewenst wordt
ook gekeken naar tijdelijke maatregelen die de bestaande risico’s (zoals bijv. zwaar
verkeer) zoveel als mogelijk mitigeren. Zo wordt in ieder geval de kans op een incident
in aanloop naar de definitieve aanpak van een NABO zo klein mogelijk gemaakt. Waar
kansen liggen om sneller te werken naar een permanente oplossing wordt dit altijd
gedaan.
Spoorveiligheid
Vraag 9
Kan met deze tijdelijke maatregelen de spoorveiligheid worden gegarandeerd? Bestaat
er na het treffen van deze maatregelen nog een kans op ongevallen?
Antwoord 9
Met het treffen van tijdelijke maatregelen wordt het risico op een ongeval op een
overweg zo klein mogelijk gemaakt. Er bestaat helaas altijd een kans dat zich ongevallen
voordoen, ondanks alle maatregelen die worden getroffen. Door het treffen van tijdelijke
maatregelen heeft ProRail in ieder geval het nieuw geconstateerde risico zwaar verkeer
zoveel als mogelijk binnen de bestaande kader beheersbaar gemaakt.
Vraag 10
Wat wordt verstaan onder «een juiste uitvoering van spoorveiligheid»?
Antwoord 10
In de context van de aan uw Kamer verstuurde brief6 wordt met «een juiste uitvoering van spoorveiligheid» bedoeld dat ook de ILT meekijkt
in het proces om tot een voldragen afweegkader en risicoanalyse te komen. Hierbij
kijkt ILT ook mee of ProRail zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt.
Vraag 11
Hoe ziet het toezicht door ProRail op een juiste uitvoering van spoorveiligheid eruit?
Antwoord 11
De taak van ProRail staat in de beheerconcessie. Aan de beheerconcessie worden voorschriften
verbonden om te waarborgen dat de risico's van het gebruik en beheer voor de veiligheid
van de infrastructuur worden geanalyseerd en dat passende maatregelen worden genomen
om deze risico's afdoende te beheersen. In de wet is uitdrukkelijk bepaald dat ProRail
als infrastructuurbeheerder bevoegd is om in te grijpen in de infrastructuur, bijvoorbeeld
door het verder beveiligen of aanpakken van overwegen. De ILT houdt vervolgens weer
toezicht op een juiste uitvoering van de spoorveiligheid door ProRail.
NABO programma algemeen
Vraag 15
Ligt het NABO-programma op schema?
Vraag 17
Is de verwachting dat de ambitie om de 180 meest risicovolle NABO’s aan te pakken,
in 2024 gehaald wordt?
Antwoord 15 en 17
Dankzij de gezamenlijke inspanningen van decentrale overheden, ProRail, de landelijk
bemiddelaar en mijn ministerie is de aanpak van de 180 NABO’s voortvarend opgepakt.
Inmiddels zijn er met het NABO- programma 70 van deze 180 NABO’s definitief aangepakt
en worden er dit jaar volgens de planning van ProRail nog eens 32 NABO’s aangepakt.
Daarmee ligt het NABO programma volgens ProRail op schema, maar is de aanpak van de
resterende NABO’s nog wel sterk afhankelijk van belanghebbenden (burgers, omwonenden,
landeigenaren) en besluitvorming van decentrale overheden.
Vraag 16
Wat is de voortgang van de 32 in 2021 aan te pakken NABO’s? Hoeveel zijn er inmiddels
aangepakt?
Antwoord 16
Inmiddels zijn 5 van deze 32 aangepakt. De overige 27 NABO’s worden, zoals in mijn
antwoord op vraag 17 is aangegeven, conform de planning van ProRail en afspraken met
partijen in de loop van dit jaar aangepakt. Volgens ProRail worden de meeste NABO’s
komend najaar aangepakt, zoals bijvoorbeeld 11 NABO’s in Winterswijk en 4 NABO’s in
Lochem. Een actueel overzicht van de aanpak en voortgang is publiekelijk raadpleegbaar
op de website van ProRail.7
Vraag 13
Behoren de 137 NABO's uit de risicoanalyse van ProRail (het risico van overstekend
zwaar verkeer) tot de 180 NABO's die de komende tijd worden aangepakt?
Vraag 18
Hoe verhouden de 137 NABO’s waar tijdelijke maatregelen kunnen worden getroffen zich
tot de 180 NABO’s uit de ambitie van 2024?
Antwoord 13 en 18
Het NABO programma richt zich op de openbare en openbaar toegankelijke NABO’s8. Van 137 NABO’s waar het nieuw geconstateerde risico met zwaar verkeer zich voordoet
zijn 53 NABO’s reeds opgenomen in het NABO- programma.
