Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over het bericht 'Energienota onder druk – Uitbreiding stroomnet kost 102 miljard euro'
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Energienota onder druk – Uitbreiding stroomnet kost 102 miljard euro» (ingezonden 16 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
9 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2476.
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van adviesbureau Pricewaterhouse Coopers (PwC), waaruit
blijkt dat het elektriciteitsnet de komende 30 jaar voor maar liefst 102 miljard euro
uitgebreid moet worden om alle windmolens, zonnepanelen en laadpalen te kunnen aansluiten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat de energietransitie met de dag bizarder wordt?
Antwoord 2
Nee, die conclusie deel ik niet.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat netwerkbedrijven deze investeringen in het elektriciteitsnet
«sneller willen kunnen verrekenen in de energienota»? Deelt u de mening dat het krankzinnig
is om huishoudens op te laten draaien voor uw onbetaalbare windmolenobsessie en de
energieslurpende laadpalen van de D66-Tesla-elite?
Antwoord 3
Als gevolg van de overgang naar hernieuwbare energie moeten netbeheerders meer investeren
in de elektriciteitsnetten. Het is aannemelijk dat netbeheerders hiervoor nieuwe financiering
moeten aantrekken. Netbeheerders willen graag dat de Autoriteit Consument en Markt
(ACM) besluit om investeringen in het elektriciteitsnet sneller te vergoeden. Op de
korte termijn zorgt dit voor hogere inkomsten en op de lange termijn voor lagere inkomsten.
Met de extra inkomsten op de korte termijn kunnen netbeheerders een deel van investeringen
financieren.
De ACM heeft, als onafhankelijk regulerende toezichthouder, de taak om op basis van
de werkelijke kosten van netbeheerders de tarieven vast te stellen. De ACM bepaalt
onder andere de jaarlijkse afschrijvingskosten van de elektriciteitsnetten. De ACM
is momenteel bezig met een herijking van de methode die gebruikt wordt om de tarieven
te berekenen. Bij de publicatie van het ontwerpmethodebesluit heeft de ACM aangegeven
op zoek te zijn naar de balans tussen enerzijds de ruimte om te investeren en anderzijds
de betaalbaarheid van de energievoorziening op de korte en langere termijn. Het is
de bevoegdheid van de ACM om deze afweging te maken.
Door de investeringen in elektriciteitsnetten gaan netbeheerders naar verwachting
geleidelijk meer kosten maken. De kosten van netbeheerders (inclusief de kosten voor
netverzwaring) worden verdeeld over alle gebruikers. Dit zijn zowel huishoudens als
bedrijven. Het is niet ongebruikelijk dat de nettarieven voor huishoudens, net als
de nettarieven voor bedrijven, kunnen stijgen als gevolg van de benodigde investeringen
in de elektriciteitsnetten. Deze investeringen dragen bij aan de gewenste energietransitie
en stellen de afnemers in staat om te verduurzamen. De ontwikkeling van de nettarieven
is van diverse factoren afhankelijk (waaronder de marktrente) en is dus onzeker. De
studie van PriceWaterhouseCoopers (hierna: PwC) geeft al wel een indicatie van het
effect dat deze investeringen op de lange termijn op de nettarieven voor huishoudens
gaan hebben. De indicatie van PwC is dat de nettarieven voor huishoudens, gecorrigeerd
voor inflatie, in 2050 ongeveer 155 euro hoger zijn als nu. Het gemiddelde nettarief
stijgt van 445 euro naar circa 600 euro per jaar. Het nettarief loopt volgens PwC
geleidelijk op omdat de nieuwe investeringen steeds meer gaan meewegen in het tarief.
Volgens de indicatie van PwC komt de tariefstijging gemiddeld neer op iets meer dan
5 euro per jaar.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat energie een basisbehoefte is en voor ieder huishouden betaalbaar
moet zijn? Deelt u dan ook de conclusie dat het te beschamend voor woorden is dat
nú al ruim 650.000 huishoudens hun energierekening nauwelijks tot niet meer kunnen
betalen en vaak letterlijk in de kou zitten?
