Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Snels over nieuwe fouten met de uitkering van toeslagen
Vragen van het lid Snels (GroenLinks) aan de Staatssecretarissen van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over nieuwe fouten met de uitkering van toeslagen (ingezonden 2 maart 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) en Minister
Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 26 mei 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2122.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Belastingdienst weer in de fout: veel te veel toeslag
voor arbeidsmigranten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de in het artikel uiteengezette problemen? Is hier sprake van
onrechtmatige overheidsbestedingen? En wat vindt u ervan dat hierdoor een potentieel
grote groep mensen in de financiële problemen komt?
Antwoord 2
Wij streven ernaar iedere toeslaggerechtigde de toeslag toe te kennen waar hij/zij
recht op heeft. Wanneer dit onverhoopt niet goed gaat, of wanneer burgers met (hoge)
terugvorderingen geconfronteerd worden, betreuren we dat. Graag zetten wij hieronder
uiteen hoe het proces rond toekennen van het kindgebondenbudget (kgb) werkt en hoe
dit bij arbeidsmigranten in het bijzonder kan uitpakken. Dit geeft op veel van de
onderstaande vragen antwoord. Wij verwijzen daarom bij andere antwoorden regelmatig
naar dit antwoord.
Uitgangspunt toeslagenstelsel
Jaarlijks hebben circa 1 miljoen huishoudens recht op kgb. Deze toeslag is bedoeld
voor mensen met een laag- of middeninkomen en (jonge) kinderen. Dit is vaak een doelgroep
waarbij het toeslagenstelsel niet altijd aansluit bij het doenvermogen van de burger.
Voor de vaststelling en toekenning van het kgb gebruikt de Belastingdienst/Toeslagen
gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) waarbij alleen die gegevens verwerkt
kunnen worden die gekoppeld zijn aan een BSN. Het gebruik van het BSN houdt verband
met de geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst/Toeslagen en is voor wat betreft
de aanvrager van een toeslag vastgelegd in artikel 1b van het Uitvoeringsbesluit Algemene
wet inkomensafhankelijke regelingen. Daarnaast worden gegevens uit de aanvraag van
de belanghebbende zelf gebruikt. Voor specifiek het kgb geldt dat wanneer burgers
al een andere toeslag ontvangen (vaak zorgtoeslag) en er wordt kinderbijslag ontvangen,
er volgens de wet tevens een aanvraag voor kgb is gedaan. De Belastingdienst/Toeslagen
kent daarop kgb toe op basis van gegevens gebruikt bij de vaststelling van de andere
toeslag. Deze automatische toekenning is in wetgeving opgenomen om burgers zo goed
mogelijk van dienst te zijn.
Het automatisch toekennen en het «voorinvullen» van deze gegevens maakt het voor burgers
eenvoudiger om een toeslag aan te vragen en helpt veel fouten bij de aanvraag te voorkomen.
Keerzijde van deze werkwijze is dat onvolledige gegevens uit een eerdere aanvraag
doorwerken in de aanvraag kgb. Ook is het niet mogelijk om de authentieke gegevens
(afkomstig uit de BRP) in de aanvraag aan te vullen of te wijzigen en is de verwerking
van gegevens zonder BSN van aanvrager en/of toeslagpartner niet mogelijk.
Vaststellen toeslag
Het algemene proces werkt zodanig dat als de gegevens uit de BRP en uit de (eerdere)
aanvraag juist en volledig zijn, en er wordt voldaan aan de overige voorwaarden, de
toeslag op de juiste wijze wordt toegekend. Dit betekent dat als de Belastingdienst/Toeslagen
een toeslagpartner kan vaststellen het kgb zonder verhoging voor alleenstaande ouders
(de alleenstaande ouderkop, hierna: alo-kop) wordt toegekend. Als er geen toeslagpartner
kan worden vastgesteld, wordt kgb inclusief de alo-kop toegekend.2 De alo-kop bedraagt voor 2021 maximaal € 3.242,– per jaar.
