Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over de keuringsstop bij het UWV
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de keuringsstop bij het UWV (ingezonden 6 mei 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 27 mei
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met bovengenoemd artikel («Duizenden werknemers te lang in de ziektewet
door keuringsstop bij UWV») in het Financieele Dagblad van 3 mei jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe groot is op dit moment (3 mei 2021) de werkvoorraad van sociaal-medische beoordelingen
bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)? Bij hoeveel daarvan gaat
het om Eerstejaars Ziektewet Beoordelingen (EZWB)? Hoeveel groter is de EZWB-voorraad
op 1 mei ten opzichte van 1 januari 2021?2 Hoeveel ten opzichte van 1 januari 2020?3 Wat is de belangrijkste verklaring voor deze verschillen?
Antwoord 2
De volledige werkvoorraad van sociaal-medische beoordelingen bij UWV is eind april
87.133. Dit is een optelling van de claimbeoordelingen WIA, aanvraag beoordeling arbeidsvermogen
(ABA), de eerstejaars ziektewet beoordelingen (EZWb) en de herbeoordelingen WIA. Van
deze werkvoorraad betreffen 23.473 stuks de EZWb. Ten opzichte van 1 januari 2021
is de voorraad EZWb met 3% (783 EZWb’s) gedaald. Ten opzichte van 1 januari 2020 is
de voorraad EZWb gestegen met 61% (8.882 EZWb’s).
De huidige mismatch tussen het aanbod van en de vraag naar sociaal-medische beoordelingen
maakt dat de EZWb’s niet altijd tijdig kunnen plaatsvinden. Daarom heb ik in mijn
brief van 9 april jl.4 over de toekomst van het sociaal-medisch beoordelen nadere maatregelen aangekondigd.
UWV zal de komende twee jaar onder andere verschillende werkwijzen in de Ziektewet
uitproberen om verzekeringsartsen bij de Ziektewet op een effectievere manier in te
zetten. Ik verwacht dat het door deze maatregelen mogelijk is om dienstverlening te
bieden die beter aansluit bij de wensen en behoeften van uitkeringsgerechtigden en
die de mismatch verkleint.
Vraag 3
Doet UWV 100% van de benodigde EZWB-keuringen bij werknemers die een jaar ziek zijn?
Zo nee, hoeveel procent van de benodigde keuringen doet het UWV dan? Hoe vaak komt
het voor dat werknemers de gehele wachttijd tot Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(WIA) doorlopen zonder dat er een EZWB-keuring plaatsvindt? In hoeveel procent van
de gevallen wordt niet een volledige keuring, maar een lichtere vorm, bijvoorbeeld
een «screening» gedaan?
Antwoord 3
De huidige mismatch tussen het aanbod van en de vraag naar sociaal-medische dienstverlening,
maakt dat UWV niet 100% van de EZWb’s tijdig kan uitvoeren. In mijn brief van 9 april
jl. heb ik u gemeld dat UWV (in 2020) 81% van de uit te voeren EZWB’s daadwerkelijk
verrichtte. In de eerste vier maanden van 2021 ligt dit percentage iets lager en heeft
UWV 75% van de EZWb’s uitgevoerd. In 25% van de gevallen hebben werknemers de gehele
wachttijd doorlopen zonder dat er een EZWb heeft plaatsgevonden.
Bij ongeveer 40% van de uit te voeren EZWb’s wordt door UWV de screeningswerkwijze
toegepast. De screeningswerkwijze is een professionele inschatting op de kans op voortzetting
van het Ziektewetrecht. Bij een gerede kans op beëindiging volgt een volledige beoordeling.
Vraag 4
Op basis van welke criteria besluit UWV om al dan niet binnen de voorgeschreven periode
een keuring bij een werknemer uit te voeren? Maakt UWV verschil tussen eigenrisicodragers
en niet-eigenrisicodragers? Zo ja, wat zijn de cijfers uitgesplitst naar deze twee
groepen?
Antwoord 4
UWV voert ook in 2021, net als voorgaande jaren, de EZWb binnen de mogelijkheden uit.
Er zijn geen specifieke criteria voor het al dan niet uitvoeren van EZWb’s. Wel is
het zo dat UWV sinds het uitbreken van COVID-19 werkt volgens een aangepaste werkwijze.
