Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht 'Overvallen door stikstofmalaise; Ministerie lijkt niet klaar te zijn geweest voor crisis'
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Overvallen door stikstofmalaise; Ministerie lijkt niet klaar te zijn geweest voor crisis» (ingezonden 17 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 juni
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Overvallen door stikstofmalaise; Ministerie lijkt niet
klaar te zijn geweest voor crisis»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
In hoeverre werd u in 2019 overvallen door de uitspraak van de Raad van State?
Antwoord 2
Op het moment van de uitspraak lagen vier verschillende scenario’s klaar: van het
voortzetten van het PAS tot het compleet stoppen met het programma. Informatie hierover
is in het wob-verzoek over uitspraken Hof van Justitie en Raad van State over het
Programma Aanpak Stikstof op 8 oktober 2019 openbaar geworden.2 Dat neemt niet weg dat de ontwikkeling van nieuw stikstofbeleid tot in het kleinste
detail aan moet sluiten bij de eisen die de Raad van State stelt bij de onderbouwing
van de uitspraak. Zodoende kon het nieuwe beleid pas na de datum van de uitspraak
worden geconcretiseerd.
Vraag 3
Hoe lang duurde het na de uitspraak van de Raad van State voordat u in kaart had gebracht
wat de gevolgen daarvan waren? Was voordat de uitspraak een feit was voor u al duidelijk
dat er een volledig nieuwe stikstofaanpak nodig zou zijn of kwam dat als een verrassing?
Antwoord 3
Binnen enkele dagen was mij op hoofdlijnen duidelijk welke consequenties de PAS-uitspraak
had. Daarover heb ik uw Kamer op 11 juni 2019 (Kamerstuk 32 670, nr. 147) geïnformeerd. In de Kamerbrief van 13 september 2019 (Kamerstuk 32 670, nr. 165) heb ik uw Kamer ook geïnformeerd over de aantallen projecten die door de uitspraak
zijn geraakt. Daartoe was het nodig om een uitgebreide uitvraag te doen aan de bevoegde
gezagen. Voor het tweede deel van deze vraag verwijs ik u naar de beantwoording van
vraag 2.
Vraag 4 en 5
In hoeverre was u voldoende voorbereid op de uitspraak van de Raad van State? Welke
voorbereiding waren er op uw ministerie getroffen voor het geval de Raad van State
tot een nadelige uitspraak zou komen?
Waarom duurde het ondanks deze voorbereidingen nog zo lang voordat de gevolgen van
de uitspraak daadwerkelijk in kaart waren gebracht en duidelijk werd voor hoeveel
projecten de uitspraak gevolgen had?
Antwoord 4 en 5
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar de beantwoording van vragen 2 en
3.
Vraag 6
Is het juist dat er voor de uitspraak van de Raad van State weliswaar een «zwart scenario»
is uitgewerkt, maar dat er op basis daarvan geen «plan B» is ontwikkeld? Zo ja, waarom
is dat niet gebeurd en hoe lang duurde het voordat er wel concrete plannen waren uitgewerkt?
Antwoord 6
Voor het eerste deel van de vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2. De ontwikkeling
van de aanpak van de stikstofproblematiek vond in verschillende stappen plaats. Sinds
16 september 2019 was het weer mogelijk om de depositie van stikstof te berekenen
(Kamerstuk 32 670, nr. 165). Vanaf 4 oktober 2019 kon op basis van de nieuwe kaders toestemming voor projecten
worden verleend (Kamerstuk 32 670, nr. 167). Op 13 november 2019 is het stikstofregistratiesysteem aangekondigd waarmee woningbouwprojecten
vergund kunnen worden (Kamerstuk 35 334, nr. 1). Op 24 april 2020 heeft het kabinet de structurele aanpak aangekondigd waarmee een
divers aantal bron- en natuurmaatregelen genomen wordt om de natuur te herstellen
en economische en maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken (Kamerstuk 35 334, nr. 82). Deze aanpak is in een krap jaar wettelijk verankerd via de wet stikstofreductie
en natuurverbetering. De Eerste Kamer heeft hier op 9 maart jl. mee ingestemd.
Vraag 7
Heeft er inmiddels een interne evaluatie plaatsgevonden van wat er mis is gegaan met
de stikstofproblematiek rondom de uitspraak van de Raad van State en het anticiperen
daarop? Zo ja, wat waren daarvan de uitkomsten? Zo nee, bent u bereid om daar alsnog
onderzoek naar te doen?
Antwoord 7
Ik constateer dat de Raad van State op 29 mei 2019 een stevige uitspraak heeft gedaan.
Op dat moment kreeg ik de opdracht om het stikstofbeleid opnieuw vorm te geven. Dat
heb ik gedaan zo snel als op een verantwoorde wijze mogelijk was. Ik zie geen aanleiding
om hier een onderzoek naar in te stellen.
Vraag 8
Welke stappen zijn er gezet om in de toekomst beter voorbereid te zijn op vergelijkbare
situaties op het gebied van stikstof of andere beleidsterreinen? Hoe is te voorkomen
dat ons land in de toekomst weer in een dergelijke juridische impasse terechtkomt?
Antwoord 8
Het kabinet doet alles binnen haar kunnen aan om te handelen binnen de geldende wet-
en regelgeving. Op deze manier wordt in beginsel gewerkt aan het voorkomen dat er
in de toekomst sprake is van een dergelijke juridische impasse.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.