Deelt u de conclusie dat de energietransitie huishoudens regelrecht de energiearmoede
in jaagt?
Antwoord 4 en 5
Er is terecht veel aandacht voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Het kabinet
wil dat de transitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Als onderdeel van het
Klimaatakkoord heeft het kabinet belastingmaatregelen aangekondigd ten gunste van
huishoudens. Juist door deze maatregelen profiteren huishoudens met een lager inkomen
relatief het meest en, zoals ook aangegeven in de conclusie van het Ecorys-rapport,
zal het aantal energiearme huishoudens dan naar verwachting lager uitvallen.
Uit het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), «Meten met twee maten»,
uit december 2018 blijkt dat Nederland in Europees perspectief relatief goed scoort
op betaalbaarheid van de energierekening voor huishoudens en relatief weinig energiearmoede
kent. Ook uit Europese rapportages, zoals het EU Energy Poverty Observatory (EPOV),
volgt dat Nederland goed scoort op het terrein van energiearmoede.
Begin van het jaar verwachtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een daling
van de energierekening in 2021 voor een huishouden met een gemiddeld verbruik ten
opzichte van vorig jaar, met name door toedoen van lagere leveringstarieven. Dit was
op basis van de prijzen in januari 2021. Deze prijzen fluctueren door het jaar heen.
In het voorjaar van volgend jaar zal CBS komen met een update van het beeld voor de
korte termijn. Op de lange termijn, richting 2030, verwacht het PBL een beperkte stijging
van de energierekening voor een huishouden met een gemiddeld verbruik.
Of een huishouden zijn energierekening kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven
aan energie, maar ook van het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven
van huishoudens. Het kabinet weegt in de koopkrachtbesluitvorming jaarlijks alle plussen
en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de onbetaalbaarheid van de energietransitie haaks staat op uw
herhaaldelijke belofte dat deze «haalbaar en betaalbaar» zou zijn? Bent u bereid uw
woorden terug te nemen? Zo nee, hoe lang denkt u uw volksverlakkerij nog vol te kunnen
houden?
Antwoord 6
Nee, die mening deel ik niet. Van een onbetaalbare energietransitie is momenteel geen
sprake. Het CBS en het PBL publiceren jaarlijks in het voorjaar een actueel beeld
van de energierekening, zo monitort het kabinet de hoogte van de energierekening.
Vraag 7 en 8
Wanneer zet u uw allesverblindende klimaatoogkleppen af en komt u – eindelijk – tot
de onvermijdelijke conclusie dat de energietransitie (1) onzinnig, (2) onmogelijk
en (3) onbetaalbaar is?
Wanneer stopt u met de energietransitie en zorgt u ervoor dat de energierekening substantieel
omlaag gaat?
Antwoord 7 en 8
De gevolgen van de mondiale opwarming zijn nu al zichtbaar en merkbaar. Gletsjers
trekken zich terug, de oppervlakte aan zee-ijs rond de noordpool neemt af en weersextremen
zoals hittegolven, droogte, overstromingen treden vaker op. In Nederland heeft klimaatverandering
geleid tot hogere temperaturen, meer (extreme) neerslag en een stijgende zeespiegel.
Zonder klimaatbeleid zullen de kosten van klimaatverandering in Nederland naar verwachting
sterk toenemen door effecten als wateroverlast, droogte en hittestress.
Het kabinet heeft daarom in 2019 het Klimaatakkoord gesloten met bedrijven, maatschappelijke
organisaties en decentrale overheden om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs
na te streven. Momenteel werkt het kabinet aan de uitvoering hiervan.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Thijssen
(PvdA), ingezonden 16 april 2021 (vraagnummer 2021Z06263).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.