Voor de vaststelling van het toeslagpartnerschap worden adresgegevens en gegevens
over een eventueel huwelijk of geregistreerd partnerschap en ouder-kindrelaties uit
de BRP gebruikt. Voor situaties waarin beide partners in Nederland wonen (als inwoner
in de BRP staan met een Nederlands adres èn BSN), kan het toeslagpartnerschap met
deze gegevens vrijwel altijd worden vastgesteld.
Wanneer sprake is van een mogelijke partner in het buitenland is een juiste vaststelling
en toekenning van het kgb complex en niet altijd goed mogelijk. De BRP (met gegevens
over inwoners van Nederland en anderen met een relatie met de Nederlandse overheid,
zogenaamde niet-ingezetenen) bevat namelijk niet alle benodigde gegevens om in alle
gevallen vast te kunnen stellen of iemand een toeslagpartner in het buitenland heeft:
• Gegevens over een partner anders dan een partner bij huwelijk of geregistreerd partnerschap
worden nooit geregistreerd in de BRP;
• Van niet-ingezetenen (waaronder tijdelijk in Nederland verblijvende arbeidsmigranten)
worden geen gegevens over huwelijk/geregistreerd partnerschap geregistreerd;
• Arbeidsmigranten blijven vaak te lang als niet-ingezetene geregistreerd staan (terwijl
zij feitelijk verblijf in Nederland houden). Dan worden er dus ook geen gegevens over
huwelijk/geregistreerd partnerschap geregistreerd;
• Bij inschrijving als ingezetene (bij langer verblijf in Nederland) wordt de partner
als deze in het buitenland woont niet zelf ingeschreven, maar worden de gegevens op
de persoonslijst van de geregistreerde opgenomen (een BSN is daarvoor niet noodzakelijk).
Ook komt het vaak voor dat niet alle gegevens over een eventuele partner worden geregistreerd
(bijvoorbeeld door ontbreken juiste brondocumenten);
• Specifiek voor statushouders met een partner in het buitenland is het vaak niet mogelijk
dat de partner zich (als niet-ingezetene) laat registreren. Dit omdat relevante gegevens
bijvoorbeeld verloren zijn gegaan of niet kunnen worden geverifieerd.
Oplossingen en maatregelen
Het (financiële) belang van het beschikken over de juiste partnergegevens is met de
invoering van de alo-kop in 2015 sterk toegenomen. In toenemende mate werd duidelijk
dat de vaststelling van kgb in situaties met een buitenlandcomponent niet altijd goed
mogelijk is. Vanaf dat moment is gezocht naar oplossingen en zijn maatregelen genomen
om het toeslagpartnerschap beter te kunnen vaststellen om daarmee onterechte toekenning
van een Alo-kop te voorkomen.
Uitbreiden RNI
Bij de inwerkintreding van de Wet BRP (als opvolger van de Wet gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens, waarbij de BRP werd uitgebreid met het registreren van gegevens
van niet-ingezetenen, bekend als RNI) is bezien of het registeren van de verwantschapsgegevens
voor niet-ingezetenen in de BRP tot de mogelijkheden behoorde. Het toenmalige kabinet
heeft daar echter niet toe besloten. Dit omdat er onvoldoende zekerheid was dat deze
gegevens op een acceptabel niveau van actualiteit en juistheid gehouden zouden kunnen
worden.
