Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over negatieve spaarrente
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Financiën over negatieve spaarrente (ingezonden 3 mei 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 28 mei 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2861.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel Beleggersvoorman Paul Koster: «Wettelijk verbod op negatieve spaarrente» in de Telegraaf van 29 april 2021?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Ziet u het risico dat mensen massaal hun geld van de bank halen als de rente op hun
spaargeld negatief wordt?
Ziet u dat, als dit gebeurt, de financiële stabiliteit van ons bancaire stelsel nog
verder onder druk komt te staan?
Antwoord 2 en 3
Ik kan mij de zorgen van spaarders over de dalende rente goed voorstellen.
Mensen sparen onder meer voor hun oude dag, of voor hun (klein)kinderen. Voldoende
spaarbuffers vormen een belangrijke basis voor huishoudens om financiële zorgen te
vermijden. Een negatieve rente is niet iets wat spaarders voor ogen hadden toen zij
hun geld ooit naar de bank brachten. De verwachting bij sparen is juist dat een spaarbedrag
in de loop van de tijd in waarde groeit of in ieder geval gelijk blijft. We verwachten,
met andere woorden, dat sparen loont. Een mogelijke negatieve spaarrente staat daarmee
op gespannen voet. Gelukkig is die situatie in Nederland op dit moment voor gewone
spaarders niet aan de orde. In mijn brief2 uit 2019 over dit onderwerp refereerde ik al aan de gemiddelde depositowaarde en
de mediaan om aan te geven dat de meeste Nederlandse huishoudens geen negatieve rente
gerekend wordt: dat is nog steeds het geval. In 2019 betrof de gemiddelde depositowaarde
in Nederland € 40.800 en de mediaan lag op een waarde van € 13.900.3
In 2019 heeft DNB op mijn verzoek een analyse gemaakt van de lagerenteomgeving en
de gevolgen daarvan voor banken. Ik heb die analyse ook aan uw Kamer gestuurd.4 Daarin heeft DNB ook getracht de gevolgen van een eventuele negatieve spaarrente
op de financiële stabiliteit te inventariseren. In de analyse wordt gewezen op het
risico dat spaarders hun tegoeden onttrekken of verplaatsen door invoering van negatieve
spaarrentes. Als dit in groten getale gebeurt, vormt dit een bedreiging voor de financiële
stabiliteit. De effecten van een negatieve rente op de financiële stabiliteit laten
zich volgens DNB echter moeilijk kwantificeren. Vooralsnog zijn er geen signalen van
een grote uitstroom van deposito's bij Nederlandse banken die negatieve spaarrentes
zijn gaan hanteren of hebben aangekondigd dit te gaan doen. Uit beschikbare data blijkt
juist dat tegoeden op deposito's de afgelopen jaren significant zijn toegenomen, terwijl
de rentes daalden.5
Zoals ik schreef in de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Van Dijk
(CDA)6, heeft DNB laten weten bereid te zijn om op mijn verzoek haar analyse over de renteomgeving
en de gevolgen daarvan voor banken te actualiseren. Deze analyse zal ik deze zomer
samen met een geactualiseerd internationaal overzicht aan uw Kamer doen toekomen.
Vraag 4
Kunt u aangeven of u voor een verbod op negatieve rente bent, zoals in België het
geval is? Zo nee, wilt u overwegen dan tenminste een verbod uit te vaardigen voor
tegoeden lager dan honderdduizend euro?
Antwoord 4
In mijn eerdergenoemde brief aan uw Kamer schreef ik dat er in België geen sprake
is van een verbod op een negatieve rente.7 In de Belgische fiscale wetgeving geldt een vrijstelling in de inkomstenbelasting
voor spaardeposito’s die voldoen aan bepaalde voorwaarden, waaronder de voorwaarde
dat aan de houder van een spaardeposito geen debetrente wordt gevraagd. De spaardeposito’s
die banken in de praktijk aanbieden aan Belgische klanten voldoen in de meeste gevallen
aan deze fiscale voorwaarden. Banken kunnen echter ook (spaar)deposito’s aanbieden
die niet aan deze fiscale voorwaarden voldoen.8 Het gaat hier dus niet om een verbod.
