Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over 'de belofte van het kabinet dat de versterking nu echt op stoom komt en de uitvoering van het bestuursakkoord'
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de belofte van het kabinet dat de versterking nu echt op stoom komt en de uitvoering van het bestuursakkoord (ingezonden 3 mei 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 3 juni 2021).
Vraag 1
Klopt het dat u recent in Groningen heeft beloofd dat «de versterking nu echt op stoom
komt»? Hoe gaat u zorgen dat dit niet de zoveelste gebroken Haagse belofte wordt?1
Antwoord 1
Ja. De afgelopen periode zijn belangrijke stappen gezet om de versterkingsopgave uitvoerbaar
en beheersbaar te maken en waar mogelijke te versnellen. Mede gelet op de verschillende
versnellingsmaatregelen (Kamerstuk 33 529, nr. 718) en de bestuurlijke afspraken (Kamerstuk 33 529, nr. 830) zijn de verwachtingen voor een hoger tempo in de uitvoering in 2021 positief. Ook
wordt met het wetsvoorstel Versterken beoogd de versterkingsopgave verder te versnellen.
Het wetsvoorstel wordt binnenkort in de Eerste Kamer behandeld.
Vraag 2 t/m 5
Kent u het bericht «Te weinig geld voor versterking huizen. Gemeenten in Groningen
moeten onderling vechten over de verdeling van de centen»?2
Klopt het dat het beschikbare bedrag van 420 miljoen euro niet is genoeg om in het
hele bevingsgebied de beloften aan de mensen in «batch 1588» waar te maken?
Wat betekent dit voor gedupeerden uit batch 1588 die al jaren wachten? Kent u de verhalen
van gedupeerden die niet het aantal vierkante meter terug kunnen krijgen wat ze hadden?
De verhalen van gedupeerden die veel eigen geld bij moeten leggen om terug te krijgen
wat ze hadden? De gedupeerden die zelf hun huis natuurvrij maken om kosten te besparen
maar alsnog een rekening hiervoor krijgen? De gedupeerden die hun plannen af hebben
maar doordat de prijslijst niet geïndexeerd wordt niet voldoende geld hebben om te
kunnen starten? De gedupeerden die geen bouwbedrijf kunnen vinden die voor het vastgestelde
budget aan de slag willen?3
Hoe staan voorgaande vragen in verhouding tot het aangenomen amendement-Beckerman
(Kamerstuk 35 603, nr. 39), dat regelt dat mensen die in een huis wonen dat versterkt moet worden, of dat gesloopt
en opnieuw gebouwd moet worden, minimaal de ruimte en gebruiksmogelijkheden terugkrijgen
die ze hadden voordat hun huis kapot/onveilig werd gemaakt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2 t/m 5
Het bericht «Te weinig geld voor versterking huizen. Gemeenten in Groningen moeten
onderling vechten over de verdeling van de centen» is mij bekend. Dit is tijdens het
plenaire debat van woensdag 14 april jl. ook ter sprake gekomen. Afgesproken is de
versterkingen plaats te laten vinden aan de hand van een prijslijst. Eigenaren binnen
deze batch kunnen aan de hand van die prijslijst bij de gemeente een subsidie aanvragen
voor de versterking van hun woning. Inmiddels zijn 119 adressen uit deze batch versterkt
opgeleverd en zijn ruim 500 adressen in uitvoering. Gemeenten hebben aangeven dat
de versterking aan de hand van de prijslijst kan leiden tot knelpunten in de budgetten.
Over de meerkosten ben ik met gemeenten, de Nationaal Coördinator Groningen (NCG)
en de woningcorporaties in overleg.
Het aangenomen amendement Beckerman (Kamerstuk 35 603, nr. 39) bepaalt dat vanaf het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel Versterken
alle eigenaren in Groningen recht hebben op een woning die na versterking ten minste
een vergelijkbare gebruiksfunctie, gebruiksmogelijkheden en woonoppervlakte heeft.