Verwantschapsquery SVB
In reactie daarop is in 2015 een tijdelijke oplossing, de zogenaamde verwantschapsquery,
ontwikkeld. Met behulp van deze query biedt de SVB de Belastingdienst/Toeslagen signalen
over (buitenlandse) partnergegevens waarover de SVB beschikt op grond van haar taak
om de samenloop met buitenlandse gezinsbijslagen vast te stellen.3 Voor deze taak is o.a. de aanwezigheid van een (werkende) partner in het thuisland
relevant. Via zusterorganisaties in het buitenland laat de SVB buitenlandse registraties
van persoonsgegevens en partnergegevens verifiëren die nodig zijn voor de beoordeling
van het recht op kinderbijslag. Op basis van deze gegevens kan de Belastingdienst/Toeslagen
in een aantal gevallen alsnog een toeslagpartner (in het buitenland) in de eigen systemen
registreren. Deze informatie-uitwisseling tussen de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen
is daarmee behulpzaam maar is niet sluitend en biedt geen structurele oplossing:
• De gegevens uit de verwantschapsquery zijn niet altijd van voldoende kwaliteit om
als hard gegeven voor de vaststelling van het kgb te beschouwen. Gegevens over de
duur van de verwantschap die nodig zijn voor de vaststelling van het kgb maken geen
onderdeel uit van de informatie-uitwisseling;
• De SVB registreert de (voor de uitvoering van de kinderbijslag) relevante (partner)gegevens
op het moment dat kinderbijslag wordt aangevraagd, maar houdt deze gegevens alleen
actueel voor zover deze nodig zijn voor de uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet;
• De partnerdefinities in de sociale zekerheid wijken af van die in de toeslagenwetgeving
waardoor de registratie van een partner bij de SVB niet automatisch betekent dat er
sprake is van een toeslagpartner voor het kgb.
Alo-kop stopknop
Specifiek voor statushouders met een partner in het buitenland is het mogelijk gemaakt
dat zij op verzoek kunnen afzien van de Alo-kop. De reden hiervoor is dat vluchtelingen
als gevolg van hun situatie vaak niet meer beschikken over (een betrouwbare kopie
van) de relevante documentatie. Het is daarom niet (altijd) mogelijk aan hun partner
een BSN toe te kennen dat de Belastingdienst/Toeslagen nodig heeft om een partner
te kunnen registreren. De Belastingdienst/Toeslagen heeft daarvoor een samenwerkingsconvenant
met VluchtelingenWerk Nederland, die deze verzoeken namens vluchtelingen kan indienen.
Aanleveren partnergegevens bij de Belastingdienst/Toeslagen
Sinds maart 2021 kunnen toeslaggerechtigden met een partner in het buitenland de partnergegevens
bij de Belastingdienst/Toeslagen aanleveren middels een formulier op de site. Daarbij
worden gegevens (een huwelijksakte, een partnerschapsakte of een door een notaris
opgemaakt samenlevingscontract) uitgevraagd waarmee de Belastingdienst/Toeslagen de
toeslagpartner kan vaststellen en registreren in de eigen systemen. De Belastingdienst/Toeslagen
kan ervoor kiezen de partner vervolgens als niet-ingezetene te laten registreren in
de BRP.4 De partner verkrijgt daarmee een BSN dat noodzakelijk is voor de verwerking van de
partnergegevens in de systemen van de Belastingdienst/Toeslagen. De vindbaarheid en
de toelichting bij het formulier zijn recent op de site van de Belastingdienst/Toeslagen
verbeterd.
Verdere verbeteringen
Naar aanleiding van de Beleidsdoorlichting Tegemoetkoming Ouders5 is het proces van verrekening van de buitenlandse bijslagen en het controleren van
(partner)gegevens in het buitenland met het oog op vereenvoudiging en verbetering
onderzocht. De Belastingdienst/Toeslagen, SVB en onze beide departementen hebben op
basis daarvan verschillende oplossingsrichtingen geformuleerd. Het voornemen was om
voor de zomer van 2020 de oplossingsrichtingen uitgewerkt te hebben en mogelijke eerste
verbetervoorstellen te kunnen doen. Als gevolg van de Coronacrisis en de herstelactie
van het kgb6 is dit niet gelukt. Wij verwachten dit jaar met de uitwerkingen en eventuele voorstellen
tot verbetering te komen.
Naast verbetering van het uitvoeringsproces zet het kabinet in op een verbetering
van de registratie in de BRP van niet-ingezetenen, waaronder arbeidsmigranten. In
het kader van de Ontwikkelagenda BRP vindt een aantal acties plaats om de registratie
van niet-ingezetenen in de BRP te verbeteren:
• Er vindt onderzoek plaats naar de mogelijkheden tot uitbreiding van de gegevens die
worden bijgehouden in de BRP over niet-ingezetenen (huwelijk, kinderen en overlijden).7 Hiermee zou een bijdrage kunnen worden geleverd aan het kunnen bepalen van de aanwezigheid
van een toeslagpartner.