Zoals ik hiervoor heb toegelicht hebben veruit de meeste spaarders op dit moment niet
te maken met een negatieve rente. Veel banken rekenen pas negatieve rente vanaf een
bepaalde drempelwaarde, bijvoorbeeld € 100.000 of € 150.000. Ik heb daarnaast in mijn
brief aan uw Kamer van 5 december 2019 genoemd dat mijn indruk is dat Nederlandse
banken de nadelen van negatieve rente voor gewone spaarders en de zorgen die hierover
leven scherp op het netvlies hebben. Uit hun publieke opmerkingen maakte ik op dat
zij niet van plan zijn om in de voorzienbare toekomst over te gaan tot het rekenen
van een negatieve rente aan gewone spaarders en dat zij goed oog hebben voor het grote
belang van financiële stabiliteit. Mijn beeld is dat dit nog steeds geldt.
Zoals genoemd heeft DNB eind 2019 op mijn verzoek een analyse gemaakt van de lagerenteomgeving
en de gevolgen daarvan voor banken. DNB heeft daarin enkele overwegingen geschetst
ten aanzien van een verbod op negatieve rente. Een wettelijk verbod kent volgens DNB
overwegend nadelen en risico's. Dat neemt niet weg dat ik een negatieve rente voor
gewone spaarders zeer ongewenst vind, en het van groot belang vind dat gewone spaarders
voldoende mogelijkheden houden om te bankieren bij een bank die geen negatieve rente
rekent. Mochten die mogelijkheden in de toekomst significant worden beperkt dan zal
ik het onderwerp opnieuw ter hand nemen, en indien opportuun ook wetgeving overwegen.
Vraag 5
Bent u niet bang dat Nederlanders massaal hun geld over de grens gaan brengen als
de negatieve rente zich doorzet op lagere hoofdsommen?
Antwoord 5
In haar eerdergenoemde analyse heeft DNB ook getracht de gevolgen van een eventuele
negatieve spaarrente op de financiële stabiliteit te inventariseren. De effecten van
een negatieve rente op de financiële stabiliteit laten zich volgens DNB moeilijk kwantificeren.
Vooralsnog zijn er geen signalen van een grote uitstroom van deposito’s bij banken
die negatieve spaarrentes zijn gaan hanteren of hebben aangekondigd dit te gaan doen.
Uit beschikbare data blijkt dat tegoeden op deposito's de afgelopen jaren significant
zijn gestegen, terwijl de rentes daalden.9 Uit deze data is geen significante verplaatsing van spaartegoeden naar het buitenland
zichtbaar. Het is daarnaast goed om op te merken dat er buiten Nederland ook banken
zijn die negatieve rentes in rekening brengen voor vermogende particulieren en bedrijven.
Vraag 6
Kunt u aangeven of de betaalde negatieve rente aftrekbaar is voor de inkomsten- en
vennootschapsbelasting?
Antwoord 6
Voor wat betreft het winstregime (in de inkomsten- en vennootschapsbelasting) kan
in het algemeen worden opgemerkt dat negatieve rente in aanmerking wordt genomen bij
het bepalen van de winst. Hierdoor is de betaalde negatieve rente op vorderingen in
beginsel aftrekbaar bij de bepaling van de fiscale winst. Hetzelfde geldt ook bij
het bepalen van het resultaat bij resultaat uit overige werkzaamheden in box 1 van
de inkomstenbelasting. Naast de belastingheffing in box 1 over winst uit onderneming
(respectievelijk resultaat uit overige werkzaamheden) bestaat er in de inkomstenbelasting
ook nog box 3, de forfaitaire vermogensrendementsheffing. In het kader van de berekening
van het forfaitaire rendement bestaat geen mogelijkheid tot aftrek van de werkelijk
betaalde negatieve rente bij het bepalen van de heffingsgrondslag in box 3. Negatieve
rente op spaargeld zal op termijn wel doorwerken in de berekening van het forfaitaire
rendementspercentage voor rendementsklasse I (sparen), die namelijk wordt bepaald
door de gemiddelde spaarrendementen in de periode juli t-2 tot en met juni t-1.
Vraag 7
Realiseert u zich dat de kunstmatig langdurig lage rente spaarders noopt tot het nemen
van hogere beleggingsrisico’s?
Antwoord 7
Ik realiseer me dat gewone spaarders zich zorgen kunnen maken over de dalende rente.
