Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Alkaya over de aanslagen in Mozambique en de rol van de Nederlandse overheid bij gaswinningsprojecten in deze regio
Vragen van de leden Jasper van Dijk en Alkaya (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën over de aanslagen in Mozambique en de rol van de Nederlandse overheid bij gaswinningsprojecten in deze regio (ingezonden 8 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens Minister Kaag (Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 28 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr.
2467.
Vraag 1
Bent u bekend met het hevige geweld tussen jihadisten en het regeringsleger in Mozambique,
dat inmiddels 2500 mensen het leven heeft gekost?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de zorgen van ngo’s als Both ENDS over de toekomst van de lokale
bevolking, die door ontwikkelingen en conflicten omtrent gasbaten uit haar woonomgeving
wordt verdreven en niet meedeelt in de opbrengsten van de gaswinning?2
Antwoord 2
Deze zorgen zijn mij bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat fossiele winningsprojecten door multinationals, naast dat zij
bijdragen aan klimaatopwarming, ook dikwijls als een magneet kunnen werken voor gewapende
conflicten en grove schendingen van mensenrechten?
Antwoord 3
Het kabinet ziet dat sociaaleconomische bijdrage van fossiele winningsprojecten afhankelijk
is van de specifieke context en het door het productieland gevoerde beleid. Risico’s
op versterking van gewapende conflicten en mensenrechtenschendingen kunnen in extreme
gevallen optreden maar zijn niet symptomatisch voor fossiele winningsprojecten.
Vraag 4
Bent u het eens dat de regering niet zou moeten meewerken aan de schadelijke exploitatie
van natuurlijke hulpbronnen, al helemaal niet in gebieden waar grote spanningen bestaan
tussen bevolkingsgroepen?
Antwoord 4
Het kabinet past bestaande beleidskaders zorgvuldig toe. Dat wil onder meer zeggen
dat vanuit de BHOS-begroting geen financiële ondersteuning wordt verstrekt voor exploitatie
van nieuwe voorraden olie en gas. Voor exportkredietverzekering geldt dat verzekeringsaanvragen
op basis van het nationale mvo-beleidskader van de ekv (dat is gebaseerd op internationale
standaarden) worden getoetst, waarbij het beleidskader is dat de Staat geen projecten
verzekert met onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu.
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van het feit dat Palma, waar het hoofdkwartier van de gasoperaties
ligt, vorige week door een jihadistische groepering is aangevallen?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u zich bewust van het feit dat Nederland momenteel een belangrijke rol speelt
in dit gebied met betrekking tot de gaswinning, vanwege de lopende exportkredietverzekering
voor baggerbedrijf Van Oord?
Antwoord 6
Nederland is inderdaad betrokken via de exportkredietverzekering bij dit gaswinningsproject.
Nederland is overigens relatief gezien een van de kleinere kredietverzekeraars in
dit project en verzekert, naast de exporteurspolis voor Van Oord, een relatief klein
deel van de totale projectfinanciering van de totale projectomvang van ongeveer 20
miljard dollar, gefinancierd door een breed consortium van internationale banken en
kredietverzekeraars.
Vraag 7
Vindt u het (moreel) verantwoord om deze exportkredietverzekering te verschaffen gezien
de recente ontwikkelingen in Mozambique?
Antwoord 7
De ekv is verstrekt op basis van een positieve beoordeling van de financiële risico’s
en de risico’s op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het project voldeed toentertijd
aan alle internationale standaarden. Door de recente ontwikkelingen is de situatie
verslechterd en is force majeure ingeroepen door projectleider Total. De Staat en
Atradius DSB volgen de situatie nauwgezet en zullen op passende wijze handelen binnen
de voorwaarden van de polissen en al naargelang waar de situatie om vraagt.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het «hoge risico van mensenrechtenschendingen» omtrent deze
potentiele exportkredietverzekering bij deze is bewezen en bevestigd?
Antwoord 8
Het is duidelijk dat in de regio sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen.
Het kabinet onderschrijft echter niet de stelling, voor zover de vragensteller dat
bedoelt, dat een causaal verband tussen mensenrechtenschendingen en de ekv is bewezen.
Vraag 9
Deelt u de mening dat hiermee een grens is bereikt en wilt u niet langer deelnemen
als verzekeraar in dit project? Zo nee, waar ligt wat u betreft de grens om niet langer
aan projecten deel te nemen vanwege mensenrechtenschendingen en aantasting van het
milieu?
Antwoord 9
De situatie in de regio is zeer ernstig geëscaleerd. De genoemde mensenrechtenschendingen
zijn echter begaan door extremistische opstandelingen en niet door het project of
de daarbij betrokken partijen. ADSB zal in lijn met het mvo-beleid van de ekv, zoals
gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 26 485, nr. 255), invloed uitoefenen om de zorgen op mvo-terrein te adresseren. Eveneens volgen de
Staat en Atradius DSB de situatie nauwgezet en zullen op passende wijze handelen binnen
de voorwaarden van de polissen al naargelang waar de situatie om vraagt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.