• Er wordt gewerkt aan het verbeteren van de registratie van arbeidsmigranten, mede
naar aanleiding van de adviezen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten.8
• De site WorkinNL.nl is online gegaan waarop arbeidsmigranten in hun eigen taal informatie
vinden over werken, wonen, vervoer en zorg in Nederland. Voor de zomer wordt specifieke
informatie over het aanvragen van Toeslagen aan de site toegevoegd. Daarbij zal worden
gewezen op het belang van het aanleveren van de partnergegevens aan de Belastingdienst/Toeslagen
en een juiste en volledige registratie in het BRP ten behoeve van het aanvragen van
toeslagen.
Vraag 3
Hoeveel arbeidsmigranten hebben sinds 2015 aangegeven door het niet registreren van
een partner te veel kindgebonden budget te ontvangen? Betreft het hier alle 5.000
arbeidsmigranten die een beroep doen op de Wet op het Kindgebonden Budget (WKB) maar
als alleenstaande ouders geclassificeerd zijn? Waarom wel/niet?
Antwoord 3
Het is niet bekend hoeveel arbeidsmigranten hebben aangeven dat zij onterecht een
alo-kop hebben ontvangen. Dit wordt niet geregistreerd. In totaal is aan circa 5.000
alleenstaande ouders waarvan het kind niet in Nederland woont kgb toegekend. Hierbij
gaat het niet uitsluitend om arbeidsmigranten, maar bijvoorbeeld ook om grensarbeiders.
Vraag 4
Hoeveel geld ontvangen de in het artikel genoemde personen gemiddeld te veel? Voor
een hoe lange periode hebben deze mensen gemiddeld een teveel aan kindgebonden budget
ontvangen? Klopt het dat dit vaak jarenlang doorgaat, zoals het artikel schetst? Wat
is het totaal aan te veel uitgekeerde toeslagen voor deze groep sinds 2015? Hoeveel
van dit te veel uitgekeerde bedrag is daadwerkelijk teruggevorderd?
Antwoord 4
Wij kennen de situaties uit het artikel niet en kunnen er daarom niet specifiek op
ingaan. Ook in het algemeen is niet bekend hoeveel arbeidsmigranten teveel kgb ontvangen
omdat dit niet geregistreerd wordt. Wel is bekend dat in totaal aan circa 5.000 alleenstaande
ouders waarvan het kind niet in Nederland woont kgb wordt toegekend. Hierbij gaat
het niet uitsluitend om arbeidsmigranten, maar bijvoorbeeld ook om grensarbeiders.
Vraag 5
Hoe kan het dat bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bekend is dat arbeidsmigranten
een partner hebben in het thuisland maar dit niet in de systemen voor het uitkeren
van toeslagen verwerkt is? Is hier geen juridische grondslag voor of wordt dit gewoon
niet gedaan? En waarom niet?
Antwoord 5
De gegevens over een partner in het buitenland waarover de SVB beschikt uit gronde
van haar taak om de samenloop met buitenlandse gezinsbijslagen vast te stellen9, worden aan de Belastingdienst/Toeslagen middels de verwantschapsquery beschikbaar
gesteld. Hiermee kan de Belastingdienst/Toeslagen in een aantal gevallen alsnog een
toeslagpartner (in het buitenland) in de eigen systemen registreren. Deze informatie-uitwisseling
tussen de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen is daarmee behulpzaam maar is niet sluitend
en biedt geen structurele oplossing. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Welke concrete stappen zijn er genomen om de informatie-uitwisseling tussen de Sociale
Verzekeringsbank en de Belastingdienst te verbeteren? Wanneer zijn deze stappen gezet?