De 84 resterende van de 137 NABO’s hebben overwegend een agrarisch karakter en kennen
een lagere verkeersintensiteit (zie ook mijn antwoord op vraag 3). Zoals eerder aangegeven
ben ik nog in afwachting van het voldragen afweegkader en risicoanalyse van ProRail
waarbij de maatregelen nog bepaald moeten worden bij deze 137 NABO’s.
Vraag 19
Ziet u naar aanleiding van de plaatsgevonden ongevallen en gedane onderzoeken reden
om deze ambitie te verhogen en ook andere (minder risicovolle) NABO’s aan te pakken?
Bent u inmiddels van mening dat alle 277 NABO’s aangepakt/opgeheven moeten worden?
Antwoord 19
ProRail is bezig met een advies over het structureel opnemen van de overwegenaanpak
in de vervanging- en vernieuwingsopgave van het spoor in Nederland.9 Het is mijn verwachting dat uw Kamer hierover komend najaar nader kan worden geïnformeerd.
Vraag 20
In hoeveel van de 113 resterende aan te pakken NABO’s levert het feit dat de NABO’s
privaat terrein (van bijvoorbeeld boeren) raken, een probleem op? Levert dit vertraging
op? Kan daarmee de ambitie om in 2024 de 180 meest risicovolle NABO’s aangepakt te
hebben, in gevaar komen?
Antwoord 20
Het ingrijpen op rechten van derden vereist een zorgvuldig en rechtmatig proces. Om
dit te borgen wordt onder meer gebruik gemaakt van onafhankelijke taxateurs om te
komen tot een juiste hoogte van schadeloosstelling. Het aanpakken van NABO’s kan alleen
met een gezamenlijke inspanning. Wanneer dit niet goed loopt heeft de landelijk bemiddelaar
inmiddels in diverse casussen tot een succesvolle oplossing kunnen komen. Het kunnen
sluiten blijft echter afhankelijk van bestuurlijke besluitvormingsprocessen en de
medewerking van betrokken rechthebbenden. In die gevallen waar de gesprekken over
de aanpak van een NABO zijn vastgelopen heb ik een aanwijzingsbevoegdheid, als ultimum
remedium, in voorbereiding.
Aanwijzingsbevoegdheid
Vraag 21
Bij hoeveel van de resterende aan te pakken NABO’s wordt verwacht dat een aanwijzingsbevoegdheid
nodig zal zijn?
Antwoord 21
Een aanwijzingsbevoegdheid in deze context moet, zoals ik eerder10 heb toegelicht, als een «wettelijke stok achter de deur» worden beschouwd. Alleen
in die gevallen, waarbij door verschillende omstandigheden de onderhandelingen over
de aanpak van een NABO zijn vastgelopen, kan een aanwijzingsbevoegdheid naar verwachting
worden ingezet. Hier gaat vanzelfsprekend een zorgvuldige belangenafweging aan vooraf.
Het moet in dat licht daarom echt gezien worden als een ultimum remedium dat niet
zomaar kan worden gebruikt. Vanwege deze reden heb ik nu geen verwachting hoe vaak
deze voorgenomen bevoegdheid gebruikt zou moeten worden. Het zou vooral een wettelijk
sluitstuk (inclusief juridische waarborgen zoals bijvoorbeeld het kunnen maken van
bezwaar tegen het nemen van een aanwijzingsbevoegdheid) moeten zijn voor alle partijen
van de reeds bestaande trajecten en programma’s op dit terrein.
Vraag 22
Wanneer is de consultatie van deze aanwijzingsbevoegdheid afgerond? En op wat voor
termijn kan de Kamer deze wetgeving verwachten? Welke rol heeft de Kamer hierin?
Antwoord 22
Een eerste ontwerp van een wetsvoorstel heb ik voorgelegd aan diverse partijen (Interprovinciaal
Overleg, Vereniging der Nederlandse Gemeentes, NS, ProRail en diverse belangenorganisaties).
Deze reacties worden nu verwerkt en een aangepast ontwerp van het wetsvoorstel zal,
na akkoord van de ministerraad, rond de zomer ter internetconsultatie worden gepubliceerd.
Naar verwachting zal het wetsvoorstel tegen het einde van het jaar ter behandeling
aan de Kamer worden voorgelegd.
Tot slot
In het najaar zal uw Kamer, aan de hand van het jaarverslag spoorveiligheid van de
ILT, weer worden geïnformeerd over de staat van de veiligheid op het spoor. Ook zal
ik hierin terugkomen op de vermelde toezeggingen in deze brief aangaande overwegveiligheid
en de structurele aanpak van overwegen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
L. van der Zande, adjunct-griffier