Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht 'Ook aardgas dreigt straks als 'groen' te worden gezien'
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Ook aardgas dreigt straks als «groen» te worden gezien» (ingezonden 28 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
8 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2822.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de nobele plannen van de taxonomieverordening
voor een Europese groene standaard, die beleggers en bedrijven tot vergroening zouden
moeten aanzetten, een middel voor greenwashing dreigen te worden?1 Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1
Het voornaamste doel van de EU Taxonomie en de taxonomieverordening is juist precies
het tegengaan van «greenwashing». Nederland heeft altijd gepleit en zal blijven pleiten
voor een technologie-neutrale taxonomie, waarin economische activiteiten aan de hand
van wetenschappelijke criteria worden beoordeeld.
Vraag 2
Wat denkt u van het feit dat de Europese Commissie het in haar hoofd haalt aardgas
als duurzaam te definiëren?
Antwoord 2
In een eerder gelekte concept-uitwerking van de gedelegeerde handelingen van de Europese
Commissie was elektriciteitsopwekking op basis van aardgas als uitzondering in de
taxonomie opgenomen. Daarmee zou dit soort elektriciteitsopwekking binnen de taxonomie
als groen worden bestempeld. In de huidige, meest recente technische uitwerking wordt
voor elektriciteitsproductie een drempelwaarde gehanteerd van 100 gram CO2/kWh, waarbij de uitstoot gemeten wordt over de hele productiecyclus (LCA). Elektriciteitsproductie
onder deze drempelwaarde wordt duurzaam geacht. Het kabinet steunt dit. In de praktijk
halen aardgascentrales die drempelwaarde echter niet. De Commissie heeft aangekondigd
later dit jaar terug te komen op wat zij besluit omtrent elektriciteitsopwekking op
basis van aardgas die deze drempelwaarde niet haalt.
Nederland acht het van belang in de totstandkoming van de taxonomie dat technologieën
niet bij voorbaat worden uitgesloten, tenzij op wetenschappelijke grond is aangetoond
dat de technologieën schadelijk zijn voor het milieu of te veel uitstoot veroorzaken.
Die inzet strookt met de taxonomieverordening. Nederland pleit voor een wetenschappelijke
basis voor de kaders die bepalen wat wel of niet als duurzaam gezien wordt. Het wetenschappelijke
advies is geweest om aardgas niet als duurzame investering in de taxonomie op te nemen.
Nederland wil deze wetenschappelijke lijn in de taxonomie aanhouden, waarbij tegelijkertijd
wel rekening gehouden wordt met uitdagingen van de energietransitie en de huidige
samenstelling van de Nederlandse energiemix.
Voor de Nederlandse energiemix speelt aardgas voorlopig nog een rol in de overgang
naar een duurzame economie. Het versneld afschakelen van het Groningse gas tot eind
2022 en de Nederlandse gasexportverplichtingen tot 2029 resulteren de komende jaren
in een verhoogde Nederlandse import van aardgas en mogelijk in aanvullende investeringen
in de gasinfrastructuur.
Vraag 3
Welke bedrijven hebben voor het voorstel van de Europese Commissie gelobbyd?
Antwoord 3
Een overzicht van de belangrijkste publieke consultaties op de concept gedelegeerde
handelingen is openbaar beschikbaar2. Tevens is alle individuele feedback die de Commissie heeft ontvangen openbaar beschikbaar.3
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze ontwikkelingen niet vallen te rijmen met het Nederlandse
Klimaatakkoord, waarin aardgas niet als duurzaam wordt gezien? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 4
Het kabinet houdt zich aan het Klimaatakkoord. Zo zijn nu de eerste stappen gezet
om de rol van aardgas kleiner te maken en over te schakelen naar CO2-neutrale bronnen. Een haalbare en betaalbare aanpak om fossiele brandstoffen, waaronder
aardgas, uit te faseren en over te schakelen naar CO2-neutrale energiebronnen is en blijft het uitgangspunt. Dit is de lijn die het kabinet
zowel in Nederland als in de Europese Unie voor staat.
Vraag 5
Wat is uw reactie op het feit dat ngo’s als het Wereld Natuur Fonds (WNF,) het Bureau
Européen des Unions de Consommateurs (BEUC) en Birdlife uit het duurzame financiën
platform zijn gestapt omdat zij de taxonomie plannen omtrent bioenergie en bosbouw
bestempelen als greenwashing en onwetenschappelijk?4
Antwoord 5
Zoals gezegd, heeft Nederland altijd gepleit voor een technologie-neutrale, science-based
taxonomie, waarin economische activiteiten aan de hand van wetenschappelijke criteria
worden beoordeeld. Een gebalanceerde samenstelling van het platform on Sustainable
Finance, dat de Commissie over de uitwerking van de taxonomie adviseert, is daartoe
van belang. Daarbij hoort ook een adequate vertegenwoordiging van niet-gouvernementele
organisaties.
De genoemde NGO’s schorten tijdelijk hun bijdrage («suspended participation») aan
het Platform on Sustainable Finance op uit onvrede over de uitwerking van de EU Taxonomie.
Dit heeft met name te maken met de uitwerkingen ten aanzien van bioenergie en bosbouw.
De Europese Commissie is met deze NGO’s in gesprek met als doel dat deze NGO’s hun
bijdrage aan het Platform continueren. Om aan de zorgen van deze NGO’s tegemoet te
komen, wordt op advies van het Platform nagedacht over hoe de science-based basis
van de taxonomie duidelijker kan worden benadrukt, hoe de rationale achter de uitwerkingen
transparanter kan worden gedeeld, en wordt er nagedacht hoe politieke beslissingen
van invloed zijn op de criteria. Het kabinet steunt deze acties.