Zoals ik hiervoor heb toegelicht, hebben veruit de meeste spaarders op dit moment
niet te maken met een negatieve rente. Dat neemt niet weg dat het onwenselijk zou
zijn als een langdurig lage rente spaarders ertoe zou bewegen om hogere beleggingsrisico’s
te nemen met geld dat zij niet kunnen missen. Sparen is op dit moment voor verreweg
de meeste spaarders echter nog steeds een goede manier om met weinig risico een reservepotje
op te bouwen. Gebleken is ook dat tegoeden op deposito's de afgelopen jaren zijn toegenomen.10 Gelet op het belang van financiële weerbaarheid zal ik de ontwikkelingen in dit kader
nauwkeurig blijven monitoren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat onze omvangrijke pensioensector door de langdurig lage rente
hetzelfde risico loopt, nl. beleggen in risicovolle producten? Heeft u een plan om
de reeds zwaar getroffen pensionado's te compenseren hiervoor?
Antwoord 8
Hoewel de langdurig lage rente ook voor pensioeninstellingen een uitdaging vormt,
zijn zij op grond van geldende wetgeving voor hun beleggingen gehouden aan het prudent
person-beginsel. Dit betekent dat de activa worden belegd in het langetermijnbelang
van de deelnemers en de pensioengerechtigden in hun geheel. De premies dienen op zodanige
wijze te worden belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement
van de portefeuille als geheel zijn gewaarborgd. Dit betekent dat pensioeninstellingen
geen beleggingen mogen doen die niet weloverwogen zijn. Ook stelt de wet o.a. eisen
aan diversifiëring van de beleggingen en bepaalt zij dat beleggingen in derivaten
slechts zijn toegestaan voor zover deze bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel
of een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken.
Het is een vervelende situatie dat de pensioenen van een groot aantal gepensioneerden
bij een aantal fondsen al enige tijd niet meer worden geïndexeerd. Hoewel de verantwoordelijkheid
voor de tweede pijler primair bij sociale partners ligt, heeft het kabinet in de toezichtregels
wel oog voor de consequenties die de lage rente met zich meebrengt. Daarnaast is vorig
jaar een tijdelijke vrijstellingsregeling getroffen in verband met uitzonderlijke
economische omstandigheden om pensioenkortingen bij gepensioneerden te voorkomen.
Vraag 9
Wat is eigenlijk de logica van negatieve rente, gelet op het feit dat spaarders hun
geld aan de bank geven, en dus een vordering op de bank hebben, hetgeen niet zonder
risico is omdat banken kunnen omvallen? Kunt u uitleggen waarom de spaarder moet worden
gestraft voor een risico dat hij loopt? Is dat niet de omgekeerde wereld?
Antwoord 9
Dat banken een negatieve rente rekenen over een deel van de deposito's hangt samen
met het huidige renteklimaat. De rente is al geruime tijd laag als gevolg van incidentele
en structurele factoren, die zijn versterkt door de coronacrisis.11 Door de lage rente staan de rente-inkomsten van banken onder druk. Banken lenen zowel
geld in als uit. Zij streven ernaar om daarbij hun rentemarge, het tariefverschil
tussen in- en uitleenrentes, op peil te houden. Afgelopen jaren waren banken daartoe
in staat. Bij een nog verder dalende rente kan het voor banken lastiger worden om
die daling volledig door te rekenen in hun depositotarieven, omdat deze dan negatief
zouden worden. Daarbij komt tevens dat banken sinds een paar jaar zelf een negatieve
rente betalen over reserves die zij verplicht bij de Europese Centrale Bank (ECB)
moeten aanhouden. Geld dat een bank niet kan uitlenen, kost een bank dus geld. Volgens
DNB kan een situatie van langdurig lage rentes de winstgevendheid van banken onder
druk zetten, met potentieel nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit.12
Ik kan mij de zorgen van spaarders over de dalende rente goed voorstellen. Op dit
moment rekenen Nederlandse banken als gezegd geen negatieve rente aan gewone spaarders.
Zoals ik eerder heb laten weten in een brief aan uw Kamer, vind ik een negatieve rente
voor gewone spaarders zeer ongewenst. Ik vind het van groot belang dat gewone spaarders
voldoende mogelijkheden houden om te bankieren bij een bank die geen negatieve rente
rekent.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.