Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma, Paternotte, Hagen, Boucke, Grinwis en Ceder over niet-EU-familieleden van expats, die geen toegang hebben tot Nederland
Vragen van de leden Sjoerdsma, Paternotte, Hagen, Boucke (allen D66), Grinwis en Ceder (beiden ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het feit dat niet-EU-familieleden van expats geen toegang hebben tot Nederland (ingezonden 22 april 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid (ontvangen
4 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2842.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Expats campaign to lift travel restrictions for international family members»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat er in het inreisbeleid van Nederland een onderscheid moet worden
gemaakt tussen familie van Nederlanders of legale inwoners van Nederland enerzijds
en toerisme anderzijds?
Antwoord 2
Ja. Dit is staand beleid. Het EU-inreisverbod betreft een inperking voor alle niet-noodzakelijke
reizen van personen vanuit derde landen naar EU+landen met als doel de verspreiding
van het COVID-19 virus tegen te gaan.2 Bepaalde familieleden van Nederlanders en van derdelanders met rechtmatig verblijf
vallen niet onder het EU-inreisverbod. Andere familieleden, die wel onder de reikwijdte
van het EU-inreisverbod vallen kunnen onder omstandigheden daarvan worden uitgezonderd.
Vraag 3
Klopt het dat familieleden van Nederlanders of inwoners van Nederland met een verblijfsvergunning
niet naar Nederland mogen reizen wanneer ze onderdanen zijn van een derde land? Zo
ja, in welke gevallen kunnen zij in aanmerking komen voor een visum «kort verblijf»?
Antwoord 3
Nee, dat klopt niet. Unieburgers en hun gezinsleden, derdelanders met een verblijfsvergunning
en hun gezinsleden en personen met een visum voor lang verblijf (MVV) vallen niet
onder de reikwijdte van het EU-inreisverbod. Het EU-inreisverbod kent verder een aantal
uitzonderingscategorieën3. Er is daarnaast een EU-veiligelandenlijst, waarop de landen staan die momenteel
niet onder het EU-inreisverbod vallen. Voor personen uit visumplichtige landen geldt
de gebruikelijke visumprocedure.
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen de bewering in het bericht dat het inreisverbod van de Europese
Unie, ingaat tegen artikel acht in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM) dat voorziet in het recht voor privé en familieleven?
Antwoord 4
Van een schending van artikel 8 EVRM is in de ogen van het kabinet niet snel sprake.
Allereerst vallen onder andere Unieburgers en hun gezinsleden en derdelanders met
een verblijfsvergunning niet onder het inreisverbod. Zij kunnen dus ondanks het inreisverbod
hun familieleden hier in Nederland bezoeken. Indien het gaat om familieleden die wel
onder de reikwijdte van het EU-inreisverbod vallen, kan een individuele afweging worden
gemaakt waarbij zwaarwegende redenen met betrekking tot familiegerelateerde omstandigheden
voor verblijf in Nederland worden meegewogen. Daarbij merkt het kabinet op dat het
in artikel 8 EVRM opgenomen recht op privé en familieleven geen absoluut recht tot
toegang tot Nederland behelst. In het belang van onder andere de bescherming van de
volksgezondheid kunnen deze rechten in individuele situaties beperkt worden.
Vraag 5
Klopt het dat de Nederlandse vliegverboden nog minder uitzonderingsbepalingen kennen
dan het algehele EU-inreisverbod, waardoor familie niet Nederland in kan reizen? Waarom
is voor deze afwijking van het EU-beleid gekozen?
Antwoord 5
Ja, dit klopt. Zoals ook in de beantwoording van vragen van het lid Van Haga van 4 mei
jl. wordt toegelicht was er tot 1 juni naast het inreisverbod voor een aantal landen
een vliegverbod van kracht.4 Dit was een aanvullende nationale maatregel die naast het inreisverbod gold. Een
vliegverbod kent beduidend minder uitzonderingen dan het inreisverbod en daardoor
kan het voorkomen dat personen wel zijn uitgezonderd van het inreisverbod, maar niet
van het vliegverbod. Dat heeft te maken met het feit dat het een extra maatregel bovenop
het inreisverbod is om met name mutaties van het coronavirus buiten de deur te houden.
Daarom gelden er minder uitzonderingscategorieën.
Het kabinet was zich er van bewust dat er schrijnende situaties waren waarbij mensen
niet naar Nederland konden vliegen vanwege zwaarwegende redenen om familie te bezoeken.
Daarom heeft het kabinet het met de laatste verlenging van de vliegverboden van 15 mei
jl. mogelijk gemaakt dat familieleden – ondanks het vliegverbod – die voor een dringende
zwaarwegende reden naar Nederland moeten komen, uitgezonderd konden worden van het
vliegverbod en daarmee toch direct naar Nederland konden vliegen. Hierbij zocht het
kabinet naar een balans tussen enerzijds een oplossing voor personen die vanwege zwaarwegende
redenen familie in Nederland wensen te bezoeken en anderzijds de gezondheidssituatie
in een land waarvoor een vliegverbod gold. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten
op de reeds bestaande en vergelijkbare uitzondering voor het inreisverbod. Daarnaast
had het kabinet oog voor de uitvoeringsaspecten die hieraan gerelateerd zijn. De testverplichtingen
en overige coronamaatregelen voor personen afkomstig uit deze landen bleven onverkort
gelden.
Vraag 6
Hoe verhouden de Nederlandse vliegverboden en daarbij horende uitzonderingsbepalingen
zich ten opzichte van andere Schengenlanden aangaande familieleden van EU-inwoners
met een nationaliteit uit een derde land? Zijn er landen die zulke familieleden wel
toelaten?
