Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tjeerd de Groot en Paternotte over de brandbrief van de Ondernemingsraad KDS en het FNV over het stijgend aantal besmettingen in slachthuizen en het niet naleven van de coronamaatregelen
Vragen van de leden Tjeerd de Groot (D66) en Paternotte (D66) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brandbrief van de Ondernemingsraad KDS en het FNV over het stijgend aantal besmettingen in slachthuizen en het niet naleven van de coronamaatregelen (ingezonden 12 april 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 1 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 2355.
Vraag 1
Herkent u het beeld dat medewerkers die in de voedingsmiddelenindustrie werkzaam zijn
toenemende zorgen hebben over hun gezondheid en die van hun naasten?
Antwoord 1
Uit de brief van de OR van KDS maak ik op dat een aantal KDS medewerkers toenemende
zorgen hebben geuit over hun gezondheid en die van hun naasten. Ik herken niet dat
die zorgen breed gedeeld worden bij medewerkers in de voedingsmiddelenindustrie.
Vraag 2
Herkent u de genoemde signalen over slachtpersoneel dat te dicht op elkaar en op personeel
van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) en Kiwa CBS staat, en over dierenartsen
van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die de anderhalve meter afstand
niet respecteren? Zo nee, hoe verklaart u dat deze signalen u niet hebben bereikt?
Zo ja, wat heeft u hiertegen ondernomen?
Antwoord 2
De NVWA heeft op basis van Arboveiligheidsanalyses een pakket aan maatregelen genomen
om ervoor te zorgen dat de medewerkers van zowel de NVWA als KDS en Kiwa CBS hun werk
in slachthuizen coronaveilig uit kunnen oefenen. Knelpunten op bedrijfslocaties zijn
geïnventariseerd en maatregelen zijn genomen. Met bedrijven die zich niet houden aan
de voorschriften of aan de afspraken met de NVWA, wordt het gesprek aangegaan en wordt
zo nodig door middel van de zogenaamde escalatieladder een waarschuwing gegeven. Ook
kan het werk tijdelijk worden gestaakt. Een recent voorbeeld hiervan is het staken
van toezicht bij een slachthuis in Apeldoorn op 22 april 2021. Deze handelwijze blijkt
in de praktijk effectief te zijn om ongewenste situaties snel te laten aanpassen.
Bij niet-naleving van coronamaatregelen worden signalen gedeeld met de Inspectie SZW
en, indien van toepassing, bij het Samenwerkingsplatform «Arbeidsmigranten en COVID-19».
In het geval van het niet-naleven van de coronamaatregelen bij een slachthuis in Apeldoorn
is zowel bij Inspectie SZW als bij het Samenwerkingsplatform «Arbeidsmigranten en
COVID-19» melding gemaakt. Daarbij is na bezoek van de locatie het toezicht gestaakt.
De Veiligheidsregio heeft – mede namens de NVWA, Inspectie SZW, gemeente, GGD en het
LOT-C met het Samenwerkingsplatform «Arbeidsmigranten en COVID-19» – per brief van
26 april 2021 de directie aangegeven aan welke voorwaarden van de toezichthouders
en de GGD moet worden voldaan voordat weer tot opening kan worden overgegaan. Na een
schouw op 28 april jl. is het werk op 29 april jl. weer hervat met alleen de negatief
geteste medewerkers. Daarnaast is in overleg met de GGD op de bedrijven een teststraat
ingericht. Tenslotte zijn er door het bedrijf extra toezichthouders aangesteld die
toezien op het handhaven van de coronamaatregelen. Op 4 mei 2021 is bij een inspectie
door de Inspectie SZW echter geconstateerd dat geen of onvoldoende opvolging heeft
plaatsgevonden van zaken die tijdens genoemde schouw op 28 april jl. zijn besproken.