Hoe kan het dat de SVB tegelijkertijd erkent dat het op dit moment nog steeds fout
gaat? Welke stappen gaat u zetten om dit zo spoedig mogelijk te regelen?
Antwoord 6
Naast de verwantschapsquery is het proces van verrekening van de buitenlandse bijslagen
en het controleren van (partner)gegevens in het buitenland met het oog op vereenvoudiging
en verbetering onderzocht. De Belastingdienst/Toeslagen, SVB en onze beide departementen
hebben op basis daarvan verschillende oplossingsrichtingen geformuleerd. Een te onderzoeken
mogelijkheid is de SVB een taak te geven in het uitvragen van partnergegevens voor
de vaststelling van het kgb. Wij verwachten dit jaar met de uitwerkingen en eventuele
voorstellen tot verbetering te komen.
Vraag 7
Waarom vaart de Belastingdienst op haar eigen gegevensadministratie terwijl die van
de SVB evident een hogere accuraatheid heeft? Erkent u dat hierdoor onnodig fouten
gemaakt worden?
Antwoord 7
De Belastingdienst/Toeslagen gebruikt voor de vaststelling en toekenning van het kbg
gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP), gegevens uit de aanvraag van de belanghebbende
zelf en in sommige gevallen ook uit de verwantschapsquery van de SVB. Deze laatste
gegevens zijn niet altijd van voldoende kwaliteit om als hard gegeven voor de vaststelling
van het kgb te beschouwen. Ook wijken de partnerdefinities in de sociale zekerheid
af van die in de fiscale wetgeving waardoor de registratie van een partner bij de
SVB niet automatisch betekent dat er sprake is van een toeslagpartner voor het kgb.
Vraag 8
Kunt u meer zeggen over het project van het Ministerie van SZW, de SVB en de Belastingdienst
om de uitvoering van internationale casussen te vereenvoudigen? Wat zijn hier de beoogde
doelen en hoe worden die behaald? Wat is de samenhang tussen dit project en de beschreven
problematiek?
Antwoord 8
Naar aanleiding van de Beleidsdoorlichting Tegemoetkoming Ouders10 is het proces van verrekening van de buitenlandse bijslagen en het controleren van
(partner)gegevens in het buitenland met het oog op vereenvoudiging en verbetering
onderzocht. Een onderdeel daarvan is de problematiek met de toekenning van de alo-kop.
De SVB, de Belastingdienst/Toeslagen en onze beide departementen hebben op basis daarvan
verschillende oplossingsrichtingen geformuleerd. Wij verwachten dit jaar met de uitwerkingen
en eventuele voorstellen tot verbetering te komen.
Vraag 9
Kunt u uitleggen hoe het kan dat de Belastingdienst «niet gelooft» dat personen te
veel kindgebonden budget ontvangen, zoals beschreven in het genoemde artikel, als
belastingadviseurs de Belastingdienst opbellen om hierop te wijzen? En waarom gaat
de Belastingdienst door met het uitkeren van te hoge toeslagen zelfs als al het ondersteunende
bewijs schriftelijk wordt doorgestuurd?
Antwoord 9
Wijzigingen kunnen uitsluitend worden doorgevoerd indien vaststaat dat dit op verzoek
van de burger is. Wanneer een adviseur belt, kan dit niet altijd met zekerheid worden
vastgesteld. Daarnaast is het niet altijd mogelijk gegevens per telefoon te wijzigen,
bijvoorbeeld als de wijziging met authentieke gegevens onderbouwd moet worden. In
dat geval wordt de burger gewezen op de wijze waarop deze wijziging schriftelijk kan
worden doorgevoerd. De situatie die in het artikel wordt genoemd zijn ons niet bekend.
Vraag 10
Hoe kan het dat een persoon voor 2021 kindgebonden budget ontvangt terwijl er in december
2020 aangekondigd is dat die persoon hier geen recht op had, zoals in het genoemde
artikel beschreven wordt? Wat is hier misgegaan? Komt dit vaker voor?
Antwoord 10
Deze situatie uit het artikel is ons niet bekend.
