Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2020
2021D22670 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de verantwoordingsstukken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De fungerend voorzitter van de commissie, Wilders
Adjunct-griffier van de commissie, Konings
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
II
Antwoord / Reactie van de Minister
III
Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het jaarverslag
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 2020 en het jaarverslag 2020 van de Homogene
Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Zij hebben hierover de volgende vragen en
opmerkingen.
De coronapandemie heeft het afgelopen jaar een groot effect gehad op de wereld, en
ook op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De VVD-fractieleden willen graag hun
waardering uitspreken voor de enorme repatriëringsactie die door het ministerie is
opgezet en uitgevoerd, om alle Nederlanders die dat wilden weer veilig naar huis te
brengen. Worden de gebeurtenissen, activiteiten en effecten geëvalueerd, om zo lessen
te leren voor de toekomst? Ziet de Minister ook mogelijkheden om na de COVID-pandemie
meer digitale (en anderszins flexibele) dienstverlening aan te bieden?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te zien dat er in 2020 door de Algemene
Rekenkamer geen ernstige onvolkomenheden meer gevonden zijn bij het ministerie. Tegelijkertijd
is het jammer dat er een onvolkomenheid is bijgekomen. De ICT-problemen zijn nog steeds
niet helemaal opgelost. Wanneer verwacht de Minister alle vijf aanbevelingen te hebben
uitgevoerd, en hoe zorgt de Minister ervoor dat deze situatie in de toekomst niet
meer voor gaat komen? Zijn er voldoende stappen genomen om datalekken in de toekomst
te voorkomen?
De leden van de VVD-fractie achten het van het grootste belang dat de beveiliging
van het ministerie, zowel fysiek als digitaal, goed op orde is. Door de toenemende
cyberdreiging van landen als China, Rusland, Iran, etc. wordt een goede beveiliging
van diplomatieke informatie en communicatie steeds belangrijker. Is de Minister van
mening dat hiervoor voldoende capaciteit en kennis in huis is bij het ministerie?
Hoe wordt er op dit moment prioriteit aan cyberweerbaarheid gegeven?
Daarnaast vinden deze leden het zorgelijk dat de problemen met betrekking tot de huisvesting
zich nog steeds voortslepen. Wordt er op dit moment gewerkt aan een oplossing voor
de problemen met het ontvangen van (buitenlandse) gasten, zowel op het gebied van
veiligheid als decorum? Hoe wordt ervoor gezorgd dat het gebouw voldoet aan de nationale
veiligheidseisen, en die van de EU en de NAVO? Kunnen medewerkers van het ministerie
na de coronacrisis op een veilige en prettige manier werken, met voldoende geschikte
werkplekken en zonder overlast te ervaren van bijvoorbeeld geluid?
De leden van de VVD-fractie willen een buitenlandbeleid voor de Nederlandse middenklasse,
met focus op veiligheid en banen. Hiervoor is het nodig dat Nederland en Europa niet
afhankelijk zijn van landen als China, maar in staat zijn om een eigen koers te varen.
Dit vraagt om gerichte intensiveringen in de samenwerking met gelijkstemde landen.
Kan de Minister aangeven welke stappen er het afgelopen jaar op dit terrein zijn gezet,
en in het bijzonder of dit ook tot andere keuzes heeft geleid in de bemensing van
ambassades of het afleggen van bezoeken?
De VVD-fractieleden zijn verheugd om te lezen dat er vooruitgang is geboekt ten aanzien
van de motie-Koopmans (Kamerstuk 33 694, nr. 43) over autonome wapens en bewapende Unmanned Aerial Vehicles. Hoe kijkt de Minister terug op de geboekte voortgang het afgelopen jaar? Welke lessen
zijn er getrokken en hoe zullen deze lessen worden gebruikt in het vervolgtraject?