Hierop heeft de Inspectie SZW handhavend opgetreden. Vanuit de NVWA en KDS is eenzelfde
beeld teruggekoppeld in het integrale afstemmingsoverleg van genoemde partijen. Deze
bevindingen hebben geleid tot een brief aan het bedrijf. De VanDrie Group, waar slachthuis
ESA in Apeldoorn onderdeel van uitmaakt, heeft vervolgens zelfstandig besloten per
5 mei 2021 de activiteiten bij ESA te staken, omdat het bedrijf meer tijd nodig had
om beschermende maatregelen adequaat in te voeren. Na doorvoeringen van enkele maatregelen,
die onder andere toezien op het opleiden en aansturen van ingehuurde corona-toezichthouders
en aanpassingen in gangpaden, kleedruimtes, productieafdelingen en hygiënesluizen,
zijn de werkzaamheden op 6 mei 2021 weer opgestart. De bevoegde partijen monitoren
gezamenlijk de situatie nauwgezet en stemmen verdere acties, waaronder het inroepen
van artikel 58l (zorgplicht besloten plaatsen) van de Wet publieke gezondheid, indien
noodzakelijk af.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de uitspraak dat «slachtpersoneel tegen het KDS/CBS-personeel loopt
te schuren» en «oneigenlijk gebruik maakt van de werkplek van het KDS en CBS personeel»?
Antwoord 3
Als dit het geval zou zijn, dan zou ik dat onwenselijk vinden. In de beantwoording
van vraag 2 heb ik aangegeven welke maatregelen de NVWA neemt met betrekking tot zorg
voor haar personeel en die voor KDS en Kiwa CBS. Ook hier geldt dat waar de aandacht
voor naleving van coronamaatregelen verslapt, de NVWA en KDS maatregelen kunnen nemen,
en dat ook doen wanneer er aanleiding toe is. Daarom is het ook belangrijk dat het
slachthuis als werkgever voldoende toezicht houdt op de naleving van de coronamaatregelen
door medewerkers op de werkvloer.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u dat slachtpersoneel en leidinggevenden in slachthuizen zonder mondkapje
te werk gaan of onjuist gebruik maken van mondkapjes?
Antwoord 4
De NVWA gaat af op criteria met betrekking tot mondneusmaskers zoals opgesteld door
de Inspectie SZW. Indien er zich incidenten voordoen, past de NVWA de maatregelen
toe zoals weergegeven in het antwoord op vraag 2 en wordt het signaal gedeeld met
de Inspectie SZW. Waar nodig intervenieert de Inspectie SZW ook op dit punt.
Vraag 5
Hoe legt u uit dat nog steeds sprake is van «geen of ontoereikende controle door dierenartsen
NVWA» en dat zij «onvoldoende optreden als het gaat om handhaving van RIVM-maatregelen»?
Antwoord 5
Op grond van de Arbeidsomstandighedenwetgeving is de werkgever verplicht om te zorgen
voor gezonde en veilige werkomstandigheden, waaronder de naleving van de coronamaatregelen.
De NVWA bekijkt ter plaatse dus of haar medewerkers het werk gezond en veilig kunnen
doen. Als dat niet het geval is, dan wordt – zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven
– de escalatieladder ingezet.
De NVWA handelt vanuit haar werkgeversverantwoordelijkheid voor de veiligheid van
haar eigen personeel en dat van KDS en Kiwa CBS. Het staken van het toezicht op 22 april
2021 bij een slachthuis in Apeldoorn is een recent voorbeeld van hoe de NVWA hier
invulling aan geeft.
Vraag 6
Hoe gaat u borgen dat in de toekomst de werkplekken wel voldoende worden schoongemaakt
en de hygiënemaatregelen worden nageleefd?
Antwoord 6
Voor zover het schoonmaken van werkplekken en het naleven van hygiënemaatregelen samen
hangen met het coronaveilig uitvoeren van werkzaamheden door medewerkers van zowel
de NVWA als KDS en Kiwa CBS verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Wat vindt u van het feit dat medewerkers met klachten niet naar huis worden gestuurd
of zelfs niet naar huis durven te gaan, ondanks het feit dat deze signalen begin vorig
jaar ook al werden gemeld? Wat gaat u hiertegen doen op korte termijn?