Vraag 11
Waarom registreert de Belastingdienst zelf pas een partner van de arbeidsmigrant op
het moment dat deze partner naar Nederland komt en zich bij de gemeente inschrijft?
Is dit staand beleid? Is hier een ambtelijke instructie voor? Zo ja, kan deze aan
de Kamer toegestuurd worden? Zo nee, impliceert dit dan willekeur? Waarom wel/niet?
Antwoord 11
De toeslagpartner kan alleen worden vastgesteld als de relevante partnergegevens (op
de juiste wijze) bekend zijn en opgenomen in de systemen van de Belastingdienst. Deze
zijn niet altijd op het moment van de aanvraag bekend. Wanneer deze partnergegevens
later beschikbaar komen bijvoorbeeld omdat de partner zich in Nederland vestigt en
registreert in de BRP, wordt voor Belastingdienst/Toeslagen het partnerschap bekend
en is het mogelijk het toeslagpartnerschap vast te stellen. Wij verwijzen u ook naar
het antwoord op vraag 2.
Vraag 12
Wat is de gemiddelde behandeltijd van de 200 tot 250 verzoeken die de Belastingdienst
elk jaar krijgt om de extra hoge toeslag te laten stoppen? Klopt de vaststelling van
ervaringsdeskundigen dat dit proces tot wel een half jaar kan duren? Waarom gaat de
Belastingdienst pas overstag als er tig brieven gestuurd zijn, en lopen arbeidsmigranten
en hun belastingadviseurs op dit punt tegen een bureaucratische muur op?
Antwoord 12
Arbeidsmigranten of administratiekantoren worden als zij contact opnemen met de Belastingdienst/Toeslagen
zo goed mogelijk geholpen om de registratie van de partnergegevens in de systemen
van de Belastingdienst/Toeslagen en de registratie van de partner zelf mogelijk te
maken. Dat kan echter alleen wanneer de toeslaggerechtigde en zijn/haar partner beschikt
over (een kopie van) de relevante documentatie. Dit kan daarom niet uitsluitend over
de telefoon en duurt daarmee langer, afhankelijk van de beschikbaarheid van de noodzakelijke
documentatie.
Zodra de mutatie heeft plaatsgevonden, is deze binnen 24 uur zichtbaar in MijnToeslagen.
De nieuwe beschikking volgt regulier binnen één maand na de mutatie. Vervolgens ontvangt
de burger bij de eerst volgende betaling11 het aangepaste bedrag (dus zonder alo-kop). Als de mutatie net na het moment van
het opmaken van beschikkingen wordt gedaan dan schuift de ontvangst van de nieuwe
beschikking een maand op. Voor zover bekend, hebben wij geen signalen dat verzoeken
niet worden opgevolgd.
Vraag 13
Wat is uw reactie op het gegeven dat er steeds meer arbeidsmigranten zijn die helemaal
geen toeslagen meer willen, omdat het meer ellende oplevert dan gemak? Wat zegt dit
over de dienstbaarheid van de Belastingdienst?
Antwoord 13
Als arbeidsmigranten geconfronteerd worden met hoge terugvorderingen als gevolg van
situaties waarin zij onterecht een alo-kop hebben ontvangen kan dat erg ingrijpend
zijn. Zeker als zij zich in een kwetsbare (financiële) situatie bevinden. Dat betreuren
wij. Alles is erop gericht om, binnen de beperkingen die er zijn, te voorkomen dat
onterecht een alo-kop wordt toegekend en burgers geconfronteerd worden met hoge terugvorderingen.
Vraag 14
Hoeveel arbeidsmigranten die binnen de in het artikel uiteengezette casus vallen zijn
in de financiële problemen gekomen door hoge terugvorderingen? Hoe wordt dit bijgehouden?
Komen deze mensen in aanmerking voor een minnelijke schuldsanering? Waarom wel/niet?