Zoals ik in mijn brief van 3 maart 2021 heb aangegeven, is het staande praktijk woningen
op een dusdanige manier te versterken dat deze naar aard, omvang en gebruik zoveel
mogelijk vergelijkbaar blijven (Kamerstuk 35 603, nr. 72). De intentie is deze staande praktijk door te zetten. Dit wordt steeds in goed overleg
met de eigenaar bekeken. Daarbij moet worden voorkomen dat verwachtingen worden gewekt
die niet in gevallen kunnen worden waargemaakt. Het is namelijk niet mogelijk om in
absolute zin te garanderen dat een woning hetzelfde blijft. Soms is er bijvoorbeeld
geen alternatief voor een versterkingsmaatregel, hetgeen ertoe kan leiden dat de gebruiksoppervlakte
iets kleiner wordt. Ik realiseer mij dat dit voor eigenaren geen wenselijke situatie
is. In die gevallen wordt in overleg met de eigenaar gekeken hoe deze maatregelen
op een zo goed mogelijke manier kunnen worden ingepast. Met deze lezing heb ik het
amendement tijdens het wetgevingsoverleg van 4 maart jl. «oordeel Kamer» gegeven.
In het overleg met gemeenten, de NCG en de woningcorporaties wordt de uitvoering van
dit amendement betrokken en in kaart gebracht wat hiervoor nodig is. Ik verwacht u
voor de zomer te kunnen informeren over hoe wij hiermee omgaan.
Vraag 6
Hoeveel geld uit het gebiedsfonds uit het bestuursakkoord gaat naar het dekken van
het tekort in de uitvoering van Batch 1588? Kunt u garanderen dat alle in vraag 4
genoemde problemen van gedupeerden met dit budget worden opgelost? Komen met het oplossen
van de problemen in batch 1588 de andere doelen waarvoor het gebiedsfonds is ingericht
in de knel? Kunt u uw antwoord toelichten? Is de afspraak dat «over de governance
van de onderdelen in het gebiedsfonds en het kasritme worden nadere afspraken gemaakt»
inmiddels gestalte gegeven?4
Antwoord 6
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 3 tot en met 5 heb aangegeven, ben ik momenteel
in gesprek met gemeenten, de NCG en woningcorporaties over de knelpunten binnen batch
1588. Op de uitkomsten van dit overleg loop ik niet vooruit.
Voor de stand van zaken van de uitvoering van het gebiedsfonds verwijs ik u naar mijn
antwoord op vraag 8.
Vraag 7
Volgende week is het een half jaar geleden dat het bestuursakkoord tussen rijk en
regio werd gesloten, kunt u aangeven wat de voortgang is van de gemaakte afspraken?5
Antwoord 7
Ik verwijs u naar mijn antwoorden op de vragen 8 tot en met 25, waarin ik per onderdeel
van de bestuurlijke afspraken de voortgang weergeef.
Vraag 8
Is voor alle inwoners inmiddels duidelijk of ze vallen onder blok A (bestaande operatie),
B (clustering), C (Eigenaren van woningen binnen de scope die nog geen beoordeling
hebben en niet in een cluster- of resultaatgebied vallen), D (gebiedsfonds), de zogenaamde
«algemene woningverbetering voor inwoners» de «integrale programma’s voor agrariërs,
MKB’ers, erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning» of de «schrijnende situaties»?
Antwoord 8
De NCG heeft eigenaren die in aanmerking komen voor een herbeoordeling op basis van
de nieuwe inzichten («categorie A») voor 1 januari jl. een brief gestuurd waarin dit
is gecommuniceerd. De NCG voert inmiddels gesprekken met de eigenaren die hebben aangegeven
geïnteresseerd te zijn in een herbeoordeling. Eigenaren die in aanmerking komen voor
clustering of maatwerk door hun gemeente («categorie B»), hebben hierover voor 1 maart
jl. een brief ontvangen van de NCG en hun gemeente. Eigenaren die nog geen beoordeling
hebben en niet in aanmerking komen voor clustering en maatwerk door hun gemeente («categorie
C»), hebben hierover voor 1 mei jl. een brief ontvangen van de NCG. Particuliere eigenaren
van woningen die geen onderdeel zijn van de versterkingsopgave, en wel in het aardbevingsgebied
wonen («categorie E1»), worden voor 1 juli a.s. geïnformeerd over de regeling voor
woningverbetering waarvoor zij in aanmerking komen. Ook de woningcorporaties zijn
– als eigenaren van woningen – over de verschillende categorieën geïnformeerd. Het
is vervolgens aan de woningcorporaties om af te wegen of en wanneer zij hun huurders
daarover willen informeren. In sommige gevallen hebben woningcorporaties hun huurders
al geïnformeerd.
