Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bergkamp en Paternotte over het artikel ''Dit is oorlog': het internationale netwerk van christelijke fundamentalisten achter het Poolse abortusverbod'
Vragen van de leden Bergkamp en Paternotte (beiden D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel ««Dit is oorlog»: het internationale netwerk van christelijke fundamentalisten achter het Poolse abortusverbod» (ingezonden 30 november 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
31 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1122.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ««Dit is oorlog»: het internationale netwerk van christelijke
fundamentalisten achter het Poolse abortusverbod»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de fundamentalistische organisaties zoals TFP en Ordo Iuris en geldstromen
achter de aanval op vrouwenrechten en de LHBTI-beweging in Europa, Rusland en de Verenigde
Staten?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
In hoeverre vindt u dat sommige opvattingen van deze organisaties, bijvoorbeeld waar
het gaat om abortus, niet in lijn zijn met de kernwaarden van onze samenleving?
Antwoord 3
Sommige opvattingen van de organisaties, zoals beschreven in het aangehaalde artikel,
zijn in strijd met de kernwaarde van het zelfbeschikkingsrecht. Er leven in ons land
verschillende opvattingen over abortus. De Wet afbreking zwangerschap, tot stand gekomen
na intensieve politieke en maatschappelijke debatten, doet recht aan het maatschappelijk
draagvlak en garandeert het recht van vrouwen op vrije toegang tot abortuszorg. Op
grond van de Wet afbreking zwangerschap is het de zwangere vrouw die uiteindelijk
zelf in vrijheid de beslissing neemt, uiteraard binnen de zorgvuldigheidsvereisten
van de wet.
Vraag 4 en 5
In hoeverre zijn deze organisaties ook in Nederland actief?
Zijn er Nederlandse organisaties die banden hebben met deze internationale fundamentalistische
organisaties? Zo ja, welke organisaties?
Antwoord 4 en 5
Dergelijke organisaties zijn ook in Nederland actief en er bestaan internationale
banden. Zo is de oprichting van de aan TFP gelieerde internationale organisatie Pro
Europa Christiana in 2009 gemeld op een conservatieve Nederlandse website en zijn
er ook in Nederland bijeenkomsten georganiseerd voor deze organisatie. Een meer direct
verband wordt gevonden in de in 2014 opgerichte conservatief-katholieke organisatie
Civitas Christiana. Civitas Christiana pleit voor het herstel van de christelijke
waarden van voor de Reformatie en, met de doorlopende campagne «Cultuur onder Vuur»,
voor het behoud van de Nederlandse identiteit. Daarbij richt de organisatie zich onder
meer tegen abortus, homoseksualiteit en de islam.
Vraag 6
In hoeverre vloeit er geld vanuit het buitenland naar Nederland om deze organisaties
in Nederland te ondersteunen?
Antwoord 6
Uit openbare bronnen kan opgemaakt worden dat Civitas Christiana geld vanuit het buitenland
ontvangt.2
De maatschappelijke en politieke discussie over ongewenste buitenlandse beïnvloeding
via financieringsstromen loopt al geruime tijd. Buitenlandse financiering van Nederlandse
organisaties is toegestaan. Het kabinet acht buitenlandse financiering ongewenst wanneer
deze gedragingen teweegbrengt of stimuleert die op gespannen voet staan met de democratische
rechtsorde, ook wel problematisch gedrag genoemd.3 Om onwenselijke beïnvloeding tegen te gaan, zet het kabinet een brede aanpak in waarover
uw Kamer geïnformeerd is in de beleidsreactie op Parlementaire Ondervragingscommissie
ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen4. Een van de maatregelen uit de brede aanpak is het wetsvoorstel Transparantie maatschappelijke
organisaties, welke op 23 november jl. bij uw Kamer is ingediend. Het wetsvoorstel
zorgt voor meer inzicht in financiële stromen vanuit het buitenland naar maatschappelijke
organisaties die in Nederland actief zijn. Momenteel wordt er gewerkt aan de beantwoording
van het door uw Kamer verzonden verslag.
Vraag 7
In hoeverre is hier volgens u sprake van ongewenste beïnvloeding?
Antwoord 7
Bij ongewenste buitenlandse beïnvloeding is sprake van een direct aanwijsbare actor.
Het gaat om beïnvloeding door buitenlandse actoren, statelijk én niet-statelijk, die
vanuit ideologische of politieke motieven in Nederland bepaalde maatschappelijke effecten
willen bewerkstelligen, die het kabinet onwenselijk acht.
Omtrent Civitas Christiana zou sprake kunnen zijn van ongewenste beïnvloeding. Er
zijn niet-statelijke buitenlandse actoren die deze Nederlandse organisaties steunen
om vanuit een ideologisch motief bepaalde maatschappelijke effecten te bewerkstellingen
die dit kabinet onwenselijk acht. Zo lijkt Civitas Christiana discriminatie op basis
van religie en seksuele oriëntatie te propageren, dit druist in tegen de principes
van onze rechtstaat en alles waar dit kabinet voor staat. Tegelijk kennen de opvattingen
van Civitas Christiana een zeer beperkt en stabiel draagvlak in de samenleving, lijken
de organisaties geen noemenswaardige effecten te bewerkstellingen, lijkt de buitenlandse
steun beperkt te zijn én is de causale link tussen buitenlandse steun en de activiteiten
van Civitas Christiana niet direct zichtbaar.
Daarbij wijst het kabinet diegenen die discriminatie op basis van religie of seksuele
oriëntatie door deze organisatie ervaren op de mogelijkheid daarvan melding en/of
aangifte doen. Op de website van de rijksoverheid wordt meer informatie gegeven over
de mogelijkheden hiertoe.5
Vraag 8
Ondersteunt de Europese Unie ook de feministische bewegingen die opkomen voor vrouwenrechten?
Zo ja, op welke wijze? Zo nee, wilt u zich hiervoor inzetten?
Antwoord 8
Ja, eind 2020 is er een politiek akkoord bereikt over het EU programma Rechten en
Waarden (2021–2027). Het programma beschikt over een budget van € 641,7 miljoen, aangevuld
met maximaal € 912 miljoen en richt zich onder andere op gendergelijkheid en anti-discriminatie.
Het programma ondersteunt het maatschappelijk middenveld en andere lokale, regionale,
nationale en transnationale belanghebbenden. Naar verwachting kunnen ook de betreffende
feministische bewegingen aanspraak maken op ondersteuning vanuit dit programma. Het
kabinet verkent nu de mogelijkheden om – rechtstreeks of via Europese koepelorganisaties
– organisaties gericht op vrouwenrechten en LHBTI rechten in relevante lidstaten te
assisteren in het aanvragen van steun uit dit programma.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.