Antwoord 14
Dat is niet bekend. In zijn algemeen geldt dat alle burgers bij een terugvordering
in ieder geval een standaard betalingsregeling wordt aangeboden. Ook kunnen zij verzoeken
om een betalingsregeling op maat waarbij rekening gehouden wordt met de betalingscapaciteit
van die burger.
Vraag 15
Hoe gaat voorkomen worden dat een grote groep arbeidsmigranten in de financiële problemen
komt doordat ze alsnog grote bedragen van soms wel tienduizenden euro’s moeten terugbetalen
omdat ze door fouten bij de Belastingdienst te veel toeslagen hebben ontvangen? Hoe
voorkomen we op dit punt een verdere uitbreiding van de toeslagenaffaire?
Antwoord 15
Als arbeidsmigranten geconfronteerd worden met hoge terugvorderingen wanneer partnergegevens
beschikbaar komen, betreuren wij dat. Helaas is dit de uitkomst van een toeslagenstelsel
met voorschotten, sterke inkomensafhankelijkheid en veel complexe grondslagen in combinatie
met een automatische verwerking van gegevens die sterk afhankelijkheid zijn van een
volledige en juiste registratie van partnergegevens die niet makkelijk voor handen
zijn.
Vraag 16
Kunt u en wilt u een groep mogelijke slachtoffers in deze casus tegemoetkomen, omdat
zij in de problemen zijn gekomen door het handelen van de Belastingdienst? Zo ja,
op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Alles is erop gericht om, binnen de beperkingen die er zijn, te voorkomen dat onterecht
een alo-kop wordt toegekend en burgers geconfronteerd worden met hoge terugvorderingen.
Burgers die wel te maken krijgen met terugvorderen hebben 24 maanden om het onterecht
ontvangen bedrag terug te betalen. Mochten ze dat niet kunnen dan kunnen ze een betalingsregeling
op maat krijgen.
Vraag 17
Hoe verklaart u dat de Belastingdienst al sinds 2016 ervan wist dat dit ook bij arbeidsmigranten
speelde, maar het probleem nog steeds niet opgelost is? Welke acties zijn in de tussentijd
op dit punt ondernomen? Wanneer en op welke manier heeft u zich er persoonlijk mee
bemoeid om dit zo snel mogelijk op te lossen? Waarom is er in het voorjaar van 2020
geen oplossing gekomen, terwijl dit wel beloofd was?
Antwoord 17
Dit is helaas het gevolg van het huidige toeslagenstelsel met voorschotten, sterke
inkomensafhankelijkheid en veel complexe grondslagen in combinatie met een automatische
verwerking van gegevens die sterk afhankelijkheid zijn van een volledige en juiste
registratie van partnergegevens die niet makkelijk voor handen zijn. Sinds 2015 zijn
oplossingen onderzocht en verbeteringen doorgevoerd:
• Bij de inwerkintreding van de Wet BRP (waarbij de BRP werd uitgebreid met het registreren
van gegevens van niet-ingezetenen, bekend als RNI) is bezien of het registeren van
de verwantschapsgegevens voor niet-ingezetenen in de BRP tot de mogelijkheden behoorde.
Dat bleek niet het geval.
• In reactie daarop is een tijdelijke oplossing, de zogenaamde verwantschapsquery, ontwikkeld
waardoor een deel van de problematiek kan worden ondervangen.
• Specifiek voor statushouders met een partner in het buitenland is het mogelijk gemaakt
dat zij op verzoek kunnen afzien van de alo-kop.
• Sinds maart 2021 kunnen toeslaggerechtigden met een partner in het buitenland de partnergegevens
bij de Belastingdienst/Toelagen aanleveren middels een formulier op de site.
• Daarnaast zet het kabinet in het kabinet in op een verbetering van de registratie
in de BRP van niet-ingezetenen, waaronder arbeidsmigranten.