De leden van de VVD-fractie hechten hierbij in het bijzonder aan initiatieven om te
voorkomen dat gevoelige nieuwe technologieën in handen vallen van terroristen, zoals
de Minister ook aangaf in de verklaring van 6 november 2020. Welke concrete initiatieven
staan er op dit terrein gepland? Kan de Minister ook een appreciatie geven van de
berichten dat Turkse autonome drones uitgerust met gezichtsherkenning vorig jaar in
Libië aanvallen zouden hebben uitgevoerd, en hoe deze ontwikkeling betrokken wordt
bij de initiatieven van het ministerie naar aanleiding van de motie-Koopmans?
De Minister geeft aan dat er in het kader van de pilot CW3.1 in 2020 geen voorstellen
naar de Kamer zijn gestuurd met een aanzienlijk financieel belang. Kan de Minister
aangeven welke initiatieven wel zijn ondernomen om de doelmatigheid van het beleid
te verhogen? Diverse doelstellingen van het buitenlandbeleid (veiligheid, stabiliteit,
internationale rechtsorde) zijn abstract en niet eenvoudig te kwantificeren. Waar
ziet de Minister mogelijkheden om doelstellingen te concretiseren, de effecten van
beleid meetbaar te maken, en op basis van deze informatie het beleid bij te sturen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de verantwoordingsstukken van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het jaar 2020. Deze leden hebben nog enkele
vragen aan de Minister.
De leden van de D66-fractie lezen dat er ambassadepersoneel is omgekomen door corona,
daarom willen deze leden hun medeleven uitspreken met de nabestaanden van omgekomen
uitgezonden en lokale medewerkers. Deze leden lezen dat de medische voorzieningen
voor ambassademedewerkers en civiel experts in veel gevallen gebrekkig zijn en dat
de vaccinatie op 5 mei jl. is gestart. Waarom is deze gebrekkig? Kunt u dit toelichten?
Worden er vaccinaties naar de posten gestuurd in samenwerking met het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Wanneer verwacht u al het ambassadepersoneel, zowel
uitgezonden als lokaal, gevaccineerd te hebben? Wat is de prioritering hierbij? Wat
voor werkafspraken en regels worden er opgesteld voor het ambassadepersoneel met betrekking
tot thuiswerken in gevallen dat de pandemie in het specifieke land onder controle
is? Wanneer verwacht u het hybride werken-programma af te ronden en geïmplementeerd te hebben?
De leden van de D66-fractie lezen dat persoonsgegevens van reizigers in de systemen
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgeslagen waren op basis van het «Open,
tenzij»-principe. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de manier waarop gevoelige informatie
te weinig kan worden beschermd op Rijnstraat 8. Hebben de EU- en NAVO-delegaties adviezen
achtergelaten hoe dit te verbeteren? Welke stappen zijn er concreet gezet ter verbetering
sinds is dit probleem is geconstateerd? Deze leden lezen ook dat het gebouw grote
beperkingen kent en er samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
naar een oplossing wordt gezocht in het kader van het huisvestingsplan Den Haag. Betekent
dit dat er actief wordt nagedacht over het verhuizen van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken naar een andere locatie? Zo nee, wat betekent dit dan?
De leden van de D66-fractie lezen dat de coronacrisis volgens het Ministerie van Buitenlandse
Zaken veel secundaire effecten in landen, organisaties en andere actoren veroorzaakt.
De leden van de D66-fractie lezen dat de vooruitzichten voor de geplande klimaatfinanciering
van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor 2020
niet gunstig zijn. Waarom niet? Heeft dit alleen met corona te maken? Op welke manier
is er geprobeerd projecten toch doorgang te laten vinden ondanks corona? Wat is de
verwachting voor het verstandig besteden van de middelen in 2021 en 2022? Zijn er
voldoende projecten in zicht om het besteedbare geld te alloceren?
