Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Sociaal sekswerker hunkert naar erkenning: ‘Mensen met een beperking hebben ook behoeften en fantasieën’’
Vragen van de leden Wiersma en Tellegen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Sociaal sekswerker hunkert naar erkenning: «Mensen met een beperking hebben ook behoeften en fantasieën»» (ingezonden 3 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Sociaal sekswerker hunkert naar erkenning: «Mensen
met een beperking hebben ook behoeften en fantasieën»»?1
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat sekswerk een normaal beroep is en ook op die manier moet
worden gezien en georganiseerd?
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat seksverzorgenden een belangrijke vorm van ondersteuning
kunnen bieden aan mensen met een beperking en dat een mogelijk taboe hierop onwenselijk
is?
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van hoeveel mensen dit type werk doen en hoeveel mensen
dit type ondersteuning nu afnemen?
Vraag 5
Kunt u inzicht geven in welke verschillende typen verzorging van elkaar zijn te onderscheiden
en in hoeverre daar bijvoorbeeld ook een opleiding voor gevolgd wordt? Is op dit laatste
punt ook overleg met bijvoorbeeld het onderwijsveld, voor het faciliteren van opleiding
en training?
Vraag 6
In hoeverre is dit type ondersteuning vergunningsplichtig, of geldt hier een verbijzondering?
En onder welke wet- en regelgeving valt dit type ondersteuning? Hoe wordt dit gefinancierd?
Vraag 7
Begrijpt u de in het artikel geciteerde reactie van de voormalige Minister van Gehandicaptenzaken
Rick Brink, waarin hij stelt dat een voorstel zoals het verbod op betaalde seks mensen
met een beperking de mogelijkheid op een volwaardig seksleven ontneemt?
Vraag 8
Kunt u inzicht geven in de manier waarop deze vorm van ondersteuning op dit moment
mogelijk is binnen alleen bestaande hulp- en verzorgingsarrangementen? Kunt u daarbij
onderscheid maken tussen de verschillende typen regelingen, zowel centraal als decentraal,
die hiervoor kunnen worden aangewend?
Vraag 9
Herkent u het beeld dat de mate waarin sociaal sekswerk nu wordt gefaciliteerd, afhangt
van de gemeente waar je woont? Bent u het ermee eens dat op dit punt de behoefte aan
ondersteuning leidend moet zijn?
Vraag 10
Bent u het er voorts mee eens dat dit type werk en dit type ondersteuning van belang
is voor mensen met een beperking en ook als zodanig moet worden behandeld? En bent
u bereid om in dat kader ook verder onderzoek te doen of en hoe deze vorm van ondersteuning
beter dient te worden georganiseerd?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
O.C. Tellegen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.