Het gebiedsfonds wordt onder meer ingezet voor inpassingskosten bij sloop-nieuwbouw,
versterken en de uitvoering van projecten en voor noodzakelijke verbeteringen in de
openbare ruimte die samenhangen met de versterking. Over de besteding van de middelen
uit het gebiedsfonds voeren Rijk en regio periodiek overleg.
Voor de besteding van de € 50 mln. voor de integrale programma’s agro, MKB, erfgoed
en sociaal-emotionele ondersteuning verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 14.
Voor de besteding van de € 50 mln. voor schrijnende situaties verwijs ik u naar mijn
antwoord op vraag 17.
Vraag 9
Hoe staat het met de voortgang van de 13.000 woningen die in het bestuursakkoord zijn
ingedeeld in blok A (bestaande operatie)? Hoeveel bewoners is reeds de keuze voor
een herbeoordeling en compensatie voorgelegd? Hoe hebben bewoners daarop gereageerd?
Deelt u onze angst dat bewoners met minder genoegen nemen omdat ze moegestreden zijn?
Hebben bewoners de beloofde «mogelijkheid tot het inschakelen van onafhankelijke ondersteuning»
gekregen? Welke knelpunten zijn er – naast de genoemde voor batch 1588 – voor andere
bewoners in dit blok? Is er een begroting voor de kosten van blok A? Hoeveel geld
is reeds uitgegeven, aan hoeveel woningen?
Antwoord 9
De NCG heeft eigenaren die vallen onder categorie A voor 1 januari een brief gestuurd
waarin dit is gecommuniceerd. Van de in totaal ca. 13.000 adressen in categorie A,
komen ca. 7.000 adressen in aanmerking voor de herbeoordeling. Een deel van die adressen
is in bezit van woningcorporaties. De NCG voert gesprekken met de eigenaren om de
keuze voor een herbeoordeling toe te lichten. Met de woningcorporaties vindt dat gesprek
op een ander niveau plaats en ook niet afzonderlijk voor ieder adres. Nadat de woningcorporaties
zijn geïnformeerd, zullen zij veelal complexgewijs voor hun bezit een keuze maken.
De NCG is inmiddels gestart met de gesprekken met eigenaren die hebben aangegeven
geïnteresseerd te zijn in een herbeoordeling. Inmiddels zijn 455 gesprekken gevoerd
en staan 111 gesprekken gepland. Uit de reeds gevoerde gesprekken blijkt ca. 33% van
de bewoners heeft aangegeven voor een herbeoordeling te kiezen. Het proces van keuze
voor herbeoordeling wordt zorgvuldig ingericht, waarbij eigenaren onafhankelijke ondersteuning
krijgen als zij meer advies willen bij de keuze voor een herbeoordeling. Ca. 5% van
de eigenaren heeft aangegeven hier gebruik van te willen maken. In de consultatieversie
van de subsidieregeling voor woningverbetering is voor de categorieën A en C in totaal
€ 245 mln. uit de bestuurlijke afspraken en € 21 mln. uit de verduurzamingsregeling
dier hierin overloopt begroot. De onderdelen van de subsidieregeling voor woningverbetering
voor de categorieën A en C zijn op 1 juni jl. in werking getreden. Er is daardoor
tot op heden geen geld uitgegeven aan de tegemoetkoming voor de bewoners in categorie
A.
