Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Teunissen en Wassenberg over CO2-uitstoot van bodemberoerende visserij, die even hoog is als de luchtvaartindustrie
Vragen van de leden Teunissen en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat over CO2-uitstoot van bodemberoerende visserij, die even hoog is als de luchtvaartindustrie (ingezonden 13 april 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 2 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2611.
Vraag 1
Kent u het bericht «Trawlervisserij brengt evenveel CO2 in de atmosfeer als luchtvaartindustrie»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2 en 3
Is het bij u bekend dat het gebruik van sleepnetten in de visserij de zeebodem dusdanig
verstoort dat dit leidt tot een CO2-uitstoot die even groot is als die van de wereldwijde luchtvaart?
Beaamt u dat de hoeveelheid CO2 die jaarlijks vrijkomt als gevolg van zeebodemverstoringen circa 1 gigaton bedraagt?
Antwoord 2 en 3
In het artikel van Nature waar naar wordt verwezen in het bericht «Trawlervisserij
brengt evenveel CO2 in de atmosfeer als luchtvaartindustrie» wordt beschreven dat het omwoelen van de
bodem resulteert in een opname van koolstof in de waterkolom. Welk deel hiervan uiteindelijk
als CO2 wordt uitgestoten naar de atmosfeer is onbekend. Of de jaarlijkse CO2 die vrijkomt door bodemberoering circa 1 gigaton bedraagt kan ik niet met zekerheid
bevestigen.
Vraag 4
Wordt de CO2-uitstoot die vrijkomt als gevolg van zeebodemverstoring door sleepnetten meegenomen
in de nationale CO2-uitstoot van het land onder wiens vlag gevaren en gevist wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, dat wordt niet meegenomen in de nationale CO2-uitstoot aangezien het onbekend is welk deel van de koolstof die door het omwoelen
van de bodem in de waterkolom terecht komt uiteindelijk als CO2 wordt uitgestoten naar de atmosfeer en de rapportage richtlijnen van de IPCC daar
geen methode voor voorschrijven.
Vraag 5
Klopt het dat de CO2-uitstoot als gevolg van internationale scheepvaart niet meegerekend wordt bij de
CO2-uitstoot van het vlagland waar het schip geregistreerd is?
Antwoord 5
Het verbruik van bunkerbrandstoffen wordt wel gerapporteerd maar niet aan individuele
landen toegerekend.
Vraag 6
Bent u bereid om te onderzoeken hoeveel de Nederlandse bodemberoerende visserij in
binnen- en buitenland bijdraagt aan de Nederlandse CO2-uitstoot? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 6
Ik zal in overleg met de Staatssecretaris van EZK met Nederlandse kennisinstellingen
de mogelijkheden verkennen om de aard en ernst van bodemberoering als bron van CO2-uitstoot te duiden op basis van literatuur en/of aanvullend onderzoek. De resultaten
hiervan kunnen dan bij toekomstige IPCC-rapportages worden meegenomen.
Naast een onbekende bijdrage van Nederlandse bodemberoerende visserij aan CO2-uitstoot door bodemberoering, stoot de visserij als gevolg van brandstofverbruik
door motoren CO2 uit. De sluiting van natuurgebieden en windparken zullen het gedrag van vissers beïnvloeden
en daarmee ook de CO2-uitstoot. Op dit moment is daarover nog veel onbekend. Over de visserijmaatregelen
uit het Noordzeeakkoord zal ik de Tweede Kamer vóór de zomer informeren bij de actualisatie
van de kottervisie. Daarbij zal ik ook aandacht besteden aan mogelijke gevolgen voor
de CO2-uitstoot door brandstofverbruik.
Vraag 7
Bent u bereid om de CO2-uitstoot als gevolg van bodemberoerende visserij mee te nemen in de nationale CO2-uitstoot? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 7
De uitstoot door het omwoelen van de bodem wordt niet meegenomen in de nationale CO2-uitstoot aangezien het onbekend is welk deel van de koolstof die door het omwoelen
van de bodem in de waterkolom terechtkomt uiteindelijk als CO2 wordt uitgestoten naar de atmosfeer en de rapportage richtlijnen van de IPCC daar
geen methode voor voorschrijft.
De uitstoot door de motoren binnen de 12-mijlszone wordt reeds meegenomen in de nationale
CO2-uitstoot. De uitstoot door de motoren buiten de 12-mijlszone wordt conform mondiale
afspraken niet tot de nationale CO2-uitstoot gerekend.
Vraag 8
Bent u bereid om in Europa actief op te roepen tot het registreren van de CO2-uitstoot van bodemberoerende visserij in de nationale CO2-uitstoot? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Op basis van mondiale afspraken wordt door het omwoelen van de bodem niet gerekend
tot de nationale CO2-uitstoot. Er wordt echter gewerkt aan de verdere beperking van CO2-uitstoot door scheepvaart, waaronder visserij. Ik verwijs ook naar de beantwoording
van vraag 7 bij de vragen van het lid Futselaar.
Vraag 9
Bent u bereid om tenminste 30% van de Nederlandse oceanen te beschermen tegen bodemberoerende
visserij? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 9
Er bestaat op basis van internationaal zeerecht geen grondslag voor Nederland om eenzijdig
oceanen te beschermen. Nederland kan alleen eenzijdig gebieden beschermen in het eigen
zeegebied. Visserijbeperkende maatregelen in de Exclusieve Economische Zone kunnen
alleen getroffen worden via het Europese Gemeenschappelijk Visserijbeleid.
In het Noordzeeakkoord zijn afspraken gemaakt over beschermde gebieden in de Nederlandse
Noordzee. In 2023 is 13,7% van waardevolle ecologische gebieden in de Nederlandse
Noordzee gevrijwaard van bodemberoering door visserij. Dit loopt op naar 15% in 2030.
De afspraken uit het Noordzeeakkoord zijn voor mij het uitgangspunt en de uitwerking
van deze afspraken is gestart.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.