De leden van de D66-fractie lezen dat de nieuwe regering van Suriname nog geen officieel
verzoek heeft ingediend bij de Europese Commissie voor visumliberalisatie. Kan de
Minister in het kader van het Makandra-programma en de technische assistentie van
overheid naar overheid Suriname ondersteunen bij het benaderen van de Europese Commissie
voor visumliberalisatie? In hoeverre helpt Nederland met het in orde brengen van de
praktische zaken rondom visumliberalisatie (zoals biometrische ID-kaarten en andere
juiste apparatuur)? Kan de Minister deze zaken bespreken in de volgende ontmoeting
met haar Surinaamse ambtsgenoot?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over de verantwoordingsstukken
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het jaar 2020.
De leden van de PVV-fractie vinden het uiterst pijnlijk dat er in 2020 middels de
begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wederom miljarden zijn overgemaakt
aan de EU. Geld dat voor een aanzienlijk deel voorgoed verdwijnt uit het zicht van
de Nederlandse belastingbetaler. De belastingbetaler die zodoende de kas spekt van
de Italiaanse maffia.1 Of de zakken vult van corrupte Roemenen.2 Uiteraard beseffen deze leden dat dit schriftelijk overleg daar geen verandering
in zal brengen, maar het is de morele plicht om verzet te blijven aantekenen tegen
deze verspilling van belastinggeld: een verkwisting die zal doorgaan zolang Nederland
zich blijft committeren aan de EU en de Euro. Want zolang dat zo blijft, zal de Nederlandse
belastingbetaler blijven opdraaien voor de maatschappelijke en economische wanorde
in Zuid- en Oost-Europa.
Niet veel vrolijker worden de leden van de PVV-fractie van de paragraaf over «het
bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde met een blijvende
inzet op mensenrechten». Niet alleen wordt de onderdrukkende rol van de islam voor
honderden miljoenen mensen wereldwijd niet benoemd, Nederland blijft onder het mom
van deze leus ook tijd en geld steken in zinloze organisaties. De leden van de PVV-fractie
hoeven alleen maar naar de falende Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties te wijzen:
een orgaan waar Israël structureel wordt veroordeeld, maar echte mensenrechtenschendingen
zoals in China onbesproken blijven. Dat terwijl Nederland toch echt een verschil zou
kunnen maken. Namelijk door duidelijker stelling te nemen tegen onzinnige resoluties,
of door de Mensenrechtenraad in zijn geheel de rug toe te keren. Dat laatste heeft
de voorkeur van de leden van de PVV-fractie en zou Nederland ook moeten doen ten aanzien
van kleinere initiatieven, organisaties of bijeenkomsten.
Specifiek willen de leden van de PVV-fractie het in dit kader hebben over de Durban
IV-conferentie, die dit najaar aan de zijlijn van de VN-jaarvergadering wordt gehouden.
Bij eerdere edities bleef Nederland weg bij deze conferentie, die ronduit antisemitisch
en anti-Israël is. Om die reden blijven de Verenigde Staten, Canada, Australië en
het Verenigd Koninkrijk ook dit najaar weg bij Durban IV.3 Helaas hebben de leden van de PVV-fractie van Nederlandse zijde nog geen vergelijkbaar
bericht (lees: afmelding) gekregen. Bij deze bieden wij de Minister graag de kans
dat wel te doen. Is zij bereid om net als voornoemde landen de Durban IV-conferentie
te boycotten? Zo nee, waarom wijkt zij af van de praktijk om niet te gaan?
Als het gaat over de internationale rechtsorde en mensenrechten, wordt ook vaak gesproken
over het Internationaal Strafhof. Ook zo’n internationaal gebeuren dat niet of nauwelijks
functioneert en geen reclame is voor het bevorderen van de internationale rechtsorde
en mensenrechten. Wat door het Hof wel bevorderd wordt, is het salaris van de rechters
en het wangedrag bij het personeel van het Strafhof. De leden van de PVV-fractie maakte
daar eerder tijdens een debat een groot punt van. Maar nu over het jaarverslag. Uit
de feitelijke vragenronde is gebleken dat Nederland in 2020 meer dan één miljoen euro
extra aan het Strafhof betaalde in verband met een «liquiditeitsbehoefte» bij het
Hof die wordt veroorzaakt door «achterstallige contributies van Verdragspartijen».