Vraag 10
Hoe staat het met de voortgang van de 4.000 woningen die in het bestuursakkoord zijn
ingedeeld in blok B (Clustering)? Is er een begroting of indeling gemaakt voor het
beschikbaar getelde budget van 300 miljoen euro? Dit blok is in het bestuursakkoord
verder opgedeeld in categorieën, is inmiddels precies duidelijk wie in welke categorie
valt? Wordt het doel «voorkomen van sociale ontwrichting» daadwerkelijk gehaald? Welke
stappen zijn hiervoor gezet? Wie bepaalt wat sociale ontwrichting is? De bewoners
zelf? Kunt u uw antwoord toelichten? Is het ook voor bewoners in dit blok mogelijk
om de bij blok A genoemde «onafhankelijke ondersteuning» in te schakelen?
Antwoord 10
De aardbevingsgemeenten hebben geïnventariseerd waar mogelijk moeilijk uitlegbare
verschillen ontstaan door het toepassen van de nieuwe inzichten. Eigenaren die als
gevolg hiervan in aanmerking komen voor clustering of maatwerk door hun gemeente («categorie
B»), hebben hierover voor 1 maart jl. een brief ontvangen van de NCG en hun gemeente.
De gemeenten werken de systematiek voor de verdeling van de middelen op dit moment
verder uit. De eigenaren in deze categorie voor wie op 1 maart jl. nog niet duidelijk
was of zij de keuze krijgen uit de tegemoetkoming en aanvullende versterkingsmaatregelen,
krijgen voor 1 juli a.s. een vervolgbrief met uitleg over het vervolgproces. De gemeenten
hebben aangegeven voldoende tijd te willen nemen om de behoefte aan maatwerk in deze
gebieden goed vorm te geven. Op verzoek van de gemeenten gaat het loket voor de bewoners
uit categorie B, die in aanmerking komen voor de tegemoetkoming, om die reden naar
verwachting later open dan eerder verwacht.
De onafhankelijke ondersteuning voor eigenaren in categorie A is gericht op ondersteuning
bij het maken van de keuze voor een eventuele herbeoordeling. Deze ondersteuning is
niet aan de orde voor eigenaren in categorie B. Wel wordt momenteel onafhankelijke
ondersteuning ingericht voor bewoners om advies te krijgen over de besteding van subsidie
voor woningverbetering, waar de bewoners in categorie B die in aanmerking komen voor
de tegemoetkoming, aanspraak op kunnen maken. Daarin zal advisering over verduurzaming
een belangrijke rol krijgen. De regio werkt dit momenteel uit, waarbij het streven
is deze ondersteuning deze zomer beschikbaar te stellen.
Vraag 11
Hoe staat het met de voortgang van de 10.000 woningen die in het bestuursakkoord zijn
ingedeeld in blok C (eigenaren van woningen binnen de scope die nog geen beoordeling
hebben en niet in een cluster- of resultaatgebied vallen)? Hoeveel opnames hebben
plaatsgevonden? Hoeveel beoordelingen? Wat waren de uitkomsten? Is de subsidie van
17.000 euro voor woningverbetering en verduurzaming inmiddels beschikbaar? Zo nee,
wanneer wel? Zo ja, hoeveel eigenaren hebben hier reeds gebruik van gemaakt? Is het
ook voor bewoners in dit blok mogelijk om de bij blok A genoemde «onafhankelijke ondersteuning»
in te schakelen?
Antwoord 11
Eigenaren die vallen onder categorie C hebben nog geen beoordeling gehad en komen
niet in aanmerking komen voor clustering en maatwerk. Deze eigenaren hebben hierover
voor 1 mei een brief ontvangen van de NCG. Inmiddels is van de adressen in categorie
C bij 789 adressen een opname uitgevoerd en zijn er 88 beoordelingen uitgevoerd.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 9, zijn de onderdelen van de subsidieregeling
voor woningverbetering voor de categorieën A en C op 1 juni jl. in werking getreden.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 10 wordt de onafhankelijke ondersteuning
voor bewoners over de besteding van de subsidie voor woningverbetering, waar ook eigenaren
in categorie C aanspraak op kunnen maken, op dit moment uitgewerkt, waarbij het streven
is deze ondersteuning deze zomer beschikbaar te stellen.