Op dit moment wordt het proces van verrekening van de buitenlandse bijslagen en het
controleren van (partner)gegevens in het buitenland met het oog op vereenvoudiging
en verbetering onderzocht. De SVB, de Belastingdienst/Toeslagen en onze beide departementen
hebben op basis daarvan verschillende oplossingsrichtingen geformuleerd. Het voornemen
was om voor de zomer van 2020 de oplossingsrichtingen uitgewerkt te hebben en mogelijke
eerste verbetervoorstellen te kunnen doen. Als gevolg van de Coronacrisis en de herstelactie
van het kgb12 is dit niet gelukt. Wij verwachten dit jaar met de uitwerkingen en eventuele voorstellen
tot verbetering te komen.
Vraag 18
Is er sinds 2016 op enig moment contact geweest met de Algemene Rekenkamer over deze
problematiek, gegeven dat het hier gaat om de rechtmatigheid van overheidsuitgaven?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was daar de uitkomst van?
Antwoord 18
De Algemene Rekenkamer heeft in haar verantwoordingsonderzoek 201913 bij de jaarverslagen van het Ministerie van Financiën en van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid opgenomen dat bij de uitvoering van de Toeslagen door de
Belastingdienst sprake is van een inherente onzekerheid over de juistheid van de toeslaguitgaven
in verband met de afhankelijkheid van door belanghebbenden verstrekte informatie aan
de Belastingdienst. Deze onzekerheid doet geen afbreuk aan het oordeel van de Algemene
Rekenkamer over de financiële informatie, omdat er een stelsel aan maatregelen is
ingericht om het risico van misbruik en oneigenlijk gebruik zoveel mogelijk te beperken.
Deze onzekerheid is niet nader kwantificeerbaar.
Vraag 19
Hoe kan het dat het tot nu toe niet aan de Tweede Kamer gemeld is dat beschreven problemen
niet alleen voor vluchtelingen, maar ook bij arbeidsmigranten speelden? Is hier sprake
van het foutief informeren van de Kamer? Waarom wel/niet?
Antwoord 19
Vanaf de invoering van de alo-kop in 2015 is de complexiteit van het proces van verrekening
van de buitenlandse bijslagen en het controleren van (partner)gegevens in het buitenland
bekend. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in de:
• Beantwoording van de vragen bij de begroting SZW 2017 op 24 november 2016;
• Kabinetsreactie beleidsdoorlichting artikel 10 Tegemoetkoming ouders en evaluatie
Wet hervorming kindregelingen, inclusief het onderzoek van de Beleidsonderszoekers. (Kamerstuk 30 982, nr. 46);
• Brief Vervolg activiteiten beleidsdoorlichting artikel 10 tegemoetkoming ouders (Kamerstuk 30 982, nr. 52);
• Brief Fraudefenomenen in de sociale zekerheid (Kamerstuk 17 050, nr. 578);
• Brief Voortgang herstelactie kindgebonden budget (Kamerstuk 35 010, nr. 25);
• Brief Voortgang hersteloperatie kindgebonden budget, inclusief de uitvoeringstoetsen SVB en Toeslagen (Kamerstuk 31 066, nr. 785).
Vraag 20
Wat gaat u doen om de beschreven problematiek zo spoedig mogelijk te verhelpen? Wanneer
gaan we daar de resultaten van zien?
Antwoord 20
Naast de maatregelen die in de loop van de tijd reeds zijn genomen, is recent de site
van de Belastingdienst/Toeslagen aangepast zodat arbeidsmigranten beter de weg kunnen
vinden in het registeren van de partner in het buitenland. Ook wordt op korte termijn
de informatievoorziening aan arbeidsmigranten op de site WorkinNL.nl uitgebreid. In
meer algemene zin zet het in op een verbetering van de registratie in de BRP van niet-ingezetenen,
waaronder arbeidsmigranten. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 21
Kunt u voorgaande vragen één voor één beantwoorden en binnen drie weken retour sturen?
Antwoord 21
In verband met nader onderzoek en afstemming is een beantwoording binnen drie weken
helaas niet gelukt. Op 24 maart 2021 is hiervoor een uitstelbrief verzonden.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Lodders en
Nijkerken-De Haan (beiden VVD), ingezonden 1 maart 2021 (vraagnummer 2021Z03980).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.