Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op Vragen van het lid Van Baarle over het nieuwsbericht 'Gluurapparatuur» in trek door thuiswerken, vakbonden bezorg'
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het nieuwsbericht ««Gluurapparatuur» in trek door thuiswerken, vakbonden bezorgd» (ingezonden 15 april 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 31 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwsbericht ««Gluurapparatuur» in trek door thuiswerken, vakbonden
bezorgd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de vakbonden FNV en CNV over de toegenomen controle van werknemers
nu zij (verplicht) thuis moeten werken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Vertrouwen tussen werkgever en werknemer is de basis voor een goede arbeidsrelatie.
Het is in sommige gevallen toegestaan om werknemers te controleren, maar hieraan zijn
wel strikte voorwaarden gesteld om de privacy van werknemers te waarborgen. Bijvoorbeeld
als mensen in toenemende mate thuis of op afstand werken.
Zo moet de werkgever goed beargumenteren waarom het noodzakelijk is om werknemers
te controleren. De werkgever moet ook beargumenteren waarom het bedrijfsbelang zwaarder
weegt dan het belang van de werknemer, namelijk het recht op privacy. Ook dient de
werkgever de werknemer vooraf te informeren dat er gecontroleerd kan worden. Daarnaast
heeft een ondernemingsraad (OR) op grond van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR)
instemmingsrecht ten aanzien van voorgenomen besluiten van de ondernemer inzake regelingen
betreffende personeelsvolgsystemen en omtrent het verwerken en de bescherming van
persoonsgegevens van de personen die in de onderneming werkzaam zijn.
De belangrijkste voorwaarden voor de controle op werknemers zijn vastgelegd in de
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Op
de website van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is een overzicht van en toelichting
op alle voorwaarden te vinden.2
Het maakt niet uit of het werk thuis of op de werkplek plaatsvindt. De regels voor
controle van werknemers zijn in beide gevallen gelijk. De werkgever mag de werknemer
dus niet opeens intensiever monitoren omdat het werk vanuit huis wordt uitgevoerd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de burger, bovenop de mobiliteitsbeperkende
coronamaatregelen, ook thuis privacy en autonomie kwijtraakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het is belangrijk dat werknemers en werkgevers het gesprek aangaan over de gevolgen
van de coronamaatregelen voor het werk. Vertrouwen tussen werkgever en werknemer is
de basis voor een goede arbeidsrelatie. Zoals hiervoor aangegeven is het in sommige
gevallen toegestaan om werknemers te controleren, maar hieraan zijn wel strikte voorwaarden
gesteld om de privacy van werknemers te waarborgen. De werkgever moet voldoen aan
diverse voorwaarden voor het controleren van zijn werknemers (zie het antwoord op
vraag twee). Daarnaast is het belangrijk om aandacht te hebben voor het gebruik en
de uitwerking van de controlesystemen en hoe werknemers dit ervaren.
Vraag 4
Verwacht u dat thuiswerken ook na Corona in grote mate blijft bestaan? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Voorlopig is het dringende advies van de overheid om thuis te blijven werken waar
dat kan, om het aantal contacten en of verplaatsingen te beperken en op deze manier
het coronavirus eronder te krijgen. Maar er komt een moment dat we weer een keuze
hebben om (deels) op de werkplek te gaan werken. Het is onzeker hoe werkgevers en
werknemers na de coronacrisis invulling gaan geven aan hybride werken. Er zitten namelijk
voor- en nadelen aan hybride werken. Verschillende onderzoeken3 lijken er wel op te wijzen dat werknemers die hun werk thuis goed kunnen doen, in
de toekomst één tot drie dagen per week thuis willen werken.
Het is goed dat de vakbonden met de signalen die zij ontvangen alvast het gesprek
aangaan met werkgevers. over de mogelijke gevolgen hiervan. Om werkgevers en werknemers
hierbij te ondersteunen heeft het demissionaire kabinet eind maart jl. de SER om een
breed advies gevraagd over de toekomst van hybride werken.4 Met hybride werken wordt de combinatie van thuiswerken en werken op locatie (bijvoorbeeld
op kantoor) bedoeld. Met het advies van de SER in de hand kan het nieuwe kabinet een
Agenda voor de toekomst van hybride werken vormgeven. Het doel van deze agenda is
dat de samenleving, werkgevers, werknemers, het kabinet en andere relevante partijen
beter kunnen anticiperen op de ontwikkelingen rond hybride werken na de coronacrisis.