Vraag 12
Hoe staat het met de voortgang van blok E (investeren in toekomstperspectief)? Welke
invulling is hier door Rijk en Regio aan gegeven? Worden inwoners hierbij betrokken?
Antwoord 12
Categorie E1 ziet op de subsidie voor woningverbetering voor bewoners van het aardbevingsgebied
wiens woning niet in de versterkingsopgave is opgenomen. Zie mijn antwoord op vraag
13 voor wat betreft de voortgang van categorie E1.
Categorie E2 ziet op de bestuurlijke afspraak dat er, naast het Nationaal Programma
Groningen, een Toekomstagenda Groningen wordt opgesteld, waarbij Rijk en regio een
langjarig partnerschap aangaan. Op 3 februari jl. is deze toekomstagenda op bestuurlijk
niveau vastgesteld (Kamerstukken II 2020/2021, 33 529, nr. 843). In de toekomstagenda is afgesproken te investeren in de economische en duurzame
ontwikkeling van de regio, waarmee het perspectief voor bewoners verder wordt verbeterd.
Met deze Toekomstagenda geven Rijk en regio niet alleen verdere invulling aan de bestuurlijke
afspraken, maar wordt Groningen ook een solide basis geboden voor een langjarige samenwerking
tussen Rijk en regio en voor een duurzame toekomst. De komende periode zullen Rijk
en regio gebruiken om deze regionale uitdagingen integraal op te pakken en daarmee
de Toekomstagenda, met een passende governance, verder vorm te geven.
Vraag 13
Hoe staat het met de voortgang van de in het bestuursakkoord genoemde «algemene woningverbetering
voor inwoners»? Is de afspraak «deze regeling wordt de komende maanden uitgewerkt»
nagekomen? Hoe staat het met de uitwerking van de genoemde «specifieke regeling ten
behoeve van corporaties en hun huurders»? Hoe staat het met de uitwerking van de genoemde
regeling voor woningeigenaren? Wordt de genoemde «ambitie dat zowel de regelingen
voor woningeigenaren als corporaties en huurders uiterlijk per 1 juli 2021 in werking
treden» gehaald? Wanneer zal de genoemde «onafhankelijke ondersteuning» voor bewoners
beschikbaar zijn? Zijn bewoners betrokken bij de uitwerking van deze regelingen? Is
het begrote bedrag van 435 miljoen euro toereikend?
Antwoord 13
Voor de subsidieregeling voor woningverbetering voor particuliere eigenaren van woningen
in het aardbevingsgebied die geen onderdeel zijn van de versterkingsopgave (categorie
E1), is in totaal € 300 mln. beschikbaar. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 9 aangaf,
wordt de subsidieregeling voor woningverbetering op dit moment uitgewerkt. De regeling
wordt in nauw overleg met de regio voorbereid en conform de bestuurlijke afspraken
zijn de specifieke voorwaarden voor deze groep eigenaren uitgewerkt en opgenomen in
de subsidieregeling. De regeling is inmiddels in consultatie geweest om bewoners de
gelegenheid te geven te reageren. Daarnaast is de regeling meermaals met maatschappelijke
organisaties besproken. Het onderdeel van de subsidieregeling voor categorie E1 treedt
op 1 juli a.s. in werking. Voor de onafhankelijke ondersteuning voor deze groep verwijs
ik u naar mijn antwoord op vraag 10.
Voor wat betreft de regeling voor woningcorporaties en huurders is de ambitie ook
deze regeling op 1 juli a.s. in werking te laten treden. De tegemoetkomingen voor
de huurders zullen via de woningcorporaties lopen. Op dit moment zijn we in overleg
met de woningcorporaties om dit verder in te richten.