Het Platform on Sustainable Finance bestaat uit een divers en uitgebalanceerd gezelschap
van kennis- en praktijkexperts uit verschillende sectoren en kennisdomeinen. Middels
de taxonomieverordening wordt deze diversiteit aan kennis en expertise wettelijk geborgd.5 Mochten de NGO’s zich voor een langere periode of permanent terugtrekken uit het
Platform, dan zal Nederland de Commissie erop aanspreken dat het Platform in deze
huidige samenstelling onvoldoende vertegenwoordiging van niet-gouvernementele organisaties
uitdraagt en zal Nederland de Commissie erop aandringen de samentelling op een adequate
manier aan te vullen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het oprekken van de grens van wat als duurzaam wordt gezien,
het directe gevolg is van «enabling activities» die de lidstaten bij monde van de
Raad hebben bedongen in de onderhandelingen over de tekst, met andere worden «lichtgroene»
activiteiten in tegenstelling tot «donkergroene» activiteiten die direct bijdragen
aan de klimaatdoelen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Nee. De huidige taxonomie beoordeelt economische activiteiten op een binaire wijze.
Dat wil zeggen dat economische activiteiten kunnen worden bestempeld als «duurzaam»
als zij aan de technische beoordelingscriteria voldoen. In de uitwerking van de taxonomie
(op klimaatmitigatie) worden drie typen economische activiteiten onderscheiden:
(1) Activiteiten die reeds in lijn zijn met klimaatneutraliteit (zoals zon- en windenergie);
(2) Transitie-activiteiten: activiteiten die bijdragen aan de transitie richting een
klimaatneutrale economie, maar nog niet klimaatneutraal zijn. Derhalve kent dit type
activiteiten drempelwaarden, die in de loop der tijd richting 2050 zullen worden aangescherpt;
(3) Enabling-activiteiten: activiteiten die de bovenstaande twee categorieën mogelijk
maken, zoals bijvoorbeeld de opslag van elektriciteit.
De technische beoordelingscriteria zullen voor elk van deze drie typen activiteiten
worden toegepast om een uiteindelijk oordeel vellen over het wel of niet als duurzaam
bestempelen van een economische activiteit. Als een economische activiteit bijvoorbeeld
wel degelijk een substantiële verduurzaming mogelijk maakt (denk aan de opslag van
elektriciteit), maar die activiteit op zichzelf geen verduurzamende werking heeft,
wordt een dergelijke activiteit gezien als enabling activity. Deze activiteit stelt namelijk andere soorten activiteiten (1 en 2) in staat te
verduurzamen.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat onder de verordening kernenergie als «groen» zal kunnen worden
gekenmerkt?
Antwoord 7
De Commissie heeft het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie verzocht
een technisch adviesrapport te schrijven over de «do no significant harm»-aspecten
van kernenergie. Dit rapport is eind maart gepubliceerd en aan twee groepen experts
voorgelegd voor een review. Daarna neemt de Commissie op basis van deze stukken een
beslissing of kernenergie onder de taxonomie wordt gebracht. Dit proces wordt naar
verwachting in juni afgerond en daarna zal u hierover worden geïnformeerd. Het kabinet
steunt dit wetenschappelijke proces.
Kernenergie produceert CO2-vrije elektriciteit. Een mogelijke opname van kernenergie op de lijst met goedgekeurde,
duurzame investeringen kan helpen aan het bereiken van de emissiereductiedoelstellingen
die de Europese Unie zich heeft gesteld, zeker daar waar het gaat om de mogelijkheden
om de financiering van nieuwe kernenergie te faciliteren.
Vraag 8
Waarom zou u dit vruchteloze gesteggel toestaan, terwijl de klok doortikt?
Antwoord 8
De Nederlandse inzet is om de taxonomie zo ambitieus mogelijk in te zetten en tezelfdertijd
uitsluitend uit te gaan van science-based argumenten. Daarbij wil Nederland zo snel
mogelijk toewerken naar de afronding en implementatie van de EU Taxonomie, maar moet
dit ook op een kwalitatief hoogwaardige manier gebeuren.
Vraag 9
Wat gaat u doen om, in samenwerking met andere lidstaten die reeds het goede voorbeeld
geven, de Europese Commissie op te roepen de grenzen van wat als duurzaam wordt gezien,
niet op te rekken?
Antwoord 9
Nederland zal blijven pleiten voor een technologie-neutrale taxonomie, waarin economische
activiteiten aan de hand van wetenschappelijke criteria worden beoordeeld. De Nederlandse
inzet is om de taxonomie zo ambitieus mogelijk in te zetten en tezelfdertijd uitsluitend
uit te gaan van science-based argumenten. Daarbij wil Nederland zo snel mogelijk toewerken
naar de afronding en implementatie van de EU Taxonomie, maar moet dit ook op een kwalitatief
hoogwaardige manier gebeuren. Via de Member States Expert Group (MSEG) kan Nederland
input geven op de totstandkoming en inhoud van de gedelegeerde handelingen. In de
taxonomieverordening is de wetenschappelijke basis van de taxonomie wettelijk geborgd.
Nederland zal de Commissie in samenwerking met andere landen, indien nodig, erop aanspreken
zich aan deze wetenschappelijke basis te houden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.