Oftewel, Nederland springt in de bres voor wanbetalers. Dat roept een aantal vragen
op die de leden van de PVV-fractie graag afzonderlijk beantwoord willen zien: 1) Waarom
vult Nederland dit gat op en is dit gebeurd op verzoek van het Strafhof? 2) Welke
landen lopen achter met het betalen van contributie, en op welke wijze worden deze
wanbetalers daarop aangesproken? 3) Kunt u toezeggen dat als er dit kalenderjaar weer
een «liquiditeitsbehoefte» ontstaat, Nederland niet wéér de gaten dicht die de wanbetalers
achterlaten?
Ook ten aanzien van een andere post uit het jaarverslag over het jaar 2020 hebben
de leden van de PVV-fractie een aantal vragen. In het kader van «Bijdrage aan (inter-)nationale
organisaties asiel en migratie» werd onder artikel 4.2. een bedrag van 696.495,40
euro aan contributie overgemaakt aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
Dit werd niet vermeld in het jaarverslag, terwijl het gehele bedrag onder dat subartikel
wel aan deze organisatie ten goede kwam. Waarom werd de IOM niet specifiek vermeld
als de begunstigde van dit bedrag?
En is de Minister voortaan – in de desbetreffende verslagen/begrotingen – bereid specifiek
te berichten over de contributie aan het IOM, zodat de Kamer blijvend kan controleren
hoeveel belastinggeld naar deze organisatie gaat? Elke euro is er namelijk één te
veel, omdat de migratiepolitiek die het IOM voorstaat, onze identiteit, veiligheid
en economie ernstig bedreigt.
Niet alleen aan internationale organisaties wordt te veel geld uitgegeven. Ook op
het ministerie zelf wordt geld uitgegeven alsof het gratis is. Maar gratis geld bestaat
niet. En dus is op kosten van de belastingbetaler 75.000 euro uitgegeven voor het
uitbreiden van het assortiment aan theesmaakjes op het ministerie. 75.000 euro voor
vijf smaken thee extra.
Het is een klein voorbeeld van een groot probleem: de janboel op het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en de onachtzaamheid waarmee belastinggeld wordt uitgegeven.
De Algemene Rekenkamer was er duidelijk over, er mankeert van alles. De leden van
de PVV-fractie zijn van de zaken die de Rekenkamer aankaartte onder meer ernstig bezorgd
over de informatie- en toegangsbeveiliging. Het ministerie is hierover op de vingers
getikt door de EU en NAVO. Inzake de toegangsbeveiliging is het probleem dat de toegang
vanuit de publieke zone naar de meer beveiligde zones onvoldoende is beveiligd. Kwaadwillenden
kunnen betrekkelijk eenvoudig in beveiligde zones en bij vertrouwelijke informatie
komen. Kwaadwillende actoren kunnen in plaats van een ingewikkelde cyberoperatie,
gewoon met een kopje koffie van Den Haag Centraal naar binnen wandelen.
Dat gegeven, is het extra verontrustend dat de leden van de PVV-fractie uit de beantwoording
op vragen totaal geen urgentie kunnen opmaken, om de toegangsbeveiliging weer op orde
te brengen en het «risico op meelopen» weg te nemen. Ja, er is een onderzoek aangekondigd
door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, maar er wordt aan
dat onderzoek geen enkele termijn gekoppeld. De leden van de PVV-fractie willen –
juist omdat dit probleem al jaren speelt – een onmiddellijke aanpak van dit probleem
en willen dat het onderzoek nog deze zomer wordt afgerond, zodat uiterlijk dit najaar
de benodigde maatregelen genomen kunnen worden en concrete stappen worden gezet ter
verbetering. Als er versneld wordt opgetreden om het United Nations Relief and Works
Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) of Internationaal Strafhof
te redden, dan kan er voor deze problematiek toch ook wel versneld een pakket aan
geld en middelen worden vrijgespeeld? Of is het staand beleid om andermans problemen
eerst op te lossen?