Vraag 14
Hoe staat het met de voortgang van de in het bestuursakkoord genoemde «integrale programma’s
voor agrariërs, MKB’ers, erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning»? In het akkoord
werd aangekondigd dat «in het vierde kwartaal van 2020 Regio en Rijk gesprekken voeren
met betrokken partijen», is dit daadwerkelijk gedaan? Is het begrote bedrag van 50
miljoen euro toereikend?
Antwoord 14
Over de besteding van de € 50 mln. voor de integrale programma’s voor agro, MKB, erfgoed
en sociaal-emotionele ondersteuning hebben op verschillende terreinen gesprekken plaatsgevonden
die hebben geresulteerd in het vaststellen of vormen van een concrete aanpak. Zo heeft,
op 16 februari jl., de Minister van LNV uw Kamer al geïnformeerd over de start van
het Agroprogramma (Kamerstukken II 2020/2021, 33 529, nr. 846). Onder regie van de provincie is gestart met de uitvoering van dit programma. Op
basis van de gevoerde gesprekken zijn de regionale overheden op 16 maart jl. gekomen
tot het volgende voorstel voor de verdeling van de middelen voor integrale programma’s:
agro € 19 mln., MKB € 11 mln., erfgoed € 10 mln. en sociaal-emotionele ondersteuning
€ 10 mln. Het Rijk heeft ingestemd met de voorgestelde verdeling.
Vraag 15
In het bestuursakkoord werd voorts afgesproken dat «dit jaar nadere bestuurlijke afspraken
worden gemaakt op kabinetsniveau, waarin Rijk en Regio samenwerken aan een toekomstagenda
Groningen» Is dit ingevuld? Welke afspraken zijn er gemaakt?
Antwoord 15
Voor de voortgang van de toekomstagenda Groningen verwijs ik u naar mijn antwoord
op vraag 12.
Vraag 16
Is reeds gebruik gemaakt van de 100 miljoen euro die in het bestuursakkoord is toegekend
aan de NCG om knelpunten binnen de operatie snel op te kunnen lossen teneinde de operatie
beter te laten verlopen? Kunt u aangeven waarvoor deze middelen zijn gebruikt? Kunt
u aangeven welke knelpunten er zijn en welke verwacht worden en in welke batches,
blokken en categorieën deze zich voordoen?
Antwoord 16
Ja. Er zijn ca. 40 projecten geselecteerd om gebruik te maken van de knelpuntenpot.
Het gaat om zowel grote als kleine projecten, en zowel om individuele als collectieve
projecten.
Vraag 17
Is reeds gebruik gemaakt van de 100 miljoen euro die in het bestuursakkoord is toegekend
voor schrijnende situaties? Wat is er gedaan met de afspraak «de uitvoering van deze
regeling wordt gemonitord»? Kunnen deze monitoringsgegevens ook met de kamer worden
gedeeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
In de bestuurlijke afspraken is afgesproken € 50 mln. beschikbaar te stellen voor
schrijnende situaties. De aanpak voor schrijnende situaties wordt momenteel door Rijk
en regio gezamenlijk uitgewerkt. Hierbij is maatwerk het uitgangspunt. Nadat de aanpak
is vastgesteld, wordt de aanpak gemonitord. Hierover zal ik uw Kamer periodiek informeren.
Vraag 18
Is de in het bestuursakkoord gemaakte afspraak dat er «een uitvoeringsoverleg komt
waarin NCG, Rijk en Regio op directeurenniveau zijn vertegenwoordigd» reeds ingevuld?
Staat de afspraak dat «in dit overleg wordt op de voortgang van de versterkingsopgave
en een tijdige en zorgvuldige implementatie van de afspraken gestuurd en waar nodig
knelpunten oplost»? Worden de afspraken die gemaakt worden in deze overleggen openbaar?
Zo nee. Waarom niet?
Antwoord 18
Ja. Het uitvoeringsoverleg met directeuren van Rijk, de NCG, de provincie en de gemeenten
is medio november gestart en vindt eenmaal per twee weken plaats. De deelnemers uit
het overleg geven namens de Ministers en de regionale bestuurders uitvoering aan de
bestuurlijke afspraken. Ook besluiten over de dagelijks uitvoering worden op dit niveau
genomen. Gemaakte besluiten worden niet actief openbaar gemaakt. Wanneer hier aanleiding
toe is, zullen deze besluiten uiteraard worden verstrekt.