Het verrichten van sociaal-medische beoordelingen verloopt tijdens de crisisperiode
zoveel als mogelijk op basis van dossierinformatie, telefonisch spreekuur en beeldbellen.
Sinds juni 2020 vinden er ook weer fysieke spreekuren plaats.
Ook voor de eigenrisicodrager geldt deze aangepaste werkwijze en wordt zo veel mogelijk
een telefonisch spreekuur gehouden en wordt indien mogelijk een besluit genomen op
basis van (medische) stukken plus informatie uit dit telefonisch contact. In gevallen
waarbij dit niet mogelijk is wordt er een fysiek spreekuur gehouden. Bij een zieke
werknemer van een werkgever die eigenrisicodrager is voert UWV geen screeningswerkwijze
uit. Er zijn verder geen verschillen tussen eigenrisicodragers en niet-eigenrisicodragers.
In onderstaande tabel staat de voorraad aan EZWb’s uitgesplitst naar eigenrisicodrager
en niet-eigenrisicodrager.
Voorraad EZWb
Totaal
ERD
Geen ERD
ERD
Geen ERD
Stand 30 april 2021
23.473
1.878
21.595
8%
92%
Stand 1 januari 2021
24.256
2.668
21.588
11%
89%
Stand 1 januari 2020
14.591
1.897
12.694
13%
87%
Vraag 5
Herkent u het vermoeden van het Platform Private Uitvoerders Sociale Zekerheid (PPUSZ)
dat UWV sinds begin 2021 nauwelijks meer keuringen ten behoeve van de Eerstejaars
Ziektewet Beoordeling uitvoert? Zo ja, wat is daarvan de reden? Zo nee, hoe verklaart
u de bevindingen en het vermoeden van PPUSZ?
Antwoord 5
Dat vermoeden herken ik niet. UWV voert ook in 2021 de Eerstejaars Ziektwet-beoordeling
(EZWb) binnen de mogelijkheden uit, net als voorgaande jaren. Zoals eerder aan uw
Kamer gemeld ben ik wel op de hoogte van de achterstanden bij de EZWb’s. Om de achterstanden
in de EZWb’s in te lopen, heb ik reeds eerder met UWV afgesproken dat zij een screeningswerkwijze
toepast. De achterstanden blijven echter substantieel, daarom heb ik in mijn brief
van 9 april jl. over de toekomst van het sociaal-medisch beoordelen nadere maatregelen
aangekondigd om de mismatch tussen vraag en aanbod van de sociaal medische beoordeling
te verkleinen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het voor betrokken werkgevers én werknemers van groot belang
is dat de Eerstejaars Ziektewet Beoordelingen binnen de daarvoor gestelde periode
worden uitgevoerd? Zo ja, hoe zorgt u ervoor dat UWV deze beoordelingen binnen de
wettelijke termijn uitvoert?
Antwoord 6
Ik acht het van belang dat de dienstverlening in de Ziektewet op een zo effectief
mogelijke manier wordt ingezet. UWV doet alles wat binnen haar mogelijkheden ligt
om de EZWb binnen de daarvoor gestelde termijn uit te voeren, maar de huidige mismatch
tussen het aanbod van en de vraag naar sociaal-medische dienstverlening, maakt dat
dat UWV niet altijd lukt. Ik heb daarom nadere afspraken gemaakt met UWV over de inzet
van verzekeringsartsen in de Ziektwet, zoals beschreven in mijn brief van 9 april
jl.
EZWb’s zijn namelijk complexe en omvangrijke beoordelingen, die veel verzekeringsartsencapaciteit
vragen, terwijl ze in slechts een derde van de gevallen leiden tot een gewijzigde
uitkeringssituatie. Onderzoek en de huidige uitvoeringspraktijk laten zien dat de
inzet van de verzekeringsarts juist de meeste meerwaarde heeft in het eerste jaar
van de Ziektewet. Dat is de periode waarin de verzekeringsarts het meeste bij kan
dragen aan de terugkeer van mensen op de arbeidsmarkt. Er liggen dan ook mogelijkheden
om de capaciteit aan verzekeringsartsen op een meer doelmatige wijze in te zetten.