Vraag 5
Heeft u het risico op meer wantrouwen bij de werkgever als gevolg van meer thuiswerken
van de werknemer voorzien? Zo ja, welke maatregelen zijn er genomen om dit risico
te ondervangen?
Antwoord 5
Het vele thuiswerken levert zowel voor werkgevers als werknemers naast kansen ook
uitdagingen op. Dat is niet altijd makkelijk. Het is daarom van groot belang dat zij
in deze situatie goed met elkaar in gesprek blijven en elkaar vertrouwen. Het dringende
advies om zoveel mogelijk thuis te werken was en is van groot belang om het aantal
coronabesmettingen te beperken. Thuiswerken beperkt immers het aantal contacten en
reisbewegingen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag twee gelden bij thuiswerken
dezelfde voorwaarden voor de controle van werknemers als op de werkplek.
Vraag 6
Is er al een wettelijk regime over wat wel en niet mag met betrekking tot monitoring
van thuiswerkers door werkgevers? Zo nee, moet daar dan niet een wettelijk regime
voor ontwikkeld worden?
Antwoord 6
Ja, er is een wettelijk regime. Zie het antwoord op vraag twee.
Vraag 7
Deelt u de mening van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) dat de werkgever eerst de
noodzakelijkheid en proportionaliteit moet kunnen onderbouwen, en ook eerst andere
mogelijkheden moet hebben verkend voor zij overgaan op monitoring via Spyware? Zo
nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, gebeurt dit voldoende?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag twee is vertrouwen tussen werkgever en werknemer
de basis voor een goede arbeidsrelatie. Het is in sommige gevallen toegestaan om werknemers
te controleren, maar hieraan zijn wel strikte voorwaarden gesteld om de privacy van
werknemers te waarborgen. Onderdeel van deze voorwaarden is dat de werkgever goed
moet beargumenteren waarom het noodzakelijk is om werknemers te controleren. Vaak
kan een werkgever ook op een minder ingrijpende manier controleren dan via digitale
monitoring. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over wat een werknemer moet doen
op een dag en hoe de werknemer zich daarover kan verantwoorden. De AP heeft er geen
zicht op of het maken van deze afwegingen in de praktijk ook voldoende gebeurt.
Vraag 8
Wat gaat u doen om het gebruik verregaande digitale controle door werkgevers te ontmoedigen?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag twee is het de werkgever soms toegestaan
om zijn werknemers te controleren. Werkgevers moeten zich daarbij houden aan diverse
voorwaarden, zodat de privacy van werknemers gewaarborgd is. Het is aan werkgevers
en werknemers gezamenlijk om goede afspraken te maken over de eventuele (digitale)
controle en daar invulling aan te geven. Daarin heb ik geen rol.
Als een werknemer vermoedt dat de (digitale) controle niet in overeenstemming is met
de geldende voorwaarden kan hij hierover eerst in gesprek gaan met zijn werkgever.
Ook kan hij hiervoor terecht bij de ondernemingsraad of de vertrouwenspersoon, indien
aanwezig. Ook kan er een melding worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
In het uiterste geval heeft de werkgever of de werknemer de mogelijkheid om naar de
kantonrechter te stappen als binnen de arbeidsrelatie geen overeenstemming bereikt
kan worden over de mate waarin of de wijze waarop het controleren van de werknemer
door de werkgever plaatsvindt.5
Vraag 9
Hoeveel meldingen zijn er bij de AP over controle op thuiswerken gedaan en hoe zijn
deze meldingen afgehandeld?
Antwoord 9
Er zijn in 2020 veertien klachten ontvangen in de periode 1 januari tot en met 1 december.
Drie daarvan zijn afgehandeld. Voor één van deze klachten is een gesprek gevoerd met
de organisatie om uit te leggen wat de regels zijn. Voor een andere klacht heeft de
AP de burger erop gewezen welke stappen hij/zij zelf in eerste instantie kan nemen
richting de organisatie om het probleem op te pakken. 11 klachten worden nog door
de AP bekeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.