Vraag 19
In het bestuursakkoord werd afgesproken dat het maken van een «meerjarenversterkingsplan
en het duidelijkheid geven aan bewoners is een belangrijke prioriteit» zou zijn, hoe
staat het bijna een half jaar later met deze afspraak? Wanneer komt het meerjarenversterkingsplan
gereed? Wanneer krijgen de bewoners welke duidelijkheid?
Antwoord 19
Het meerjarig versterkingsplan (MJVP) is een planningsdocument dat op projectniveau
inzicht zal geven in de meerjarige planning in kwartalen van de versterkingsopgave.
Het MJVP zal dus per project inzichtelijk maken wanneer een project aan de beurt is
en in welke fase een project zit. Het streven is uw Kamer voor de zomer van dit jaar
op hoofdlijnen te informeren over het MJVP. Na vaststelling door de gemeenteraden
zal het definitieve MJVP aan uw Kamer worden aangeboden.
Vraag 20
Is de in het bestuursakkoord gemaakte afspraak dat «er voor de financiële governance
nadere afspraken worden gemaakt zodat duidelijk is wie welke verantwoordelijkheid
draagt en hoe de besluitvorming plaatsvindt» reeds ingevuld? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe zien deze nadere afspraken eruit?
Antwoord 20
Met de regio ben ik in structureel in overleg over de inrichting van deze governance
en over de financiële geldstromen die hierbij horen. Momenteel vinden gesprekken plaats
met de regio over het verantwoordelijkheidsvraagstuk. Naast het overleg over de financiële
governance vindt overleg plaats over de (meerjarige) toedeling van financiële middelen
uit de bestuurlijke afspraken, en de daarbij behorende verantwoording. Deze gesprekken
dienen als basis voor de inrichting van de totale governance.
Vraag 21
Kunt u voor de totale middelen voor alle afspraken uit het bestuursakkoord aangeven
welk deel daadwerkelijk bij bewoners terecht zal komen? Welk deel van de kosten zijn
uitvoeringskosten?
Antwoord 21
De totale middelen van de bestuurlijke afspraken komen voor het overgrote deel daadwerkelijk
bij de bewoners terecht, ofwel via tegemoetkomingen, ofwel via versterking, maatwerk
of woningverbetering van de betreffende woningen. Ook de middelen uit bijvoorbeeld
de knelpuntenpot van de NCG, voor schrijnende situaties en voor de integrale programma’s
voor agro, MKB, erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning komen bij de bewoners
terecht.
De onderdelen van de bestuurlijke afspraken waarvan de middelen niet direct bij bewoners
terechtkomen, zijn de middelen voor het verbeteren van de openbare ruimte in het aardbevingsgebied,
en de middelen voor de extra apparaatsuitgaven die lokale overheden als gevolg van
de bestuurlijke afspraken moeten maken voor hun inzet in de uitvoering van de versterkingsopgave.
Vraag 22
Hoe staat het met de voortgang van de in het bestuursakkoord genoemde «integrale benadering
van schade en versterken»? Hoe is uitwerking gegeven aan de afspraak «dit wordt gewaarborgd
door het verbeteren van de afstemming tussen deze onderdelen»? Is dit zoals beloofd
«samen met de maatschappelijke organisaties uitgewerkt»?
Antwoord 22
De NCG en het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) werken reeds samen op basis
van een samenwerkingsconvenant dat zij in 2019 hebben afgesloten. Aanvullend hierop
is in het wetsvoorstel Versterken een verplichting opgenomen voor IMG en NCG om nauw
samen te werken en de uitvoering van hun operaties op elkaar af te stemmen. Ook wordt,
als een eigenaar dit wenst, de schade-afhandeling en de versterking in samenhang behandeld.