Ik heb UWV daarom gevraagd de komende twee jaar verschillende werkwijzen uit te proberen,
om te komen tot een effectievere uitvoering van de Ziektewet.
Vraag 7
Wat is uw verwachting van het aantal werknemers dat hersteld is, maar nog in de Ziektewet
thuis zit als gevolg van de achterstallige EZWB-keuringen? Wat is bekend over de betekenis
van een dergelijke situatie voor de re-integratie en arbeidsgeschiktheid van deze
werknemers?
Antwoord 7
In het eerste Ziektewetjaar is volgens het dan geldende Ziektewetcriterium alleen
sprake van herstel, wanneer een werknemer geschikt wordt geacht voor het eigen werk.
Na het eerste Ziektewetjaar wordt de beoordeling (EZWb), gericht op of de werknemer
geschikt is voor passend werk. Wanneer een werknemer met passende arbeid meer dan
65% van het maatmanloon kan verdienen wordt het recht op ziekengeld met een uitlooptermijn
van een maand beëindigd en wordt de werknemer geacht op zoek te gaan naar passend
werk. Daarbij kan hij worden geholpen door het WERKbedrijf van UWV met begeleiding
en bemiddeling.
Er is geen informatie beschikbaar over hoeveel personen op basis van deze criteria
ten onrechte een Ziektewetuitkering ontvangen. Wel is bekend dat UWV in de eerste
vier maanden van 2021 25% van de EZWB’s niet uit heeft kunnen voeren (zie het antwoord
op vraag 3). Hierdoor bestaat het risico dat mensen te lang een Ziektewetuitkering
ontvangen en dat hun afstand tot de arbeidsmarkt groeit. In de eerste vier maanden
van 2021 heeft ca. 30% van de Ziektewetgerechtigden na twee jaar ziekte een afwijzing
voor de WIA-uitkering ontvangen. Inzet van UWV is om de komende twee jaar middels
de verschillende werkwijzen in de Ziektewet en de inzet op re-integratie en participatie,
dit percentage te laten dalen.
Vraag 8
Hoe groot was de directe schade van achterstallige EZWB-keuringen voor werkgevers
in 2020? En hoe groot was de indirecte schade door premiestijgingen in 2020?
Antwoord 8
Vanwege de mismatch tussen vraag naar en aanbod van sociaal medische dienstverlening
moet UWV keuzes maken in de prioritering van beoordelingen en dienstverlening. Als
gevolg van deze mismatch kan UWV niet alle EZWb’s tijdig uitvoeren. De financiële
consequenties voor werkgevers zijn niet eenduidig te bepalen. UWV zou elders capaciteit
moeten weghalen om alle Eerstejaars Ziektewetbeoordelingen uit te voeren. Dit zou
ook financiële consequenties voor werkgevers kunnen hebben. Om de mismatch te verminderen
is ingrijpen nodig, zoals ik beschreef in mijn brief van 9 april jl.
Vraag 9
Wat is de verwachte directe en indirecte schade van het achterwege blijven van EZWB-keuringen
voor werkgevers in 2021? Wat is het verschil tussen eigenrisicodragers en niet-eigenrisicodragers?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Op welke manier bent u van plan om ervoor te zorgen dat de werkvoorraad EZWB zo snel
mogelijk weer op orde is?
Antwoord 10
In mijn brief van 9 april jl. over de toekomst van het sociaal-medisch beoordelen
heb ik aangegeven wat ik ga doen om de mismatch tussen het aanbod van en de vraag
naar sociaal-medische beoordelingen te verkleinen. UWV werkt al met een screeningswerkwijze,
maar dit blijkt onvoldoende om de werkvoorraad EZWb’s weg te werken. Daarom heb ik
UWV gevraagd om de aankomende twee jaar een aantal werkwijzen uit te proberen, om
te komen tot een effectievere uitvoering van de Ziektewet. Mijn verwachting is dat
de mismatch en de werkvoorraad EZWb door het toepassen van die werkwijzen verminderden.
Vraag 11
Wat doet u eraan om de schade voor betrokken werknemers en werkgevers te minimaliseren?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 10.
Daarbij bestaat voor werkgevers de mogelijkheid om een schadevergoeding bij UWV aan
te vragen op het moment dat de EZWb niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.