Antwoord 6
Uit een rondgang langs een aantal EU-lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Italië,
Spanje en Zweden) komt het volgende beeld naar voren. Frankrijk, Spanje, Zweden en
Duitsland kennen een uitzondering voor familieleden van EU-inwoners die al dan niet
vanwege zwaarwegende redenen wensen in te reizen. Italië en België daarentegen kennen
geen mogelijkheden voor familieleden woonachtig in een aantal landen om in te reizen.5
Vraag 7
Kunt u zich vinden in het argument dat mensen die via een omreis toch Nederland bereiken
meer besmettingsmogelijkheden hebben dan mensen die direct naar Nederland vliegen,
testen, en direct in quarantaine gaan als nodig?
Antwoord 7
Dat is niet één op één zo te zeggen. Dit hangt onder andere af van de manier van reizen.
In het algemeen geldt wel dat hoe korter de reis is, hoe kleiner de besmettingsrisico’s
zijn.
Vraag 8
Bent u bekend met het radiointerview van ABC Suriname, waarin de schrijnende situatie
wordt omschreven dat nabestaanden hun overleden familielid niet kunnen opzoeken vanuit
Suriname door het vliegverbod?6 Hoe reflecteert u op dit interview?
Antwoord 8
Het kabinet betreurde de diverse schrijnende situaties die omschreven worden in de
vraag en ter sprake zijn gekomen in het interview dat nabestaanden geen afscheid kunnen
nemen van hun overleden familielid in Nederland door het vliegverbod voor Suriname.
Het kabinet had daarom voor schrijnende situaties een passende oplossing gevonden.
Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het uitsluiten van eerste-en tweedegraads familieleden bijvoorbeeld
voor Surinamers maar ook over families verspreid over de Europese Unie, die vaak familie
in Nederland hebben en andersom, problematisch is en schrijnende situaties kan opleveren?
Antwoord 9
Het kabinet betreurt alle schrijnende situaties, zoals voor eerste- en tweedegraads
familieleden woonachtig in Suriname, die als gevolg van vliegverboden zijn ontstaan
en is zich daar ook van bewust. Het kabinet had daarom voor schrijnende situaties
een passende oplossing gevonden. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 10
Kunt u voor deze families, zowel voor families binnen de Europese Unie als daar buiten,
duidelijkheid geven onder welke voorwaarden wel of niet gevlogen mag worden? Wat is
een noodzakelijke reis en wat is het perspectief voor deze groep voor wanneer familiebezoeken
wel plaats mogen vinden?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 5. Per 1 juni is de wetswijziging ten behoeve van de invoering
van de quarantaineplicht van kracht geworden. Daarmee zijn de vliegverboden opgeheven.
Het is voor familieleden – indien zij voldoen aan een uitzondering op het inreisverbod
– weer mogelijk geworden om vanuit bepaalde landen weer naar Nederland te vliegen.
Vraag 11
Is het mogelijk om een uitzondering te maken op het vliegverbod vanuit Zuid-Afrika
en Midden- en Zuid-Amerika voor mensen die een verblijfsvergunning toegekend hebben
gekregen en deze nu in Nederland kunnen collecteren en tegelijkertijd onder de lange-afstandsrelatie-uitzondering
vallen waarbij de rest van de coronamaatregelen voor reizigers zoals het overhandigen
van een negatieve test en verplichte quarantaine in stand wordt gehouden? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 11
Het was zo dat personen die vanwege hun nationaliteit naast een verblijfsvergunning
ook een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv) dienen aan te vragen niet op basis
van een mvv waren uitgezonderd onder het vliegverbod. Dit geldt ook – eventueel in
combinatie met het voorgaande – voor personen die op basis van de tijdelijke regeling
langeafstandsgeliefden Nederland wensen in te reizen. Met de invoering van de wetswijziging
inzake de quarantaineplicht is deze situatie verholpen.
Vraag 12
Is het mogelijk om een uitzondering te maken op het vliegverbod vanuit Zuid-Afrika
en Midden- en Zuid-Amerika voor niet-EU-familie van Nederlanders of inwoners van Nederlanders
in het geval van ernstige ziekte, een zware operatie, mogelijk overlijden van een
familielid of juist geboorte van een nieuw familielid waarbij de rest van de coronamaatregelen
voor reizigers zoals het overhandigen van een negatieve test en verplichte quarantaine
uiteraard in stand wordt gehouden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 13
Bent u bereid, gezien de speciale banden met Nederland, specifiek voor Suriname uitzonderingen
voor eerste-en tweedegraads familieleden toe te staan op de vliegverboden? Zo nee,
waarom niet? Ziet u hier nog een speciale rol voor Nederland in het faciliteren van
testen die dergelijke uitzonderingen veilig mogelijk zouden kunnen maken, zoals in
samenwerking met Suriname een testfaciliteit op vliegveld Zanderij instellen die veilig
reizen weer mogelijk maakt?
Antwoord 13
Het kabinet had, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 5, voor schrijnende
situaties een passende oplossing gevonden. Dat moest ook een oplossing bieden aan
familieleden woonachtig in Suriname in bijzonder schrijnende gevallen. Generieke uitzonderingen
op het vliegverbod voor eerste- en tweedegraadsfamilieleden waren – ook voor Suriname
– voor het kabinet echter niet wenselijk.
Er waren geen signalen bij het kabinet bekend dat de testfaciliteiten in Suriname
onvoldoende zouden zijn en daardoor verhinderden dat personen naar Nederland konden
reizen.
Vraag 14
Kunt u deze vragen binnen twee weken en afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 14
Het is helaas niet gelukt u de beantwoording binnen twee weken te doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.