Gelukkig is niet alles kommer en kwel op het ministerie. De leden van de PVV-fractie
willen de diplomaten en medewerkers die zich tijdens de coronacrisis 24/7 voor Nederland
en Nederlanders hebben ingezet enorm bedanken. In veel gevallen hebben zij voortreffelijk
werk verricht, in een turbulente tijd.
Laten we alleen niet vergeten dat de coronacrisis en zijn gevolgen voor een groot
deel te wijten zijn aan China: het land waar het virus vandaan kwam. China zette de
gehele wereld op het verkeerde been door met desinformatie te strooien en geen openheid
van zaken te geven over het virus en de oorsprong ervan. Dat China de verantwoordelijkheid
draagt – maar deze ontwijkt – was de voornaamste reden dat de leden van de PVV-fractie
al in november 2020 een motie indienden om China aansprakelijk te stellen (Kamerstuk
35 570-V, nr. 24).
De laatste weken druppelen steeds meer berichten binnen die goed kunnen verklaren
waarom China voor het pad van misleiding en bedrog heeft gekozen. Mogelijk – en misschien
wel waarschijnlijk – is het virus ontsnapt uit een laboratorium in Wuhan. Daarvoor
zijn steeds meer aanwijzingen, zo wordt het bevestigd in een Amerikaans rapport.4 Ook de wetenschap wijst naar het lab in Wuhan.5 Net zoals inlichtingendiensten, waaronder de Britse.6
Daarom stellen de leden van de PVV-fractie de vraag in hoeverre Nederland de zogenoemde
«lab-theorie» waarschijnlijk acht. Zijn er aanwijzingen, wetenschappelijk inzichten
of rapporten met Nederland gedeeld die hinten op, of bewijzen dat, het Wuhan Institute
of Virology het startpunt was van de corona-pandemie?
Uit antwoorden op de feitelijke vragen is inmiddels duidelijk geworden dat op 6 januari
2020 op het departement al werd gecorrespondeerd over het coronavirus dat toen nog
een «nieuwe longziekte» heette. En dat vanaf 28 januari ook in het officiële berichtenverkeer
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken melding werd gemaakt van wat op dat moment
het nieuwe coronavirus werd genoemd. De vraag blijft wel of ook de «lab-theorie» vanaf
januari 2020 tot op heden in het berichtenverkeer van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken ter sprake is gekomen. Zo ja, wat is er precies gecommuniceerd, met wie, en
wat is er met deze informatie gedaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verantwoordingsstukken
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het jaar 2020.
De leden van de CDA-fractie complimenteren het ministerie en de ambassades voor het
snelle en adequate optreden bij de repatriëring van Nederlanders in de coronacrisis,
in samenwerking met partijen uit de reisbranche. Er zijn in het voorjaar en de zomer
van 2020 bijna 12.400 mensen die in het buitenland gestrand waren succesvol gerepatrieerd.
Waarbij 54 speciale vluchten vanuit diverse delen van de wereld zijn georganiseerd.
Voor het vierde jaar op rij constateert de Algemene Rekenkamer een onvolkomenheid
bij de informatiebeveiliging van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het gaat daarbij
met name om accreditatie van ICT-systemen, het accrediteren van de toegang tot zeer
vertrouwelijke informatie. Het ministerie voldoet niet aan de binnen de rijksoverheid
geldende regelgeving voor informatiebeveiliging. Welke structurele maatregelen worden
genomen om de onvolkomenheden rond informatiebeveiliging en toegangsbeveiliging in
2021 weg te werken?