De AMvB waarin nadere regels worden gesteld over deze samenwerking, wordt uitgewerkt
met maatschappelijke organisaties en wordt aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgehangen.
Verder wordt de informatievoorziening op de websites op elkaar afgestemd, en zijn
door het combinatieteam van de NCG en het IMG inmiddels enkele tientallen bewoners
benaderd voor een gezamenlijke behandeling van hun dossier.
Vraag 23
Staat u achter de conclusie in het bestuursakkoord dat «deze bestuurlijke afspraken
zijn primair gemaakt voor de bewoners en de veiligheid van de woningen in het aardbevingsgebied
in Groningen» en «in de communicatie erover staan de bewoners dan ook centraal»? Hoe
staat het met de aangekondigde verbeterde communicatie die zou worden uitgewerkt door
een kernteam communicatie? Bent u van mening dat de communicatie met gedupeerden nu
goed verloopt en gedupeerden weten waar ze aan toe zijn?
Antwoord 23
Ja. De basis voor heldere, consistente en persoonlijke communicatie over de bestuurlijke
afspraken ligt bij de lokale stuurgroepen waarin gemeenten, de NCG en woningcorporaties
samenwerken. De bewonersbegeleiders van de NCG zijn daarbij de spil in de persoonlijke
communicatie. Een Kernteam Communicatie bewaakt dat de communicatie tijdig de juiste
opvolging krijgt, consistent is en het perspectief voor eigenaren met elke stap duidelijker
wordt. Daarnaast ontwerpt het kernteam een communicatiecampagne over het onderdeel
van de subsidieregeling voor woningverbetering voor de eigenaren in categorie E1.
Deze campagne zal in de tweede helft van juni a.s. starten, met het oog op het openstellen
dit onderdeel van de subsidieregeling per 1 juli a.s. Ook ontwikkel ik samen met de
NCG een monitor om tweemaal per jaar de tevredenheid van de bewoners in de versterkingsopgave
te kunnen volgen, aan de hand waarvan onder meer kan worden beoordeeld of de verbeteringen
in de communicatie het gewenste effect hebben en op welke onderdelen moet worden bijgestuurd.
Ik ben voornemens de eerste rapportage na deze zomer aan te bieden.
Vraag 24 en 25
Hoe staat het met de belofte uit het bestuursakkoord dat «met deze bestuurlijke afspraken
wordt beoogd de versterkingsopgave te versnellen»? Hoe staat het met de belofte uit
het bestuursakkoord dat met deze afspraken de versterkingsopgave «beheersbaar en uitvoerbaar»
gemaakt? Heeft de indeling in weer nieuwe blokken, clusters en categorieën voor bewoners
bijgedragen aan meer zekerheid en duidelijkheid?
In de persconferentie bij de presentatie van het bestuursakkoord beloofde het kabinet
dat inwoners hiermee «echte keuzes» «duidelijkheid» «regie» en «perspectief» zou worden
gegeven, bent u van mening dat hier al voldoende voor is gezorgd? Kunt u uw antwoord
toelichten? Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar hoe bewoners
dit zelf zien?
Antwoord 24 en 25
De uitvoering en uitwerking van de bestuurlijke afspraken is op dit moment in volle
gang. Zo krijgen bewoners die de keuze voorgelegd hebben gekregen hun woning te laten
herbeoordelen naar nieuwe inzichten, hiermee meer regie op het versterkingsproces
van hun woning. Ook is de verwachting dat met het implementeren van de nieuwe inzichten
en de typologie-aanpak bewoners sneller duidelijkheid krijgen over het versterkingsproces
van hun woning. De komende maanden treden verschillende aspecten van de bestuurlijke
afspraken daadwerkelijk in werking. Vanaf dat moment zullen bewoners de effecten hiervan
daadwerkelijk gaan merken. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 23 al aangaf, ben ik
daarnaast voornemens om tweemaal per jaar de tevredenheid van bewoners te monitoren.
Daarin zullen de verschillende bestuurlijke afspraken een nadrukkelijke rol krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.