Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over berichtgeving in de media over het ingediende winningsplan Tietjerk voor gaswinning
Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Toezichthouder vindt groot gasplan te riskant» (ingezonden 18 mei 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Toezichthouder vindt groot gasplan te riskant»?1 Wat vindt u van het bericht?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel. Zorgen over de winning van kleine gasvelden zijn
bekend en zijn onderwerp van gesprek met de omgeving, ook tijdens de procedures en
in de besluiten die ik neem.
Vraag 2
Deelt u de mening dat gaswinning alleen kan als dat veilig en verantwoord is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2
Het is een uitgangspunt van het beleid dat zolang er gas gebruikt wordt in Nederland,
gaswinning alleen wordt toegestaan als dat veilig kan.
Vraag 3
Deelt u de mening dat voor het bepalen of de gaswinning veilig kan, het advies van
de toezichthouder SodM van cruciaal belang is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, bij de afweging of een gaswinning veilig is, is het advies van SodM zeer belangrijk.
Bij de beoordeling van een winningsplan vraag ik naast advies aan SodM, ook TNO, de
Technische commissie bodembeweging, de provincie, gemeenten en waterschap en tot slot
de mijnraad om advies. Elke adviseur vraag ik om advies vanwege diens eigen kennis
en expertise. Vanwege de verschillende kennis en expertise van de adviseurs is elk
advies van belang voor de afweging die ik moet maken. Uiteindelijk maak ik op basis
van al deze adviezen samen een afweging over eventuele instemming met het winningsplan.
Vraag 4
Klopt het dat er een negatief advies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ligt
voor het gaswinningsplan rond Burgum in de driehoek Drachten – Kootstertille – Suwâld
voor maximaal 11,5 miljard kuub tot 2050, zoals ook de woordvoerder van SodM bevestigt
in het artikel?
Antwoord 4
Het klopt dat ik een negatief advies van SodM ontvangen heb.
Vraag 5 en 6
Kunt u aangeven waarom het advies van SodM nog niet openbaar is? Wanneer wordt het
advies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) openbaar?
Bent u bereid om het advies van SodM nu openbaar te maken, gelet op alle publiciteit
en onzekerheid en onrust bij de bewoners van het gebied? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Nee, ik ben niet bereid om het advies voortijdig openbaar te maken. Zoals ik op 21 april
jl. heb aangegeven in de beantwoording van de vragen van het lid Beckerman (Aanhangsel
Handelingen II 2020–2021, nr. 2431) houd ik mij bij de openbaarmaking aan hetgeen de wet mij oplegt. Bij wet is namelijk
geregeld dat ik de adviezen openbaar maak tegelijkertijd met het ontwerpbesluit waarin
ik de afweging over de aanvraag maak en de adviezen beschrijf. Deze juridische procedure
is zo ingericht dat ik een zorgvuldige afweging kan maken.
Vraag 7 en 8
Kunt u op korte termijn een besluit nemen over het desbetreffende gaswinningsplan,
zeker gelet op de onrust bij de bewoners? Zo nee, waarom niet?
Wanneer bent u van plan om een besluit te nemen over het desbetreffende gaswinningsplan?
Op basis van welke stukken neemt u dat besluit? Hoe ziet het proces er de komende
tijd uit?
Antwoord 7 en 8
Ik beoordeel een aanvraag tot instemming met een winningsplan op basis van de aanvraag
en de daarop gegeven adviezen van de wettelijke adviseurs. Ik ben momenteel nog in
afwachting van de laatste adviezen. Pas na ontvangst van deze adviezen kan ik een
zorgvuldige afweging maken en het ontwerpbesluit opstellen. Een ontwerpbesluit zal
daardoor nog enkele maanden op zich laten wachten en niet eerder dan na de zomer ter
inzage worden gelegd. Het ontwerpbesluit met daarin de door mij gemaakte afweging
leg ik vervolgens samen met de aanvraag en alle gegeven adviezen gedurende 6 weken
ter inzage. De terinzagelegging heeft als doel om inzicht te geven in de gemaakte
afweging en geeft de mogelijkheid om een zienswijze te geven waarin aangegeven kan
worden of men van mening is dat ik de afweging onjuist of onvoldoende gemotiveerd
heb gemaakt. Deze zienswijzen betrek ik vervolgens bij het nemen van het definitieve
besluit.
Vraag 9
In het artikel wordt gesproken over de mogelijkheid van het indienen van losse, kleinere
winningsplannen, in hoeverre worden bij de beoordeling van die afzonderlijk gaswinningsplannen
de cumulatieve effecten van verschillende gaswinningsplannen meegenomen in de beoordeling?
Antwoord 9
De wet schrijft niet voor of een winningsplan per veld moet worden ingediend of dat
een winningsplan de ontwikkeling van meerdere velden tegelijkertijd beschrijft. Door
de omgeving wordt het separaat indienen van winningsplannen als zogenoemde salamitactiek
ervaren. In dit geval is er, conform de wens van de omgeving, voor gekozen om een
integraal winningsplan voor meerdere velden in te dienen met als doel dat er een totaalbeeld
geschetst wordt van de mogelijke ontwikkelingen in het gebied.
In het winningsplan dat nu voorligt, beschrijft de operator alle mogelijkheden die
het bedrijf ziet ten aanzien van gaswinning in het gebied. Het is overigens niet zo
dat ik alleen de keuze zou hebben om geheel in te stemmen dan wel de instemming geheel
te weigeren. Als de afweging daartoe aanleiding geeft, kan ik ook besluiten om de
instemming te beperken tot een deel van hetgeen beschreven is in het winningsplan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.