De Algemene Rekenkamer spreekt van mogelijke consequenties wanneer accreditaties voor
informatiebeveiliging niet afdoende zijn. Kan de Minister aangeven of er consequenties
in de internationale samenwerking zijn wanneer het ministerie niet voldoet aan de
geldende regelgeving voor informatiebeveiliging? Zo ja, welke en zijn deze al in de
praktijk aan de orde geweest?
De leden van de CDA-fractie zijn kritisch naar aanleiding van het oordeel van de Algemene
Rekenkamer over de tekortkomingen rond de huisvesting van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken. Op het gebied van werkplekkentekort, bouwtechnische problemen, fysieke beveiliging
en ontvangst van hoogwaardigheidsbekleders zijn nog steeds problemen, ondanks de sinds
2017 doorgevoerde verbeteringen.
De Algemene Rekenkamer constateert dat er weinig mogelijkheden zijn om geconcentreerd
te werken en om discreet te werken met vertrouwelijke informatie; de meeste werkplekken
bevinden zich in open ruimten. Uit het onderzoek blijkt dat de Minister de huidige
normstelling wil loslaten en toe wil werken naar een norm van 0.9 werkplek/fte. Het
is echter niet duidelijk op welke termijn dat gerealiseerd zal worden en welk financiële
consequenties daarmee samenhangen. Kan de Minister hierop ingaan? Hoe beoordeelt de
Minister de werkpleknorm en de wijze waarop medewerkers binnen open ruimten werken
met vertrouwelijke informatie en een gebrek aan concentratie? Wat gaat de Minister
hieraan doen?
Ook internationaal worden eisen gesteld aan het werken met vertrouwelijke gegevens
en persoonsgegevens. Voldoen de werkplekken aan de internationale eisen die daaraan
gesteld worden door de NAVO en de EU?
Al meer dan zes jaar is de Rijnstraat ongeschikt, onveilig en onvoldoende representatief
voor de ontvangst van buitenlandse delegaties. De Algemene Rekenkamer merkt op dat
het zowel beveiliging, toegang tot het gebouw, representatieve ruimten en representatie-aspecten
zijn die hierbij als problematisch worden ervaren. Hoe beoordeelt de Minister de aandachtspunten
die de Rekenkamer meegeeft? Welke mogelijkheden ziet de Minister om een beter visitekaartje
af te geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verantwoordingsstukken
over het jaar 2020, dat in het teken stond van de wereldwijde Covid-19 uitbraak. In
het bijzonder willen de leden van PvdA-fractie aandacht vragen voor het harde werk
dat er is verzet om de repatriëringsoperatie van gestrande Nederlanders van de grond
te krijgen. Met name in Marokko zat een groot aantal Nederlandse Marokkanen voor een
langere tijd vast vanwege het schrappen van vlucht- en bootverbindingen, met alle
gevolgen van dien. Hoe kijkt de Minister specifiek terug op de repatriëring uit Marokko?
Hoe komt het dat sommige Nederlandse Marokkanen voor een lange tijd niet terug konden
reizen naar Nederland? En, specifiek gelet op de aanpak van onder andere België en
Frankrijk, wat zijn volgens de Minister de geleerde lessen?
De leden van PvdA-fractie hebben daarnaast enkele vragen over de relatie tussen Nederland
en grootmachten als Rusland en China. Ten opzichte van Rusland, is er gepoogd om de
consultaties met Rusland in 2020 op een alternatieve wijze vorm te geven? Op welke
manier zal deze dialoog, waarvoor reeds afspraken zijn ingepland, worden vormgegeven
en welke invloed heeft de agressievere houding van Rusland tegenover dissidenten en
de oppositie, specifiek de zaak Navalny, op deze bilaterale dialoog? Met het oog op
de inhoudelijke behandeling van het MH-17-proces, welke lessen kunnen er worden getrokken
uit de in 2020 ondernomen pogingen om Rusland te bewegen tot het vinden van een oplossing
die recht doet aan het leed en de toegebrachte schade voor het neerhalen van vlucht
MH-17?