Antwoord 7
Als een werknemer ziek is, dan dient deze onder de huidige omstandigheden, waarbij
het beleid gericht is op het voorkomen van verspreiding van het coronavirus, thuis
te blijven. Werknemers hebben op basis van de Arbeidsomstandighedenwet niet alleen
recht op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden, maar daarnaast ook de plicht om
naar vermogen zorg te dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid en die van de
andere betrokken personen. Ook wanneer medewerkers negatief zijn getest voor COVID-19,
moeten zij zich ziek kunnen melden wanneer dat nodig is voor hun gezondheid.
Vraag 8 en 9
Hoe beoordeelt u de uitspraak dat door de directie KDS en de NVWA «wordt weggekeken»
en dat de GGD’s en de Inspectie SZW «om de tuin worden geleid»?
Deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk is?
Antwoord 8 en 9
Deze uitspraak is aan de opstellers van de brief. Als dit het geval zou zijn, dan
zou ik dat inderdaad onwenselijk vinden. Uit recente voorbeelden, zoals de situatie
in het slachthuis in Apeldoorn die in het antwoord op vraag 2 wordt benoemd, blijkt
dat wel degelijk wordt opgetreden als een situatie niet voldoet. Dat geeft aan dat
er dus niet wordt weggekeken, dat zowel de NVWA als de Inspectie SZW en andere bevoegde
partijen de situatie serieus nemen en dat zij ook daadwerkelijk optreden tegen bedrijven
die de coronamaatregelen op de werkvloer niet naleven.
Vraag 10
Gaat u stappen ondernemen om te voorkomen dat mensen van het ene naar het andere bedrijf
worden «gesleept», waardoor de verspreiding van het virus in de hand wordt gewerkt?
Antwoord 10
Werkgevers dienen terughoudend te zijn in het verplaatsen van medewerkers tussen verschillende
locaties. KDS heeft aangegeven dat de medewerkers van de KDS een vaste standplaats
hebben waar zij werken. Het komt voor dat vanwege het opvangen van verzuim medewerkers
op een andere locatie worden ingezet. Daarnaast is het voor het op peil houden van
de kwaliteit van keuren nodig dat de keuringsmedewerkers regelmatig de verschillende
diersoorten te keuren. Medewerkers worden dan ook eens in de zoveel tijd op andere
diersoorten ingepland om hun kwalificaties op peil te houden. Dat is een vereiste
die voortkomt uit de accreditatie en wordt jaarlijks getoetst door de Raad voor Accreditatie.
Dit kan op een andere locatie dan de standplaats zijn. Dit gebeurt in overleg met
de betreffende medewerkers.
Vraag 11
Hoe is het mogelijk dat een jaar na het uitbreken van de coronapandemie nog steeds
dergelijke signalen binnenkomen, ondanks het feit dat de Kamer meermaals heeft aangedrongen
op een veilige werkwijze in slachthuizen?
Antwoord 11
De werkgevers dienen adequate beheersmaatregelen tegen besmettingsrisico’s op de werkvloer
te nemen en uitvoering te geven aan voorlichting en toezicht, zodat medewerkers de
coronamaatregelen ook daadwerkelijk naleven. In voorkomend geval plegen de toezichthouders
interventies die zij nodig en effectief achten, zoals blijkt uit het recente voorbeeld
van het slachthuis in Apeldoorn.
Vraag 12
Welke stappen gaat u zetten om zorg te dragen dat daadwerkelijk een veilige omgeving
wordt gecreëerd in de voedingsmiddelenindustrie?
Antwoord 12
Er zijn in het afgelopen jaar op verschillende terreinen stappen gezet die moeten
bijdragen aan een veilige werkomgeving in de voedingsmiddelenindustrie. De bedrijven
en organisaties zijn primair verantwoordelijk voor het naleven van de wet- en regelgeving
onder andere op het gebied van gezond en veilig werken.