Op welke manier is het China Kennisnetwerk vormgegeven en de kennis over en bewustwording
van China bij rijksambtenaren en decentrale overheden vergroot? Spelen deze nu een
actieve rol bij het voorlichten van gemeenten en andere lagere overheden over het
aangaan van een samenwerkingsverband met China? En krijgen bedrijven en onderwijsinstellingen
actieve voorlichting over de mogelijke risico’s van samenwerking met China? Welke
gevolgen heeft de situatie in Xinjiang gehad voor de relatie met China? En welke gevolgen
heeft de situatie in Hong Kong gehad voor de relatie met China?
De leden van de PvdA-fractie maken zich daarnaast zorgen over de impact van Covid-19
op de situatie van gestrande migranten en vluchtelingen, en specifiek over het feit
dat lopende programma’s van Nederland om deze groepen te beschermen vertraging hebben
opgelopen. Op welke manier is gepoogd de consequenties hiervan op te vangen en wat
gaat de Minister doen om deze vertraging in te lopen en deze groepen in 2021 beter
bij te staan? Op welke manier is daarnaast de omgang van migranten en asielzoekers
in detentiecentra in Libië aan bod gekomen in het platform Internationale Follow-Up
Committee for Libya (IFCL)?
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van antwoord 9 in de feitelijke
vragen met betrekking tot INSTEX, waaruit blijkt dat maar één transactie heeft plaatsgevonden
via dit instrument. Wat is volgens de Minister de reden voor het geringe gebruik van
dit «special purpose vehicle»? Mochten de hernieuwde onderhandelingen over de JCPOA
mislukken, wat is er dan voor nodig om INSTEX wel tot een succes te maken? En wat
is de huidige stand van zaken van de onderhandelingen en welke rol speelt Nederland
hierbij?
Daarnaast zijn de leden van de PvdA-fractie, in het kader van het prioritaire thema
de internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid, de Minister erkentelijk
voor het overnemen van het idee van de leden van de PvdA-fractie om een bewijzenbank
te beginnen voor Belarus. Wat is de huidige stand van zaken van het bevorderen en
financieren van deze bewijzenbank en op welke termijn wil de Minister dat deze bewijzenbank
actief wordt? Wanneer verwacht de Minister daarnaast dat de in de Europese Raad overeengekomen
sancties naar aanleiding van de recente kaping van een passagiersvliegtuig van kracht
zullen zijn?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2020. Kamerstuk 35 830-V-1 – Brief regering d.d. 19-05-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.
Antwoorden op feitelijke vragen over het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken
2020. Document 2021Z09936 – Brief regering d.d. 04-06-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag.
Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken. Kamerstuk 35 830-V-2 – Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 19-05-2021, president van de Algemene Rekenkamer,
A.P. Visser.
Antwoorden op feitelijke vragen inzake rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2020 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Document 2021Z09937 – Brief regering d.d. 04-06-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag.
Jaarverslag 2020 van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Kamerstuk 35 571-3 – Brief regering d.d. 19-05-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.
Antwoorden op feitelijke vragen inzake Jaarverslag 2020 van de Homogene Groep Internationale
Samenwerking (HGIS). Document 2021Z09935 – Brief regering d.d. 04-06-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag.
Kabinetsreactie ten aanzien van de evaluatie van het NFRP Politieke Partijen Programma
(NPPP). Kamerstuk 35 570-V-70 – Brief regering d.d. 21-04-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.
Resultaten uitbreiding en versterking postennet 2018–2020. Kamerstuk 32 734-51 – Brief regering d.d. 19-05-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Geert Wilders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R. Konings, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.