Per 1 september 2020 is het Samenwerkingsplatform «Arbeidsmigranten en COVID-19» (verder:
Samenwerkingsplatform) en de Landelijke regietafel operationeel. Het Samenwerkingsplatform
bij het LOT-C is ingericht als tijdelijke hulpstructuur om op landelijk niveau afstemming
tussen operationele partners te realiseren. Het doel van het platform is het voorkomen
en beperken van de verspreiding van het COVID-19-virus binnen of door de doelgroep
arbeidsmigranten die in Nederland wonen en werken. In het platform werken de veiligheidsregio’s,
de GGD en het RIVM samen met landelijke toezichthouders als de Inspectie SZW en de
NVWA. Afhankelijk van de situatie kunnen andere toezichthouders worden toegevoegd.
Het Samenwerkingsplatform heeft als taken:
• Het verzamelen, analyseren en delen van informatie van de operationele partners om
sectoren met een hoog risico op besmetting met het coronavirus te identificeren;
• Het coördineren van preventieve acties om potentiële brandhaarden in risicosectoren
te voorkomen;
• Het voorbereiden, met respect voor de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de
verschillende partijen, van een gecoördineerde inzet op het regionale niveau. Dit
om snel te kunnen optreden bij een uitbraak in een bedrijf of een sector zoals recent
bij slachterijen;
• Het onderhouden van contacten met buitenlandse autoriteiten, in het bijzonder de Duitse
regionale overheden, gezien de grensoverschrijdende aspecten van arbeidsmigratie.
In voorkomend geval plegen de toezichthouders interventies die zij nodig en effectief
achten. Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 2. Naar aanleiding van de aangenomen
motie van de leden Klaver en Ouwehand1 op 22 april 2021 is het voorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid aan
uw Kamer gestuurd is. Daarmee wordt het mogelijk gemaakt om locaties, zoals slachterijen,
te kunnen sluiten bij een uitbraak van het coronavirus. Met dit wetsvoorstel wordt
de burgemeester bevoegd om tot sluiting over te gaan, op advies van de GGD.
Vraag 13
Kunt u toezeggen dat u alles op alles zal zetten om een veilige werkomgeving voor
deze mensen te creëren? Zo ja, wat gaat u anders doen dan u het afgelopen jaar heeft
gedaan?
Antwoord 13
Zoals aangegeven in de stand van zakenbrief COVID-192 van 11 mei jl. van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan uw Kamer
neemt de NVWA de signalen van de OR van KDS serieus en is de NVWA hierover intensief
in gesprek met de directie van KDS. De NVWA blijft met KDS samen, ieder vanuit de
eigen verantwoordelijkheid als werkgever, optrekken om de werkomstandigheden veilig
te houden en concrete knelpunten te adresseren en op te pakken.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 heeft de NVWA op basis van arboveiligheidsanalyses
een pakket aan maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de medewerkers van zowel
de NVWA als KDS en Kiwa CBS coronaveilig hun werk in slachthuizen uit kunnen oefenen.
Knelpunten op bedrijfslocaties zijn geïnventariseerd en maatregelen zijn genomen.
Met bedrijven die zich niet houden aan de RIVM-voorschriften of aan de afspraken met
de NVWA wordt het gesprek aangegaan. Ook wordt zo nodig door middel van de zogenaamde
escalatieladder een waarschuwing gegeven of wordt het werk tijdelijk gestaakt. Een
recent voorbeeld hiervan is het staken van toezicht bij een slachthuis in Apeldoorn
op 22 april 2021. Deze handelwijze blijkt in de praktijk effectief te zijn om ongewenste
situaties snel te laten aanpassen.
Vraag 14
Bent u bereid in te grijpen bij de genoemde situaties, bijvoorbeeld door slachthuizen
tijdelijk te sluiten?
Antwoord 14
Ja, ik verwijs u ook naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 15
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 15
Ik heb mij ingespannen uw vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.